EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023R0734

Verordening (EU) 2023/734 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2023 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 549/2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie en tot intrekking van elf rechtshandelingen op het gebied van nationale rekeningen (Voor de EER relevante tekst)

PE/64/2022/REV/1

PB L 97 van 5.4.2023, p. 1–114 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/734/oj

5.4.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 97/1


VERORDENING (EU) 2023/734 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 15 maart 2023

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 549/2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie en tot intrekking van elf rechtshandelingen op het gebied van nationale rekeningen

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 338, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) is een herzien Europees systeem van nationale en regionale rekeningen (ESR 2010) ingesteld en is het referentiekader vastgesteld voor gemeenschappelijke normen, definities, classificaties en registratieregels voor de opstelling van de rekeningen van de lidstaten die voor de statistische behoeften van de Unie worden gebruikt, om ervoor te zorgen dat de resultaten van de lidstaten onderling vergelijkbaar zijn.

(2)

Bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013 voorziet in de methode voor het opstellen van de rekeningen van de lidstaten.

(3)

Bij de toepassing van Verordening (EU) nr. 549/2013 zijn in bijlage A bij die verordening kleine inconsistenties in de tekst vastgesteld, en deze inconsistenties moeten worden gecorrigeerd.

(4)

Bijlage B bij Verordening (EU) nr. 549/2013 (het “indieningsprogramma”) bevat een reeks tabellen met gegevens van de nationale rekeningen, waaronder de daarmee samenhangende metagegevens, die de lidstaten binnen vastgestelde termijnen aan de Commissie (Eurostat) moeten toezenden ten behoeve van de doelstellingen van de Unie.

(5)

Het indieningsprogramma moet worden bijgewerkt om rekening te houden met de veranderende gebruikersbehoeften, met nieuwe beleidsprioriteiten en met de ontwikkeling van nieuwe economische activiteiten in de Unie.

(6)

De in te dienen metagegevens over structurele informatie moeten in overeenstemming zijn met de beginselen die zijn beschreven in Aanbeveling (EU) 2023/397 van de Commissie (4). Nieuwe eisen betreffende de indiening van metagegevens mogen geen buitensporige extra kosten of buitensporige administratieve lasten voor de lidstaten met zich meebrengen.

(7)

Tijdens de 49e zitting van de Statistische Commissie van de Verenigde Naties werd de herziene versie van de classificatie van individuele verbruiksfuncties per doel (COICOP 2018) als internationaal aanvaarde norm beschouwd en goedgekeurd. Verordening (EU) nr. 549/2013 verwijst naar de vorige versie (COICOP 1999) in bijlagen A en B, en die verwijzingen moeten daarom worden bijgewerkt.

(8)

Verordening (EU) nr. 549/2013 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

Aangezien de uitvoering van deze verordening ingrijpende aanpassingen van de nationale statistische systemen zal vergen, moet de Commissie de lidstaten afwijkingen toestaan. Dergelijke afwijkingen moeten tijdelijk zijn en voor een maximumduur van drie jaar worden toegestaan. De Commissie moet de betrokken lidstaten steunen in hun inspanningen om de vereiste aanpassingen van hun statistische systemen aan te brengen, zodat de afwijkingen zo snel mogelijk kunnen worden beëindigd.

(10)

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EU) nr. 549/2013 en Verordening (EU) 2019/516 van het Europees Parlement en de Raad (5) zijn elf rechtshandelingen op basis van het vorige Europees systeem van nationale en regionale rekeningen, dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad (6) (ESR 1995), niet langer relevant. De in de onderhavige verordening uiteengezette maatregelen vervangen de maatregelen van Verordeningen (EG) nr. 359/2002 (7), (EG) nr. 1221/2002 (8), (EG) nr. 1267/2003 (9), (EG) nr. 501/2004 (10), (EG) nr. 1161/2005 (11), (EG) nr. 1392/2007 (12) en (EG) nr. 400/2009 (13) van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 1222/2004 van de Raad (14), Verordening (EG) nr. 264/2000 van de Commissie (15) en Beschikkingen 98/715/EG (16) en 2002/990/EG (17) van de Commissie. Die handelingen moeten daarom worden ingetrokken.

(11)

Deze verordening moet van toepassing zijn vanaf 1 september 2024 om samen te vallen met het overeengekomen tijdschema voor de geharmoniseerde-benchmarksherziening van de nationale rekeningen in de lidstaten. Dit belet de lidstaten niet hun statistieken vóór die algemene toepassingsdatum overeenkomstig de gewijzigde bijlagen samen te stellen. Om te zorgen voor voldoende tijd voor de aanpassing aan nieuwe indieningsvereisten, dient een nieuwe verplichting voor de indiening van metagegevens over structurele informatie vanaf 1 september 2025 van toepassing te zijn, ook al kunnen die metagegevens reeds vóór die datum vrijwillig worden ingediend.

(12)

Om de sociale en economische gevolgen van de COVID-19-crisis te verzachten en de veerkracht van de economieën en maatschappelijke structuren van de lidstaten te versterken, heeft de Unie belangrijke initiatieven genomen, met name NextGenerationEU en de bij Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad (18) ingestelde herstel- en veerkrachtfaciliteit. Tegen die achtergrond moeten de statistieken van de Unie de statistische rekeningen van de instellingen en organen van de Unie naar behoren weerspiegelen. Daartoe moeten de technische werkzaamheden worden voortgezet, zodat een robuuste methode wordt ontwikkeld met het oog op de opstelling en verspreiding van statistische rekeningen door de Commissie (Eurostat), met inbegrip van het vorderingenoverschot/-tekort zoals gedefinieerd in het ESR 2010 en de uitstaande Maastrichtschulden. De Commissie (Eurostat) moet uiterlijk op 31 maart 2024 bij het Europees Parlement en de Raad een verslag indienen over de in dat verband geboekte vooruitgang.

(13)

Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk de invoering van gemeenschappelijke statistische maatstaven om geharmoniseerde gegevens van de nationale rekeningen te verkrijgen met het oog op algemene vergelijkbaarheid op Unieniveau, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen ervan beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.

(14)

Gegevens over apparatuur op het gebied van informatie- en communicatietechnologie zijn van essentieel belang ter ondersteuning van de analyse en de beleidsvorming in het kader van prioritaire beleidsmaatregelen in verband met digitalisering en de Europese Green Deal, die tot doel heeft het concurrentievermogen te versterken en de verdere ontwikkeling van nieuwe technologieën te ondersteunen. Evenzo zijn gegevens over bebouwde grond belangrijk voor de analyse van investeringen en welvaart op Unieniveau. De Commissie (Eurostat) en de nationale bureaus voor de statistiek moeten de methodologische werkzaamheden die de afgelopen jaren op dit gebied zijn verricht, voortzetten om over meer gedetailleerde gegevens te beschikken in het kader van de toekomstige herziening van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen.

(15)

Periodieke bijwerking is nodig om rekening te houden met de interactie tussen globalisering, de groene en de digitale transitie en de nationale rekeningen, zodat besluitvormers beschikken over de nodige gegevens en kennis om te kunnen zorgen voor concurrentievermogen, financiële stabiliteit, budgettaire veerkracht, gezonde overheidsfinanciën en een eerlijk fiscaal beleid. Voorts is tijdens de 51e zitting van de Statistische Commissie van de Verenigde Naties de gemeenschappelijke werkgroep van secretariaten inzake nationale rekeningen reeds verzocht een routekaart op te stellen voor de herziening van het systeem van nationale rekeningen van 2008. Het is de bedoeling dat de Statistische Commissie van de Verenigde Naties het herziene systeem van nationale rekeningen in 2025 goedkeurt.

(16)

De actualisering van internationale handleidingen over nationale rekeningen is, met name wat betreft welzijn en duurzaamheid, noodzakelijk, aangezien zeer veel activiteiten die gevolgen hebben voor het economisch welzijn van de bevolking, buiten de eigenlijke productie plaatsvinden.

(17)

De herziening van het systeem van nationale rekeningen van 2008 in 2025 zal de gelegenheid bieden om de internationaal overeengekomen concepten, definities, classificaties en registratieregels bij te werken teneinde mondiale uitdagingen in verband met klimaatverandering, veiligheid, ongelijkheid, duurzaamheid en welzijn aan te pakken, en zal cruciaal zijn om beleidsmakers te helpen gefundeerde besluiten te nemen teneinde de economische, sociale en territoriale cohesie te bevorderen, sociale en genderongelijkheid te verminderen en de groene en de digitale transitie te stimuleren. De Commissie moet daarom op geregelde tijdstippen de vereiste informatie verstrekken en met het Europees Parlement en de Raad overleggen over de herziening van het systeem van nationale rekeningen van 2008 voordat de in 2025 geplande afronding ervan plaatsvindt.

