Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Klimaat- en energiekader 2030 — broeikasgasemissies, verandering in landgebruik en bosbouw

Klimaat- en energiekader 2030 — broeikasgasemissies, verandering in landgebruik en bosbouw

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EU) 2018/841 inzake de opname van broeikasgasemissies en -verwijderingen door landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw in het klimaat- en energiekader 2030

Verordening (EU) 2023/839 tot wijziging van Verordening (EU) 2018/841 wat betreft het toepassingsgebied, vereenvoudiging van de nalevingsvoorschriften, vaststelling van de streefcijfers voor de lidstaten voor 2030 en de verbintenis tot de collectieve verwezenlijking van klimaatneutraliteit in de sector landgebruik, bosbouw en landbouw tegen 2035, en van Verordening (EU) 2018/1999 wat betreft verbetering van monitoring, rapportage, het volgen van de vooruitgang en beoordeling

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

Verordening (EU) 2018/841:

  • zet uiteen hoe de sector landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (LULUCF) bijdraagt aan de klimaatdoelstellingen van de Europese Unie (EU);
  • stelt regels vast om emissies en verwijderingen door LULUCF te verantwoorden en om te controleren of EU-lidstaten hun verplichtingen nakomen;
  • stelt een EU-breed 2030-streefcijfer vast voor de nettoverwijderingen van broeikasgassen (BKG) in de LULUCF-sector;
  • stelt een bindende nationale doelstelling vast voor elke lidstaat voor 2030 en een verbintenis voor elke lidstaat om een netto-emissies en -verwijderingen van BKG te realiseren voor de periode van 2026 tot 2029.

De verordening werd gewijzigd door Verordening (EU) 2023/839 om de bijdrage van de sector aan de klimaatdoelstellingen van de EU te versterken.

KERNPUNTEN

De verordening is van toepassing op de volgende broeikasgassen als gevolg van landgebruik:

  • kooldioxide (CO2),
  • methaan (CH4),
  • stikstofoxide (N2O).

Verplichtingen en doelstellingen

De verordening bevat een aantal verplichtingen en doelstellingen voor elke lidstaat. Deze omvatten:

  • ervoor zorgen dat geboekte broeikasgasemissies door landgebruik worden gecompenseerd door ten minste een gelijkwaardige hoeveelheid geboekte verwijderingen tussen 2021 en 2025 (bekend als de geen debet-toezegging);
  • het bereiken van netto-emissies en -verwijderingen van broeikasgassen voor de periode van 2026 tot 2029 op basis van een traject van indicatieve jaarlijkse waarden van verwijderingen en emissies, naast een bindend doel voor het jaar 2030.

De EU-doelstelling voor 2030 voor nettoverwijderingen van broeikasgassen in de LULUCF-sector is vastgesteld op 310 miljoen ton CO2-equivalent.

Boekhouding

In de verordening worden de boekhoudregels voor de periode 2021-2025 uiteengezet. De lidstaten moeten:

  • een boekhouding opstellen en bijhouden waarin de emissies en verwijderingen correct worden weergegeven;
  • een volledig en accuraat register bijhouden van alle gegevens die bij het opstellen van de boekhouding zijn gebruikt.

Na 2025 wordt de naleving van de nationale doelstellingen van de lidstaten geverifieerd op basis van de gerapporteerde broeikasgasemissies en -verwijderingen.

Flexibiliteit

Om de lidstaten te helpen hun doelstellingen te halen, voorziet de verordening in een reeks flexibiliteiten, waaronder de volgende.

  • Een algemene flexibiliteitsregel die bepaalt dat als in de periode 2021-2025 de totale verwijderingen groter zijn dan de totale emissies in een lidstaat, of als in de periode 2026-2030 het verschil tussen de som van de broeikasgasemissies en -verwijderingen en de voor die lidstaat vastgestelde verplichting, doelstelling of begroting negatief is, die lidstaat de resterende verwijderingen mag overdragen aan een andere lidstaat. Inkomsten uit dergelijke overdrachten moeten worden gebruikt om de klimaatverandering in EU- of niet-EU-landen aan te pakken.
  • Lidstaten kunnen ook gebruikmaken van overtollige jaarlijkse emissieruimte onder de verordening inzake de verdeling van de inspanningen om LULUCF-doelstellingen te halen (onder bepaalde voorwaarden).
  • Specifieke flexibiliteit voor beheerde bosgrond wanneer de geboekte emissies groter zijn dan de geboekte verwijderingen in de boekhoudcategorie beheerde bosgrond in de periode 2021-2025, op voorwaarde van algehele naleving door de EU.
  • Evenzo, in de periode 2026-2030, een mechanisme om flexibiliteit toe te staan aan lidstaten die de doelstellingen niet halen, op voorwaarde dat de EU in haar geheel de doelstellingen naleeft.
  • Compensatie bij natuurlijke verstoringen, zoals bosbranden, samen met specifieke gevallen die te maken hebben met de gevolgen van klimaatverandering en de erfeniseffecten van organische bodems.

