This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 21999A0710(02)
Agreement concluded by the Council of the European Union and the Republic of Iceland and the Kingdom of Norway concerning the latters' association with the implementation, application and development of the Schengen acquis - Final Act
Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis - Slotakte
Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis - Slotakte
PB L 176 van 10.7.1999, p. 36–62
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)
PB L 176 van 10.7.1999, p. 2–26
(GA)
In force
ELI: http://data.europa.eu/eli/agree_internation/1999/439(1)/oj
Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis - Slotakte
Publicatieblad Nr. L 176 van 10/07/1999 blz. 0036 - 0062
OVEREENKOMST tussen de Raad van de Europese Unie de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, en DE REPUBLIEK IJSLAND EN HET KONINKRIJK NOORWEGEN, OVERWEGENDE dat sedert de ondertekening van de Overeenkomst van Luxemburg op 19 december 1996 tussen de dertien lidstaten van de Europese Unie die de Schengenovereenkomsten hebben ondertekend en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen, laatstgenoemde twee staten hebben deelgenomen aan de besprekingen over de toepassing, de uitvoering en de verdere ontwikkeling van de Schengenovereenkomsten en daarmee samenhangende bepalingen; OVERWEGENDE dat, ingevolge het Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie, dat bij het Verdrag van Amsterdam houdende wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie, de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en sommige bijbehorende akten, aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht (hierna te noemen "het Schengenprotocol"), de samenwerking tussen de lidstaten van de Europese Unie die partij zijn bij de Schengenovereenkomsten, binnen de werkingssfeer van die overeenkomsten en de daarmee samenhangende bepalingen plaatsvindt binnen het institutionele en juridische kader van de Europese Unie en met inachtneming van de toepasselijke bepalingen van het Verdrag betreffende de Europese Unie en van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap; MEMOREREND dat de Overeenkomst van Luxemburg als voorwerp en ten doel had de bestaande regeling tussen de vijf Noordse staten overeenkomstig de op 12 juli 1957 te Kopenhagen ondertekende Overeenkomst betreffende de afschaffing van de paspoortcontrole aan de gemeenschappelijke Noordse grenzen, waarbij de Noordse Paspoortunie is ingesteld, te handhaven wanneer de Noordse staten die lid zijn van de Europese Unie deelnemen aan de in de Schengenovereenkomsten vastgestelde regeling betreffende de afschaffing van de personencontroles aan de binnengrenzen; INDACHTIG de bepalingen van de Overeenkomst van Luxemburg; ERKENNEND evenwel dat de opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie betekent dat de besluitvorming inzake de verdere ontwikkeling van de bepalingen die het Schengenacquis vormen, een zaak is geworden van de Europese Unie, waaronder begrepen de Europese Gemeenschap; OVERWEGENDE dat, overeenkomstig artikel 6, eerste alinea, van het Schengenprotocol, de Europese Unie, waaronder begrepen de Europese Gemeenschap, het voorwerp en doel van de Overeenkomst van Luxemburg wenst te eerbiedigen, respectievelijk na te streven, door een overeenkomst te sluiten waarmee de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen, bij de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam, op basis van de Overeenkomst van Luxemburg bij de uitvoering van het Schengenacquis en de verdere ontwikkeling daarvan worden betrokken, om zodoende het gemeenschappelijk doel te verwezenlijken dat deze twee staten bij die werkzaamheden betrokken blijven; OVERTUIGD van de noodzaak om alle partijen die de bepalingen van het Schengenacquis toepassen en waarvoor die bepalingen en de verdere ontwikkeling ervan uiteindelijk wellicht van toepassing zullen worden, waaronder de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen, op passende wijze te betrekken bij de besprekingen op alle niveaus over de praktische toepassing, de uitvoering en de voorbereiding van de verdere ontwikkeling ervan; OORDELEND dat het, teneinde de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen bij het besluitvormingsproces op deze gebieden te betrekken en door middel van een Gemengd Comité de deelneming van deze landen aan de betreffende werkzaamheden mogelijk te maken, noodzakelijk is een organisatiestructuur op te zetten die buiten het institutionele kader van de Europese Unie staat, HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OVER HETGEEN VOLGT: Artikel 1 De Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen, hier respectievelijk "IJsland" en "Noorwegen" te noemen, worden betrokken bij de werkzaamheden van de Europese Gemeenschap en de Europese Unie op alle gebieden die worden bestreken door de in de bijlagen A en B bij deze overeenkomst genoemde bepalingen en de verdere ontwikkeling daarvan. Deze overeenkomst schept wederzijdse rechten en verplichtingen overeenkomstig de hierbij vastgestelde procedures. Artikel 2 1. De in bijlage A bij deze overeenkomst genoemde bepalingen van het Schengenacquis zoals die van toepassing zijn op de lidstaten van de Europese Unie, hier "lidstaten" te noemen, die deelnemen aan de door het Schengenprotocol toegestane nauwere samenwerking, worden door IJsland en Noorwegen uitgevoerd en toegepast. 2. De bepalingen van de in bijlage B bij deze overeenkomst genoemde besluiten van de Europese Gemeenschap die in de plaats zijn gekomen van overeenkomstige bepalingen van, of zijn aangenomen op grond van, de op 19 juni 1990 te Schengen ondertekende Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, worden door IJsland en Noorwegen uitgevoerd en toegepast. 3. De besluiten en maatregelen die de Europese Unie aanneemt tot wijziging van of voortbouwend op de in de bijlagen A en B genoemde bepalingen, en waarop de in deze overeenkomst bepaalde procedures zijn toegepast, worden onverminderd het bepaalde in artikel 8 ook door IJsland en Noorwegen aanvaard, uitgevoerd en toegepast. Artikel 3 1. Er wordt een Gemengd Comité ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van de regeringen van IJsland en Noorwegen, de leden van de Raad van Europese Unie, hierna "de Raad" te noemen, en vertegenwoordigers van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, hierna "de Commissie" te noemen. 2. Het Gemengd Comité stelt in onderlinge overeenstemming zijn reglement van orde vast. 3. Het Gemengd Comité komt bijeen op initiatief van zijn voorzitter of op verzoek van een van zijn leden. 4. Onverminderd artikel 4, lid 2, komt het Gemengd Comité naar gelang van de omstandigheden bijeen op het niveau van ministers, hoge ambtenaren of deskundigen. 