Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen in burgerlijke of handelszaken (HCCH 2019 Verdrag inzake vonnissen)

Verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen in burgerlijke of handelszaken (HCCH 2019 Verdrag inzake vonnissen)

 

SAMENVATTING VAN:

Verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen in burgerlijke of handelszaken

Besluit (EU) 2022/1206 betreffende de toetreding van de Europese Unie tot het Verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen in burgerlijke of handelszaken

WAT IS HET DOEL VAN HET VERDRAG EN HET BESLUIT?

  • Door een minimumnorm vast te stellen voor het verkeer van buitenlandse vonnissen in burgerlijke en handelszaken tussen de landen die partij zijn bij het verdrag, bevordert het verdrag de toegang tot de rechter voor iedereen en vergemakkelijkt het de internationale handel, investeringen en mobiliteit door de risico’s en kosten van grensoverschrijdende geschillen te verlagen.
  • Hierdoor kunnen burgers en ondernemingen van de Europese Unie (EU) vonnissen van een rechtbank in de EU laten erkennen en uitvoeren in niet-EU-landen die ook partij zijn bij het verdrag.
  • Het verdrag zorgt er ook voor dat vonnissen van niet-EU-landen in de EU alleen erkend en ten uitvoer worden gelegd wanneer de fundamentele beginselen van het EU-recht worden geëerbiedigd.
  • In het besluit wordt de toetreding van de EU tot het verdrag goedgekeurd.

KERNPUNTEN

Erkenning van vonnissen in het EU-recht

Vóór dit verdrag had de EU al een aantal instrumenten aangenomen voor de erkenning van vonnissen in burgerlijke en handelszaken:

Toepassingsgebied

  • Dit verdrag is van toepassing op de erkenning en tenuitvoerlegging van vonnissen in burgerlijke en handelszaken, maar heeft geen betrekking op fiscale aangelegenheden, douanezaken en administratiefrechtelijke zaken.
  • Overige uitzonderingen worden vermeld in artikel 2 van het verdrag.
  • Ook heeft de EU in een verklaring de toepassing van het verdrag op niet-residentiële huurovereenkomsten (pachtovereenkomsten) van in de EU gelegen onroerende goederen uitgesloten.

Erkenning en tenuitvoerlegging

  • Een vonnis dat binnen het toepassingsgebied van het verdrag valt van een rechtbank van een partij bij het verdrag (staat van herkomst) moet in een andere staat (aangezochte staat) worden erkend en ten uitvoer gelegd.
  • Het verdrag voorziet in een minimumnorm voor het verkeer van vonnissen tussen de partijen bij het verdrag. Het verdrag weerhoudt de verdragsluitende partijen er niet van om ook andere beslissingen die niet onder het verdrag vallen volgens het nationale recht te erkennen en ten uitvoer te leggen, behalve in situaties die zijn omschreven in Artikel 6 van het verdrag.
  • Volgens het HCCH 2019 Verdrag inzake vonnissen is een vonnis herkenbaar en uitvoerbaar in andere verdragsluitende partijen indien het afkomstig is van een gerecht met bevoegdheid overeenkomstig artikel 5 van het verdrag.
  • Een vonnis wordt alleen erkend indien dit rechtsgevolg heeft in de staat van herkomst, en wordt uitsluitend ten uitvoer gelegd indien het uitvoerbaar is in de staat van herkomst.
  • De erkenning of de tenuitvoerlegging kan uitsluitend worden geweigerd op de in het verdrag vermelde gronden. Deze omvatten bijvoorbeeld dat de beslissing:
    • is verkregen door middel van bedrog, of
    • onverenigbaar is met een beslissing die in de aangezochte staat is gewezen in een geschil tussen dezelfde partijen.
  • De partij die om erkenning of tenuitvoerlegging verzoekt, moet bepaalde documenten overleggen, waaronder een volledig en gewaarmerkt afschrift van de beslissing (indien de documenten niet in de taal van de aangezochte staat zijn gesteld, moeten zij vergezeld gaan van een gewaarmerkte vertaling).
  • De procedure voor erkenning, de uitvoerbaarverklaring de registratie voor tenuitvoerlegging, en de tenuitvoerlegging van de beslissing worden beheerst door het recht van de aangezochte staat behoudens voor zover in dit verdrag anders is bepaald. Het gerecht van de aangezochte staat mag de erkenning of tenuitvoerlegging van een beslissing niet afwijzen op grond van het feit dat de erkenning of tenuitvoerlegging in een andere staat moet worden aangevraagd.

DATUM VAN INWERKINGTREDING

De overeenkomst is op 1 september 2023 in werking getreden.

ACHTERGROND

Ierland en Denemarken hebben een opt-out voor de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht op grond van de aan de EU-verdragen gehechte protocollen nr. 21 en nr. 22.

  • Ierland is gebonden door dit verdrag omdat het ervoor heeft gekozen deel te nemen aan Verordening (EU) nr. 1215/2012.
  • Denemarken is niet gebonden door dit verdrag en valt niet onder de toepassing ervan.

Voor meer informatie, zie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Verdrag betreffende de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen in burgerlijke of handelszaken (PB L 187 van 14.7.2022, blz. 4-15).

Besluit (EU) 2022/1206 van de Raad van 12 juli 2022 betreffende de toetreding van de Europese Unie tot het Verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen in burgerlijke of handelszake (PB L 187 van 14.7.2022, blz. 1-3).

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking) (PB L 351 van 20.12.2012, blz. 1-32).

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EU) nr. 1215/2012 zijn in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 147 van 10.6.2009, blz. 5-43).

Zie de geconsolideerde versie.

Besluit 2009/397/EG van de Raad van 26 februari 2009 betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake bedingen van forumkeuze (PB L 133 van 29.5.2009, blz. 1-13).

Besluit 2014/887/EU van de Raad van 4 december 2014 betreffende de goedkeuring namens de Europese Unie van het Haags Verdrag van 30 juni 2005 inzake bedingen van forumkeuze (PB L 353 van 10.12.2014, blz. 5-8).

Laatste bijwerking 08.09.2023

Top