Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Administratieve samenwerking op het gebied van belastingen

Administratieve samenwerking op het gebied van belastingen

 

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn 2011/16/EU betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen

WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJN?

Richtlijn 2011/16/EU (richtlijn betreffende administratieve samenwerking — DAC) bevat regels voor:

  • beveiligde administratieve samenwerking tussen nationale belastingdiensten;
  • de elektronische uitwisseling van belastinggegevens;
  • de coördinatie en evaluatie van de samenwerking tussen de lidstaten van de Europese Unie (EU) en de Europese Commissie.

Bij Wijzigingsrichtlijn (EU) 2023/2226 (ook bekend als DAC8) worden bepaalde aspecten van Richtlijn 2011/16/EU gewijzigd. De richtlijn introduceert met name verplichte automatische uitwisseling van informatie voor aanbieders van cryptoactivadiensten.

KERNPUNTEN

Richtlijn 2011/16/EU is van toepassing op alle belastingen, met uitzondering van:

  • belasting over de toegevoegde waarde (btw) of douanerechten;
  • accijnzen die vallen onder andere EU-wetgeving;
  • verplichte socialezekerheidsbijdragen;
  • leges voor certificaten en door autoriteiten uitgereikte stukken;
  • betalingen aan openbare nutsvoorzieningen.

In Wijzigingsrichtlijn (EU) 2021/514 wordt verduidelijkt dat de btw en andere indirecte belastingen onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2011/16/EU vallen. De informatie die wordt uitgewisseld tussen de lidstaten kan ook worden gebruikt voor de vaststelling, administratie en de invordering van btw en andere indirecte belastingen.

De lidstaten wijzen een autoriteit aan om toezicht te houden op de richtlijn. Hierbij wordt een centraal verbindingsbureau aangewezen dat tot taak heeft om:

  • contacten te onderhouden met de Commissie en nationale autoriteiten;
  • verzoeken om inlichtingen te verwerken.

Uitwisseling van inlichtingen op verzoek

De procedure schrijft voor dat:

  • een autoriteit die door een andere autoriteit om bijstand wordt verzocht (verzoekende autoriteit) alle informatie deelt waarover zij beschikt of die vervolgens aan het licht komt;
  • waar mogelijk gebruik wordt gemaakt van standaardformulieren die door de Commissie worden opgesteld;
  • de verzoekende autoriteit het volgende vermeldt:
    • de fiscale redenen achter het verzoek,
    • de benodigde informatie;
  • de aangezochte autoriteit:
    • verstuurt binnen zeven werkdagen elektronisch een bevestiging dat het verzoek is ontvangen,
    • verzamelt de inlichtingen, zelfs als deze niet voor eigen belastingdoeleinden nodig zijn,
    • verstrekt de informatie zo snel mogelijk en uiterlijk binnen drie maanden, of binnen twee maanden indien de autoriteit de inlichtingen al in haar bezit heeft,
    • reageert binnen één maand indien aanvullende gegevens nodig zijn, niet beschikt over de inlichtingen of weigert deze te delen om redenen die verband houden met het industriegeheim of de openbare orde, of omdat het verzoek betrekking heeft op belastingen van vóór januari 2011.

Elk jaar wisselen autoriteiten in een lidstaat automatisch inlichtingen uit met de autoriteiten in een andere lidstaat voor de onderdanen van die lidstaat die op het grondgebied van de eerste lidstaat verblijven. Deze inlichtingen betreffen de volgende categorieën:

  • arbeidsinkomen;
  • directiehonoraria;
  • inkomsten uit levensverzekeringen;
  • pensioenen;
  • eigendom van en inkomsten uit onroerend goed;
  • royalty’s (ingevoerd in DAC7);
  • inkomsten uit dividenden zonder bewaarneming (ingevoerd in DAC8).