5. Het voorzitterschap van het Gemengd Comité wordt uitgeoefend: - op het niveau van de deskundigen: door de vertegenwoordiger van de Europese Unie; - op het niveau van de hoge ambtenaren en ministers: afwisselend voor een periode van zes maanden door de vertegenwoordiger van de Europese Unie en door de vertegenwoordiger van de regering van IJsland of Noorwegen. Artikel 4 1. Het Gemengd Comité behandelt overeenkomstig deze overeenkomst alle door artikel 2 bestreken aangelegenheden en zorgt ervoor dat met de belangen van IJsland c.q. Noorwegen naar behoren rekening wordt gehouden. 2. De vertegenwoordigers van IJsland en Noorwegen kunnen in het Gemengd Comité op ministerieel niveau: - de problemen die zij ondervinden met betrekking tot een bepaald besluit of een bepaalde maatregel uiteenzetten, of reageren op de problemen van andere delegaties; - zicht uitspreken over alle vraagstukken betreffende de ontwikkeling of de uitvoering van bepalingen die zij van belang achten. 3. De vergaderingen van het Gemengd Comité op ministerieel niveau worden voorbereid door het Gemengd Comité op het niveau van de hoge ambtenaren. 4. De vertegewoordigers van de regeringen van IJsland en Noorwegen hebben recht in het Gemengd Comité suggesties betreffende de in artikel 1 genoemde aangelegenheden te doen. Na bespreking van die suggesties van de Commissie of een lidstaat deze in overweging nemen om overeenkomstig de regels van de Europese Unie een voorstel te doen of een initiatief te nemen met het oog op de aanneming van een besluit of maatregel van de Europese Gemeenschap of de Europese Unie. Artikel 5 Onverminderd artikel 4 wordt het Gemengd Comité op de hoogte gehouden van de voorbereiding in de Raad van alle besluiten of maatregelen die voor deze overeenkomst van belang kunnen zijn. Artikel 6 Bij de opstelling van nieuwe wetgeving op een door deze overeenkomst bestreken gebied, raadpleegt de Commissie informeel deskundigen van IJsland en Noorwegen op dezelfde wijze als waarop zij deskundigen van de lidstaten voor de opstelling van haar voorstellen raadpleegt. Artikel 7 De overeenkomstsluitende partijen komen overeen dat een passende regeling moet worden gesloten inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een van de lidstaten of in IJsland of Noorwegen is ingediend. Die regeling moet operationeel zijn wanneer de in de bijlagen A en B bedoelde bepalingen en de reeds overeenkomstig artikel 2, lid 3, aangenomen bepalingen voor IJsland en Noorwegen in werking worden gesteld overeenkomstig artikel 15, lid 4. Artikel 8 1. De aanneming van nieuwe besluiten of maatregelen betreffende de in artikel 2 bedoelde aangelegenheden wordt voorbehouden aan de bevoegde instellingen van de Europese Unie. Onverminderd lid 2 treden die besluiten of maatregelen gelijktijdig in werking voor de Europese Unie en haar betrokken lidstaten en voor IJsland en Noorwegen, tenzij in genoemde besluiten of maatregelen uitdrukkelijk anders is bepaald. In dit verband wordt naar behoren rekening gehouden met de termijn die IJsland of Noorwegen in het Gemengd Comité heeft verklaard nodig te hebben om IJsland of Noorwegen in staat te stellen aan zijn grondwettelijke verplichtingen te voldoen. 2. a) De Raad stelt IJsland en Noorwegen onmiddelijk in kennis van de aanneming van de in lid 1 bedoelde besluiten of maatregelen waarop de in deze overeenkomst bepaalde procedures zijn toegepast. IJsland en Noorwegen beslissen onafhankelijk of zij de inhoud ervan aanvaarden en die in hun interne rechtsorde uitvoeren. Die beslissingen worden binnen dertig dagen na de aanneming van de betrokken besluiten of maatregelen ter kennis gebracht van de Raad en van de Commissie. b) Indien de inhoud van zo'n besluit of maatregel voor IJsland pas bindend kan worden nadat aan grondwettelijke verplichtingen is voldaan, deelt IJsland de Raad en de Commissie zulks bij zijn kennisgeving mee. IJsland deelt de Raad en de Commissie onverwijld schriftelijk mee wanneer aan alle grondwettelijke verplichtingen is voldaan; het doet die mededeling uiterlijk vier weken voor de overeenkomstig lid 1 vastgestelde datum waarop het besluit of de maatregel voor IJsland in werking moet treden. c) Indien de inhoud van zo'n besluit of maatregel voor Noorwegen pas bindend kan worden nadat aan grondwettelijke verplichtingen is voldaan, deelt Noorwegen de Raad en de Commissie zulks bij zijn kennisgeving mee. Noorwegen deelt de Raad en de Commissie onverwijld, en uiterlijk zes maanden na de kennisgeving door de Raad, schriftelijk mee wanneer aan alle grondwettelijke verplichtingen is voldaan. Vanaf de datum waarop het besluit of de maatregel voor Noorwegen in werking moet treden, tot de mededeling dat aan de grondwettelijke verplichtingen is voldaan, past Noorwegen indien mogelijk de inhoud van zo'n besluit of maatregel op voorlopige basis toe. 3. De aanvaardig door IJsland en Noorwegen van de inhoud van de in lid 2 bedoelde besluiten en maatregelen schept rechten en verplichtingen tussen IJsland en Noorwegen, en tussen IJsland en Noorwegen enerzijds, en de Europese Gemeenschap en de door die besluiten en maatregelen gebonden lidstaten anderzijds. 4. Indien: a) IJsland of Noorwegen kennis heeft gegeven van zijn beslissing om de inhoud van een besluit of maatregel als bedoeld in lid 2 en waarop de in deze overeenkomst bepaalde procedures zijn toegepast, niet te aanvaarden, of b) IJsland of Noorwegen geen kennisgeving doet binnen de in lid 2, onder a), genoemde termijn van dertig dagen, of c) IJsland geen mededeling doet voor het begin van de in lid 2, onder b), genoemde termijn van vier weken voor de datum waarop het betrokken besluit of de betrokken maatregel voor IJsland in werking moet treden, of d) Noorwegen geen mededeling doet binnen de in lid 2, onder c), bepaalde termijn van zes maanden, of niet voorziet in de in datzelfde punt bedoelde voorlopige toepassing voor Noorwegen vanaf de datum waarop het betrokken besluit of de betrokken maatregel voor Noorwegen in werking moet treden, wordt deze overeenkomst geacht te zijn beëindigd voor IJsland c.q. Noorwegen, tenzij het Gemengd Comité, na zorgvuldige bestudering van de middelen om de overeenkomst voort te zetten, binnen negentig dagen anders besluit. De beëindiging van deze overeenkomst wordt van kracht drie maanden na het verstrijken van de termijn van negentig dagen. Artikel 9 1. Ter verwezenlijking van het streven van de overeenkomstsluitende partijen om tot een zo uniform mogelijke toepassing en uitlegging van de in artikel 2 bedoelde bepalingen te komen, volgt het Gemengd Comité constant de ontwikkeling van de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, hierna "het Hof van Justitie" te noemen, alsook de ontwikkeling van de jurisprudentie van de bevoegde rechterlijke instanties van IJsland en Noorwegen betreffende deze bepalingen. Daartoe wordt een systeem ingesteld voor de geregelde wederzijdse toezending van die jurisprudentie. 