EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22019D0657

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 113/2018 van 31 mei 2018 tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst [2019/657]

PB L 110 van 25.4.2019, p. 87–92 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2019/657/oj

25.4.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 110/87


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 113/2018

van 31 mei 2018

tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst [2019/657]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna "de EER-overeenkomst" genoemd), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1515 van de Commissie van 5 juni 2015 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad wat de verlenging van de overgangsperioden voor pensioenregelingen betreft, moet in de EER-overeenkomst (1) worden opgenomen.

(2)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2205 van de Commissie van 6 augustus 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/592 van de Commissie van dinsdag 1 maart 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(4)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1178 van de Commissie van 10 juni 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (4), gerectificeerd bij PB L 196 van 21.7.2016, blz. 56, moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(5)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/104 van de Commissie van 19 oktober 2016 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 148/2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters met technische reguleringsnormen inzake de minimale mate van gedetailleerdheid van de aan transactieregisters te rapporteren gegevens (5) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(6)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/751 van de Commissie van 16 maart 2017 tot wijziging van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2015/2205, (EU) 2016/592 en (EU) 2016/1178 wat betreft de uiterste datum voor de naleving van clearingverplichtingen door bepaalde tegenpartijen die in otc-derivaten handelen (6), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(7)

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/105 van de Commissie van 26 oktober 2016 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1247/2012 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de formattering en de frequentie van de transactierapportage aan transactieregisters overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (7), gerectificeerd bij PB L 19 van 25.1.2017, blz. 97, moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(8)

Bijlage IX bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

In punt 31bc (Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende streepje ingevoegd:

"—

32015 R 1515: Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1515 van de Commissie van 5 juni 2015 (PB L 239 van 15.9.2015, blz. 63).".

2)

De tekst van punt 31bcb (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1247/2012 van de Commissie) wordt vervangen door:

"32012 R 1247: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1247/2012 van de Commissie van 19 december 2012 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de formattering en de frequentie van de transactierapportage aan transactieregisters overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 352 van 21.12.2012, blz. 20), gewijzigd bij:

32017 R 0105: Uitvoeringsverordening (EU) 2017/105 van de Commissie van 26 oktober 2016 (PB L 17 van 21.1.2017, blz. 17), gerectificeerd bij PB L 19 van 25.1.2017, blz. 17.

Voor de toepassing van de EER-overeenkomst worden de bepalingen van de uitvoeringsverordening als volgt aangepast:

a)

In artikel 4, lid 5, en artikel 4 ter worden wat betreft de EVA-staten de woorden "in de EER" ingevoegd na de woorden "wordt vastgesteld,".

b)

In artikel 5, wat betreft de EVA-staten:

i)

komen de leden 1 en 2 als volgt te luiden:

"1.   Derivatencontracten worden als volgt gerapporteerd:

a)

binnen zes maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. 112/2018 van het Gemengd Comité van de EER van 31 mei 2018, wanneer voor deze bijzondere derivatenklasse overeenkomstig artikel 55 van Verordening (EU) nr. 648/2012 een transactieregister is geregistreerd vóór de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. 112/2018 van het Gemengd Comité van de EER van 31 mei 2018;

b)

negentig dagen na de registratie van een transactieregister voor een bijzondere derivatenklasse overeenkomstig artikel 55 van Verordening (EU) nr. 648/2012, wanneer voor deze bijzondere derivatenklasse geen transactieregister is geregistreerd vóór of op de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. 112/2018 van het Gemengd Comité van de EER van 31 mei 2018, maar in elk geval niet eerder dan zes maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. 112/2018 van het Gemengd Comité van de EER van 31 mei 2018;

c)

binnen zes maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. 112/2018 van het Gemengd Comité van de EER van 31 mei 2018, wanneer voor deze bijzondere derivatenklasse overeenkomstig artikel 55 van Verordening (EU) nr. 648/2012 zes maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. 112/2018 van het Gemengd Comité van de EER van 31 mei 2018 geen transactieregister is geregistreerd. De rapportageverplichting vangt aan op deze datum en de contracten worden overeenkomstig artikel 9, lid 3, van deze verordening aan de ESMA gerapporteerd totdat voor deze bijzondere derivatenklasse een transactieregister is geregistreerd.";

ii)

worden in de leden 3 en 4 de woorden "16 augustus 2012" vervangen door "1 juli 2017".".

3)

In punt 31bce (Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 148/2013 van de Commissie) wordt het volgende ingevoegd, met ingang van negen maanden na de datum van inwerkingtreding van dit besluit:

", als gewijzigd bij:

32017 R 0104: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/104 van de Commissie van woensdag 19 oktober 2016 (PB L 17 van 21.1.2017, blz. 1).".