Lidstaten:

  • moeten vanaf 1 januari 2024 het belastingidentificatienummer (TIN) en de bovenstaande informatie vermelden;
  • stellen de Commissie jaarlijks in kennis van de uitgewisselde inlichtingen, die in eerste instantie twee van de bovenstaande categorieën bestrijken, maar vanaf 1 januari 2026 ten minste vijf categorieën bestrijken.
  • vereisen dat de nationale autoriteit die de inlichtingen verstrekt in het kader van DAC2 (“rapporterende financiële instelling”), de gedetailleerde regels voor financiële en persoonlijke rapportage en due diligence toepast zoals uiteengezet in bijlagen I en II en automatisch het volgende uitwisselt:
    • inlichtingen over voorafgaande grensoverschrijdende rulings en voorafgaande verrekenprijsafspraken in het kader van DAC3,
    • landenrapporten die zijn ingediend door multinationale groepen, met inbegrip van gegevens over elke belastingjurisdictie waarin deze actief is en over de winst vóór inkomstenbelasting (bijlage III bevat de vereiste gegevens) in het kader van DAC4,
    • meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies waarbij meer dan één lidstaat of een lidstaat en een niet-EU-land betrokken zijn in het kader van DAC;
  • vereisen dat digitale platforms (“platformexploitanten”) krachtens DAC7 in een lidstaat rapporteren en de in bijlage V opgenomen regels voor rapportage en due diligence toepassen voor verkopers die gebruikmaken van hun diensten voor:
    • de verhuur van zakelijk en niet-zakelijk onroerend goed;
    • persoonlijke diensten,
    • de verkoop van goederen,
    • verhuur van transportmiddelen;
  • verstrekken de Commissie jaarlijks statistieken over de automatische uitwisseling van inlichtingen;
  • houden een register bij van de inlichtingen die via de automatische uitwisseling zijn ontvangen, gedurende ten minste vijf jaar;
  • houden toezicht op en beoordelen de administratieve samenwerking en delen hun bevindingen jaarlijks met de Commissie;
  • bepalen sancties voor inbreuken op de wetgeving.

Spontane uitwisseling van inlichtingen

Nationale autoriteiten moeten zo snel mogelijk en binnen één maand spontaan inlichtingen verstrekken aan de autoriteiten van de andere lidstaat, indien zij van mening zijn dat:

  • een andere lidstaat mogelijk een fiscaal verlies heeft;
  • iemand in de ene lidstaat belastingvoordeel ontvangt die voor deze persoon een hogere belasting in het andere land zou moeten meebrengen;
  • transacties tussen twee mensen in verschillende lidstaten zouden kunnen leiden tot een belastingbesparing in een van beide of in beide landen;
  • belastingbesparingen gebaseerd zijn op een kunstmatige verschuiving van winsten binnen een groep van ondernemingen;
  • de inlichtingen die zij van een andere autoriteit ontvangen, van belang zou kunnen zijn voor de vaststelling van de belastingplicht in de lidstaat.

Aanvullende administratieve samenwerking

Nationale autoriteiten mogen:

  • hun ambtenaren verzoeken deel te nemen aan onderzoeken die in een andere lidstaat worden verricht;
  • overeenkomen om in twee of meer lidstaten gelijktijdige controles van personen van gemeenschappelijk belang uit te voeren;
  • om terugmelding vragen over inlichtingen die zij hebben verstrekt, en jaarlijks terugmelding doen over de automatische uitwisseling van inlichtingen aan hun partners.

Inlichtingen

  • die tussen lidstaten zijn meegedeeld, vallen onder de geheimhoudingsplicht;
  • kunnen worden gebruikt om:
    • de nationale wetgeving inzake btw, andere indirecte belastingen, douanerechten, bestrijding van het witwassen van geld en terrorismefinanciering te handhaven;
    • andere belastingen en rechten die onder de regelingen inzake wederzijdse bijstand vallen te beoordelen;
    • gerechtelijke en administratieve procedures te ondersteunen die tot sancties kunnen leiden;
  • kunnen worden gedeeld met een niet-EU-land indien de lidstaat die deze oorspronkelijk heeft verstrekt daarmee instemt;
  • die zijn ontvangen van een niet-EU-land kunnen, met instemming van dat land, worden verstrekt aan een andere lidstaat indien dit van belang wordt geacht.

De Commissie verstrekt de lidstaten elektronische en geautomatiseerde middelen om na te gaan of het TIN van een persoon correct is.

Richtlijn 77/799/EG is op 1 januari 2013 door deze richtlijn ingetrokken.