2. Onverminderd de aanneming van de nodige wijzigingen in het statuut van het Hof van Justitie, hebben IJsland en Noorwegen het recht memoriën of schriftelijke opmerkingen voor te leggen aan het Hof van Justitie in gevallen waarin een vraagstuk door een rechter van een lidstaat aan het Hof is voorgelegd met een verzoek om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van een der in artikel 2 bedoelde bepalingen. Artikel 10 1. IJsland en Noorwegen brengen jaarlijks verslag uit aan het Gemengd Comité over de wijze waarop hun administratieve autoriteiten en hun rechters de in artikel 2 bedoelde bepalingen, in voorkomend geval zoals uitgelegd door het Hof van Justitie, hebben toegepast en uitgelegd. 2. Indien het Gemengd Comité binnen twee maanden nadat het in kennis is gesteld van een wezenlijk verschil in de jurisprudentie van het Hof van Justitie en de rechterlijke instanties van IJsland of Noorwegen, of van een wezenlijk verschil in de toepasssing door de autoriteiten van de betrokken lidstaten en die van IJsland of Noorwegen met betrekking tot de in artikel 2 bedoelde bepalingen, er niet in is geslaagd de uniforme toepasing en uitlegging te verzekeren, is de procedure van artikel 11 van toepassing. Artikel 11 1. In geval van een geschil over de toepassing van deze overeenkomst of indien de in artikel 10, lid 2, bedoelde situatie ontstaat, wordt de aangelegenheid officieel als geschil op de agenda van het Gemengd Comité op ministerieel niveau geplaatst. 2. Het Gemengd Comité beschikt over negentig dagen, vanaf de datum van aanneming van de agenda waarop het geschil is geplaatst, om het geschil te regelen. 3. Indien het geschil niet binnen de in lid 2 genoemde termijn van negentig dagen door het Gemengd Comité kan worden geregeld, wordt een tweede termijn van dertig dagen in acht genomen om tot een definitieve regeling te komen. Indien geen definitieve regeling wordt bereikt, wordt deze overeenkomst geacht te zijn beëindigd met betrekking tot IJsland of tot Noorwegen, naar gelang het geschil betrekking heeft op IJsland of op Noorwegen. De beëindiging wordt van kracht zes maanden na het verstrijken van de termijn van dertig dagen. Artikel 12 1. Voor de administratieve kosten van de toepassing van deze overeenkomst dragen IJsland en Noorwegen jaarlijks aan de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen bij ten bedrage van: - IJsland: 0,1 % - Noorwegen: 4,995 % van een bedrag van 300000000 BEF (of een overeenkomstig bedrag in euro), dat jaarlijks wordt aangepast overeenkomstig het inflatiepercentage voor de Europese Unie. In gevallen waarin de operationele kosten van de toepassing van deze overeenkomst niet ten laste van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen komen, maar rechtstreeks worden gedragen door de deelnemende lidstaten, dragen IJsland en Noorwegen aan deze kosten bij overeenkomstig het percentage van het bruto nationaal product van hun land ten opzichte van het bruto nationaal product van alle deelnemende lidstaten. In gevallen waarin de operationele kosten ten laste komen van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, delen IJsland en Noorwegen in deze kosten door jaarlijks aan de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen een bedrag bij te dragen dat overeenkomt met het percentage van het bruto nationaal product van hun land ten opzichte van het bruto nationaal product van alle deelnemende staten. 2. IJsland en Noorwegen hebben het recht om door de Commissie of in de Raad opgestelde documenten betreffende deze overeenkomst te ontvangen en om op vergaderingen van het Gemengd Comité simultaanvertaling te verlangen in een officiële taal van de instellingen van de Europese Gemeenschappen naar keuze. Eventuele kosten voor vertalers of tolken in of uit het IJslands of het Noors worden evenwel gedragen door IJsland, c.q. Noorwegen. Artikel 13 1. Deze overeenkomst laat de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en alle andere tussen de Europese Gemeenschap en IJsland en/of Noorwegen gesloten overeenkomsten onverlet. 2. Deze overeenkomst laat alle toekomstige overeenkomsten die door de Europese Gemeenschap of op grond van de artikelen 24 en 38 van het Verdrag betreffende de Europese Unie met IJsland en/of Noorwegen worden gesloten, onverlet. 3. Deze overeenkomst laat de samenwerking in het kader van de Noordse paspoortunie onverlet, in zoverre die samenwerking niet in strijd is met en geen belemmering vormt voor deze overeenkomst en de op deze overeenkomst gebaseerde besluiten en maatregelen. Artikel 14 Deze overeenkomst is niet van toepassing op Spitsbergen. Artikel 15 1. Deze overeenkomst treedt in werking een maand na de dag waarop de secretaris-generaal van de Raad, die optreedt als depositaris, heeft vastgesteld dat alle formaliteiten zijn vervuld waarmee door of namens de overeenkomstsluitende partijen kenbaar wordt gemaakt dat zij ermee instemmen door deze overeenkomst gebonden te zijn. 2. De artikelen 1, 3, 4 en 5 en artikel 8, lid 2, onder a), eerste zin, zijn vanaf de ondertekening van deze overeenkomst op voorlopige basis van toepassing. 3. Wat betreft de na de ondertekening, doch vóór de inwerkingtreding van deze overeenkomst aangenomen besluiten of maatregelen, gaat de in artikel 8, lid 2, onder a) laatste zin, bepaalde termijn van dertig dagen in op de dag van inwerkingtreding van deze overeenkomst. 4. De in bijlage A en bijlage B bedoelde bepalingen en de bepalingen die reeds overeenkomstig artikel 2, lid 3, zijn aangenomen, treden voor IJsland en Noorwegen in werking op een datum die de Raad vaststelt met eenparigheid van stemmen van de leden die de lidstaten vertegenwoordigen welke deelnemen aan de door het Schengenprotocol toegestane nauwere samenwerking, na overleg in het Gemengd Comité overeenkomstig artikel 4 van deze overeenkomst, en nadat hij zich ervan heeft vergewist dat IJsland en Noorwegen aan de voorwaarden voor de uitvoering van de relevante bepalingen voldoen en dat de controles aan hun buitengrenzen doeltreffend zijn. 5. De inwerkingstelling van de in lid 4 bedoelde bepalingen schept rechten en verplichtingen tussen IJsland en Noorwegen, en tussen IJsland en Noorwegen enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten waarvoor deze bepalingen ook in werking zijn gesteld, anderzijds. Artikel 16 Deze overeenkomst kan worden opgezegd door IJsland of door Noorwegen dan wel bij besluit van de Raad, genomen met eenparigheid van stemmen van de leden die de lidstaten vertegenwoordigen welke deelnemen aan de door het Schengenprotocol toegestane nauwere samenwerking. Van de opzegging wordt kennis gegeven aan de depositaris. De opzegging wordt zes maanden na de kennisgeving van kracht. Artikel 17 De gevolgen van de opzegging van deze overeenkomst door, of van de beëindiging ervan ten aanzien van IJsland of Noorwegen, worden geregeld in een overeenkomst tussen de resterende partijen en de partij die de overeenkomst heeft opgezegd of ten aanzien waarvan de overeenkomst wordt beëindigd. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt, besluit de Raad na raadpleging van de andere geassocieerde overeenkomstsluitende partij tot de nodige maatregelen. Die maatregelen zijn evenwel slechts bindend voor die partij indien deze door haar worden aanvaard. Artikel 18 De overeenkomst treedt in de plaats van de op 19 december 1996 te Luxemburg ondertekende Samenwerkingsovereenkomst tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de France Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Portugese Republiek, de Helleense Republiek, de Republiek Oostenrijk, het Koninkrijk Denemarken, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, Partijen bij het Akkoord en bij de Overeenkomst van Schengen, en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen, betreffende de afschaffing van de personencontroles aan de gemeenschappelijke grenzen. Gedaan te Brussel, de achttiende mei negentienhonderd negenennegentig, in één origineel exemplaar in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Ierse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse, de IJslandse en de Noorse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, welke originele exemplaren zijn gedeponeerd in het archief van het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie. Por el Consejo de la Unión Europea/For Rådet for Den Europæiske Union/Für den Rat der Europäischen Union/Για το Συμβούλιο της Ευρωπαϊκής Ένωσης/For the Council of the European Union/Pour le Conseil de l'Union européenne/Per il Consiglio dell'Unione europea/Voor de Raad van de Europese Unie/Pelo Conselho da União Europeia/Euroopan unionin neuvoston puolesta/För Europeiska unionens råd/Fyrir hönd ráðs Evrópusambandsins/For Rådet for Den europeiske union >PIC FILE= "L_1999176NL.004101.TIF"> Por la República de Islandia/For Republikken Island/Für die Republik Island/Για τη Δημοκρατία της Ισλανδίας/For the Republic of Iceland/Pour la République d'Islande/Per la Repubblica d'Islanda/Voor de Republiek IJsland/Pela República da Islândia/Islannin tasavallan puolesta/På Republiken Islands vägnar/Fyrir hönd Lyðveldisins Íslands/For Republikken Island >PIC FILE= "L_1999176NL.004102.TIF"> Por el Reino de Noruega/For Kongeriget Norge/Für das Königreich Norwegen/Για το Βασίλειο της Νορβηγίας/For the Kingdom of Norway/Pour le Royaume de Norvège/Per il Regno di Norvegia/Voor het Koninkrijk Noorwegen/Pelo Reino da Noruega/Norjan kuningaskunnan puolesta/På Konungariket Norges vägnar/Fyrir hönd Konungsríkisins Noregs/For Kongeriket Norge >PIC FILE= "L_1999176NL.004103.TIF"> BIJLAGE A (Artikel 2, lid 1) Deel 1 van deze bijlage verwijst naar het Akkoord van 1985 en de Overeenkomst van 1990 ter uitvoering van het Akkoord van 1985. Deel 2 van deze bijlage verwijst naar de toetredingsprotocollen en toetredingsovereenkomsten, en Deel 3 naar de relevante besluiten en verklaringen. DEEL 1 De bepalingen van het Akkoord, ondertekend te Schengen op 14 juni 1985, tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepublieke Duitsland en de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen. Elk van de bepalingen van de Overeenkomst, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990, tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Franse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, ter uitvoering van het Akkoord van Schengen van 14 juni 1985, met uitzondering van: Artikel 2, lid 4 Artikel 4, voorzover het controles van bagage betreft Artikel 10, lid 2 Artikel 19, lid 2 Artikelen 28 tot en met 38 en bijbehorende definities Artikel 60 Artikel 70 Artikel 74 Artikelen 77 tot en met 91, in zoverre Richtlijn 91/477/EEG van de Raad inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens daarop betrekking heeft. Artikelen 120 tot en met 125 Artikelen 131 tot en met 133 Artikel 134 Artikelen 139 tot en met 142 Slotakte: verklaring 2 Slotakte: verklaringen 4, 5 en 6 Protocol Gemeenschappelijke verklaring Verklaring van de ministers en staatssecretarissen. DEEL 2 De bepalingen van de overeenkomsten en protocollen inzake de toetreding tot het Akkoord van 1985 en de Overeenkomst van 1990 die gesloten zijn met de Italiaanse Republiek (ondertekend te Parijs op 27 november 1990), het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek (ondertekend te Bonn op 25 juni 1991), de Helleense Republiek (ondertekend te Madrid op 6 november 1992), de Republiek Oostenrijk (ondertekend te Brussel op 28 april 1995) en het Koninkrijk Denemarken, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden (ondertekend te Luxemburg op 19 december 1996), met uitzondering van: 1. Het Protocol, ondertekend te Parijs op 27 november 1990, inzake de toetreding van de regering van de Italiaanse Republiek tot het Akkoord tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 14 juni 1985. 2. De volgende bepalingen van de Overeenkomst, ondertekend te Parijs op 27 november 1990, inzake de toetreding van de Italiaanse Republiek tot de Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990, de Slotakte ervan en de bijbehorende verklaringen: Artikel 1 Artikelen 5 en 6 Slotakte: deel I Deel II, verklaringen 2 en 3 Verklaring van de ministers en staatssecretarissen. 3. Het Protocol, ondertekend te Bonn op 25 juni 1991, inzake de toetreding van de regering van het Koninkrijk Spanje tot het Akkoord tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 14 juni 1985, zoals gewijzigd bij het op 27 november 1990 te Parijs ondertekende Protocol inzake de toetreding van de regering van de Italiaanse Republiek, en de bijbehorende verklaringen. 4. De volgende bepalingen van de Overeenkomst, ondertekend te Bonn op 25 juni 1991, inzake de toetreding van het Koninkrijk Spanje tot de Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990, waartoe de Italiaanse Republiek bij de op 27 november 1990 te Parijs ondertekende Overeenkomst is toegetreden, de Slotakte ervan en de bijbehorende verklaringen: Artikel 1 Artikelen 5 en 6 Slotakte: deel I Deel II, verklaringen 2 en 3 Deel III, verklaringen 3 en 4 Verklaring van de ministers en staatssecretarissen. 5. Het Protocol, ondertekend te Bonn op 25 juni 1991, inzake de toetreding van de regering van de Portugese Republiek tot het Akkoord tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 14 juni 1985, zoals gewijzigd bij het op 27 november 1990 te Parijs ondertekende Protocol inzake de toetreding van de regering van de Italiaanse Republiek, en de bijbehorende verklaringen. 