(18)

Het Comité voor het Europees statistisch systeem is geraadpleegd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen in Verordening (EU) nr. 549/2013

Verordening (EU) nr. 549/2013 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

“1.   In zoverre voor de toepassing van Verordening (EU) 2023/734 van het Europees Parlement en de Raad (*1) grote aanpassingen van een nationaal statistisch systeem nodig zijn, verleent de Commissie de lidstaten tijdelijke afwijkingen van de toepassing ervan middels uitvoeringshandelingen, voor een periode van maximaal drie jaar. Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 8, lid 2, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

(*1)  Verordening (EU) 2023/734 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2023 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 549/2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie en tot intrekking van elf rechtshandelingen op het gebied van nationale rekeningen (PB L 97 van 5.4.2023, blz. 1).”;"

b)

lid 3 wordt vervangen door:

“3.   Voor de in de leden 1 en 2 bepaalde doeleinden dienen de betrokken lidstaten uiterlijk op 26 juli 2023 een met redenen omkleed verzoek in bij de Commissie.”

.

2)

Bijlage A wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

3)

Bijlage B wordt vervangen door de tekst in bijlage II bij deze verordening.

Artikel 2

Intrekking

De in bijlage III opgenomen rechtshandelingen worden ingetrokken.

Artikel 3

Evaluatie

Uiterlijk op 31 maart 2024 dient de Commissie (Eurostat) bij het Europees Parlement en bij de Raad een verslag in met een evaluatie van de geboekte vooruitgang met betrekking tot de statistische rekeningen van de instellingen en organen van de Unie, met inbegrip van het vorderingenoverschot/-tekort zoals gedefinieerd in het ESR 2010 en de uitstaande Maastrichtschulden. Op basis van dat verslag kan de Commissie, indien passend, een wetgevingsvoorstel indienen.

Artikel 4

Inwerkingtreding en toepassing

1.   Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2.   Deze verordening is van toepassing met ingang van 1 september 2024.

3.   In afwijking van lid 2 van dit artikel is artikel 1, punt 3), van deze verordening van toepassing met ingang van 1 september 2025 wat betreft de verplichting om metagegevens over structurele informatie als bedoeld in punt 10 van bijlage B bij Verordening (EU) nr. 549/2013 in te dienen.

4.   In afwijking van lid 3 van dit artikel is de verplichting om metagegevens over structurele informatie als bedoeld in punt 10 van bijlage B bij Verordening (EU) nr. 549/2013 in te dienen, van toepassing met ingang van 1 september 2024 wat tabel 27 van die bijlage betreft.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 15 maart 2023.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

R. METSOLA

Voor de Raad

De voorzitter

J. ROSWALL


(1)  PB C 218 van 2.6.2022, blz. 2.

(2)  Standpunt van het Europees Parlement 2 februari 2023 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 21 februari 2023.

(3)  Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie (PB L 174 van 26.6.2013, blz. 1).

(4)  Aanbeveling (EU) 2023/397 van de Commissie van 17 februari 2023 betreffende referentiemetagegevens en kwaliteitsverslagen voor het Europees statistisch systeem, ter vervanging van Aanbeveling 2009/498/EG betreffende referentiemetagegevens voor het Europees statistisch systeem (PB L 53 van 21.2.2023, blz. 104).

(5)  Verordening (EU) 2019/516 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2019 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen en tot intrekking van Richtlijn 89/130/EEG, Euratom van de Raad en Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad (bni-verordening) (PB L 91 van 29.3.2019, blz. 19).

(6)  Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad van 25 juni 1996 inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap (PB L 310 van 30.11.1996, blz. 1).

(7)  Verordening (EG) nr. 359/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2002 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad, wat het gebruik van het ESR 1995 bij de vaststelling van de betalingen van de lidstaten aan de eigen middelen uit de BTW betreft (PB L 58 van 28.2.2002, blz. 1).

(8)  Verordening (EG) nr. 1221/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 met betrekking tot niet-financiële kwartaalrekeningen van de overheid (PB L 179 van 9.7.2002, blz. 1).

(9)  Verordening (EG) nr. 1267/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad betreffende de indieningstermijnen voor de belangrijkste aggregaten van de nationale rekeningen, de afwijkingen met betrekking tot de indiening van de belangrijkste aggregaten van de nationale rekeningen en de indiening van gegevens over de werkzame personen volgens de parameter "gewerkte uren" (PB L 180 van 18.7.2003, blz. 1).

(10)  Verordening (EG) nr. 501/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende financiële kwartaalrekeningen van de overheid (PB L 81 van 19.3.2004, blz. 1).

(11)  Verordening (EG) nr. 1161/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2005 betreffende de opstelling van niet-financiële kwartaalrekeningen per institutionele sector (PB L 191 van 22.7.2005, blz. 22).

(12)  Verordening (EG) nr. 1392/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad, wat de indiening van gegevens van de nationale rekeningen betreft (PB L 324 van 10.12.2007, blz. 1).

(13)  Verordening (EG) nr. 400/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap, wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft (PB L 126 van 21.5.2009, blz. 11).

(14)  Verordening (EG) nr. 1222/2004 van de Raad van 28 juni 2004 betreffende de berekening en indiening van gegevens over de driemaandelijkse overheidsschuld (PB L 233 van 2.7.2004, blz. 1).

(15)  Verordening (EG) nr. 264/2000 van de Commissie van 3 februari 2000 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad met betrekking tot kortetermijnstatistieken van de overheidsfinanciën (PB L 29 van 4.2.2000, blz. 4).

(16)  Beschikking 98/715/EG van de Commissie van 30 november 1998 ter verduidelijking van bijlage A van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap met betrekking tot de beginselen voor prijs- en volumemetingen (PB L 340 van 16.12.1998, blz. 33).

(17)  Beschikking 2002/990/EG van de Commissie van 17 december 2002 tot verdere verduidelijking van bijlage A bij Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad met betrekking tot de beginselen voor prijs- en volumemetingen in de nationale rekeningen (PB L 347 van 20.12.2002, blz. 42).

(18)  Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17).


BIJLAGE I

Bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In punt 1.51 wordt punt b) vervangen door:

“b)

de uitgaven voor wapensystemen die voldoen aan de algemene definitie van activa, zijn ingedeeld als investeringen in vaste activa en niet meer als intermediair verbruik;”.

2)

In punt 1.51 wordt punt h) vervangen door:

“h)

de behandeling van superdividenden betaald door vennootschappen in handen van de overheid is verduidelijkt, dat wil zeggen dat zij als uitzonderlijke betalingen moeten worden aangemerkt en als onttrekkingen aan het eigen vermogen moeten worden behandeld;”.

3)

In punt 1.118 wordt de titel van het schema vervangen door:

“Schema 1.1 — Schema van het rekeningenstelsel”.

4)

In punt 3.98 wordt de inleidende zin vervangen door:

“De consumptieve bestedingen (P.3) van de overheid omvatten twee categorieën , te vergelijken met die welke geboekt zijn voor de izw's t.b.v. huishoudens:”.

5)

Punt 3.105 wordt vervangen door:

“3.105

Uitgaande van de classificatie van individuele verbruiksfuncties (Classification of Individual Consumption by Purpose — COICOP) komen de individuele consumptieve bestedingen van de overheid overeen met afdeling 15 van die classificatie, die de volgende groepen omvat:

15.1

Huisvesting (komt overeen met COFOG-groep 10.6)

15.2

Gezondheid (komt overeen met de COFOG-groepen 7.1 tot en met 7.4)

15.3

Recreatie en cultuur (komt overeen met de COFOG-groepen 8.1 en 8.2)

15.4

Onderwijs (komt overeen met de COFOG-groepen 9.1 tot en met 9.6)

15.5

Sociale bescherming (komt overeen met de COFOG-groepen 10.1 tot en met 10.5 en groep 10.7)”.

6)

Punt 3.124 wordt vervangen door:

“3.124

Definitie: de bruto-investeringen in vaste activa (P.51g) bestaan uit het saldo van de gedurende een bepaalde periode door ingezeten producenten verrichte aan- en verkopen van vaste activa, plus bepaalde toevoegingen aan de waarde van niet-geproduceerde activa die zijn gerealiseerd door de productieve activiteit van producerende of institutionele eenheden. Vaste activa zijn voortgebrachte activa die langer dan één jaar in de productie worden gebruikt.”.

7)

In punt 3.132 wordt punt c) vervangen door:

“c)

computerprogrammatuur en databanken die gedurende meer dan één jaar in het productieproces worden gebruikt;”.

8)

Punt 3.138 wordt vervangen door:

“3.138

Zowel bij de eigendomsoverdracht van geproduceerde activa, inclusief vaste activa, als bij die van niet-geproduceerde activa, zoals grond, kunnen kosten worden gemaakt.

Bij geproduceerde activa maken deze kosten deel uit van de aankoopprijs. In het geval van grond en andere niet-geproduceerde activa worden zij gescheiden van de koop en verkoop zelf en bij de classificatie van de bruto-investeringen in vaste activa in een afzonderlijke rubriek (P.512) geregistreerd.”.