4)

Na punt 31bco (Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 667/2014 van de Commissie) wordt het volgende toegevoegd:

"31bcp.

32015 R 2205: Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2205 van de Commissie van 6 augustus 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (PB L 314 van 1.12.2015, blz. 13), gewijzigd bij:

32017 R 0751: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/751 van de Commissie van 16 maart 2017 (PB L 113 van 29.4.2017, blz. 15).

Voor de toepassing van de EER-overeenkomst worden de bepalingen van de gedelegeerde verordening als volgt aangepast:

a)

In artikel 2, lid 1, onder b), worden wat betreft de EVA-staten de woorden "januari, februari en maart 2016" vervangen door "januari, februari en maart van het jaar van de inwerkingtreding van Besluit nr. 113/2018 van het Gemengd Comité van de EER van 31 mei 2018."

b)

In artikel 3:

i)

wat de EVA-staten betreft, luidt de eerste alinea van lid 1 als volgt:

"Voor contracten die op een in de bijlage vermelde klasse van otc-derivaten betrekking hebben, treedt de clearingverplichting in werking:

a)

zes maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. 113/2018 van het Gemengd Comité van de EER van 31 mei 2018 voor tegenpartijen van categorie 1;

b)

één jaar na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. 113/2018 van het Gemengd Comité van de EER van 31 mei 2018 voor tegenpartijen van categorie 2;

c)

op 21 juni 2019 voor tegenpartijen van categorie 3;

d)

twee jaar na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. 113/2018 van het Gemengd Comité van de EER van 31 mei 2018 voor tegenpartijen van categorie 4";

ii)

in de tweede alinea van lid 1 worden de woorden, "of tussen een in een EVA-staat gevestigde tegenpartij en een in een EU-lidstaat gevestigde tegenpartij" ingevoegd na de woorden "tussen twee tegenpartijen die tot verschillende categorieën tegenpartijen behoren";

iii)

wat de EVA-staten betreft, luidt de eerste alinea van lid 2 als volgt:

"In afwijking van lid 1, onder a), b), en c), treedt de clearingverplichting voor contracten die op een in de bijlage vermelde klasse van otc-derivaten betrekking hebben en die worden gesloten tussen andere tegenpartijen dan tegenpartijen van categorie 4 welke van dezelfde groep deel uitmaken en waarbij de ene tegenpartij in een derde land en de andere tegenpartij in de EER is gevestigd, in werking:

a)

twee jaar na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. 113/2018 van het Gemengd Comité van de EER van 31 mei 2018 ingeval ten aanzien van het betrokken derde land voor de toepassing van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 in de EER geen gelijkwaardigheidsbesluit overeenkomstig artikel 13, lid 2, van genoemde verordening is vastgesteld dat betrekking heeft op de in de bijlage bij deze verordening genoemde otc-derivatencontracten; of

b)

op de laatst vallende van de volgende data ingeval ten aanzien van het betrokken derde land voor de toepassing van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 in de EER een gelijkwaardigheidsbesluit overeenkomstig artikel 13, lid 2, van genoemde verordening is vastgesteld dat betrekking heeft op de in de bijlage bij deze verordening bedoelde otc-derivatencontracten:

i)

60 dagen na de datum van inwerkingtreding van het besluit van het Gemengd Comité van de EER met daarin zijn besluit ten aanzien van het betrokken derde land voor de toepassing van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 overeenkomstig artikel 13, lid 2, van genoemde verordening dat betrekking heeft op de in de bijlage bij deze verordening bedoelde otc-derivatencontracten;

ii)

de datum waarop de clearingverplichting overeenkomstig lid 1 in werking treedt.".

c)

In artikel 4:

i)

in lid 1, wat betreft de EVA-staten, worden de woorden "op 21 februari 2016" vervangen door "binnen twee maanden na de datum van de inwerkingtreding van Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 113/2018 van 31 mei 2018".

ii)

in lid 2, wat betreft de EVA-staten, worden de woorden "op 21 mei 2016" vervangen door "binnen vijf maanden na de datum van de inwerkingtreding van Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 113/2018 van 31 mei 2018".

iii)

worden in lid 4 de woorden ", tussen een in een EVA-staat gevestigde financiële tegenpartij en een in een EU-lidstaat gevestigde financiële tegenpartij" ingevoegd na de woorden "tussen twee financiële tegenpartijen die tot verschillende categorieën behoren".