6. De volgende bepalingen van de Overeenkomst, ondertekend te Bonn op 25 juni 1991, inzake de toetreding van de Portugese Republiek tot de Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990, waartoe de Italiaanse Republiek bij de op 27 november 1990 te Parijs ondertekende Overeenkomst is toegetreden, de Slotakte ervan en de bijbehorende verklaringen: Artikel 1 Artikelen 7 en 8 Slotakte: deel I Deel II, verklaringen 2 en 3 Deel III, verklaringen 2, 3, 4 en 5 Verklaring van de ministers en staatssecretarissen 7. Het Protocol, ondertekend te Madrid op 6 november 1992, inzake de toetreding van de regering van de Helleense Republiek tot het Akkoord tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 14 juni 1985, zoals gewijzigd bij het op 27 november 1990 te Parijs ondertekende Protocol inzake de toetreding van de regering van de Italiaanse Republiek en bij de op 25 juni 1991 te Bonn ondertekende Protocollen inzake de toetreding van de regeringen van het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek, en de bijbehorende verklaring. 8. De volgende bepalingen van de Overeenkomst, ondertekend te Madrid op 6 november 1992, inzake de toetreding van de Helleense Republiek tot de Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990, waartoe de Italiaanse Republiek bij de op 27 november 1990 te Parijs ondertekende Overeenkomst, en het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek bij de op 25 juni 1991 te Bonn ondertekende Overeenkomsten zijn toegetreden, de Slotakte ervan en de bijbehorende verklaringen: Artikel 1 Artikelen 6 en 7 Slotakte: deel I Deel II, verklaringen 2, 3 en 4 Deel III, verklaringen 1 en 3 Verklaring van de ministers en staatssecretarissen. 9. Het Protocol, ondertekend te Brussel op 28 april 1995, inzake de toetreding van de regering van de Republiek Oostenrijk tot het Akkoord tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 14 juni 1985, zoals gewijzigd bij de Protocollen van 27 november 1990, 25 juni 1991 en 6 november 1992 betreffende de toetreding van de regeringen van respectievelijk de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek, en de Helleense Republiek. 10. De volgende bepalingen van de Overeenkomst, ondertekend te Brussel op 28 april 1995, inzake de toetreding van de Republiek Oostenrijk tot de Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990, waartoe de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek, en de Helleense Republiek bij de Overeenkomsten van respectievelijk 27 november 1990, 25 juni 1991 en 6 november 1992 zijn toegetreden, en de Slotakte ervan: Artikel 1 Artikelen 5 en 6 Slotakte: deel I Deel II, verklaring 2 Deel III. 11. Het Protocol, ondertekend te Luxemburg op 19 december 1996, inzake de toetreding van de regering van het Koninkrijk Denemarken tot het Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 14 juni 1985, en de bijbehorende verklaring. 12. De volgende bepalingen van de Overeenkomst, ondertekend te Luxemburg op 19 december 1996, inzake de toetreding van het Koninkrijk Denemarken tot de Overeenkomst ter uitvoering van het op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990, de Slotakte ervan en de bijbehorende verklaring: Artikel 1 Artikelen 7 en 8 Slotakte: deel I Deel II, verklaring 2 Deel III Verklaring van de ministers en staatssecretarissen. 13. Het Protocol, ondertekend te Luxemburg op 19 december 1996, inzake de toetreding van de regering van de Republiek Finland tot het Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschapelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 14 juni 1985, en de bijbehorende verklaring. 14. De volgende bepalingen van de Overeenkomst, ondertekend te Luxemburg op 19 december 1996, inzake de toetreding van de Republiek Finland tot de Overeenkomst ter uitvoering van het op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990, de Slotakte ervan en de bijbehorende verklaring: Artikel 1 Artikelen 6 en 7 Slotakte: deel I Deel II, verklaring 2 Deel III, met uitzondering van de verklaring betreffende de Ålandseilanden Verklaring van de ministers en staatssecretarissen. 15. Het Protocol, ondertekend te Luxemburg op 19 december 1996, inzake de toetreding van de regering van het Koninkrijk Zweden tot het Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 14 juni 1985, en de bijbehorende verklaring. 16. De volgende bepalingen van de Overeenkomst, ondertekend te Luxemburg op 19 december 1996, inzake de toetreding van het Koninkrijk Zweden tot de Overeenkomst ter uitvoering van het op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990, de Slotakte ervan en de bijbehorende verklaring: Artikel 1 Artikelen 6 en 7 Slotakte: deel I Deel II, verklaring 2 Deel III Verklaring van de ministers en staatssecretarissen. DEEL 3 A. Besluiten van het Uitvoerend Comité >RUIMTE VOOR DE TABEL> B. Verklaringen van het Uitvoerend Comité >RUIMTE VOOR DE TABEL> C. Besluiten van de Centrale Groep >RUIMTE VOOR DE TABEL> BIJLAGE B (Artikel 2, lid 2)(1) Verordening (EG) nr. 574/1999 van de Raad van 12 maart 1999 tot bepaling van de derde staten waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen van de lidstaten in het bezit moeten zijn van een visum (PB L 72 van 18.3.1999, blz. 2)(2); Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad van 29 mei 1995 betreffende de invoering van een uniform visummodel (PB L 164 van 14.7.1995, blz. 1) en Besluit van de Commissie van 7 februari 1996 betreffende de vaststelling van verdere technische specificaties voor het uniform visummodel (niet gepubliceerd); Richtlijn 91/477/EEG van de Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens (PB L 256 van 13.9.1991, blz. 51) en Aanbeveling van de Commissie 93/216/EEG van 25 februari 1993 betreffende de Europese vuurwapenpas (PB L 93 van 17.4.1993, blz. 39) zoals gewijzigd door Aanbeveling van de Commissie 96/129/EG van 12 januari 1996 (PB L 30 van 8.2.1996, blz. 47). (1) Zie ook de verklaring van de Raad en de Commissie met betrekking tot Richtlijn 95/46/EG, zoals aangenomen ten tijde van de sluiting van deze Overeenkomst. (2) Onverminderd de relatie tot de bepalingen inzake de vaststelling van derde staten waarvan de onderdanen in het bezit dienen te zijn van een visum dan wel van deze plicht zijn vrijgesteld, zoals aangenomen in het kader van de Schengen-samenwerking, die toepassing zullen blijven vinden na de integratie van het Schengen-acquis in het kader van de Europese Unie en die onder bijlage A vallen. SLOTAKTE De overeenkomstsluitende partijen hebben de slotakte aangenomen, die de volgende verklaringen behelst: 1. Verklaring van IJsland en Noorwegen betreffende artikel 4, lid 2 Wat betreft de vergaderingen van het Gemengd Comité op ministerieel niveau zijn IJsland en Noorwegen van mening dat het aan hen is te beoordelen of bepaalde aangelegenheden moeten worden beschouwd als "problemen die zij ondervinden" (eerste streepje) of "vraagstukken die zij van belang achten" (tweede streepje), en van dien aard zijn dat zij op ministerieel niveau moeten worden besproken. Naar verwacht zullen dergelijke "problemen" en "vraagstukken", in het gemeenschappelijk belang van de partijen, normaal in de loop van de geregelde samenwerking aan de dag treden op een wijze die ertoe zal leiden dat zij op de agenda van het Gemengd Comité op ministerieel niveau worden geplaatst. Niettemin benadrukken IJsland en Noorwegen het recht van de leden van het Gemengd Comité om overeenkomstig artikel 3, lid 3, van de overeenkomst te verzoeken om bijeenroeping van het Gemengd Comité op niveau. 