EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22006D0654

2006/654/EG: Besluit nr. 1/2006 van de Associatieraad EG-Turkije van 15 mei 2006 inzake de uitvoering van artikel 9 van Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije inzake de uitvoering van de slotfase van de douane-unie

PB L 271 van 30.9.2006, p. 58–60 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 76M van 16.3.2007, p. 392–394 (MT)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2006/654/oj

30.9.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 271/58


BESLUIT Nr. 1/2006 VAN DE ASSOCIATIERAAD EG-TURKIJE

van 15 mei 2006

inzake de uitvoering van artikel 9 van Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije inzake de uitvoering van de slotfase van de douane-unie

(2006/654/EG)

DE ASSOCIATIERAAD EG-TURKIJE,

Gelet op de Overeenkomst van 12 september 1963 waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije (1), en met name op artikel 22, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 9 van Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije van 22 december 1995 inzake de uitvoering van de slotfase van de douane-unie (2), worden de rechtsgevolgen geregeld van de toepassing door Turkije van de bepalingen van de communautaire instrumenten die noodzakelijk zijn voor de opheffing van de technische belemmeringen voor de handel in een bepaald product, maar de noodzakelijke procedures en bepalingen voor de toepassing van dat artikel worden er niet in vastgelegd.

(2)

Turkije en de Gemeenschap (hierna de „partijen” genoemd) zijn het erover eens dat voor de uitvoering van artikel 9 van Besluit nr. 1/95 de administratieve infrastructuur voor de toepassing van het desbetreffende communautaire instrument of instrumenten moet worden ingericht en dat de continue, doeltreffende werking van die infrastructuur moet worden gewaarborgd.

(3)

Turkije en de Gemeenschap hebben overeenstemming bereikt over de procedureregels voor de uitvoering van artikel 9 van Besluit nr. 1/95.

(4)

Voor de goede werking van de douane-unie moeten de beginselen, vastgesteld in Besluit nr. 2/97 van de Associatieraad EG-Turkije van 4 juni 1997 tot vaststelling van de lijst van communautaire instrumenten betreffende de opheffing van technische handelsbelemmeringen en de voorwaarden en regelingen voor de toepassing daarvan door Turkije (3) en in de artikelen 8, 54, 55 en 56 van Besluit nr. 1/95, effectief worden uitgevoerd.

(5)

Door de nauwe betrekkingen tussen de Europese Gemeenschap en de overeenkomstsluitende partijen bij de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte dient ook het sluiten van soortgelijke parallelle Europese Overeenkomsten inzake overeenstemmingsbeoordeling tussen Turkije en deze landen te worden overwogen,

BESLUIT:

Artikel 1

Beoordeling van de technische wetgeving

1.   Het Gemengd Comité van de douane-unie, opgericht bij artikel 52 van Besluit nr. 1/95, is bevoegd om te beoordelen of Turkije de bepalingen van het communautaire instrument of de communautaire instrumenten die nodig zijn voor de opheffing van de technische belemmeringen voor de handel in een bepaald product effectief in werking heeft doen treden. Daartoe keurt het Gemengd Comité van de douane-unie een verklaring goed.

2.   Onverminderd de mogelijke oprichting van subcomités of werkgroepen, overeenkomstig artikel 53, lid 4, van Besluit nr. 1/95, kan het Gemengd Comité van de douane-unie gebruikmaken van alle beschikbare informatie met betrekking tot specifieke elementen van de uitvoeringsinfrastructuur in Turkije, onder meer van door externe contractanten uitgevoerde beoordelingen.

Artikel 2

Aanmelding van Turkse overeenstemmingsbeoordelingsinstanties

1.   Na de goedkeuring van de in artikel 1, lid 1, genoemde verklaring meldt Turkije bij de Commissie en de lidstaten de namen en gedetailleerde gegevens van alle door hem aangewezen overeenstemmingsbeoordelingsinstanties aan, met vermelding van het onderwerp en de overeenstemmingsbeoordelingsprocedure waarvoor ze zijn aangewezen.

