Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022D1307

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/1307 van de Commissie van 22 juli 2022 tot vaststelling van een aandachtstoffenlijst van in de hele Unie te monitoren stoffen op het gebied van het waterbeleid overeenkomstig Richtlijn 2008/105/EG van het Europees Parlement en de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 5098) (Voor de EER relevante tekst)

    C/2022/5098

    PB L 197 van 26.7.2022, p. 117–120 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2022/1307/oj

    26.7.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 197/117


    UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/1307 VAN DE COMMISSIE

    van 22 juli 2022

    tot vaststelling van een aandachtstoffenlijst van in de hele Unie te monitoren stoffen op het gebied van het waterbeleid overeenkomstig Richtlijn 2008/105/EG van het Europees Parlement en de Raad

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 5098)

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Richtlijn 2008/105/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake milieukwaliteitsnormen op het gebied van het waterbeleid tot wijziging en vervolgens intrekking van de Richtlijnen 82/176/EEG, 83/513/EEG, 84/156/EEG, 84/491/EEG en 86/280/EEG van de Raad, en tot wijziging van Richtlijn 2000/60/EG (1), en met name artikel 8 ter, lid 5, eerste alinea,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    In artikel 8 ter, lid 1, van Richtlijn 2008/105/EG wordt voorzien in de vaststelling van een aandachtstoffenlijst waarvoor in de hele Unie monitoringgegevens moeten worden vergaard ter ondersteuning van toekomstige prioritering overeenkomstig artikel 16, lid 2, van Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad (2). In deze eerste aandachtstoffenlijst moesten voor elke stof de monitoringmatrices en de mogelijke analysemethoden die geen buitensporige kosten met zich meebrengen, worden vermeld.

    (2)

    De stoffen op de aandachtstoffenlijst moeten worden geselecteerd uit de stoffen waarvoor de beschikbare informatie erop wijst dat zij op het niveau van de Unie een significant risico voor of via het aquatische milieu kunnen betekenen, maar waarvoor de monitoringgegevens onvoldoende zijn om het feitelijke risico vast te stellen. Zeer toxische stoffen die in veel lidstaten worden gebruikt en in het aquatisch milieu worden geloosd, maar niet of zelden worden gecontroleerd, moeten voor opname in de aandachtstoffenlijst in aanmerking worden genomen. Bij die selectie moet rekening worden gehouden met de in artikel 8 ter, lid 1, punten a) tot en met e), van Richtlijn 2008/105/EG gespecificeerde informatie, met bijzondere aandacht voor opkomende verontreinigende stoffen.

    (3)

    De monitoring van de stoffen op de aandachtstoffenlijst moet hoogwaardige gegevens over de concentraties ervan in het aquatische milieu opleveren, geschikt om de risicobeoordelingen die ten grondslag liggen aan de identificatie van prioritaire stoffen te ondersteunen in het kader van een aparte toetsing overeenkomstig artikel 16, lid 4, van Richtlijn 2000/60/EG. Stoffen waarvan bij die toetsing blijkt dat zij een ernstig risico vormen, moeten in aanmerking worden genomen voor opname in de lijst van prioritaire stoffen. In dat geval wordt ook een milieukwaliteitsnorm vastgesteld waaraan de lidstaten moeten voldoen. Het voorstel om een stof op te nemen in de lijst van prioritaire stoffen wordt onderworpen aan een effectbeoordeling.

    (4)

    In Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/495 van de Commissie (3) is een eerste aandachtstoffenlijst vastgesteld die tien stoffen of groepen stoffen bevat, samen met een indicatie van de monitoringmatrix, mogelijke analysemethoden die geen buitensporige kosten met zich brengen, en maximaal aanvaardbare detectiegrenzen van de methode.

    (5)

    Overeenkomstig artikel 8 ter, lid 2, van Richtlijn 2008/105/EG moet de Commissie de aandachtstoffenlijst om de twee jaar actualiseren. Bij het actualiseren van die aandachtstoffenlijst moet de Commissie elke stof verwijderen waarvoor een risicobeoordeling als bedoeld in artikel 16, lid 2, van Richtlijn 2000/60/EG kan worden uitgevoerd zonder aanvullende monitoringgegevens.

    (6)

    De aandachtstoffenlijst werd in 2018 geactualiseerd overeenkomstig Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/840 van de Commissie (4), waarbij vijf stoffen van de lijst werden verwijderd en drie stoffen aan de lijst werden toegevoegd, waardoor de lijst acht stoffen of groepen stoffen bevatte.

    (7)

    De aandachtstoffenlijst werd in 2020 verder geactualiseerd overeenkomstig Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1161 van de Commissie (5), waarbij vijf stoffen of groepen stoffen van de lijst werden verwijderd en zes stoffen of groepen stoffen aan de lijst werden toegevoegd, waardoor de lijst negen stoffen of groepen stoffen bevatte.