2. Verklaring van IJsland en Noorwegen betreffende artikel 8, lid 4 Indien zich een situatie voordoet als bedoeld in artikel 8, lid 4, onder a), b), c) of d), zullen IJsland of Noorwegen gebruik maken van de door artikel 3, lid 3, geboden mogelijkheid een vergadering van het Gemengd Comité op ministerieel niveau te beleggen om te zoeken naar wegen om de overeenkomst voort te zetten. 3. Verklaring van IJsland en Noorwegen over uitlevering 1. Voorbehouden die op grond van artikel 13 van het op 27 januari 1977 te Straatsburg voor ondertekening opengestelde Europese Verdrag tot bestrijding van terrorisme zijn gemaakt, zullen niet worden toegepast bij uitleveringsprocedures in betrekking met de lidstaten van de Europese Unie die gelijke behandeling waarborgen. 2. Verklaringen die op grond van artikel 6, lid 1, van het op 13 december 1957 te Parijs voor ondertekening opengestelde Europees Verdrag betreffende uitlevering zijn afgelegd, zullen niet worden aangevoerd als grond tot weigering van uitlevering van onderdanen van niet-Noordse staten aan lidstaten van de Europese Unie die gelijke behandeling waarborgen. 4. Gezamenlijke verklaring betreffende parlementair overleg De Europese Unie, IJsland en Noorwegen achten het passend dat aangelegenheden die onder deze overeenkomst vallen, worden besproken in de interparlementaire vergaderingen Europees Parlement-IJsland en Europees Parlement-Noorwegen. 5. Verklaring van de Raad van de Europese Unie, met eenparigheid van stemmen aangenomen door zijn in artikel 6, eerste alinea, van het Schengenprotocol bedoelde leden, betreffende de door het Gemengd Comité te nemen besluiten De Raad gaat ervan uit dat de besluiten die het Gemengd Comité overeenkomstig de overeenkomst moet nemen, door de vertegenwoordigers van de artikel 6, eerste alinea, van het Schengenprotocol bedoelde leden van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van IJsland en Noorwegen, met eenparigheid van stemmen worden genomen tenzij in het reglement van orde of de overeenkomstig artikel 6, tweede alinea, van het Schengenprotocol te sluiten overeenkomst anders is bepaald. 6. Verklaring van de Europese Commissie betreffende de beschikbaarstelling van voorstellen De Europese Commissie zal bij de toezending van haar voorstellen aan de Raad van de Europees Unie en aan het Europees Parlement, die in verband met deze overeenkomst van belang zijn, exemplaren toezenden aan IJsland en Noorwegen. Hecho en Bruselas, el dieciocho de mayo de mil novecientos noventa y nueve. Udfærdiget i Bruxelles den attende maj nitten hundrede og nioghalvfems. Geschehen zu Brüssel am achtzehnten Mai neunzehnhundertneunundneunzig. Έγινε στις Βρυξέλλες, στις δέκα οκτώ Μαΐου χίλια εννιακόσια ενενήντα εννέα. Done at Brussels on the eighteenth day of May in the year one thousand nine hundred and ninety-nine. Fait à Bruxelles, le dix-huit mai mil neuf cent quatre-vingt dix-neuf. Fatto a Bruxelles, addì diciotto maggio millenovecentonovantanove. Gedaan te Brussel, de achttiende mei negentienhonderd negenennegentig. Feito em Bruxelas, em dezoito de Maio de mil novecentos e noventa e nove. Tehty Brysselissä kahdeksantenatoista päivänä toukokuuta vuonna tuhatyhdeksänsataayhdeksänkymmentäyhdeksän. Som skedde i Bryssel den artonde maj nittonhundranittionio. Gjört í Brussel 18. maí 1999. Utferdiget i Brussel, attende mai nittenhundreognittini. Por el Consejo de la Unión Europea/For Rådet for Den Europæiske Union/Für den Rat der Europäischen Union/Για το Συμβούλιο της Ευρωπαϊκής Ένωσης/For the Council of the European Union/Pour le Conseil de l'Union européenne/Per il Consiglio dell'Unione europea/Voor de Raad van de Europese Unie/Pelo Conselho da União Europeia/Euroopan unionin neuvoston puolesta/För Europeiska unionens råd/Fyrir hönd ráðs Evrópusambandsins/For Rådet for Den europeiske union >PIC FILE= "L_1999176NL.005201.TIF"> Por la República de Islandia/For Republikken Island/Für die Republik Island/Για τη Δημοκρατία της Ισλανδίας/For the Republic of Iceland/Pour la République d'Islande/Per la Repubblica d'Islanda/Voor de Republiek IJsland/Pela República da Islândia/Islannin tasavallan puolesta/På Republiken Islands vägnar/Fyrir hönd Lyðveldisins Íslands/For Republikken Island >PIC FILE= "L_1999176NL.005202.TIF"> Por el Reino de Noruega/For Kongeriget Norge/Für das Königreich Norwegen/Για το Βασίλειο της Νορβηγίας/For the Kingdom of Norway/Pour le Royaume de Norvège/Per il Regno di Norvegia/Voor het Koninkrijk Noorwegen/Pelo Reino da Noruega/Norjan kuningaskunnan puolesta/På Konungariket Norges vägnar/Fyrir hönd Konungsríkisins Noregs/For Kongeriket Norge >PIC FILE= "L_1999176NL.005203.TIF"> OVEREENKOMST IN DE VORM VAN EEN BRIEFWISSELING tussen de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen over de comités die de Commissie van de Europese Gemeenschappen bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende taken A. Brief van de Gemeenschap Mijnheer, Mevrouw, Onder verwijzing naar de onderhandelingen over de overeenkomst betreffende de wijze waarop de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, bevestigt de Raad dat hij goede nota heeft genomen van het verzoek van IJsland en Noorwegen, om in aansluiting op hun deelneming aan het besluitvormingsproces op de door de overeenkomst bestreken gebieden en teneinde de goede werking van de overeenkomst te bevorderen, volledig te worden betroken bij het werk van de comités die de Europese Commissie bijstaan in de uitoefening van haar uitvoerende taken. De Raad merkt op dat IJsland en Noorwegen in de toekomst, wanneer zulke procedures op de door de overeenkomst bestreken gebieden worden toegepast, inderdaad bij het werk van die comités zullen moeten worden betrokken, mede om te waarborgen dat de procedures van de overeenkomst voor de betrokken besluiten of maatregelen zijn toegepast, zodat die bindend voor IJsland en Noorwegen kunnen worden. Derhalve is de Europese Gemeenschap bereid zich ertoe te verbinden om, zodra zulks nodig wordt, te onderhandelen over passende regelingen om IJsland en Noorwegen bij het werk van die comités te betrekken. Ik verzoek U mij te willen meedelen dat Uw regering met het bovenstaande instemt. Hoogachtend, Hecho en Bruselas, el dieciocho de mayo de mil novecientos noventa y nueve. Udfærdiget i Bruxelles den attende maj nitten hundrede og nioghalvfems. Geschehen zu Brüssel am achtzehnten Mai neunzehnhundertneunundneunzig. Έγινε στις Βρυξέλλες, στις δέκα οκτώ Μαΐου χίλια εννιακόσια ενενήντα εννέα. Done at Brussels on the eighteenth day of May in the year one thousand nine hundred and ninety-nine. Fait à Bruxelles, le dix-huit mai mil neuf cent quatre-vingt dix-neuf. Fatto a Bruxelles, addì diciotto maggio millenovecentonovantanove. Gedaan te Brussel, de