2.   De regels met betrekking tot de aanwijzing van overeenstemmingsbeoordelingsinstanties die gelden voor de lidstaten, zijn van toepassing op Turkije. De Commissie licht Turkije gedetailleerd in over die regels en over de procedures om die instanties aan te melden bij de Commissie.

3.   Als de aanmeldingsprocedures zijn afgerond, worden de resultaten van de door de communautaire en Turkse instanties uitgevoerde overeenstemmingsbeoordeling onderling erkend. Hiervoor hoeven geen procedures te worden herhaald en hoeft niet aan bijkomende vereisten te worden voldaan.

Artikel 3

Verplichtingen van de partijen wat hun autoriteiten en instanties betreft

1.   De partijen zorgen ervoor dat de onder hun jurisdictie vallende autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de daadwerkelijke uitvoering van de communautaire en de nationale wetgeving deze zonder onderbreking toepassen. Zij zien erop toe dat deze autoriteiten in voorkomend geval in staat zijn om overeenstemmingsbeoordelingsinstanties aan te melden, aanmeldingen te schorsen, schorsingen in te trekken en aanmeldingen ongedaan te maken, ervoor te zorgen dat industrieproducten aan de bepalingen van de communautaire of de nationale wetgeving voldoen of te eisen dat zij uit de handel worden genomen.

2.   De partijen zorgen ervoor dat instanties die onder hun jurisdictie als geschikt zijn aangemeld om de overeenstemming te beoordelen overeenkomstig de bepalingen van de communautaire of de nationale wetgeving, voortdurend aan deze bepalingen voldoen. Zij nemen alle noodzakelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat deze instanties de nodige deskundigheid bezitten voor het uitvoeren van de taken die hen zijn opgedragen.

3.   Indien een partij besluit de aanmelding van een onder haar jurisdictie vallende instantie te schrappen, brengt zij de andere partij daarvan schriftelijk op de hoogte. De betrokken instantie beëindigt haar overeenstemmingsbeoordelingen uiterlijk met ingang van de datum waarop zij is geschrapt. Voor die datum verrichte overeenstemmingsbeoordelingen blijven evenwel geldig, tenzij het Gemengd Comité van de douane-unie een andersluidende beslissing neemt.

Artikel 4

Verificatie van aangemelde instanties

1.   Een partij kan de andere partij verzoeken de technische deskundigheid van en de naleving van de desbetreffende wettelijke bepalingen door een onder de jurisdictie van de andere partij of onder de jurisdictie van een lidstaat van de Gemeenschap vallende aangemelde instantie te verifiëren. Dergelijke verzoeken worden met redenen omkleed om de voor de aanmelding verantwoordelijke partij in staat te stellen de gevraagde verificatie te verrichten en daarvan zo spoedig mogelijk verslag uit te brengen aan de andere partij. De partijen kunnen de betrokken instantie ook aan een gezamenlijk onderzoek onderwerpen. De partijen zien erop toe dat de onder hun jurisdictie vallende instanties daaraan hun volledige medewerking verlenen. De partijen nemen alle noodzakelijke maatregelen en maken gebruik van alle beschikbare middelen die nodig zijn om een oplossing te vinden voor alle problemen die zich voordoen.

2.   Indien de problemen niet naar tevredenheid van beide partijen worden opgelost, kunnen ze het Gemengd Comité van de douane-unie daarvan met opgave van redenen op de hoogte brengen. Het Gemengd Comité van de douane-unie neemt dan passende maatregelen binnen een termijn van twee maanden.

3.   Behoudens andersluidende beslissing van het Gemengd Comité binnen de in lid 2 vastgelegde termijn, worden de aanmelding van de betrokken instantie en de erkenning van haar deskundigheid voor het beoordelen van de overeenstemming overeenkomstig de communautaire of nationale wetgeving ten dele of geheel geschorst op het einde van die termijn.

