Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Europees Bureau voor fraudebestrijding — Onderzoeksregels

Europees Bureau voor fraudebestrijding — Onderzoeksregels

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

Verordening (EU, Euratom) 2020/2223 tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 wat betreft samenwerking met het Europees Openbaar Ministerie en de doeltreffendheid van de door het Europees Bureau voor fraudebestrijding uitgevoerde onderzoeken

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENINGEN?

Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 heeft als doel:

  • het versterken van de onafhankelijkheid van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), dat is opgericht bij Besluit 1999/352/EG, EGKS, Euratom voor het bestrijden van fraude, corruptie en elke andere onwettige activiteit die de EU’s financiële belangen* kan schaden;
  • het vergroten van de doeltreffendheid van OLAF-onderzoeken;
  • het verbeteren van de samenwerking tussen de verschillende betrokken instellingen en organen;
  • een betere bescherming van de individuele rechten van onderzochte personen.

Wijzigingsverordening (EU, Euratom) 2020/2223 heeft als doel:

  • de werking van OLAF aanpassen aan de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (EOM), dat is ingesteld bij Verordening (EU) 2017/1939 (zie samenvatting) om maximale complementariteit te waarborgen; en
  • de doeltreffendheid van de onderzoekstaak van OLAF verhogen wat betreft een aantal specifieke kwesties, met inbegrip van:
    • nieuwe regels om controles en verificaties ter plaatse te verrichten,
    • toegang tot informatie over bankrekeningen,
    • de instelling van een Toezichthouder op de procedurewaarborgen,
    • toegang tot het eindverslag door de betrokkene,
    • de versterkte rol van de coördinatiediensten fraudebestrijding in de EU-landen, en
    • nieuwe regels om de follow-up van onderzoeken te verbeteren.

KERNPUNTEN

OLAF:

  • verricht interne en externe onderzoeken;
  • verleent bijstand aan het EOM op basis van nauwe samenwerking, informatie-uitwisseling, complementariteit en het voorkomen van dubbel werk;
  • helpt de EU-landen bij het organiseren van een nauwe samenwerking tussen hun fraudebestrijdingsautoriteiten;
  • ontwikkelt EU-beleid inzake fraudebestrijding als dienst van de Europese Commissie;
  • draagt bij tot het ontwerpen en uitwerken van strategieën voor fraude- en corruptiebestrijding ter bescherming van de financiële belangen van de EU;
  • bevordert en coördineert de uitwisseling van operationele ervaring en beste procedurepraktijken;
  • neemt zo nodig deel aan gemeenschappelijke onderzoeksteams;
  • ondersteunt gezamenlijke nationale fraudebestrijdingsmaatregelen.

Interne onderzoeken

OLAF:

  • verricht administratieve onderzoeken binnen de instellingen, organen en instanties van de EU, alsmede in de gebouwen van marktdeelnemers*;
  • heeft zonder voorafgaande waarschuwing onmiddellijke toegang tot alle relevante informatie en gegevens in verband met de onderzochte feiten;
  • kan ambtenaren, andere personeelsleden en hoofden van organen en instanties om mondelinge en schriftelijke informatie verzoeken;
  • stelt de instellingen, organen, instanties en agentschappen ervan in kennis als een onderzoek betrekking heeft op hun medewerkers en raadpleegt hen zo nodig indien er administratieve voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen om de financiële belangen van de EU te beschermen.

Krachtens Wijzigingsverordening (EU, Euratom) 2020/2223 heeft OLAF tijdens zijn onderzoeken toegang tot apparatuur in particulier bezit die voor professionele doeleinden wordt gebruikt, indien OLAF gegronde redenen heeft om te vermoeden dat de inhoud daarvan relevant kan zijn voor het onderzoek. Toegang is gebaseerd op interne regels die door elke instelling, elk orgaan of elke instantie in kwestie ten aanzien van zijn of haar personeel en leden moeten worden vastgesteld.