9)

In punt 3.181 wordt de laatste zin vervangen door:

“De overdracht van bestaande goederen wordt geregistreerd als een negatieve uitgave (verkoop) voor de verkoper en een positieve uitgave (aankoop) voor de koper.”.

10)

In punt 4.40 wordt de derde zin geschrapt.

11)

Punt 4.50 wordt vervangen door:

“4.50

Rente wordt geregistreerd op transactiebasis, d.w.z. rente wordt geregistreerd naar rato van de periode waarin de hoofdsom heeft uitgestaan. De aldus aangegroeide rente moet in elke verslagperiode worden geregistreerd, ongeacht of zij werkelijk is betaald of is toegevoegd aan de uitstaande hoofdsom. Wanneer de rente niet is betaald, wordt de toename van de hoofdsom in de financiële rekening opgenomen in de vorm van een actief bij de crediteur en een even groot passief bij de debiteur.”.

12)

(heeft geen betrekking op het Nederlands)

13)

In punt 4.93 wordt punt a) vervangen door:

“a)

sociale premies betaald door personen die niet wettelijk verplicht zijn om bij te dragen aan een socialezekerheidsfonds;”.

14)

Punt 5.235 wordt vervangen door:

“5.235

Verleende maar nog niet betaalde indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) worden opgenomen in het bijbehorende financiële instrument, en vooruitbetaalde verzekeringspremies worden opgenomen in de technische voorzieningen schadeverzekering (F.61); in geen van beide gevallen vindt registratie plaats onder handelskredieten.”.

15)

In punt 5.236 wordt punt c) vervangen door:

“c)

nog niet vervallen huursommen voor gebouwen, en”.

16)

Punt 7.88 wordt vervangen door:

“7.88

De marktwaarde van termijncontracten kan zowel positief (actief) als negatief (passief) zijn, afhankelijk van de prijsbewegingen van de onderliggende posities, en kan daarom zowel voor de schrijver als voor de houder verschuiven van een actief naar een passief en omgekeerd. Sommige termijncontracten gaan gepaard met margebetalingen, waarbij winst of verlies dagelijks wordt vastgesteld; in dat geval bedraagt de balanswaarde nul.”.

17)

In punt 8.09 wordt tabel 8.1 vervangen door:

“Tabel 8.1

Synoptische presentatie van de rekeningen, de saldi en de belangrijkste aggregaten

Rekeningen

Saldi

Belangrijkste aggregaten

Compleet rekeningenstelsel voor institutionele sectoren

Lopende rekeningen

I.

Productierekening

I.

Productierekening

 

 

 

 

B.1g

Toegevoegde waarde (bruto)

Bruto binnenlands product (bbp)

 

II.

Inkomensverdelings- en inkomens-bestedingsrekeningen

II.1

Primaire inkomensverdelingsrekeningen

II.1.1

Inkomensvormingsrekening

 

 

B.2g

B.3g

Exploitatieoverschot (bruto)

Gemengd inkomen (bruto)

 

 

 

 

 

 

II.1.2

Rekening voor bestemming van primaire inkomens

II.1.2.1

Rekening voor inkomen uit bedrijfsuitoefening

B.4g

Inkomen uit bedrijfsuitoefening (bruto)

 

 

 

 

 

 

 

 

II.1.2.2

Rekening voor bestemming van overige primaire inkomens

B.5g

Saldo primaire inkomens (bruto)

Bruto nationaal inkomen (bni)

 

 

 

II.2

Secundaire inkomensverdelingsrekening

 

 

 

 

B.6g

Beschikbaar inkomen (bruto)

Bruto nationaal beschikbaar inkomen

 

 

 

II.3

Tertiaire inkomensverdelingsrekening

 

 

 

 

B.7g

Alternatief beschikbaar inkomen (bruto)

 

 

 

 

II.4

Inkomensbestedingsrekening

II.4.1

Rekening voor besteding van het beschikbaar inkomen

 

 

B.8g

Besparingen (bruto)

Bruto nationale besparingen

 

 

 

 

 

II.4.2

Rekening voor besteding van het alternatief beschikbaar inkomen

 

 

 

 

 

Accumulatierekeningen

III.

Accumulatierekeningen

III.1

Kapitaalrekening

III.1.1

Rekening voor mutaties in het vermogenssaldo a.g.v. besparingen en kapitaaloverdrachten

 

 

B.101

Mutaties in het vermogenssaldo als gevolg van besparingen en kapitaaloverdrachten

 

 

 

 

 

 

III.1.2

Kapitaalvormingsrekening

 

 

B.9

Vorderingenoverschot (+) c.q. -tekort (–)

 

 

 

 

III.2

Financiële rekening

 

 

 

 

B.9F

Vorderingenoverschot (+) c.q. -tekort (–)

 

 

 

 

III.3

Rekening voor overige mutaties in activa

III.3.1

Rekening voor overige volumemutaties in activa

 

 

B.102

Mutaties in het vermogenssaldo a.g.v. overige volumemutaties in activa

 

 

 

 

 

 

III.3.2

Herwaarderingsrekeningen

 

 

B.103

Mutaties in het vermogenssaldo a.g.v. nominale waarderingsverschillen

 

 

 

 

 

 

 

 

III.3.2.1

Rekening voor neutrale verschillen

B.1031

Mutaties in het vermogenssaldo a.g.v. neutrale waarderingsverschillen

 

 

 

 

 

 

 

 

III.3.2.2

Rekening voor reële waarderingsverschillen

B.1032

Mutaties in het vermogens-saldo a.g.v. reële waarderingsverschillen

 

Balansen

IV.

Balansen

IV.1

Beginbalans

 

 

 

 

B.90

Vermogens-saldo

Nationaal vermogen

 

 

 

IV.2

Balansmutaties

 

 

 

 

B.10

Mutaties in het vermogens-saldo, totaal

Mutaties in het nationaal vermogen

 

 

 

IV.3

Eindbalans

 

 

 

 

B.90

Vermogens-saldo

Nationaal vermogen

Transactierekeningen

 

0.

Goederen- en dienstenrekening

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Buitenlandrekening (rekening voor transacties van het buitenland)

Lopende rekening

V.

Buitenlandrekening

V.I

Rekening voor goederen- en dienstentransacties van het buitenland

 

 

 

 

B.11

Saldo goederen- en dienstentransacties van het buitenland

Saldo goederen- en dienstentransacties van het buitenland

 

 

 

V.II

Rekening voor inkomenstransacties van het buitenland

 

 

 

 

B.12

Saldo lopende transacties van het buitenland

Saldo lopende transacties van het buitenland

Accumulatierekeningen

 

 

V.III

Rekeningen voor accumulatietransacties van het buitenland

V.III.1

Kapitaalrekening

V.III.1.1

Rekening voor mutaties in het vermogenssaldo a.g.v. besparingen en kapitaaloverdrachten

B.101

Mutaties in het vermogenssaldo a.g.v. het saldo lopende transacties van het buitenland en kapitaaloverdrachten

 

 

 

 

 

 

 

 

V.III.1.2

Kapitaalvormingsrekening

B.9

Vorderingenoverschot (+) c.q. -tekort (–)

 

 

 

 

 

 

V.III.2

Financiële rekening

 

 

B.9F

Vorderingenoverschot (+) c.q. -tekort (–)

Vorderingenoverschot (+) c.q. -tekort (-)

 

 

 

 

 

V.III.3

Rekening voor overige mutaties in activa

V.III.3.1

Rekening voor overige volumemutaties in activa

B.102

Mutaties in het vermogenssaldo a.g.v. overige volumemutaties in activa

 

 

 

 

 

 

 

 

V.III.3.2

Herwaarderingsrekeningen

B.103

Mutaties in het vermogens-saldo a.g.v. nominale waarderingsverschillen

 

Balansen

 

 

V.IV

Balansen van het buitenland

V.IV.1

Beginbalans

 

 

B.90

Vermogens-saldo

Netto financiële positie van het buitenland

 

 

 

 

 

V.IV.2

Balansmutaties

 

 

B.10

Mutaties in het vermogens-saldo

 

 

 

 

 

 

V.IV.3

Eindbalans

 

 

B.90

Vermogenssaldo

Netto financiële positie van het buitenland”

18)

Punt 9.61 wordt vervangen door:

“9.61

De analyse-eigenschappen van tabellen van het type product × product en die van het type bedrijfstak × bedrijfstak verschillen echter niet veel. De verschillen tussen beide worden veroorzaakt door een eventuele nevenproductie, die doorgaans beperkt is. In de praktijk moet bij analytische toepassingen van input-outputtabellen impliciet een bedrijfstaktechnologie worden verondersteld, ongeacht de oorspronkelijke methode van samenstelling van de tabellen. Voorts is elke tabel van het type product × product in de praktijk een bewerkte tabel van het type bedrijfstak × bedrijfstak, aangezien alle in de aanbod- en gebruikstabellen voorkomende kenmerken van de EEA en onderneming behouden zijn.”.

