Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen

Uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EU) 2023/1804 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

De verordening stelt bindende nationale streefcijfers vast voor de lidstaten van de Europese Unie (EU) om voor het publiek toegankelijke infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (in het bijzonder voor elektriciteit en waterstof) uit te rollen voor wegvoertuigen, aan de kade aangemeerde schepen en stilstaande luchtvaartuigen, met een specifieke focus op trans-Europese netwerken. De verordening omvat ook:

  • gemeenschappelijke regels voor gebruikersinformatie, gegevensverstrekking en betalingsmodaliteiten;
  • een mandaat voor de Commissie om gedelegeerde handelingen vast te stellen om de interoperabiliteit van infrastructuur te waarborgen door technische specificaties vast te stellen op basis van Europese normen; en
  • plannings- en rapportageverplichtingen voor de lidstaten.

KERNPUNTEN

Laadinfrastructuur voor elektrische auto’s en bestelwagens

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat voor het publiek toegankelijke laadstations worden opgezet die in verhouding staan tot het aantal ingeschreven voertuigen, en wel als volgt:

  • voor elk ingeschreven elektrisch voertuig, een totaal laadvermogen van ten minste 1,3 kilowatt (kW);
  • voor elk ingeschreven plug-in hybride voertuig, een totaal laadvermogen van ten minste 0,80 kW.

De lidstaten moeten ook zorgen voor de uitrol van voor het publiek toegankelijke laadstations langs het wegennetwerk van het trans-Europese vervoersnetwerk (TEN-T).

  • Uiterlijk is er ten minste elke 60 kilometer (km) in elke rijrichting één laadpool1 met een laadvermogen van ten minste 400 kW (inclusief ten minste één laadpunt van 150 kW) op het TEN-T-kernnetwerk2 uiterlijk moet elke pool een laadvermogen van 600 kW leveren en ten minste twee laadpunten van 150 kW hebben.
  • Uiterlijk moet op ten minste de helft van het uitgebreide TEN-T-netwerk3 elke laadpool een laadvermogen van ten minste 300 kW leveren en ten minste één laadpunt van 150 kW hebben en uiterlijk over de gehele lengte.
  • Uiterlijk moet elke laadpool ten minste 600 kW leveren en ten minste twee laadpunten van 150 kW hebben.

Laadinfrastructuur voor zware elektrische voertuigen

De lidstaten moeten zorgen voor een minimumdekking van laadpunten voor zware elektrische voertuigen.

  • Uiterlijk moeten laadpools zijn geïnstalleerd langs ten minste 15 % van het TEN-T-wegennetwerk met een laadvermogen van ten minste 1400 kW en ten minste één laadpunt met een laadvermogen van ten minste 350 kW.
  • Uiterlijk moeten laadpools zijn uitgerold langs ten minste de helft van het TEN-T-wegennetwerk met een laadvermogen van ten minste 1400 kW (2800 kW langs het kernnetwerk) en ten minste één laadpunt (twee voor het kernnetwerk) met een laadvermogen van ten minste 350 kW.
  • Uiterlijk moet het laadvermogen zijn verhoogd tot ten minste 1500 kW op het uitgebreide TEN-T-netwerk (elke 100 km) en tot 3600 kW (elke 60 km) op het TEN-T-kernnetwerk.
  • Uiterlijk moet elk “veilig en beveiligd parkeerterrein” zijn uitgerust met ten minste twee openbaar toegankelijke laadstations (uiterlijk vier laadstations) die een afzonderlijk laadvermogen van ten minste 100 kW leveren.
  • Uiterlijk moet elk stedelijk knooppunt4 beschikken over voor het publiek toegankelijke laadpunten voor zware voertuigen met een totaal laadvermogen van ten minste 900 kW ( 1800 kW).

Waterstofinfrastructuur voor wegvoertuigen

Uiterlijk moeten de lidstaten ervoor zorgen dat voor het publiek toegankelijke waterstoftankstations met een totale capaciteit van ten minste 1 ton per dag ten minste elke 200 km langs het TEN-T-kernnetwerk zijn uitgerold. Er moet ten minste één tankstation worden uitgerold in elk stedelijk knooppunt.