31bcq.

32016 R 0592: Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/592 van de Commissie van 1 maart 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (PB L 103 van 19.4.2016, blz. 5), gewijzigd bij:

32017 R 0751: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/751 van de Commissie van 16 maart 2017 (PB L 113 van 29.4.2017, blz. 15).

Voor de toepassing van de EER-overeenkomst worden de bepalingen van de gedelegeerde verordening als volgt aangepast:

a)

In artikel 2, lid 1, onder b), worden wat betreft de EVA-staten de woorden "januari, februari en maart 2016" vervangen door "januari, februari en maart van het jaar van de inwerkingtreding van Besluit nr. 113/2018 van het Gemengd Comité van de EER van 31 mei 2018."

b)

In artikel 3:

i)

wat de EVA-staten betreft, luidt de eerste alinea van lid 1 als volgt:

"Voor contracten die op een in de bijlage vermelde klasse van otc-derivaten betrekking hebben, treedt de clearingverplichting in werking:

a)

één jaar na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. 113/2018 van het Gemengd Comité van de EER van 31 mei 2018 voor tegenpartijen van categorie 1;

b)

achttien maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. 113/2018 van het Gemengd Comité van de EER van 31 mei 2018 voor tegenpartijen van categorie 2;

c)

op 21 juni 2019 voor tegenpartijen van categorie 3;

d)

negenendertig maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. 113/2018 van het Gemengd Comité van de EER van 31 mei 2018 voor tegenpartijen van categorie 4";

ii)

in de tweede alinea van lid 1 worden de woorden ", of tussen een in een EVA-staat gevestigde tegenpartij en een in een EU-lidstaat gevestigde tegenpartij" ingevoegd na de woorden "tussen twee tegenpartijen die tot verschillende categorieën tegenpartijen behoren";

iii)

wat de EVA-staten betreft, luidt de eerste alinea van lid 2 als volgt:

"In afwijking van lid 1, onder a), b), en c), treedt de clearingverplichting voor contracten die op een in de bijlage vermelde klasse van otc-derivaten betrekking hebben en die worden gesloten tussen andere tegenpartijen dan tegenpartijen van categorie 4 welke van dezelfde groep deel uitmaken en waarbij de ene tegenpartij in een derde land en de andere tegenpartij in de EER is gevestigd, in werking:

a)

negenendertig maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. 113/2018 van het Gemengd Comité van de EER van 31 mei 2018 ingeval ten aanzien van het betrokken derde land voor de toepassing van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 in de EER geen gelijkwaardigheidsbesluit overeenkomstig artikel 13, lid 2, van genoemde verordening is vastgesteld dat betrekking heeft op de in de bijlage bij deze verordening genoemde otc-derivatencontracten; of

b)

op de laatst vallende van de volgende data ingeval ten aanzien van het betrokken derde land voor de toepassing van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 in de EER een gelijkwaardigheidsbesluit overeenkomstig artikel 13, lid 2, van genoemde verordening is vastgesteld dat betrekking heeft op de in de bijlage bij deze verordening bedoelde otc-derivatencontracten:

i)

zestig dagen na de datum van inwerkingtreding van het besluit van het Gemengd Comité van de EER met daarin zijn besluit ten aanzien van het betrokken derde land voor de toepassing van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 overeenkomstig artikel 13, lid 2, van genoemde verordening dat betrekking heeft op de in de bijlage bij deze verordening bedoelde otc-derivatencontracten;

ii)

de datum waarop de clearingverplichting overeenkomstig lid 1 in werking treedt.".

c)

In artikel 4:

i)

in de leden 1en 2, wat betreft de EVA-staten, worden de woorden "op 9 oktober 2016" vervangen door "binnen vijf maanden na de datum van de inwerkingtreding van Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 113/2018 van 31 mei 2018";

ii)

in lid 4 worden de woorden ", tussen een in een EVA-staat gevestigde financiële tegenpartij en een in een EU-lidstaat gevestigde financiële tegenpartij" ingevoegd na de woorden "tussen twee financiële tegenpartijen die tot verschillende categorieën behoren".

31bcr.

32016 R 1178: Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1178 van de Commissie van 10 juni 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (PB L 195 van 20.7.2016, blz. 3), gerectificeerd bij PB L 196 van 21.7.2016, blz. 56, gewijzigd bij:

32017 R 0751: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/751 van de Commissie van 16 maart 2017 (PB L 113 van 29.4.2017, blz. 15).