Externe onderzoeken

OLAF:

  • verricht controles en verificaties ter plaatse en andere onderzoeksactiviteiten in EU-landen, niet-EU-landen, de gebouwen van internationale organisaties en van marktdeelnemers, overeenkomstig de voorschriften van Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 en Verordening (Euratom, EC) nr. 2185/96, en de voorwaarden van overeenkomsten voor samenwerking en wederzijdse bijstand;
  • kan aan de bevoegde nationale autoriteiten van de EU-landen informatie doorgeven over fraude, corruptie of elke andere onwettige activiteit waardoor de financiële belangen van de EU worden geschaad, zodat zij passende actie kunnen ondernemen.

Krachtens Wijzigingsverordening (EU, Euratom) 2020/2223 vindt bij externe onderzoeken de toegang tot apparatuur in particulier bezit die voor professionele doeleinden wordt gebruikt plaats onder dezelfde voorwaarden en in dezelfde mate als de toegang door de nationale autoriteiten in het betrokken land.

Uitvoering van de onderzoeken

De directeur-generaal van OLAF:

  • kan een extern of intern onderzoek openen bij voldoende ernstige verdenking, ofwel op eigen initiatief dan wel op verzoek van een instelling, orgaan of instantie van de EU of van een EU-land;
  • kan alle relevante informatie aan de instelling, het orgaan of de instantie in kwestie of het betrokken EU-land doen toekomen, indien hij besluit geen intern onderzoek te openen;
  • geeft leiding aan het verrichten van onderzoeken, waar passend op basis van schriftelijke instructies;
  • brengt verslag uit aan het Comité van toezicht indien een onderzoek niet kan worden afgesloten binnen twaalf maanden, en vervolgens om de zes maanden;
  • geeft aan de nationale gerechtelijke autoriteiten de informatie door die in het kader van interne onderzoeken is verkregen over feiten die tot de bevoegdheid van deze autoriteiten behoren.

Het personeel van OLAF:

  • verricht onderzoeken op objectieve en onpartijdige wijze met inachtneming van het beginsel van het vermoeden van onschuld en de in de verordening vastgestelde procedurewaarborgen;
  • richt de onderzoeken op zowel belastende als ontlastende feiten;
  • kan op eender welk tijdstip van een onderzoek, naar behoren aangekondigd, een betrokken persoon of een getuige in een onderhoud horen; deze persoon heeft het recht om niet tegen zichzelf te getuigen en om te worden bijgestaan door een persoon naar keuze;
  • stelt over het onderhoud een verslag op en geeft de gehoorde persoon een afschrift van het verslag van het onderhoud;
  • stelt de betrokkene in de gelegenheid om zijn oordeel te geven over alle feiten die op hem betrekking hebben;
  • behandelt alle in het kader van externe of interne onderzoeken doorgegeven of ontvangen gegevens vertrouwelijk;
  • werkt samen met het EMO, Eurojust en Europol en bevoegde autoriteiten van de EU-landen, niet-EU-landen en internationale organisaties.

Toegang tot informatie over bankrekeningen

Krachtens Wijzigingsverordening (EU, Euratom) 2020/2223 worden de onderzoeksbevoegdheden van OLAF versterkt. OLAF kan om informatie verzoeken over bankrekeningen en, indien strikt noodzakelijk, over transacties, met medewerking van de nationale autoriteiten. Dit gebeurt onder dezelfde voorwaarden als die op de nationale bevoegde instanties van toepassing zijn en mits hiertoe een schriftelijk verzoek is gedaan met daarin een motivering van de geschiktheid en proportionaliteit ervan.

Toezichthouder op de procedurewaarborgen

De onafhankelijke functie van Toezichthouder op de procedurewaarborgen wordt in het leven geroepen krachtens Wijzigingsverordening (EU, Euratom) 2020/2223. De Toezichthouder is administratief aan het Comité van toezicht verbonden, is verantwoordelijk voor de behandeling van klachten van de betrokkenen en kan aanbevelingen doen aan OLAF over het oplossen van de in de klacht genoemde kwestie.

Nauwe samenwerking tussen OLAF en het EOM

OLAF en het EOM hebben complementaire taken bij de bescherming van de financiële belangen van de EU en werken nauw samen. Krachtens Wijzigingsverordening (EU, Euratom) 2020/2223 blijft OLAF een administratief orgaan dat administratieve onderzoeken verricht die kunnen leiden tot financiële, administratieve, disciplinaire en gerechtelijke aanbevelingen; het mandaat van het EOM, dat betrekking heeft op 22 van de 27 EU-landen, is gericht op strafrechtelijke onderzoeken om de strafrechtelijke aansprakelijkheid vast te stellen van personen die betrokken zijn bij fraude, corruptie en andere strafbare feiten waardoor de financiële belangen van de EU worden geschaad die onder zijn bevoegdheid vallen.

