Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31991L0376

Richtlijn 91/376/EEG van de Commissie van 25 juni 1991 tot wijziging van Richtlijn 86/109/EEG waarbij de handel in zaaizaad van sommige soorten groenvoedergewassen, oliehoudende planten en vezelgewassen wordt beperkt tot zaaizaad dat officieel als "basiszaad" of als "gecertificeerd zaad" is goedgekeurd

PB L 203 van 26.7.1991, pp. 108–110 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 08/01/2009

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1991/376/oj

31991L0376

Richtlijn 91/376/EEG van de Commissie van 25 juni 1991 tot wijziging van Richtlijn 86/109/EEG waarbij de handel in zaaizaad van sommige soorten groenvoedergewassen, oliehoudende planten en vezelgewassen wordt beperkt tot zaaizaad dat officieel als "basiszaad" of als "gecertificeerd zaad" is goedgekeurd

Publicatieblad Nr. L 203 van 26/07/1991 blz. 0108 - 0110
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 38 blz. 0078
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 38 blz. 0078


RICHTLIJN VAN DE COMMISSIE van 25 juni 1991 tot wijziging van Richtlijn 86/109/EEG waarbij de handel in zaaizaad van sommige soorten groenvoedergewassen, oliehoudende planten en vezelgewassen wordt beperkt tot zaaizaad dat officieel als "basiszaad" of als "gecertificeerd zaad" is goedgekeurd (91/376/EEG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 90/654/EEG (2), en met name op artikel 3, lid 3,

Gelet op Richtlijn 86/109/EEG van de Commissie (3), gewijzigd bij Richtlijn 89/424/EEG (4), en met name op artikel 3,

Overwegende dat krachtens Richtlijn 66/401/EEG van sommige soorten groenvoedergewassen basiszaad, gecertificeerd zaad en handelszaad in de handel mogen worden gebracht;

Overwegende dat de Commissie op grond van artikel 3, lid 3, van Richtlijn 66/401/EEG kan voorschrijven dat zaaizaad slechts in de handel mag worden gebracht als het officieel als basiszaad of als gecertificeerd zaad is goedgekeurd;

Overwegende dat dienovereenkomstig in Richtlijn 86/109/EEG onder meer de handel in zaaizaad van sommige soorten groenvoedergewassen wordt beperkt tot zaaizaad dat officieel als basiszaad of als gecertificeerd zaad is goedgekeurd;

Overwegende dat voor sommige in Richtlijn 86/109/EEG genoemde soorten deze beperkingen op de handel vanaf 1 juli 1991 van toepassing zijn; dat nu blijkt dat de Lid-Staten voor een aantal soorten tegen die datum niet voldoende basiszaad en gecertificeerd zaad zullen kunnen produceren om aan de vraag in de Gemeenschap te voldoen;

Overwegende dat niettemin de Lid-Staten die rassen van de betrokken soorten officieel hebben toegelaten de produktie van zaad van deze rassen voor officiële certificering als basiszaad of als gecertificeerd zaad moeten stimuleren;

Overwegende dat de Commissie zal nagaan met welke maatregelen de afzet van het zo geproduceerde zaad kan worden bevorderd;

Overwegende dat het daarom dienstig is een aantal overgangsmaatregelen vast te stellen totdat voldoende basiszaad en gecertificeerd zaad van deze soorten kan worden geproduceerd;

Overwegende dat de in deze richtlijn vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 86/109/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 3 wordt gelezen:

"Artikel 3

De Lid-Staten schrijven voor dat met ingang van 1 juli 1991 zaaizaad van

- Alopecurus pratensis L. - beemdvossestaart - Arrhenatherum elatius (L.) Beauv.

ex. J.S. en K.B. Presl - Frans raaigras - Bromus catharticus Vahl - paardegras - Bromus sitchensis Trin. - Alaskadravik - Lupinus luteus - gele lupine, niet-bittere rassen - Lupinus angustifolius L. - blauwe lupine - Poa nemoralis L. - bosbeemdgras - Trisetum flavescens (L.) Beauv. - goudhaver - Phacelia tanacetifolia Benth. - Facelia - Sinapis alba L. - gele mosterd

slechts in de handel mag worden gebracht, indien het officieel als "basiszaad" of "gecertificeerd zaad" is goedgekeurd.".

2. Het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 3bis

1. Onverminderd het bepaalde in lid 5 schrijven de Lid-Staten voor dat met ingang van 1 juli 1991 zaaizaad van

- Agrostis canina L. - kruipend struisgras en heidestruisgras - Festuca ovina L. - schapegras - Lupinus albus L. - witte lupine, bittere rassen - Lupinus luteus L. - gele lupine, bittere rassen - Trifolium alexandrinum L. - Alexandrijnse klaver - Trifolium incarnatum L. - incarnaatklaver - Trifolium resupinatum L. - Perzische klaver - Vicia sativa L. - voederwikke - Vicia villosa Roth. - zachte wikke

slechts in de handel mag worden gebracht, indien het officieel als "basiszaad" of "gecertificeerd zaad" is goedgekeurd.

2. De Lid-Staten delen de Commissie vóór de in lid 1 genoemde datum mee hoeveel zaaizaad van de in lid 1 genoemde soorten zij nodig hebben voor inzaai op hun grondgebied vóór 31 december 1991, voor zover naar verwachting niet voldoende officieel als "basiszaad" of als "gecertificeerd zaad" goedgekeurd zaaizaad beschikbaar zal zijn.

3. Lid-Staten die de Commissie overeenkomstig lid 2 hebben ingelicht over een mogelijk tekort aan zaad dat officieel als "basiszaad" of als "gecertificeerd zaad" is goedgekeurd,

- verzamelen alle beschikbare informatie over de geschiktheid voor hun grondgebied van rassen van de betrokken soorten die zijn opgenomen in de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen en delen deze informatie uiterlijk op 1 oktober 1991 mee aan de Commissie;

- stimuleren de adequate instandhouding van de bestaande ecotypes van de betrokken soorten, zodat kan worden voldaan aan de voorwaarden om deze officieel als ras toe te laten.

4. Lid-Staten die rassen van de betrokken soorten officieel hebben toegelaten, stimuleren de produktie van zaad van deze rassen voor officiële goedkeuring als "basiszaad" of als "gecertificeerd zaad". De Commissie zal nagaan met welke maatregelen de afzet van het betrokken zaad kan worden bevorderd.

5. De in lid 3 bedoelde Lid-Staten mogen toestaan dat tot en met 31 december 1991 een hoeveelheid officieel als "handelszaad" goedgekeurd zaaizaad in de handel wordt gebracht ter grootte van het overeenkomstig lid 2 gemelde tekort. Op het officiële etiket moeten naast de op grond van bijlage IV bij Richtlijn 66/401/EEG vereiste gegevens de volgende gegevens worden vermeld:

- de categorie van het betrokken zaad en

- de aanduiding dat het zaad uitsluitend voor de betrokken Lid-Staat is bestemd.

6. Voor tekorten na 31 december 1991 geldt artikel 17 van Richtlijn 66/401/EEG.".

Artikel 2

De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.

Artikel 3

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten. Gedaan te Brussel, 25 juni 1991. Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

(1) PB nr. 125 van 11. 7. 1966, blz. 2298/66. (2) PB nr. L 353 van 17. 12. 1990, blz. 48. (3) PB nr. L 93 van 8. 4. 1986, blz. 21. (4) PB nr. L 196 van 12. 7. 1989, blz. 50.

Top