Voor de toepassing van de EER-overeenkomst worden de bepalingen van de gedelegeerde verordening als volgt aangepast:

a)

In artikel 2, lid 1, onder b), worden wat betreft de EVA-staten de woorden "januari, februari en maart 2016" vervangen door "januari, februari en maart van het jaar van de inwerkingtreding van Besluit nr. 113/2018 van het Gemengd Comité van de EER van 31 mei 2018."

b)

In artikel 3:

i)

wat de EVA-staten betreft, luidt de eerste alinea van lid 1 als volgt:

"Voor contracten die op een in bijlage I vermelde klasse van otc-derivaten betrekking hebben, treedt de clearingverplichting in werking:

a)

zes maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. 113/2018 van het Gemengd Comité van de EER van 31 mei 2018 voor tegenpartijen van categorie 1;

b)

één jaar na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. 113/2018 van het Gemengd Comité van de EER van 31 mei 2018 voor tegenpartijen van categorie 2;

c)

op 21 juni 2019 voor tegenpartijen van categorie 3;

d)

twee jaar na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. 113/2018 van het Gemengd Comité van de EER van 31 mei 2018 voor tegenpartijen van categorie 4";

ii)

in de tweede alinea van lid 1 worden de woorden ", of tussen een in een EVA-staat gevestigde tegenpartij en een in een EU-lidstaat gevestigde tegenpartij" ingevoegd na de woorden "tussen twee tegenpartijen die tot verschillende categorieën tegenpartijen behoren";

iii)

wat de EVA-staten betreft, luidt de eerste alinea van lid 2 als volgt:

"In afwijking van lid 1, onder a), b), en c), treedt de clearingverplichting voor contracten die op een in bijlage I vermelde klasse van otc-derivaten betrekking hebben en die worden gesloten tussen andere tegenpartijen dan tegenpartijen van categorie 4 welke van dezelfde groep deel uitmaken en waarbij de ene tegenpartij in een derde land en de andere tegenpartij in de EER is gevestigd, in werking:

a)

twee jaar na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. 113/2018 van het Gemengd Comité van de EER van 31 mei 2018 ingeval ten aanzien van het betrokken derde land voor de toepassing van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 in de EER geen gelijkwaardigheidsbesluit overeenkomstig artikel 13, lid 2, van genoemde verordening is vastgesteld dat betrekking heeft op de in bijlage I bij deze verordening genoemde otc-derivatencontracten; of

b)

op de laatst vallende van de volgende data ingeval ten aanzien van het betrokken derde land voor de toepassing van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 in de EER een gelijkwaardigheidsbesluit overeenkomstig artikel 13, lid 2, van genoemde verordening is vastgesteld dat betrekking heeft op de in bijlage I bij deze verordening genoemde otc-derivatencontracten:

i)

zestig dagen na de datum van inwerkingtreding van het besluit van het Gemengd Comité van de EER met daarin zijn besluit ten aanzien van het betrokken derde land voor de toepassing van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 overeenkomstig artikel 13, lid 2, van genoemde verordening dat betrekking heeft op de in bijlage I bij deze verordening genoemde otc-derivatencontracten;

ii)

de datum waarop de clearingverplichting overeenkomstig lid 1 in werking treedt.".

c)

In artikel 4:

i)

in de leden 1en 2, wat betreft de EVA-staten, worden de woorden "op 9 oktober 2016" vervangen door "binnen twee maanden na de datum van de inwerkingtreding van Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 113/2018 van 31 mei 2018";

ii)

in lid 4 worden de woorden ", tussen een in een EVA-staat gevestigde financiële tegenpartij en een in een EU-lidstaat gevestigde financiële tegenpartij" ingevoegd na de woorden "tussen twee financiële tegenpartijen die tot verschillende categorieën behoren".".

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2015/1515, (EU) 2015/2205, (EU) 2016/592, (EU) 2016/1178, gerectificeerd bij PB L 196 van 21.7.2016, blz. 56, (EU) 2017/104, en (EU) 2017/751 en Uitvoeringsverordening (EU) 2017/105, gerectificeerd bij PB L 19 van 25.1.2017, blz. 97, zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2018, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 31 mei 2018.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Claude MAERTEN


(1)  PB L 239 van 15.9.2015, blz. 63.

(2)  PB L 314 van 1.12.2015, blz. 13.

(3)  PB L 103 van 19.4.2016, blz. 5.

(4)  PB L 195 van 20.7.2016, blz. 3.

(5)  PB L 17 van 21.1.2017, blz. 1.

(6)  PB L 113 van 29.4.2017, blz. 15.

(7)  PB L 17 van 21.1.2017, blz. 17.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


Top