    (8)

    Overeenkomstig artikel 8 ter, lid 2, van Richtlijn 2008/105/EG mag de periode van continue monitoring van een in de aandachtstoffenlijst opgenomen stof niet langer dan vier jaar duren. De monitoringverplichting voor de drie stoffen of groepen stoffen die sinds 2018 op de aandachtstoffenlijst waren opgenomen, te weten metaflumizon, amoxicilline en ciprofloxacine, is derhalve in 2022 vervallen. De verkregen monitoringgegevens zullen in aanmerking worden genomen in het kader van de prioritering als bedoeld in artikel 16, lid 2, van Richtlijn 2000/60/EG.

    (9)

    Op basis van de monitoringgegevens die sinds 2020 zijn verkregen voor de zes andere stoffen of groepen van stoffen, te weten sulfamethoxazool, trimethoprim, venlafaxine en zijn metaboliet O-desmethylvenlafaxine, de groep van tien azoolverbindingen (de farmaceutische producten clotrimazool, fluconazool en miconazool, en de bestrijdingsmiddelen imazalil, ipconazool, metconazool, penconazool, prochloraz, tebuconazool en tetraconazool) en de fungiciden famoxadon en dimoxystrobine, heeft de Commissie vastgesteld dat onvoldoende hoogwaardige monitoringgegevens beschikbaar zijn en dat die stoffen derhalve op de aandachtstoffenlijst moeten blijven staan.

    (10)

    In de loop van 2021 heeft de Commissie gegevens vergaard over een reeks andere stoffen die in de aandachtstoffenlijst zouden kunnen worden opgenomen. Daarbij heeft zij rekening gehouden met de in artikel 8 ter, lid 1, van Richtlijn 2008/105/EG bedoelde verschillende typen relevante informatie en heeft zij deskundigen uit de lidstaten en belanghebbenden geraadpleegd. Stoffen waarvan de toxiciteit wordt betwijfeld of waarvan de gevoeligheid, de betrouwbaarheid of de vergelijkbaarheid van de beschikbare monitoringmethoden niet voldoende zijn, mogen niet in de aandachtstoffenlijst worden opgenomen. Het fungicide azoxystrobine, het herbicide diflufenican, het insecticide en diergeneesmiddel fipronil, de antibiotica clindamycine en ofloxacine, het geneesmiddel voor menselijk gebruik metformine en zijn metaboliet guanylureum, en een groep van drie zonnebrandmiddelen (butylmethoxydibenzoylmethaan — ook wel avobenzon genoemd —, octocryleen en benzofenon-3 — ook wel oxybenzon genoemd) werden als geschikte kandidaten voor opname in de lijst aangemerkt. De toevoeging van de verschillende farmaceutische producten is verenigbaar met de strategische aanpak van de Europese Unie van geneesmiddelen in het milieu (6) en het opnemen van de twee antibiotica is verenigbaar met het Europese “één gezondheid”-actieplan tegen antimicrobiële resistentie (AMR) (7), waarin het gebruik van de aandachtstoffenlijst om “de kennis van het voorkomen en de verspreiding van antimicrobiële stoffen in het milieu te verbeteren”, wordt ondersteund.

    (11)

    Overeenkomstig artikel 8 ter, lid 1, van Richtlijn 2008/105/EG heeft de Commissie mogelijke analysemethoden voor de voorgestelde stoffen geïdentificeerd. Voor elke stof die op de lijst wordt gehouden, met inbegrip van elke afzonderlijke stof in een groep, moet de detectiegrens van de methode ten minste even laag zijn als de stofspecifieke voorspelde concentratie zonder effect voor elke stof in de betrokken matrix. Voor elke stof die aan de lijst wordt toegevoegd, met inbegrip van elke afzonderlijke stof in een groep, moet de bepalingsgrens van de methode ten minste even laag zijn als de stofspecifieke voorspelde concentratie zonder effect voor elke stof in de betrokken matrix.

    (12)

    Sulfamethoxazool en trimethoprim worden gewoonlijk, maar niet altijd, samen gebruikt vanwege hun vermeende synergistische effecten; zij kunnen en moeten samen blijven worden geanalyseerd, ook al zijn zij niet samen gegroepeerd in de lijst opgenomen. Venlafaxine en zijn metaboliet zijn gegroepeerd wegens de mogelijke additieve effecten ervan; zij kunnen en moeten samen blijven worden geanalyseerd. De azoolhoudende stoffen worden gegroepeerd omdat ze hetzelfde werkingsmechanisme hebben en eveneens additieve effecten kunnen hebben; zij kunnen en moeten ook samen blijven worden geanalyseerd.