19)

Punt 10.27 wordt vervangen door:

“10.27

Bij dienstentransacties is het vaak moeilijker de kenmerken van de fysieke eenheid vast te stellen, zodat er verschil van mening kan rijzen over de aan te houden criteria. Dit probleem kan belangrijke bedrijfstakken betreffen, zoals financiële intermediatie, groot- en detailhandel, zakelijke dienstverlening, onderwijs, onderzoek en ontwikkeling, gezondheidszorg en recreatie. De keuze van fysieke eenheden voor dergelijke activiteiten wordt uiteengezet in het Handbook on prices and volume measures in national accounts (Handboek inzake prijs- en volumemetingen in de nationale rekeningen)  (*1).

(*1)  Eurostat, Handbook on prices and volume measures in national accounts, 2016.”."

20)

In punt 10.56 wordt de tweede voetnoot vervangen door:

“Eurostat-OECD, Eurostat-OECD Methodological Manual on Purchasing Power Parities, 2012.”.

21)

In punt 14.06 wordt de tweede zin vervangen door:

“Bij de IGDFI-berekeningen gaat het vooral om de subsectoren S.122 en S.125; volgens afspraak worden voor de centrale bank geen IGDFI berekend (zie punt 14.16).”.

22)

(heeft geen betrekking op het Nederlands)

23)

In punt 15.31 wordt tabel 15.4 vervangen door:

“Tabel 15.4

Registratie van het gebruik en de aankoop van niet-financiële activa naar soort transactie en stroom

Soort transactie/andere economische stroom

Soort gebruik/aankoop en soort actief en soort betaling

Intermediair verbruik

Operationele lease van geproduceerde activa, bijvoorbeeld machines en intellectuele-eigendomsrechten

Periodieke betalingen door ondernemingen voor de levering van water

IGDFI-diensten in verband met de verstrekking van een financiële lease

Verbruik van vaste activa

Alleen voor geproduceerde activa, en voor de economische eigenaar

Consumptieve bestedingen

Operationele lease van duurzame consumptiegoederen

Aankoop van duurzame consumptiegoederen, ook indien gefinancierd door middel van een financiële lease of een huurkoopovereenkomst

Aankoop van niet-financiële activa

 

Investeringen in vaste activa

Aankoop van geproduceerde activa, ook indien gefinancierd door middel van een financiële lease

Aankoop van natuurlijke hulpbronnen

Aankoop van een natuurlijke hulpbron, met inbegrip van het recht op gebruik tot uitputting

Aankoop van het recht om een natuurlijke hulpbron gedurende een lange periode te gebruiken, bijvoorbeeld een visquotum

Aankoop van andere niet-geproduceerde activa

Overdraagbare timesharingovereenkomsten

Aankoop van een aan derden overdraagbaar contract

Contracten voor toekomstige productie, bijvoorbeeld contracten met voetballers en schrijvers

Betaling als inkomen uit vermogen: huur

Lease van hulpbronnen, d.w.z. betaling voor het gebruik van een natuurlijke hulpbron gedurende een korte termijn

Periodieke betalingen voor het recht om water te winnen

Financiële lease, d.w.z. aankoop van een niet-financieel actief dat tegelijkertijd door een lening wordt gefinancierd

Inkomensoverdracht

Door de overheid afgegeven vergunningen om een specifieke activiteit uit te oefenen die niet afhangt van kwalificatiecriteria, of waarvoor een vergoeding moet worden betaald die niet in verhouding staat tot de kosten om het vergunningstelstel te beheren

Door de overheid afgegeven emissievergunningen om de totale emissie te beheersen

Niet-productgebonden belastingen op productie

 

Financiële transactie: lening

Financiële lease, d.w.z. aankoop van een niet-financieel actief dat tegelijkertijd door een lening wordt gefinancierd

Overige volumemutaties in activa

Uitputting van natuurlijke hulpbronnen door de eigenaar

Illegale bosexploitatie, visserij of jacht (niet-gecompenseerde confiscatie van in cultuur gebrachte activa of natuurlijke hulpbronnen)

Wijziging van de prijs van activa

Afloop van als activa geregistreerde contracten en vergunningen”

24)

Punt 15.32 wordt vervangen door:

“15.32

Wanneer de overheid bijvoorbeeld het aantal taxi's of casino's beperkt door vergunningen af te geven, creëert zij in feite monopoliewinst voor de erkende exploitanten en int zij een deel van de winst als vergoeding. Dergelijke vergoedingen worden als niet-productgebonden belastingen op productie geregistreerd. Dit beginsel geldt voor alle gevallen waarin de overheid vergunningen afgeeft om het aantal op een bepaald gebied actieve eenheden te beperken en waarbij het maximumaantal willekeurig wordt vastgesteld en niet alleen van kwalificatiecriteria afhangt.”.

25)

Punt 15.35 wordt vervangen door:

“15.35

De vergunning om specifieke activiteiten uit te oefenen, verschijnt als actief voor het eerst in de rekening voor overige volumemutaties in activa. Waardeveranderingen, zowel naar boven als naar beneden, worden in de herwaarderingsrekening van de verkrijger geregistreerd.”.

26)

In punt 16.67 wordt tabel 16.1 vervangen door:

“Tabel 16.1

Schadeverzekering

Bestedingen

Middelen

 

 

 

S.1

S.15

S.14

S.13

S.12

S.11

 

 

S.11

S.12

S.13

S.14

S.15

S.1

 

 

 

 

Corresponderende posten in de

 

Corresponderende posten in de

 

Totaal

Goederen- en dienstenrekening

Buitenlandrekening

Totale economie

Izw's t.b.v. huishoudens

Huishoudens

Overheid

Financiële instellingen

Niet-financiële instellingen

 

Transacties en saldi

Niet-financiële instellingen

Financiële instellingen

Overheid

Huishoudens

Izw's t.b.v. huishoudens

Totale economie

Buitenland

Goederen- en dienstenrekening

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Buitenland-rekening

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0

 

0

 

 

 

 

 

 

P.62

Uitvoer van diensten

 

 

 

 

 

 

 

0

0

0

0

 

 

 

 

 

 

 

P.72

Invoer van diensten

 

 

 

 

 

 

0

 

0

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Productierekening

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6

6

 

 

 

 

 

 

 

P.1

Output

 

6

 

 

 

6

 

 

6

4

 

0

4

0

3

0

0

1

P.2

Intermediair verbruik

 

 

 

 

 

 

 

4

4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Primaire inkomens-verdelings-rekening

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6

 

 

6

 

 

 

6

 

D.441

Inkomen uit vermogen toe te rekenen aan polishouders

5

0

0

1

0

6

0

 

6

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Secundaire inkomensverdelingsrekening

 

 

 

 

 

 

 

 

 

44

 

1

43

0

31

4

0

8

D.711

Premies schadeverzekering (netto)

 

44

 

 

 

44

 

 

44

45

 

0

45

 

 

 

45

 

D.721

Uitkeringen schadeverzekering

6

0

1

35

0

42

3

 

45

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Rekening voor besteding van het beschikbaar inkomen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

 

 

2

 

2

 

 

 

P.3

Consumptieve bestedingen

 

 

 

 

 

 

 

2

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Beginbalans

 

 

 

 

 

 

 

 

 

74

 

0

74

 

40

0

9

25

AF.61

Technische voorzieningen schadeverzekering

 

74

 

 

 

74

 

 

74

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eindbalans

 

 

 

 

 

 

 

 

 

81

 

0

81

0

44

0

11

25

AF.61

Technische voorzieningen schadeverzekering

 

81

 

 

 

81

 

 

81

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Financiële transactie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7

 

0

7

0

4

0

2

1

F.61

Technische voorzieningen schadeverzekering

 

7

 

 

 

7

 

 

7

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Herwaarderingsrekening

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0

 

0

0

0

0

0

0

0

AF.61

Technische voorzieningen schadeverzekering

 

0

 

 

 

0

 

 

0 ”

27)

Punt 17.148 wordt vervangen door:

“17.148

Als de overheid de verantwoordelijkheid voor de pensioenvoorziening van de werknemers van een niet-overheidsinstelling via een expliciete transactie op zich neemt, moeten alle betalingen door de niet-overheidsinstelling worden geregistreerd als vooruitbetaalde sociale premies (F.89). Dit type regeling wordt nader besproken in de punten 20.273 t/m 20.275.”.

28)

Punt 17.165 wordt vervangen door:

“17.165

De disconteringsvoet die in het geval van tot heden opgebouwde pensioenrechten wordt toegepast op ramingen van toekomstige pensioenuitkeringen, is een van de belangrijkste veronderstellingen in het model van een pensioenregeling, omdat het geaccumuleerde effect ervan na vele decennia heel groot kan zijn. De disconteringsvoet van een gekozen benadering kan in de loop van de tijd veranderen, wat leidt tot waarderingsverschillen in de rekeningen.”.