Met Wijzigingsrichtlijn (EU) 2023/2226 wordt de administratieve samenwerking op het gebied van belasting uitgebreid tot cryptoactiva door voor te schrijven dat:

  • aanbieders van cryptoactivadiensten voldoen aan de in bijlage VI opgenomen gedetailleerde verplichtingen inzake rapportage en due diligence;
  • de nationale autoriteiten de ontvangen inlichtingen van de dienstverleners automatisch delen met hun EU-tegenhangers binnen negen maanden na het einde van het kalenderjaar — de eerste uitwisseling vindt plaats vanaf 1 januari 2026.

Daarnaast schrijft de richtlijn voor dat de nationale autoriteiten inlichtingen moeten meedelen voor:

  • elke persoon waarop de wetgeving van toepassing is (“meldingsplichtige persoon”) — naam, adres, lidstaat van woonplaats, TIN en geboortedatum en -plaats;
  • elke aanbieder van cryptoactivadiensten — naam, adres, TIN en, indien beschikbaar, het individuele identificatienummer dat bij de registratie is verstrekt;
  • alle transacties in cryptoactiva — gegevens zoals het betaalde bedrag, de betrokken instanties en de marktwaarde.

De richtlijn schrijft voor dat de Commissie:

  • het geautomatiseerde formulier standaardiseert dat voor de uitwisseling van informatie moet worden gebruikt;
  • praktische en technische regelingen vaststelt voor de registratie en identificatie van aanbieders cryptoactivadiensten;
  • uiterlijk op 31 december 2025 een cryptoactivaregister opzet;
  • de lidstaten uiterlijk op 31 december 2026 toegang verschaft tot een beveiligd centraal gegevensbestand.

VANAF WANNEER TREDEN DE REGELS IN WERKING?

Richtlijn 2011/16/EU moest vóór 1 januari 2013 worden omgezet in nationale wetgeving, met uitzondering van de bepalingen in artikel 8 die voor 1 januari 2015 moest zijn omgezet.

Wijzigingsrichtlijn (EU) 2023/2226 is van toepassing vanaf 1 januari 2026, hoewel sommige artikelen ervan pas vanaf 1 januari 2030 van toepassing zullen zijn.

ACHTERGROND

  • Gezien de toenemende mobiliteit van belastingplichtigen, het groeiende aantal grensoverschrijdende transacties en de introductie van nieuwe financiële instrumenten, moeten nationale belastingdiensten hun administratieve samenwerking versterken om naleving van belastingwetgeving te garanderen en belastingontduiking, belastingontwijking en belastingfraude te verminderen.
  • Zie voor meer informatie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG (PB L 64 van 11.3.2011, blz. 1-12).

Achtereenvolgende wijzigingen aan Richtlijn 2011/16/EU werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uitvoeringsverordening (EU) 2023/823 van de Commissie van 13 april 2023 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Richtlijn 2011/16/EU van de Raad met betrekking tot de beoordeling en vaststelling van de gelijkwaardigheid van inlichtingen in een overeenkomst tussen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat en een niet-Unierechtsgebied (PB L 103 van 18.4.2023, blz. 1-4).

Verordening (EU) 2023/1113 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 betreffende bij geldovermakingen en overdrachten van bepaalde cryptoactiva te voegen informatie en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 (PB L 150 van 9.6.2023, blz. 1-39).

Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 betreffende cryptoactivamarkten en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 1095/2010 en Richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/1937 (PB L 150 van 9.6.2023, blz. 40-205).

Zie de geconsolideerde versie.

Richtlijn (EU) 2023/2226 van de Raad van 17 oktober 2023 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied (PB L 2023/2226 van 24.10.2023).

Richtlijn (EU) 2022/2523 van de Raad van 14 december 2022 tot waarborging van een mondiaal minimumniveau van belastingheffing voor groepen van multinationale ondernemingen en omvangrijke binnenlandse groepen in de Unie (PB L 328 van 22.12.2022, blz. 1-58).

Zie de geconsolideerde versie.

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2378 van de Commissie van 15 december 2015 tot vaststelling van nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Richtlijn 2011/16/EU van de Raad betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1156/2012 (PB L 332 van 18.12.2015, blz. 19-45).

Zie de geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 24.01.2024

Top