    (13)

    Azoxystrobine is samen met dimoxystrobine opgenomen omdat het hetzelfde werkingsmechanisme heeft; deze stoffen kunnen en moeten samen worden geanalyseerd. Metformine en zijn metaboliet kunnen additieve effecten hebben; zij kunnen en moeten samen worden geanalyseerd. De drie zonnebrandmiddelen zijn gegroepeerd omdat zij hetzelfde werkingsmechanisme hebben en eveneens additieve effecten kunnen hebben; ook deze stoffen kunnen en moeten samen worden geanalyseerd.

    (14)

    De in de aandachtstoffenlijst gespecificeerde analysemethoden brengen geen buitensporige kosten met zich mee. Indien nieuwe informatie voor een van de nieuw toegevoegde stoffen in de toekomst tot een daling van de voorspelde concentratie zonder effect leidt, moet de maximaal aanvaardbare bepalingsgrens van de methode voor die stoffen wellicht worden verlaagd, voor zover zij op de lijst blijven staan.

    (15)

    In artikel 8 ter van Richtlijn 2008/105/EG worden onder meer de voorwaarden en uitvoeringswijzen bepaald voor de monitoring van de stoffen op de aandachtstoffenlijst en voor de rapportage van de monitoringresultaten door de lidstaten. In dat artikel is met name bepaald dat de lidstaten bij het selecteren van representatieve meetstations en het vastleggen van de meetfrequentie en -tijdstippen voor elke stof rekening moeten houden met de gebruikspatronen en het mogelijke voorkomen van de stof. Hoewel de minimale meetfrequentie eenmaal per jaar is, moeten de lidstaten voor alle stoffen een meetfrequentie van ten minste twee maal per jaar overwegen om rekening te houden met het wisselende gebruik ervan en om ervoor te zorgen dat gegevens van voldoende kwaliteit worden verzameld en dat het aandachtstoffenlijstmechanisme dus doeltreffende ondersteuning kan bieden voor latere risicobeoordelingsprocessen.

    (16)

    Met het oog op de vergelijkbaarheid moeten alle stoffen in volledige watermonsters worden gemonitord.

    (17)

    Omwille van de juridische duidelijkheid moet de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1161 in zijn geheel worden vervangen. Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1161 moet derhalve worden ingetrokken.

    (18)

    De in dit besluit vastgestelde maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 21, lid 1, van Richtlijn 2000/60/EG ingestelde comité,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De aandachtstoffenlijst van in de hele Unie te monitoren stoffen als bedoeld in artikel 8 ter van Richtlijn 2008/105/EG is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

    Artikel 2

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1161 wordt ingetrokken.

    Artikel 3

    Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 22 juli 2022.

    Voor de Commissie

    Virginijus SINKEVIČIUS

    Lid van de Commissie


    (1)   PB L 348 van 24.12.2008, blz. 84.

    (2)  Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1).

    (3)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/495 van de Commissie van 20 maart 2015 tot vaststelling van een aandachtstoffenlijst van in de hele Unie te monitoren stoffen op het gebied van het waterbeleid overeenkomstig Richtlijn 2008/105/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 78 van 24.3.2015, blz. 40).

    (4)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/840 van de Commissie van 5 juni 2018 tot vaststelling van een aandachtstoffenlijst van in de hele Unie te monitoren stoffen op het gebied van het waterbeleid overeenkomstig Richtlijn 2008/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/495 van de Commissie (PB L 141 van 7.6.2018, blz. 9).

    (5)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1161 van de Commissie van 4 augustus 2020 tot vaststelling van een aandachtstoffenlijst van in de hele Unie te monitoren stoffen op het gebied van het waterbeleid overeenkomstig Richtlijn 2008/105/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 257 van 6.8.2020, blz. 32).

    (6)  Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, “De strategische aanpak van de Europese Unie van geneesmiddelen in het milieu” (COM(2019) 128 final).

    (7)  Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, “Een Europees “één gezondheid”-actieplan tegen antimicrobiële resistentie (AMR)” (COM(2017) 339 final).


    BIJLAGE

    Aandachtstoffenlijst van in de hele Unie te monitoren stoffen als bedoeld in artikel 8 ter van Richtlijn 2008/105/EG

    Naam van de stof/groep van stoffen

    CAS-nummer (1)

    EU-nummer (2)

    Indicatieve analysemethode (3) ,  (4)

    Maximaal aanvaardbare detectie- of bepalingsgrens van de methode (ng/l)

    Sulfamethoxazool (5)

    723-46-6

    211-963-3

    SPE-LC-MS-MS

    100  (11)

    Trimetoprim (5)

    738-70-5

    212-006-2

    SPE-LC-MS-MS

    100  (11)

    Venlafaxine en

    O-desmethylvenlafaxine (6)

    93413-69-5

    93413-62-8

    618-944-2

    700-516-2

    SPE-LC-MS-MS

    6  (11)