achttiende mei negentienhonderd negenennegentig. Feito em Bruxelas, em dezoito de Maio de mil novecentos e noventa e nove. Tehty Brysselissä kahdeksantenatoista päivänä toukokuuta vuonna tuhatyhdeksänsataayhdeksänkymmentäyhdeksän. Som skedde i Bryssel den artonde maj nittonhundranittionio. Gjört í Brussel 18. maí 1999. Utferdiget i Brussel, attende mai nittenhundreognittini. Por el Consejo de la Unión Europea/For Rådet for Den Europæiske Union/Für den Rat der Europäischen Union/Για το Συμβούλιο της Ευρωπαϊκής Ένωσης/For the Council of the European Union/Pour le Conseil de l'Union européenne/Per il Consiglio dell'Unione europea/Voor de Raad van de Europese Unie/Pelo Conselho da União Europeia/Euroopan unionin neuvoston puolesta/För Europeiska unionens råd/Fyrir hönd ráðs Evrópusambandsins/For Rådet for Den europeiske union >PIC FILE= "L_1999176NL.005401.TIF"> B. Brief van IJsland Mijnheer, Mevrouw, Ik heb de eer u de ontvangst te bevestigen van uw brief van heden welke als volgt luidt: "Onder verwijzing naar de onderhandelingen over de overeenkomst betreffende de wijze waarop de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van he Schengenacquis, bevestigt de Raad dat hij goede nota heeft genomen van het verzoek van IJsland en Noorwegen, om in aansluiting op hun deelneming aan het besluitvormingsproces op de door de overeenkomst bestreken gebieden en teneinde de goede werking van de overeenkomst te bevorderen, volledig te worden betrokken bij het werk van de comités die de Europese Commissie bijstaan in de uitoefening van haar uitvoerende taken. De Raad merkt op dat IJsland en Noorwegen in de toekomst, wanneer zulke procedures op de door de overeenkomst bestreken gebieden worden toegepast, inderdaad bij het werk van die comités zullen moeten worden betrokken, mede om te waarborgen dat de procedures van de overeenkomst voor de betrokken besluiten of maatregelen zijn toegepast, zodat die bindend voor IJsland en Noorwegen kunnen worden. Derhalve is de Europese Gemeenschap bereid zich ertoe te verbinden om, zodra zulks nodig wordt, te onderhandelen over passende regelingen om IJsland en Noorwegen bij het werk van die comités te betrekken. Ik verzoek U mij te willen meedelen dat Uw regering met het bovenstaande instemt." Ik heb de eer u mede te delen dat mijn regering met de inhoud van deze brief instemt. Hoogachtend, Hecho en Bruselas, el dieciocho de mayo de mil novecientos noventa y nueve. Udfærdiget i Bruxelles den attende maj nitten hundrede og nioghalvfems. Geschehen zu Brüssel am achtzehnten Mai neunzehnhundertneunundneunzig. Έγινε στις Βρυξέλλες, στις δέκα οκτώ Μαΐου χίλια εννιακόσια ενενήντα εννέα. Done at Brussels on the eighteenth day of May in the year one thousand nine hundred and ninety-nine. Fait à Bruxelles, le dix-huit mai mil neuf cent quatre-vingt dix-neuf. Fatto a Bruxelles, addì diciotto maggio millenovecentonovantanove. Gedaan te Brussel, de achttiende mei negentienhonderd negenennegentig. Feito em Bruxelas, em dezoito de Maio de mil novecentos e noventa e nove. Tehty Brysselissä kahdeksantenatoista päivänä toukokuuta vuonna tuhatyhdeksänsataayhdeksänkymmentäyhdeksän. Som skedde i Bryssel den artonde maj nittonhundranittionio. Gjört í Brussel 18. maí 1999. Utferdiget i Brussel, attende mai nittenhundreognittini. Por la República de Islandia/For Republikken Island/Für die Republik Island/Για τη Δημοκρατία της Ισλανδίας/For the Republic of Iceland/Pour la République d'Islande/Per la Repubblica d'Islanda/Voor de Republiek IJsland/Pela República da Islândia/Islannin tasavallan puolesta/På Republiken Islands vägnar/Fyrir hönd Lyðveldisins Íslands/For Republikken Island >PIC FILE= "L_1999176NL.005601.TIF"> A. Brief van de Gemeenschap Mijnheer, Mevrouw, Onder verwijzing naar de onderhandelingen over de overeenkomst betreffende de wijze waarop de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, bevestigt de Raad dat hij goede nota heeft genomen van het verzoek van IJsland en Noorwegen, om in aansluiting op hun deelneming aan het besluitvormingsproces op de door de overeenkomst bestreken gebieden en teneinde de goede werking van de overeenkomst te bevorderen, volledig te worden betrokken bij het werk van de comités die de Europese Commissie bijstaan in de uitoefening van haar uitvoerende taken. De Raad merkt op dat IJsland en Noorwegen in de toekomst, wanneer zulke procedures op de door de overeenkomst bestreken gebieden worden toegepast, inderdaad bij het werk van die comités zullen moeten worden betrokken, mede om te waarborgen dat de procedures van de overeenkomst voor de betrokken besluiten of maatregelen zijn toegepast, zodat die bindend voor IJsland en Noorwegen kunnen worden. Derhalve is de Europese Gemeenschap bereid zich ertoe te verbinden om, zodra zulks nodig wordt, te onderhandelen over passende regelingen om IJsland en Noorwegen bij het werk van die comités te betrekken. Ik verzoek U mij te willen meedelen dat Uw regering met het bovenstaande instemt. Hoogachtend, Hecho en Bruselas, el dieciocho de mayo de mil novecientos noventa y nueve. Udfærdiget i Bruxelles den attende maj nitten hundrede og nioghalvfems. Geschehen zu Brüssel am achtzehnten Mai neunzehnhundertneunundneunzig. Έγινε στις Βρυξέλλες, στις δέκα οκτώ Μαΐου χίλια εννιακόσια ενενήντα εννέα. Done at Brussels on the eighteenth day of May in the year one thousand nine hundred and ninety-nine. Fait à Bruxelles, le dix-huit mai mil neuf cent quatre-vingt dix-neuf. Fatto a Bruxelles, addì diciotto maggio millenovecentonovantanove. Gedaan te Brussel, de achttiende mei negentienhonderd negenennegentig. Feito em Bruxelas, em dezoito de Maio de mil novecentos e noventa e nove. Tehty Brysselissä kahdeksantenatoista päivänä toukokuuta vuonna tuhatyhdeksänsataayhdeksänkymmentäyhdeksän. Som skedde i Bryssel den artonde maj nittonhundranittionio. Gjört í Brussel 18. maí 1999. Utferdiget i Brussel, attende mai nittenhundreognittini. Por el Consejo de la Unión Europea/For Rådet for Den Europæiske Union/Für den Rat der Europäischen Union/Για το Συμβούλιο της Ευρωπαϊκής Ένωσης/For the Council of the European Union/Pour le Conseil de l'Union européenne/Per il Consiglio dell'Unione europea/Voor de Raad van de Europese Unie/Pelo Conselho da União Europeia/Euroopan unionin neuvoston puolesta/För Europeiska unionens råd/Fyrir hönd ráðs Evrópusambandsins/For Rådet for Den europeiske union >PIC FILE= "L_1999176NL.005801.TIF"> B. Brief van Noorwegen Mijnheer, Mevrouw, ..., Ik heb de eer u de ontvangst te bevestigen van uw brief van heden welke als volgt luidt: "Onder verwijzing naar de onderhandelingen over de overeenkomst betreffende de wijze waarop de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, bevestigt de Raad dat hij goede nota heeft genomen van het verzoek van IJsland en Noorwegen, om in aansluiting op hun deelneming aan het besluitvormingsproces op de door de overeenkomst bestreken gebieden en