Naleving en registerregels

  • Als de Europese Commissie van mening is dat een lidstaat niet voldoende vooruitgang boekt in de richting van zijn 2030-doelstelling, rekening houdend met het traject, de begroting voor 2026 tot 2029 en de flexibiliteit onder deze verordening, zal een mechanisme voor corrigerende maatregelen van toepassing zijn.
  • De lidstaten moeten uiterlijk op 15 maart 2027 (2021-2025) en 15 maart 2032 (2026-2030) bij de Commissie een nalevingsverslag indienen met de balans van de totale emissies en verwijderingen voor elke landcategorie gedurende de twee tijdsperioden.
  • De Commissie moet:
    • met de hulp van het Europees Milieuagentschap de nalevingsverslagen beoordelen en in 2027 (2021-2025) en 2032 (2026-2030) haar eigen rapporten opstellen over de totale emissies en verwijderingen in de EU voor elke landboekhoudcategorie;
    • regels vaststellen voor de registratie van nationale emissies en verwijderingen en de nauwkeurige uitvoering van activiteiten in het EU-register en de informatie openbaar maken;
    • de verordening op gezette tijden toetsen en binnen zes maanden na de eerste wereldwijde inventarisatie in het kader van het Klimaatakkoord van Parijs verslag uitbrengen aan het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie.

De Commissie is bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen om regels met betrekking tot het EU-register vast te leggen. Zij zal ook uitvoeringshandelingen aannemen om indicatieve jaarlijkse waarden voor broeikasgasemissies en -verwijderingen vast te stellen voor elk jaar in de periode van 2026 tot 2029, vastgesteld op basis van een lineair traject dat eindigt op de doelstelling voor 2030 voor de lidstaten, en om gedetailleerde regels vast te stellen voor de methodologie voor het aantonen van langetermijneffecten van klimaatverandering.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

Verordening (EU) 2018/841 is sinds 9 juli 2018 van toepassing.

Wijzigingsverordening (EU) 2023/839 is van toepassing sinds 11 mei 2023.

ACHTERGROND

De verordening werd gewijzigd door Verordening (EU) 2023/839 als onderdeel van het Fit-for-55 pakket. Het pakket moet de EU in staat stellen om haar netto-broeikasgasemissies tegen 2030 met minstens 55 % te verminderen ten opzichte van 1990, en om in 2050 klimaatneutraal te zijn.

Zie voor meer informatie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Verordening (EU) 2018/841 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de opname van broeikasgasemissies en -verwijderingen door landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw in het klimaat- en energiekader 2030, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 525/2013 en Besluit nr. 529/2013/EU (PB L 156 van 19.6.2018, blz. 1-25).

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EU) 2018/841 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

Verordening (EU) 2023/839 van het Europees Parlement en de Raad van 19 april 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2018/841 wat betreft het toepassingsgebied, vereenvoudiging van de rapportage- en nalevingsvoorschriften, en vaststelling van de streefcijfers voor de lidstaten voor 2030, en van Verordening (EU) 2018/1999 wat betreft verbetering van monitoring, rapportage, het volgen van de vooruitgang en beoordeling (PB L 107 van 21.4.2023, blz. 1-28).

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/268 van de Commissie van 28 oktober 2020 tot wijziging van bijlage IV bij Verordening (EU) 2018/841 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de referentieniveaus voor bossen die door de lidstaten moeten worden toegepast voor de periode van 2021 tot en met 2025 (PB L 60 van 22.2.2021, blz. 21-23).

Verordening (EU) 2018/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 inzake de governance van de energie-unie en van de klimaatactie, tot wijziging van Richtlijn 94/22/EG, Richtlijn 98/70/EG, Richtlijn 2009/31/EG, Verordening (EG) nr. 663/2009, Verordening (EG) nr. 715/2009, Richtlijn 2009/73/EG, Richtlijn 2009/119/EG van de Raad, Richtlijn 2010/31/EU, Richtlijn 2012/27/EU, Richtlijn 2013/30/EU en Richtlijn (EU) 2015/652 van de Raad, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 525/2013 (PB L 328 van 21.12.2018, blz. 1-77).

Zie de geconsolideerde versie.

Besluit nr. 529/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 inzake boekhoudregels met betrekking tot broeikasgasemissies en -verwijderingen als gevolg van activiteiten met betrekking tot landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw en inzake informatie betreffende acties met betrekking tot deze activiteiten (PB L 165 van 18.6.2013, blz. 80-97).

Zie de geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 25.10.2023

Top