EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 2.4.2020
COM(2020) 171 final
Voorstel voor een
BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot wijziging van Besluit (EU) 2020/265 wat betreft aanpassingen van de uit het flexibiliteitsinstrument ter beschikking gestelde bedragen voor 2020 die moeten worden gebruikt voor met migratie, vluchtelingeninstroom en veiligheid verband houdende problemen, voor onmiddellijke maatregelen in het kader van de COVID-19-uitbraak en voor de versterking van het Europees Openbaar Ministerie
TOELICHTING
Het Europees Parlement en de Raad hebben op 27 november 2019 beslist om, zoals voorgesteld door de Commissie bij Besluit (EU) 2020/265, een bedrag van 778,1 miljoen EUR uit het flexibiliteitsinstrument beschikbaar te stellen voor rubriek 3 “Veiligheid en burgerschap”.
Op 27 maart 2020 heeft de Commissie ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 1/2020 ingediend. Dit omvatte onder meer een algemene verhoging van de vastleggingskredieten onder rubriek 3 met 423,3 miljoen EUR om te voorzien in de behoeften die voortvloeien uit de verhoogde migratiedruk in Griekenland, om de onmiddellijke maatregelen te financieren die nodig zijn in het kader van de COVID-19-uitbraak (de allereerste rescEU-voorraad aan medische uitrusting), en om het budget van het Europees Openbaar Ministerie te verhogen. De Commissie heeft in OGB nr. 1/2020 voorgesteld de overkoepelende marge voor vastleggingskredieten (OMV) aan te spreken voor een bedrag van 350 miljoen EUR dat nog beschikbaar is van 2018, om de verhoging in verband met migratie te dekken. De Commissie heeft ook voorgesteld het resterende deel van de verhoging (73,3 miljoen EUR) te financieren door het uit het flexibiliteitsinstrument beschikbaar gestelde bedrag dienovereenkomstig aan te passen en het toepassingsgebied van Besluit (EU) 2020/265 uit te breiden.
De Commissie dient vandaag ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2020 in, waarmee onder andere wordt voorzien in een extra verhoging van de vastleggingskredieten in rubriek 3 met 3 000 miljoen EUR. Dit bedrag is bedoeld om het instrument voor noodhulp binnen de Unie (ESI) te reactiveren zodat de lidstaten worden ondersteund bij de aanpak van de COVID-19-uitbraak, en om het Uniemechanisme voor civiele bescherming / rescEU verder te versterken teneinde de aanleg van een ruimere voorraad en de coördinatie van de verdeling van essentiële middelen in heel Europa te faciliteren. Gezien het gebrek aan ruimte voor herschikkingen binnen rubriek 3 en in overeenstemming met het eveneens vandaag ingediende voorstel tot wijziging van de MFK-verordening tot opheffing van de beperkingen van het toepassingsgebied van dit instrument stelt de Commissie in OGB nr. 2/2020 voor om het volledige bedrag dat beschikbaar is in de OMV, 2 042,4 miljoen EUR, te gebruiken om deze verhoging te dekken.
Dit voorstel voor een besluit tot terbeschikkingstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument wijzigt bovendien Besluit (EU) 2020/265 van 27 november 2019 en vervangt het amendement dat samen met OGB nr. 1/2020 is ingediend. Dit nieuwe voorstel heeft dus betrekking op de verhogingen van de vastleggingskredieten voor rubriek 3 van zowel OGB nr. 1/2020 als OGB nr. 2/2020, voorziet in een verhoging van het totale ter beschikking te stellen bedrag tot 1 094,4 miljoen EUR en doet beroep op het volledige in het kader van dit instrument voor 2020 beschikbare bedrag.
Aangezien het gebruik van de OMV in OGB nr. 2/2020 en dit voorgestelde besluit tot terbeschikkingstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument ontoereikend zijn om de financieringsbehoeften van het ESI te dekken, doet de Commissie ook een afzonderlijk voorstel, samen met OGB nr. 2/2020, om 714,6 miljoen EUR te gebruiken uit de marge voor onvoorziene uitgaven voor 2020.