teneinde de goede werking van de overeenkomst te bevorderen, volledig te worden betrokken bij het werk van de comités die de Europese Commissie bijstaan in de uitoefening van haar uitvoerende taken. De Raad merkt op dat IJsland en Noorwegen in de toekomst, wanneer zulke procedures op de door de overeenkomst bestreken gebieden worden toegepast, inderdaad bij het werk van die comités zullen moeten worden betrokken, mede om te waarborgen dat de procedures van de overeenkomst voor de betrokken besluiten of maatregelen zijn toegepast, zodat die bindend voor IJsland en Noorwegen kunnen worden. Derhalve is de Europese Gemeenschap bereid zich ertoe te verbinden om, zodra zulks nodig wordt, te onderhandelen over passende regelingen om IJsland en Noorwegen bij het werk van die comités te betrekken. Ik verzoek U mij te willen meedelen dat Uw regering met het bovenstaande instemt." Ik heb de eer u mede te delen dat mijn regering met de inhoud van deze brief instemt. Hoogachtend, Hecho en Bruselas, el dieciocho de mayo de mil novecientos noventa y nueve. Udfærdiget i Bruxelles den attende maj nitten hundrede og nioghalvfems. Geschehen zu Brüssel am achtzehnten Mai neunzehnhundertneunundneunzig. Έγινε στις Βρυξέλλες, στις δέκα οκτώ Μαΐου χίλια εννιακόσια ενενήντα εννέα. Done at Brussels on the eighteenth day of May in the year one thousand nine hundred and ninety-nine. Fait à Bruxelles, le dix-huit mai mil neuf cent quatre-vingt dix-neuf. Fatto a Bruxelles, addì diciotto maggio millenovecentonovantanove. Gedaan te Brussel, de achttiende mei negentienhonderd negenennegentig. Feito em Bruxelas, em dezoito de Maio de mil novecentos e noventa e nove. Tehty Brysselissä kahdeksantenatoista päivänä toukokuuta vuonna tuhatyhdeksänsataayhdeksänkymmentäyhdeksän. Som skedde i Bryssel den artonde maj nittonhundranittionio. Gjört í Brussel 18. maí 1999. Utferdiget i Brussel, attende mai nittenhundreognittini. Por el Reino de Noruega/For Kongeriget Norge/Für das Königreich Norwegen/Για το Βασίλειο της Νορβηγίας/For the Kingdom of Norway/Pour le Royaume de Norvège/Per il Regno di Norvegia/Voor het Koninkrijk Noorwegen/Pelo Reino da Noruega/Norjan kuningaskunnan puolesta/På Konungariket Norges vägnar/Fyrir hönd Konungsríkisins Noregs/For Kongeriket Norge >PIC FILE= "L_1999176NL.006001.TIF"> VERKLARINGEN 1. Verklaring van de Raad, met eenparigheid van stemmen aangenomen door zijn in artikel 6, eerste alinea, van het Schengenprotocol bedoelde leden "De Raad gaat ervan uit dat de besluiten die het Gemengd Comité overeenkomstig de overeenkomst moet nemen, door de vertegenwoordigers van de in artikel 6, eerste alinea, van het Schengen-protocol bedoelde leden van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van IJsland en Noorwegen, met eenparigheid van stemmen worden genomen tenzij in het reglement van orde of de overeenkomstig artikel 6, tweede alinea, van het Schengen-protocol te sluiten overeenkomst anders is bepaald." 2. Verklaring van de Raad en de Commissie met betrekking tot Richtlijn 95/46/EG "Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31) is niet opgenomen in bijlage B bij de Overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengen-acquis, gezien het voorstel van de Commissie van 2 december 1998 voor een besluit van het Gemengd Comité van de EER om die richtlijn in bijlage XI bij EER-overeenkomst op te nemen(1). De Europese Unie is van oordeel dat deze richtlijn een integrerend deel van het Schengen-acquis uitmaakt, voorzover daarmee bepalingen van de Overeenkomst van Schengen van 1990 ingevolge artikel 134 van die Overeenkomst, zijn vervangen. Mocht de richtlijn niet in bijlage XI van de EER-Overeenkomst worden opgenomen, dan gaat de Unie ervan uit dat de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen de nodige maatregelen zullen nemen om voor toepassing van de bepalingen ervan te zorgen. Deze verklaring zal samen met de tekst van genoemde Overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen worden bekendgemaakt." 3. Verklaring die is opgenomen in de Raadsnotulen bij de aanneming van de onderhandelingsrichtsnoeren "De Raad komt overeen dat elk punt dat onder de uitvoering van de Overeenkomst met IJsland en Noorwegen valt, te gelegener tijd op de agenda van het Gemengd Comité moet worden opgenomen. Voor de vergadering van dit Comité roept het Voorzitterschap, indien het die noodzakelijk acht, of op verzoek van de delegatie of van de Commissie de aangewezen instantie van de Raad bijeen zodat kan worden vastgesteld ofwel dat het niet nodig is een bepaald punt aan het Gemengd Comité voor te leggen, ofwel dat het voor een punt nuttig is dat hierover eerst binnen de Unie besprekingen worden gevoerd of besluiten worden genomen. (Visumvraagstukken bijvoorbeeld, of andere kwesties waarop de in artikel 6 van het Schengenprotocol bedoelde associatieprocedure strikt genomen niet geldt). Ad punt 1 van de lijst(2) het Gemengd Comité kan bij de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam pas na het verstrijken van een redelijke termijn worden belast met voorstellen waarover in de Unie onderhandelingen aan de gang zijn, of met de aanpassing of ontwikkeling van de besluiten die gegrond zijn op het Verdrag betreffende de Europese Unie. Het feit dat voor bepaalde vraagstukken de procedure die zal worden vastgesteld bij de op grond van artikel 6, eerste alinea, van het Schengenprotocol te sluiten overeenkomst niet zal worden gevolgd, sluit natuurlijk niet uit dat de IJslandse en de Noorse partner regelmatig in kennis kunnen worden gesteld van de ontwikkelingen binnen de Unie met betrekking tot deze vraagstukken." 4. Verklaring van de onderhandelingsdelegaties die is afgelegd bij de parafering van de Overeenkomst "De onderhandelingsdelegaties nemen nota van verklaring 47 van de Intergouvernementele Conferentie bij gelegenheid van de ondertekening van het Verdrag van Amsterdam. Zij zijn het erover eens dat het wenselijk zou zijn dat de partijen bij de Overeenkomst de noodzakelijke voorbereidende maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de Overeenkomst en het Verdrag van Amsterdam op dezelfde datum in werking kunnen treden." 5. Verklaring van de onderhandelingsdelegaties van het voorzitterschap van de Raad, de Commissie en Noorwegen "De onderhandelingsdelegaties van het voorzitterschap van de Raad, de Commissie en Noorwegen gaan er alle van uit dat het vraagstuk betreffende de gevallen waarin uit hoofde van de Noorse wetgeving voorlopige toepassing mogelijk zou zijn, de toepassing van artikel 8, lid 4, van die Overeenkomst onverlet laat." (1) Raadsdocument 13992/98 EEE 96 ECO 466 van 9 december 1998. (2) Zie artikel 1 van het ontwerp-besluit van de Raad inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze Staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de verdere ontwikkeling van het Schengenacquis (doc. 6611/3/99 SCHENGEN 17 herz. 3 van 22 april 1999).