    Azoolverbindingen  (7)

     

     

    SPE-LC-MS-MS

     

    Clotrimazool

    23593-75-1

    245-764-8

     

    20  (11)

    Fluconazool

    86386-73-4

    627-806-0

     

    250  (11)

    Imazalil

    35554-44-0

    252-615-0

     

    800  (11)

    Ipconazool

    125225-28-7

    603-038-1

     

    44  (11)

    Metconazool

    125116-23-6

    603-031-3

     

    29  (11)

    Miconazool

    22916-47-8

    245-324-5

     

    200  (11)

    Penconazool

    66246-88-6

    266-275-6

     

    1 700  (11)

    Prochloraz

    67747-09-5

    266-994-5

     

    161  (11)

    Tebuconazool

    107534-96-3

    403-640-2

     

    240  (11)

    Tetraconazool

    112281-77-3

    407-760-6

     

    1 900  (11)

    Dimoxystrobine

    Azoxystrobine  (8)

    149961-52-4

    131860-33-8

    604-712-8

    603-524-3

    SPE-LC-MS-MS

    32  (11)

    200  (12)

    Famoxadone

    131807-57-3

    603-520-1

    SPE-LC-MS-MS

    8,5  (11)

    Diflufenican

    83164-33-4

    617-446-2

    SPE-LC-MS-MS

    10  (12)

    Fipronil

    120068-37-3

    424-610-5

    SPE-HPLC-MS-MS

    0,77  (12)

    Clindamycine

    18323-44-9

    242-209-1

    SPE-LC-MS-MS

    44  (12)

    Ofloxacine

    82419-36-1

    680-263-1

    SPE-UPLC-MS-MS

    26  (12)

    Metformine en

    guanylureum (9)

    657-24-9

    141-83-3

    211-517-8

    205-504-6

    SPE-LC-MS-MS

    156 000  (12)

    100 000  (12)

    Zonnebrandmiddelen  (10)

     

     

     

     

    Butylmethoxydibenzoylmethaan

    70356-09-1

    274-581-6

    SPE-LC-MS-MS/ESI

    3 000  (12)

    Octocryleen

    6197-30-4

    228-250-8

     

    266  (12)

    Benzofenon-3

    131-57-7

    205-031-5

     

    670  (12)


    (1)  Chemical Abstracts Service.

    (2)  Europese Unienummer — niet beschikbaar voor alle stoffen.

    (3)  Om de vergelijkbaarheid van de resultaten van verschillende lidstaten te garanderen moeten alle stoffen in volledige watermonsters worden gemonitord.

    (4)

      

     

    Extractiemethoden:

     

    SPE — solid-phase extraction (vastefase-extractie)

     

    Analysemethoden:

     

    HPLC-MS-MS — High-performance liquid chromatography (tandem) triple quadrupole mass spectrometry (hogeprestatievloeistofchromatografie gekoppeld aan triple quadrupool (tandem-)massaspectrometrie)

     

    LC-MS-MS — Liquid chromatography (tandem) triple quadrupole mass spectrometry (vloeistofchromatografie gekoppeld aan triple quadrupool (tandem-)massaspectrometrie)

     

    LC-MS-MS/ESI — Liquid chromatography (tandem) triple quadrupole mass spectrometry with positive electrospray ionisation (vloeistofchromatografie gekoppeld aan triple quadrupool (tandem-)massaspectrometrie met positieve elektrospray-ionisatie)

     

    UPLC-MS-MS — Ultra-performance liquid chromatography (tandem) triple quadrupole mass spectrometry (ultrahogeprestatievloeistofchromatografie gekoppeld aan triple quadrupool (tandem-)massaspectrometrie)

    (5)  Sulfamethoxazol en trimethoprim worden, hoewel zij niet zijn gegroepeerd, samen in dezelfde monsters geanalyseerd, maar als afzonderlijke concentraties gerapporteerd.

    (6)  Venlafaxine en O-desmethylvenlafaxine worden samen in dezelfde monsters geanalyseerd, maar als afzonderlijke concentraties gerapporteerd.

    (7)  De azoolverbindingen worden samen in dezelfde monsters geanalyseerd, maar als afzonderlijke concentraties gerapporteerd.

    (8)  Dimoxystrobine en azoxystrobine worden samen in dezelfde monsters geanalyseerd, maar als afzonderlijke concentraties gerapporteerd.

    (9)  Metformine en guanylureum worden samen in dezelfde monsters geanalyseerd, maar als afzonderlijke concentraties gerapporteerd.

    (10)  De zonnebrandmiddelen worden samen in dezelfde monsters geanalyseerd, maar als afzonderlijke concentraties gerapporteerd.

    (11)  Maximaal aanvaardbare detectiegrens.

    (12)  Maximaal aanvaardbare bepalingsgrens.


    Top