De met het bijgewerkte gebruik van het flexibiliteitsinstrument corresponderende indicatieve betalingskredieten staan in de onderstaande tabel:
(in miljoen EUR, lopende prijzen)
Jaar
|
Betalingskredieten voor de terbeschikkingstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument in 2020
|
2020
|
574,6
|
2021
|
413,7
|
2022
|
66,2
|
2023
|
39,9
|
Totaal
|
1 094,4
|
Voorstel voor een
BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot wijziging van Besluit (EU) 2020/265 wat betreft aanpassingen van de uit het flexibiliteitsinstrument ter beschikking gestelde bedragen voor 2020 die moeten worden gebruikt voor met migratie, vluchtelingeninstroom en veiligheid verband houdende problemen, voor onmiddellijke maatregelen in het kader van de COVID-19-uitbraak en voor de versterking van het Europees Openbaar Ministerie
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer, en met name punt 12,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)Met het flexibiliteitsinstrument kunnen nauwkeurig bepaalde uitgaven worden gefinancierd die niet binnen de voor een of meer andere rubrieken van de algemene begroting van de Unie beschikbare maxima zouden kunnen worden gefinancierd.
(2)Het jaarlijks voor het flexibiliteitsinstrument beschikbare maximumbedrag is 600 000 000 EUR (prijzen 2011), zoals vastgesteld in artikel 11 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013, te verhogen in voorkomend geval met vervallen bedragen die ter beschikking worden gesteld overeenkomstig lid 1, tweede alinea, van dat artikel.
(3)Op 27 november 2019 hebben het Europees Parlement en de Raad Besluit (EU) 2020/265 betreffende de terbeschikkingstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument aangenomen met het oog op een bedrag van 778 074 489 EUR aan vastleggingskredieten in rubriek 3 (Veiligheid en burgerschap) voor het begrotingsjaar 2020, ter financiering van maatregelen op het gebied van migratie, vluchtelingen en veiligheid.
(4)Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2020 voorziet in een verhoging van de vastleggingskredieten voor rubriek 3 met 423 300 000 EUR om tegemoet te komen aan de behoeften die voortvloeien uit de verhoogde migratiedruk in Griekenland, om onmiddellijke maatregelen te financieren in het kader van de uitbraak van COVID-19 en om een verhoging van de begroting voor het Europees Openbaar Ministerie te dekken. Van deze totale verhoging wordt 350 000 000 EUR gedekt uit de overkoepelende marge voor vastleggingskredieten als bepaald in artikel 14 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad, en wordt 73 300 000 EUR gedekt met een aanvullende terbeschikkingstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument voor 2020. Ook moet het indicatieve betalingsprofiel worden aangepast.
(5)Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2020 voorziet in een verdere verhoging van de vastleggingskredieten in rubriek 3 met 3 000 000 000 EUR teneinde de reactivering van het instrument voor noodhulp binnen de Unie (ESI) te dekken om de lidstaten te helpen bij de aanpak van de COVID-19-uitbraak, en het Uniemechanisme voor civiele bescherming / rescEU verder te versterken om de aanleg van een ruimere voorraad en de coördinatie van de verdeling van essentiële middelen in heel Europa te faciliteren. Van deze verhoging wordt 2 042 402 163 EUR gedekt uit de overkoepelende marge voor vastleggingskredieten als bepaald in artikel 14 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad en wordt 243 039 699 EUR gedekt met een aanvullende terbeschikkingstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument voor 2020. Ook moet het indicatieve betalingsprofiel worden aangepast.
(6)Besluit (EU) 2020/265 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(7)Dit besluit moet in werking treden op dezelfde dag als de wijziging van de begroting 2020, aangezien het flexibiliteitsinstrument de financiering mogelijk maakt van sommige acties boven het voor de begroting 2020 in het meerjarig financieel kader vastgestelde maximum,
HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 1, lid 1, eerste alinea, van Besluit (EU) 2020/265 wordt als volgt gewijzigd: “778 074 489 EUR” wordt vervangen door “1 094 414 188 EUR”.
Artikel 1, lid 1, tweede alinea, wordt vervangen door: “Het in de eerste alinea genoemde bedrag wordt gebruikt ter financiering van maatregelen voor de aanpak van de huidige met migratie, vluchtelingeninstroom en veiligheid verband houdende problemen, alsmede van de huidige gezondheidscrisis in de Europese Unie als gevolg van de COVID-19-uitbraak en van de toegenomen behoeften van het Europees Openbaar Ministerie.”
Het bepaalde in artikel 1, lid 2, onder a) tot en met d), wordt vervangen door:
“a)
574 652 355 EUR in 2020;
b)
413 658 806 EUR in 2021;
c)
66 154 477 EUR in 2022;
d)
39 948 550 EUR in 2023.”
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel,
Voor het Europees Parlement
Voor de Raad
De voorzitter
De voorzitter