4.   Behoudens lid 3, kan een partij het dispuut verwijzen naar de in deel III van hoofdstuk V van Besluit nr. 1/95 vastgestelde arbitrageprocedure voor de regeling van geschillen.

5.   Als er nieuwe elementen blijken te zijn kan een partij na de in lid 2 vastgelegde termijn het Gemengd Comité van de douane-unie verzoeken om een herziening van de in lid 3 genoemde schorsing. In dat geval onderzoeken deskundigen van beide partijen gezamenlijk de desbetreffende overeenstemmingsbeoordelingsinstantie. De partij die had besloten tot de schorsing heronderzoekt haar beslissing in het licht van dat deskundigenrapport. Met opgave van redenen kan deze partij besluiten de schorsing te handhaven.

Artikel 5

Uitwisseling van informatie en samenwerking

Met het oog op de correcte en uniforme toepassing en interpretatie van dit besluit zorgen de partijen ervoor dat hun autoriteiten en aangemelde instanties:

1)

alle relevante informatie uitwisselen in verband met de toepassing van de bepalingen van de in artikel 1 genoemde communautaire instrumenten die noodzakelijk zijn voor de opheffing van de technische belemmeringen voor de handel in een bepaald product, met inbegrip van, in het bijzonder, informatie over de procedure voor het toezicht op de naleving van de voorschriften door aangemelde instanties;

2)

in voorkomend geval deelnemen in de desbetreffende informatie- en coördinatiemechanismen en andere aanverwante activiteiten van de partijen;

3)

voldoen aan de informatie- en communicatievereisten van de desbetreffende sectorale wettelijke instrumenten;

4)

samenwerken met het oog op de totstandbrenging van vrijwillige wederzijdse erkenningsregelingen.

Artikel 6

Beheer

De verantwoordelijkheid voor de correcte toepassing van dit besluit berust bij het Gemengd Comité van de douane-unie dat met name beslissingen kan nemen betreffende:

a)

de aanwijzing van een groep deskundigen die tot taak heeft de technische deskundigheid van een aangemelde instantie en de naleving van de voorschriften door deze instantie te verifiëren;

b)

de uitwisseling van informatie betreffende voorgestelde en feitelijke wijzigingen van de communautaire en de nationale wetgeving, met inbegrip van overeenkomsten met derde landen, in overeenstemming met de in de artikelen 54 en 55 van Besluit nr. 1/95 vastgestelde beginselen;

c)

het nemen van maatregelen waar nodig voor de uitvoering van dit besluit, met inbegrip van gedetailleerde regels voor de beoordelingsprocedure;

d)

de uitbreiding van dit besluit tot andere dan de in artikel 2 genoemde procedures en certificaten, en de goedkeuring van de nodige regels voor een betere toepassing van artikel 9 van Besluit nr. 1/95 in geval van moeilijkheden;

e)

alle andere problemen in verband met de toepassing van dit besluit.

Artikel 7

Overeenkomsten met andere landen

1.   Overeenkomsten inzake overeenstemmingsbeoordeling die door een partij zijn gesloten met een land dat geen partij is bij dit besluit houden voor de andere partij geenszins de verplichting in de resultaten van de in dat derde land verrichte overeenstemmingsbeoordelingen te aanvaarden, behoudens uitdrukkelijk akkoord tussen de partijen in de Associatieraad.

2.   De partij die overeenkomsten inzake overeenstemmingsbeoordeling heeft gesloten met derden, werkt samen met de andere partij indien die overweegt parallelle overeenkomsten met dezelfde derden te sluiten, en verleent de nodige technische en administratieve bijstand waar nodig.

Artikel 8

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt goedgekeurd.

Gedaan te Brussel, 15 mei 2006.

Voor de Associatieraad

De voorzitter

A. GÜL


(1)  PB 217 van 29.12.1964, blz. 3687/64.

(2)  PB L 35 van 13.2.1996, blz. 1.

(3)  PB L 191 van 21.7.1997, blz. 1.


Top