Wanneer OLAF optreedt ter ondersteuning van het EOM en om de toelaatbaarheid van bewijsmiddelen en de grondrechten en procedurewaarborgen te beschermen, moeten het EOM en OLAF er in nauwe samenwerking voor zorgen dat de procedurele waarborgen van Verordening (EU) 2017/1939 in acht worden genomen.

Eindverslag

Het na afloop van een onderzoek onder gezag van de directeur-generaal opgestelde eindverslag:

  • omvat:
    • de rechtsgrondslag van het onderzoek,
    • het verloop van de procedure en de in acht genomen procedurewaarborgen,
    • de geconstateerde feiten en de voorlopige juridische kwalificatie,
    • de inschatting van de financiële gevolgen van die feiten, en
    • de conclusies van het onderzoek;
  • gaat, in voorkomend geval, vergezeld van aanbevelingen van de directeur-generaal betreffende het al dan niet ondernemen van tuchtrechtelijke, administratiefrechtelijke, financiële en/of gerechtelijke actie, en de geschatte in te vorderen bedragen;
  • wordt naar het EU-land of de instelling, het orgaan of de instantie in kwestie gestuurd.

De EU-landen:

  • wijzen een coördinatiedienst voor fraudebestrijding (Afcos) aan om een doeltreffende samenwerking en de uitwisseling van informatie met OLAF te vergemakkelijken;
  • verlenen of coördineren de nodige bijstand voor OLAF om zijn taken doeltreffend uit te voeren.

EU-instellingen, -organen en -instanties:

  • stellen regels vast betreffende de verplichting voor het personeel om samen te werken met en informatie te verstrekken aan OLAF;
  • waarborgen het vertrouwelijke karakter van interne onderzoeken;
  • mogen geen parallel onderzoek naar dezelfde feiten beginnen, wanneer de directeur-generaal van OLAF een onderzoek verricht, of overweegt te verrichten;
  • geven OLAF onverwijld alle informatie betreffende mogelijke gevallen van fraude, corruptie of enige andere onwettige activiteit.

Intrekking

Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 strekt tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999.

VANAF WANNEER ZIJN DE VERORDENINGEN VAN TOEPASSING?

  • Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 is van toepassing sinds 1 oktober 2013.
  • Wijzigingsverordening (EU, Euratom) 2020/2223 is in werking getreden op 17 januari 2021.

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

KERNBEGRIPPEN

Financiële belangen: inkomsten, uitgaven en activa, vallende onder de begroting van de Europese Unie.
Marktdeelnemer: bedrijven of andere organisaties, zoals leveranciers en contractanten, die goederen, werken of diensten leveren.

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1-22)

De achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

Verordening (EU, Euratom) 2020/2223 van het Europees Parlement en de Raad van 23 december 2020 tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 wat betreft samenwerking met het Europees Openbaar Ministerie en de doeltreffendheid van de door het Europees Bureau voor fraudebestrijding uitgevoerde onderzoeken (PB L 437 van 28.12.2020, blz. 49-73)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie („EOM”) (PB L 283 van 31.10.2017, blz. 1-71)

Zie de geconsolideerde versie.

Richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2017 betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt (PB L 198 van 28.7.2017, blz. 29-41)

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad — Evaluatie van de toepassing van Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (COM(2017) 589 final van 2 oktober 2017)

Werkdocument van de diensten van de Commissie — Evaluatie van de toepassing van Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad, begeleidend document bij het Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (SWD(2017) 332 final van 2 oktober 2017)

Besluit 1999/352/EG, EGKS, Euratom van de Commissie van 28 april 1999 houdende oprichting van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 20-22)

Zie de geconsolideerde versie.

Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2-5)

Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1-4)

Besluit 94/140/EG van de Commissie van 23 februari 1994 tot oprichting van een raadgevend comité coördinatie fraudebestrijding (PB L 61 van 4.3.1994, blz. 27-28)

Zie de geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 02.02.2021

Top