29)

In punt 18.26 wordt de voetnoot vervangen door:

“Verenigde Naties, International Merchandise Trade Statistics: Concepts and definitions, 2010.”.

30)

In de punten 20.57, 20.63 en 20.65 worden de woorden “(m.u.v. sociale zekerheid)” vervangen door de woorden “(m.u.v. socialezekerheidsfondsen)”.

31)

In punt 20.76 wordt de tabel vervangen door:

“Totaal inkomsten

=

 

totaal belastingen

D.2 + D.5 + D.91

 

 

+

sociale premies (netto)

D.61

 

 

+

totaal verkoop van goederen en diensten

P.11 + P.12 + P.131

 

 

+

overige lopende inkomsten

D.39 + D.4 + D.7

 

 

+

overige kapitaalinkomsten

D.92 + D.99”

32)

Punt 20.77 wordt vervangen door:

“20.77

Het totaal aan belastingen bestaat uit belastingen op productie en invoer (D.2), belastingen op inkomen, vermogen enz. (D.5) en vermogensheffingen (D.91). Het totaal aan sociale premies bestaat uit het saldo van werkelijke sociale premies (werkelijke sociale premies t.l.v. werkgevers (D.611) en werkelijke sociale premies t.l.v. huishoudens (D.613)), toegerekende sociale premies t.l.v. werkgevers (D.612) en aanvullende sociale premies t.l.v. huishoudens (D.614), minus de vergoeding voor de socialeverzekeringsregeling (D.61SC).”.

33)

In punt 20.84 wordt kader 20.1 vervangen door:

“Kader 20.1 — Van het centrale kader van het ESR tot GFS-transacties en -aggregaten

Middelen volgens het ESR

Inkomsten volgens de GFS op basis van het ESR

P.1

Output, waarvan

 

 

Marktoutput (P.11)

Verkoop van goederen en diensten

 

Output voor eigen finaal gebruik (P.12)

Verkoop van goederen en diensten

 

Niet-marktoutput (P.13), waarvan:

 

 

Betalingen voor niet-marktoutput (P.131)

Verkoop van goederen en diensten

 

Niet-marktoutput, overige (P.132)

Niet meegerekend in de totale inkomsten

D.2

Belastingen op productie en invoer (ontvangen)

Totaal belastingen

D.3

Subsidies (ontvangen)

Overige lopende inkomsten

D.4

Inkomen uit vermogen

Overige lopende inkomsten

D.5

Belastingen op inkomen en vermogen

Totaal belastingen

D.61

Sociale premies (netto)

Sociale premies (netto)

D.7

Overige inkomensoverdrachten

Overige lopende inkomsten

D.91r

Vermogensheffingen (ontvangen)

Totaal belastingen

D.92r

Investeringsbijdragen (ontvangen)

Overige kapitaalinkomsten

D.99r

Overige kapitaaloverdrachten (ontvangen)

Overige kapitaalinkomsten

 


Bestedingen en kapitaaltransacties in het ESR

GFS-uitgaven op basis van het ESR

P.2

Intermediair verbruik

Intermediair verbruik

D.1

Beloning van werknemers

Beloning van werknemers

D.2

Belastingen op productie en invoer (betaald)

Overige lopende uitgaven

D.3

Subsidies (betaald)

Subsidies

D.41

Rente

Rente

D.4

Inkomen uit vermogen (met uitzondering van D.41)

Overige lopende uitgaven

D.5

Belastingen op inkomen

Overige lopende uitgaven

D.62

Sociale uitkeringen (exclusief sociale overdrachten in natura)

Sociale uitkeringen (exclusief sociale overdrachten in natura)

D.632

Sociale overdrachten in natura via marktproducenten

Sociale overdrachten in natura via marktproducenten

D.7

Overige inkomensoverdrachten

Overige lopende uitgaven

D.8

Correctie voor mutaties in pensioenrechten

Overige lopende uitgaven

P.31

Individuele consumptieve bestedingen aan marktoutput

Sociale overdrachten in natura via marktproducenten

P.31

Individuele consumptieve bestedingen aan niet-marktoutput

Niet meegerekend in de totale uitgaven

P.32

Collectieve consumptieve bestedingen

Niet meegerekend in de totale uitgaven

P.5

Bruto-investeringen

Kapitaaluitgaven

NP

Saldo aan- en verkopen van niet-geproduceerde activa

Kapitaaluitgaven

D.92p

Investeringsbijdragen (betaald)

Kapitaaluitgaven

D.99p

Overige kapitaaloverdrachten (betaald)

Kapitaaluitgaven

In het centrale kader van het ESR is het vorderingenoverschot (+) c.q.-tekort (–) (B.9) het saldo van de kapitaalrekening. Het saldo van de sector overheid in de GFS-presentatie op basis van het ESR is gelijk aan het vorderingenoverschot (+) c.q. -tekort (–) (B.9). Hier wordt uitgelegd waarom dat zo is.

Het centrale kader van het ESR

De eerste rekening is de productierekening; daarom is in het ESR de output van een institutionele sector het eerste middel van die sector. Aangezien de meeste diensten van de overheid niet tegen economisch significante prijzen worden verkocht en dus niet-marktdiensten zijn, wordt de output van de overheid volgens afspraak berekend als de som van de productiekosten van deze diensten.

Op soortgelijke wijze worden ook de collectieve consumptieve bestedingen van de overheid, bestaande uit diensten die door de overheid aan de gemeenschap worden geleverd, zoals algemeen overheidsbestuur, defensie, openbare orde en veiligheid, berekend als de som van de productiekosten. Eveneens volgens afspraak zijn de collectieve consumptieve bestedingen (P.32) gelijk aan de werkelijke consumptie (P.4) van de overheid.

Individuele consumptieve bestedingen van huishoudens voor goederen en diensten die rechtstreeks door de overheid op niet-marktbasis worden geleverd, worden ook aan de hand van de productiekosten van die diensten berekend.

Bijgevolg worden in de overheidsrekeningen van het ESR twee stromen toegerekend:

1)

aan de middelenzijde de niet-marktoutput, overige (P.132), die in de productierekening wordt geregistreerd;

2)

aan de bestedingenzijde de werkelijke consumptie (P.4) en de sociale overdrachten in natura — niet-marktproducten (D.631). Deze worden respectievelijk in de tertiaire inkomensverdelingsrekening en de rekening voor de besteding van het alternatief beschikbaar inkomen geregistreerd.

Elke toegerekende stroom is gelijk aan de som van werkelijke stromen: de productiekosten. Deze twee toegerekende stromen, één aan de middelen- en één aan de bestedingenzijde, zijn in het ESR in evenwicht.

De GFS-presentatie op basis van het ESR

Om in de GFS-presentatie op basis van het ESR de totale inkomsten en uitgaven van de overheid te verkrijgen, worden dezelfde hoofdcategorieën van transacties gebruikt als in het ESR, maar wordt hoofdzakelijk uitgegaan van de werkelijke geldstromen. Van de toegerekende stromen worden er maar twee in aanmerking genomen: de toegerekende sociale premies en kapitaaloverdrachten in natura.

Het schrappen aan de middelenzijde van de niet-marktoutput (P.132) om de totale inkomsten te verkrijgen, en het schrappen aan de bestedingenzijde van de werkelijke consumptie (P.4 = P.32) en de sociale overdrachten in natura — niet-marktproducten (D.631) om de totale uitgaven te verkrijgen, resulteert in hetzelfde saldo: het vorderingenoverschot (+) c.q. -tekort (–) (B.9).

De enige sociale overdrachten in natura die bij de GFS-presentatie in het totaal van de overheidsuitgaven worden meegerekend, zijn de sociale overdrachten in natura aan huishoudens via marktproducenten (D.632), omdat overheidsinstellingen daarvoor werkelijke betalingen verrichten. Dit zijn ook de transacties die bij de som van de productiekosten (gelijk aan de niet-marktoutput, overige – P.132) moeten worden opgeteld om de consumptieve bestedingen van de overheid te verkrijgen.

P.3 = P.132 + D.632”

34)

(heeft geen betrekking op het Nederlands)

35)

Punt 20.130 wordt vervangen door:

“20.130

Als een overheidsinstelling financiële passiva terugkoopt, wordt dit geregistreerd als aflossing van financiële passiva en niet als verwerving van activa. Evenzo moet op subsector- of sectorniveau de aankoop door een overheidsinstelling van een financieel passief dat door een andere overheidsinstelling van die subsector is uitgegeven, in de geconsolideerde presentatie worden opgenomen als aflossing van een financieel passief door die subsector of sector.”.