Vloeibaar methaan voor het wegvervoer

Uiterlijk moeten de lidstaten ervoor zorgen dat er, waar er vraag is, een passend aantal voor het publiek toegankelijke tankpunten voor vloeibaar methaan worden opgezet, ten minste langs het TEN-T-kernnetwerk, tenzij de kosten niet in verhouding staan tot de voordelen, waaronder milieuvoordelen.

Stroomvoorziening in zeehavens

Uiterlijk moet er voldoende walstroom zijn voor aan de kade aangemeerde schepen in de zeehavens van het TEN-T-kernnetwerk en het uitgebreide TEN-T-netwerk die ten minste 90 % van alle container- en passagiersschepen met een brutotonnage van meer dan 5000 ton vertegenwoordigen.

Stroom voor stilstaande luchtvaartuigen

Uiterlijk moeten alle luchthavens van het TEN-T-kernnetwerk en het uitgebreide TEN-T-netwerk stroom leveren op standplaatsen aan de gate, en uiterlijk op alle buitenstandplaatsen, aan stilstaande luchtvaartuigen die worden gebruikt voor commerciële vluchtuitvoeringen.

Spoorweginfrastructuur

De lidstaten moeten de ontwikkeling beoordelen van technologieën voor alternatieve brandstoffen en aandrijfsystemen (inclusief waterstof en batterij) voor spoorweginfrastructuur die om technische of kostenefficiëntieredenen niet volledig kan worden geëlektrificeerd.

Betaling

Gebruikers van elektrische en waterstofvoertuigen moeten gemakkelijk kunnen betalen op laad- en waterstoftankpunten (met betaalkaarten en zonder abonnement). De prijzen, inclusief alle componenten en die specifiek zijn voor de laadsessie, moeten duidelijk aan de eindgebruikers worden meegedeeld voor het begin van een laadsessie.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

De verordening is op in werking getreden en is van toepassing vanaf . Uiterlijk 2035 zal geleidelijk een reeks door de lidstaten te behalen streefcijfers zijn ingevoerd.

ACHTERGROND

De verordening betreffende de infrastructuur voor alternatieve brandstoffen maakt deel uit van het Fit for 55-pakket dat de Europese Commissie in juli 2021 heeft voorgesteld en dat tot doel heeft om de netto-uitstoot van broeikasgassen in de EU tegen 2030 met ten minste 55 % te verlagen ten opzichte van het niveau van 1990 en tegen 2050 klimaatneutraal te zijn.

De verordening strekt tot intrekking van Richtlijn 2014/94/EU (zie de samenvatting).

Zie voor meer informatie:

KERNBEGRIPPEN

  1. Laadpool. Een of meer laadstations op een specifieke locatie.
  2. TEN-T-kernnetwerk. Een onderdeel van het uitgebreide TEN-T-netwerk dat de belangrijkste verbindingen omvat tussen grote steden en stedelijke knooppunten, die tegen 2030 moeten zijn voltooid en aan de hoogste kwaliteitsnormen voor infrastructuur moeten voldoen.
  3. Uitgebreid TEN-T-netwerk. Een Europees netwerk voor vervoersinfrastructuur dat bestaat uit de spoorwegen, de binnenlandse waterwegen, de korte vaartverbindingen en de wegen die stedelijke knooppunten, zee- en binnenhavens, luchthavens en terminals verbinden en die als basis dienen voor het identificeren van projecten van gemeenschappelijk belang.
  4. Stedelijk knooppunt. Een stedelijke regio waar de vervoersinfrastructuur van het trans-Europese vervoersnetwerk, zoals havens met inbegrip van passagiersterminals, luchthavens, spoorwegstations, logistieke platforms en vrachtterminals in en rond een stedelijke omgeving, is verbonden met andere delen van die infrastructuur en met de infrastructuur voor regionaal en lokaal verkeer.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EU) 2023/1804 van het Europees Parlement en de Raad van betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen en tot intrekking van Richtlijn 2014/94/EU (PB L 234 van , blz. 1-47).

laatste bijwerking

Top