36)

Punt 20.158 wordt vervangen door:

“20.158

Belastingen of subsidies die door de ene overheidsinstelling of -entiteit aan de andere worden betaald, mogen niet worden geconsolideerd. Productgebonden belastingen of subsidies kunnen niet in het systeem worden geconsolideerd omdat er voor dergelijke transacties geen tegenpartij in het ESR is; de desbetreffende bedragen worden niet afzonderlijk als uitgaven respectievelijk inkomsten opgevoerd, maar zijn opgenomen in, of uitgesloten van, de waarde van het intermediair verbruik of de verkopen.”.

37)

Punt 21.22 wordt vervangen door:

“21.22

Waarderingen van activa tegen de waarde in het economisch verkeer geven niet alleen een beter beeld van de balans dan waarderingen tegen de historische kostprijs, maar zij genereren ook meer gegevens op het vlak van waarderingsverschillen.”.

38)

Punt 22.13 wordt vervangen door:

“22.13

In de COICOP worden vijftien hoofdcategorieën onderscheiden:

a)

voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken;

b)

alcoholhoudende dranken, tabak en verdovende middelen;

c)

kleding en schoeisel;

d)

huisvesting, water, elektriciteit, gas en andere brandstoffen;

e)

stoffering, huishoudelijke apparaten en dagelijks onderhoud van de woning;

f)

gezondheid;

g)

vervoer;

h)

informatie en communicatie;

i)

recreatie, sport en cultuur;

j)

onderwijsdiensten;

k)

restaurants en accommodatiediensten;

l)

verzekeringen en financiële diensten;

m)

persoonlijke verzorging, sociale bescherming en diverse goederen en diensten;

n)

individuele consumptieve bestedingen van instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens (izw's t.b.v. huishoudens), en

o)

individuele consumptieve bestedingen van de overheid.

De eerste dertien categorieën geven samen de totale individuele consumptieve bestedingen door huishoudens. De laatste twee geven de individuele consumptieve bestedingen door de sectoren izw's t.b.v. huishoudens en overheid weer, d.w.z. hun sociale overdrachten in natura. Bij elkaar vormen de vijftien categorieën de werkelijke consumptie door huishoudens.”.

39)

Punt 22.14 wordt vervangen door:

“22.14

De individuele consumptieve bestedingen door izw's t.b.v. huishoudens en de overheid worden onderverdeeld in vijf gemeenschappelijke subcategorieën die overeenkomen met belangrijke beleidsgebieden: huisvesting, gezondheidszorg, recreatie en cultuur, onderwijs en sociale bescherming. Dit zijn ook COICOP-functies voor de individuele consumptieve bestedingen door huishoudens; sociale bescherming is een subcategorie van categorie 13 “persoonlijke verzorging, sociale bescherming en diverse goederen en diensten”. Daarom laat de COICOP voor elk van deze vijf gemeenschappelijke subcategorieën ook de rol van particuliere huishoudens, overheid en izw's t.b.v. huishoudens zien. Zo kan de rol van de overheid bij de verstrekking van huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs zichtbaar worden gemaakt.”.

40)

Punt 22.16 wordt vervangen door:

“22.16

De classificatie van overheidsuitgaven naar functie (COFOG) is een belangrijk instrument voor de beschrijving en analyse van de overheidsfinanciën. In deze classificatie worden tien hoofdafdelingen onderscheiden:

a)

algemeen overheidsbestuur;

b)

defensie;

c)

openbare orde en veiligheid;

d)

economische zaken;

e)

milieubescherming;

f)

huisvesting en gemeenschappelijke voorzieningen;

g)

gezondheid;

h)

recreatie, cultuur en godsdienst;

i)

onderwijs, en

j)

sociale bescherming.

De classificatie wordt gebruikt voor de indeling van individuele en collectieve consumptieve bestedingen door de overheid. Zij dient echter ook ter illustratie van de rol van andere soorten uitgaven, zoals subsidies, investeringsbijdragen en sociale uitkeringen, die in het kader van de uitvoering van het beleid worden gedaan.”.

41)

Hoofdstuk 23 wordt gewijzigd als volgt:

a)

punt 23.05 wordt vervangen door:

“23.05

Tot de functionele classificaties behoren naast de COFOG en de COICOP ook de COPNI (classificatie van de functies van instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens) en de COPP (classificatie van de uitgaven van producenten naar functie). Deze classificaties worden gebruikt voor de functionele analyse van de uitgaven van vennootschappen, overheid, huishoudens en instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens, alsmede voor functionele satellietrekeningen.”;

b)

de tabel onder het kopje “Transacties in producten (P)” wordt vervangen door:

“P.1

Output

P.11

Marktoutput

P.119

Indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI)

P.12

Output voor eigen finaal gebruik

P.13

Niet-marktoutput

P.131

Betalingen voor niet-marktoutput

P.132

Overige niet-marktoutput

P.2

Intermediair verbruik

P.3

Consumptieve bestedingen

P.31

Individuele consumptieve bestedingen

P.32

Collectieve consumptieve bestedingen

P.4

Werkelijke consumptie

P.41

Werkelijke individuele consumptie

P.42

Werkelijke collectieve consumptie

P.5

Investeringen (bruto)/P.5n Investeringen (netto)

P.51g

Bruto investeringen in vaste activa

P.511

Saldo aan- en verkopen van vaste activa

P.5111

Aankopen van nieuwe vaste activa

P.5112

Aankopen van bestaande vaste activa

P.5113

Verkopen van bestaande vaste activa

P.512

Kosten van eigendomsoverdracht voor niet-geproduceerde activa

P.51c

Verbruik van vaste activa (–)

P.51c1

Verbruik van vaste activa m.b.t. het bruto exploitatieoverschot (–)

P.51c2

Verbruik van vaste activa m.b.t. het bruto gemengd inkomen (–)

P.51n

Investeringen in vaste activa (netto)

P.52

Veranderingen in voorraden

P.53

Saldo aan- en verkopen van kostbaarheden

P.6

Uitvoer van goederen en diensten

P.61

Uitvoer van goederen

P.62

Uitvoer van diensten

P.7

Invoer van goederen en diensten

P.71

Invoer van goederen

P.72

Invoer van diensten”

c)

de tekst en de tabel onder het kopje “Duurzame consumptiegoederen” worden vervangen door:

“Duurzame consumptiegoederen worden gecodeerd met de beginletter X, gevolgd door de letters DHHCE (durable household consumption expenditure (duurzame consumptieve bestedingen van huishoudens)) plus één cijfer voor subgroepen en twee cijfers voor de posten.

SNA-codes

 

XDHHCE1

Meubelen en huishoudelijke apparaten

XDHHCE11

Meubelen en stoffering

XDHHCE12

Vloerbedekking

XDHHCE13

Grote huishoudelijke apparaten, al dan niet elektrisch

XDHHCE14

Grote gereedschappen en werktuigen voor huis en tuin

XDHHCE2

Privévoertuigen

XDHHCE21

Auto's

XDHHCE22

Motorfietsen

XDHHCE23

Fietsen

XDHHCE24

Door dieren getrokken voertuigen

XDHHCE3

Recreatie- en amusementsartikelen

XDHHCE31

Telefoon- en faxtoestellen

XDHHCE32

Audio- en video-opname- en -weergaveapparatuur

XDHHCE33

Foto- en filmapparatuur en optische instrumenten

XDHHCE34

Gegevensverwerkende apparatuur

XDHHCE35

Grote duurzame goederen voor recreatie buitenshuis

XDHHCE36

Muziekinstrumenten en grote duurzame goederen voor recreatie binnenshuis

XDHHCE4

Overige duurzame goederen

XDHHCE41

Sieraden en uurwerken

XDHHCE42

Therapeutische medische apparaten en toestellen”

d)

de tabel onder de titel “CLASSIFICATIE VAN INDIVIDUELE VERBRUIKSFUNCTIES (COICOP)” wordt vervangen door:

“01-13 Individuele consumptieve bestedingen van huishoudens

01

Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken

01.1

Voedingsmiddelen

01.2

Alcoholvrije dranken

01.3

Diensten voor verwerking van primaire producten voor voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken

02

Alcoholhoudende dranken, tabak en verdovende middelen

02.1

Alcoholhoudende dranken

02.2

Diensten in verband met de productie van alcohol

02.3

Tabak

02.4

Verdovende middelen

03

Kleding en schoeisel

03.1

Kleding

03.2

Schoeisel

04

Huisvesting, water, elektriciteit, gas en andere brandstoffen

04.1

Werkelijke woninghuur

04.2

Huurwaarde van de woning

04.3

Onderhoud, reparatie en beveiliging van de woning

04.4

Watervoorziening en diverse diensten in verband met de woning

04.5

Elektriciteit, gas en andere brandstoffen

05

Stoffering, huishoudelijke apparaten en dagelijks onderhoud van de woning

05.1

Meubelen, stoffering en losse tapijten

05.2

Huishoudtextiel

05.3

Huishoudelijke apparaten

05.4

Vaat- en glaswerk en huishoudelijke artikelen

05.5

Gereedschappen en werktuigen voor huis en tuin

05.6

Goederen en diensten voor het dagelijks onderhoud van de woning

06

Gezondheidszorg

06.1

Geneesmiddelen en gezondheidsproducten

06.2

Extramurale zorgdiensten

06.3

Intramurale zorgdiensten

06.4

Overige diensten in de gezondheidszorg

07

Vervoer

07.1

Aankoop van voertuigen

07.2

Gebruik van privévoertuigen

07.3

Personenvervoer

07.4

Goederenvervoer

08

Informatie en communicatie

08.1

Informatie- en communicatieapparatuur

08.2

Computerprogrammatuur, met uitzondering van spelletjes

08.3

Informatie- en communicatiediensten

09

Recreatie, sport en cultuur

09.1

Duurzame recreatieartikelen

09.2

Andere recreatieartikelen

09.3

Tuinproducten en huisdieren

09.4

Recreatiediensten

09.5

Cultuurgoederen

09.6

Diensten op het gebied van cultuur

09.7

Kranten, boeken en schrijfwaren

09.8

Pakketreizen

10

Onderwijs

10.1

Voor- en vroegschoolse educatie en lager onderwijs

10.2

Secundair onderwijs

10.3

Postsecundair niet-tertiair onderwijs

10.4

Tertiair onderwijs

10.5

Onderwijs dat niet naar niveau kan worden ingedeeld

11

Restaurants en accommodatiediensten

11.1

Eet- en drinkgelegenheden

11.2

Accommodatie

12

Verzekeringen en financiële diensten

12.1

Verzekering

12.2

Financiële diensten

13

Lichaamsverzorging, sociale bescherming en diverse goederen en diensten

13.1

Lichaamsverzorging

13.2

Overige artikelen voor persoonlijk gebruik

13.3

Sociale bescherming

13.9

Overige diensten

14

Individuele consumptieve bestedingen van instellingen zonder winstoogmerk (izw's) ten behoeve van huishoudens

14.1

Huisvesting

14.2

Gezondheidszorg

14.3

Recreatie en cultuur

14.4

Onderwijs

14.5

Sociale bescherming

14.6

Overige diensten

15

Individuele consumptieve bestedingen van de overheid

15.1

Huisvesting

15.2

Gezondheidszorg

15.3

Recreatie en cultuur

15.4

Onderwijs

15.5

Sociale bescherming”


(*1)  Eurostat, Handbook on prices and volume measures in national accounts, 2016.”.”


BIJLAGE II

“BIJLAGE B

PROGRAMMA VOOR DE INDIENING VAN GEGEVENS EN METAGEGEVENS

I.   Algemene voorschriften

Gegevens

1.

De lidstaten dienen bij de Commissie (Eurostat) de rekeningen in die worden beschreven in de gegevenstabellen in deze bijlage. Elke afzonderlijke gegevenstabel vermeldt de verplichte en vrijwillige variabelen die moeten worden ingediend, de vereiste referentieperioden en de termijnen voor de indiening.

Overzicht van de gegevenstabellen  (1)

Tabel nr.

Onderwerp

Termijn t + maanden (indien aangegeven: dagen) na de referentieperiode

Bestreken periode

1F

Flashramingen van bbp en werkgelegenheid – driemaandelijkse vrijwillige indiening

De datums worden overeengekomen door de deelnemende lidstaten en de Commissie (Eurostat) en stemmen overeen met de bekendmakingen met 30 of 45 dagen van Eurostat

Het meest recente gerapporteerde kwartaal

1Q

Belangrijkste aggregaten van de nationale rekeningen — driemaandelijks

2/(3) (2)

Vanaf 1995Q1

1A

Belangrijkste aggregaten van de nationale rekeningen — jaarlijks

2/(3) (2)/9

Vanaf 1995

2

Belangrijkste aggregaten van de overheid en haar subsectoren — jaarlijks

3/9

Vanaf 1995

3

Belangrijkste aggregaten naar economische activiteit — jaarlijks

9/21

Vanaf 1995

5

Consumptieve bestedingen van de huishoudens naar functie — jaarlijks

9

Vanaf 1995

6

Financiële rekeningen naar sector (transacties) — jaarlijks

4/9

Vanaf 1995

7

Financiële balansen naar sector — jaarlijks

4/9

Vanaf 1995

8

Niet-financiële rekeningen naar sector — jaarlijks

9

Vanaf 1995

801

Niet-financiële rekeningen naar sector — driemaandelijks – niet-gecorrigeerd

85 dagen/(3) (3)

Vanaf 1999Q1

801SA

Niet-financiële rekeningen naar sector — driemaandelijks – voor seizoens- en werkdaginvloeden gecorrigeerde gegevens

85 dagen + 3 werkdagen

Vanaf 1999Q1

9

Gedetailleerde inkomsten uit belastingen en sociale premies, inclusief de lijst van belastingen en sociale premies volgens de nationale classificatie — jaarlijks

9

Vanaf 1995

10

Belangrijkste aggregaten naar regio, NUTS-niveaus 2 en 3 — jaarlijks

12/24

Vanaf 2000

11

Uitgaven van de overheid naar functie (COFOG) — jaarlijks

11

Vanaf 1995

13

Rekeningen van de huishoudens per regio, NUTS-niveau 2 — jaarlijks

24

Vanaf 2000

15

Aanbodtabel tegen basisprijzen, inclusief de overgang naar aankoopprijzen — jaarlijks

36

Vanaf 2010

16

Gebruikstabel tegen aankoopprijzen — jaarlijks

36

Vanaf 2010

17

Symmetrische input-outputtabel tegen basisprijzen — vijfjaarlijks

36

Vanaf 2010

20

Vaste activa naar economische activiteit en type activa (standen) — jaarlijks

24

Vanaf 2000

22

Bruto-investeringen in vaste activa naar economische activiteit en type activa (transacties) — jaarlijks

9/24

Vanaf 1995

25

Niet-financiële rekeningen van de overheid — driemaandelijks

3

Vanaf 2002Q1

26

Balansen voor niet-financiële activa — jaarlijks

24

Vanaf 1995

27

Financiële rekeningen en balansen van de overheid — driemaandelijks

85 dagen/3

Vanaf 1999Q1

28

Bruto-overheidsschuld (“Maastrichtschuld”) — driemaandelijks

3

Vanaf 2000Q1

28A

Structuur van de bruto-overheidsschuld (“Maastrichtschuld”) — jaarlijks

100 dagen/283 dagen

Voorafgaande vier referentiejaren

29

Verworven pensioenrechten in de sociale verzekering — driejaarlijks

24

Vanaf 2012

t = referentieperiode (jaar of kwartaal).

2.

De lidstaten dienen alle verplichte gegevens in voor bekendmaking door de Commissie (Eurostat) op de geplande bekendmakingsdatums van de Europese aggregaten. Indien de ingediende gegevens niet kunnen worden verspreid om redenen van statistische geheimhouding, wordt de werkelijke waarde ingestuurd met de markeringen die zijn overeengekomen voor de primaire of secundaire statistische geheimhouding. Met uitzondering van embargodatums moet de toepassing van andere markeringen die de bekendmaking beperken, worden gemotiveerd en aan de hand van metagegevens worden uitgelegd.

3.

De lidstaten dienen alle gegevens in overeenkomstig de in bijlage A bij deze verordening vastgestelde begrippen en definities. Wanneer de ingediende gegevens afwijken van de begrippen en definities, worden de desbetreffende waarnemingen verzonden met een markering die aangeeft dat de definitie verschilt.

4.

De lidstaten dienen alle gegevens in overeenkomstig de kwaliteitscriteria van artikel 4, lid 1, van deze verordening.

5.

De lidstaten en de Commissie (Eurostat) coördineren de bekendmakingsdatums van de rekeningen. Wanneer de nationale publicatiedata na de uiterste data voor indiening van de gegevens aan de Commissie (Eurostat) liggen, worden de gegevens ingediend met een markering die het tijdelijke embargo op bekendmaking en de embargodatum en het tijdstip voor bekendmaking aangeeft.

6.

De vaststelling van embargodatums na de publicatiedatum voor Europese aggregaten wordt zoveel mogelijk vermeden.

Referentieperioden

7.

De lidstaten dienen de volledige verplichte tijdreeksen in bij de Commissie (Eurostat) bij afloop van elke termijn, met inbegrip van gegevens die niet zijn herzien, tenzij anders vermeld in specifieke afzonderlijke tabellen. Wanneer de ingediende gegevens onderbrekingen in de tijdreeksen vertonen, wordt de waarde van de betrokken referentieperiode verzonden met een markering die deze onderbreking aangeeft.

8.

Indien de lidstaten over tijdreeksen beschikken die langer zijn dan de in de gegevenstabellen vermelde verplichte referentieperioden, mogen zij op vrijwillige basis de volledige reeks indienen.

Metagegevens

9.

Metagegevens bestaan uit structurele informatie als bedoeld in punt 10 en uit specifieke informatie over de overeenkomstig punt 11 ingediende gegevens. De lidstaten dienen de metagegevens in bij de Commissie (Eurostat) om de Commissie (Eurostat) in staat te stellen de kwaliteit van de ingediende gegevens te beoordelen. Bij de indiening van metagegevens — in het kader van het indieningsprogramma — wordt voorkomen dat verzoeken om dezelfde informatie die in andere processen en tabellen worden verzameld, worden herhaald.

Wanneer de metagegevens vertrouwelijke informatie bevatten, delen de lidstaten de Commissie (Eurostat) mee dat de desbetreffende tekst in de metagegevens niet kan worden verspreid.

10.

Metagegevens over structurele informatie die de lidstaten bij de Commissie (Eurostat) moeten indienen, omvatten informatie over het productieproces, alsmede over gebruikte bronnen en methoden, indien deze niet uit andere bronnen beschikbaar zijn, en, in voorkomend geval, belangrijke methodologische of andere veranderingen die gevolgen hebben voor de ingediende gegevens, zodat de Commissie (Eurostat) de wijzigingen kan beoordelen en de gebruikers over dergelijke wijzigingen kan informeren.

Dergelijke metagegevens over structurele informatie geven, wanneer de in bijlage A gespecificeerde begrippen en definities niet worden toegepast, een korte toelichting over de begrippen en definities die daadwerkelijk in de ingediende gegevens worden toegepast en de redenen waarom de in bijlage A vermelde begrippen en definities niet worden toegepast of niet van toepassing zijn.

Na de eerste indiening ervan worden de metagegevens over structurele informatie ingediend telkens wanneer een belangrijke wijziging in het productieproces is doorgevoerd.

11.

Metagegevens over specifieke informatie over de door de lidstaten ingediende gegevens stellen de Commissie (Eurostat) in kennis van belangrijke gebeurtenissen, zoals belangrijke gegevensherzieningen, inconsistenties in de gegevens van significante omvang, uitschieters, onderbrekingen in tijdreeksen, actualiseringen van seizoenscorrecties, evenals ongebruikelijke nulwaarden en negatieve waarden. Voor gegevens die jaarlijks worden ingediend, wordt deze informatie uiterlijk op t+3 dagen toegezonden, behalve wat betreft de tabellen 1, 6 en 7, waarvoor de metagegevens samen met de gegevens moeten worden ingediend. Voor kwartaalgegevens worden de metagegevens samen met de gegevens ingediend. Deze informatie wordt alleen verzonden wanneer dergelijke gebeurtenissen worden weergegeven in de ingediende gegevens, en omvat een korte uitleg over de redenen waarom het voorval in de ingediende gegevens wordt waargenomen en om welke variabelen en referentieperioden het gaat.

De lidstaten verstrekken specifieke informatie over herzieningen die niet voortvloeien uit routineactiviteiten.

Indieningstermijnen

12.

De met metagegevens gepaard gaande gegevenstabellen worden ingediend binnen de specifieke termijnen voor elke tabel.

13.

De gegevens worden bij de Commissie (Eurostat) ingediend telkens wanneer zij door de nationale instantie worden bekendgemaakt, en wel uiterlijk op de dag waarop zij worden bekendgemaakt.

14.

Indien de lidstaten fouten in de ingediende gegevens vaststellen, stellen zij de Commissie (Eurostat) daarvan onmiddellijk in kennis en zenden zij de gecorrigeerde gegevens toe zodra de fout kan worden gecorrigeerd.

15.

Indien een lidstaat vóór het verstrijken van de termijn volledige gegevensverzamelingen in overeenstemming met de in artikel 4, lid 1, van deze verordening bedoelde kwaliteitscriteria indient, is de doorgifte van gegevens op de uiterste datum niet vereist, tenzij in specifieke afzonderlijke tabellen anders is bepaald.

Consistentie

16.

De in een tabel verstrekte gegevens moeten intern consistent zijn. De waarden die voor dezelfde variabele in verschillende gegevenstabellen worden ingediend, moeten numeriek consistent zijn wanneer zij dezelfde termijn hebben of wanneer zij op dezelfde datum moeten worden doorgegeven als andere tabellen.

17.

De som van de kwartaalwaarden van een variabele die niet gecorrigeerd is voor seizoens- en kalendereffecten in een tabel met kwartaalgegevens moet numeriek consistent zijn voor elk referentiejaar met dezelfde variabele in een overeenkomstige tabel met jaargegevens, wanneer de overeenkomstige tabellen dezelfde termijn hebben.

Tabellen 1Q en 1A

Belangrijkste aggregaten van de nationale kwartaalrekeningen (Q) en jaarrekeningen (A)

De jaargegevens (tabel 1A) worden gerapporteerd op t+2 maanden en t+9 maanden, en de kwartaalgegevens (tabel 1Q) op t+2 maanden na de referentieperiode. Indien een lidstaat op t+2 maanden een volledige gegevensset indient, is het niet nodig gegevens op t+3 maanden in te dienen. Tabel 1Q moet consistent zijn met tabel 1A op t+9 maanden.

Gegevens in lopende prijzen vanaf 1995, in prijzen van het voorgaande jaar vanaf 1996 en kettingindexcijfers volume vanaf 1995 voor jaargegevens en 1996Q1 voor kwartaalgegevens zijn verplicht (x) zoals hieronder gespecificeerd. Sommige uitsplitsingen zijn facultatief (o).

Kwartaalgegevens worden ingediend in een niet voor seizoensinvloeden gecorrigeerde vorm alsook in een voor seizoensinvloeden gecorrigeerde vorm (met inbegrip van, waar passend, aanpassingen voor het aantal werkdagen), behalve voor prijzen van het voorgaande jaar. Het indienen van kwartaalgegevens die alleen voor het aantal werkdagen of voor het seizoen zijn gecorrigeerd, geschiedt vrijwillig.

Voor specifiek administratief gebruik moet het jaarlijkse B.1*g worden ingediend met de hoogste beschikbare nauwkeurigheid, maar beperkt tot betekenisvolle waarden, bv. maximaal acht decimalen wanneer uitgedrukt in miljoenen nationale valuta en drie decimalen voor gegevens uitgedrukt in duizend personen.


Code

Variabelen

Kwartaalgegevens

t+2/(3) maanden

Jaargegevens

t+2/(3)/9 maanden

Uit-splitsing

Eenheid

B.1*g

Bruto binnenlands product tegen marktprijzen

x

x

 

CUP, PYP, CLV

Belangrijkste aggregaten van de output

B.1g

Toegevoegde waarde (bruto) tegen basisprijzen

x

x

A*10

CUP, PYP, CLV

D.21 – D.31

Saldo van productgebonden belastingen en subsidies

x

x

 

CUP, PYP, CLV

D.21

Productgebonden belastingen

o

t+9

 

CUP, PYP, CLV

D.31

Productgebonden subsidies

o

t+9

 

CUP, PYP, CLV

Belangrijkste aggregaten van de bestedingen

B.1*g

Bruto binnenlands product tegen marktprijzen

x

x

 

CUP, PYP,CLV

P.3_S1

Totaal consumptieve bestedingen

x

x

 

CUP, PYP, CLV

P.3_S14

Consumptieve bestedingen van huishoudens (binnenlands begrip)

x

x

 

CUP, PYP, CLV

waarvan

Indeling volgens duurzaamheid (DUR)

 

 

 

 

 

Duurzame goederen

x

x

DUR

CUP, PYP, CLV

 

Andere goederen en diensten

x

x

DUR

CUP, PYP, CLV

 

--

Semiduurzame goederen

x

x

DUR

CUP, PYP, CLV

 

--

Niet-duurzame goederen

x

x

DUR

CUP, PYP, CLV

 

--

Diensten

x

x

DUR

CUP, PYP, CLV

P.3_S.1M

Consumptieve bestedingen van huishoudens en izw's t.b.v. huishoudens (nationaal begrip)

x

x

 

CUP, PYP, CLV

P.3_S.14

Consumptieve bestedingen van huishoudens (nationaal begrip)

x

x

 

CUP, PYP, CLV

P.3_S.15

Consumptieve bestedingen van izw’s t. b.v. huishoudens

x

x

 

CUP, PYP, CLV

P.3_S.13

Consumptieve bestedingen van de overheid

x

x

 

CUP, PYP, CLV

P.31_S.13

Individuele consumptieve bestedingen van de overheid

x

x

 

CUP, PYP, CLV

P.32_S.13

Collectieve consumptieve bestedingen van de overheid

x

x

 

CUP, PYP, CLV

P.41

Werkelijke individuele consumptie

x

x

 

CUP, PYP, CLV

P.5

Bruto-investeringen

x

x

 

CUP, PYP, CLV

P.51g

Bruto-investeringen in vaste activa

x

x

 

CUP, PYP, CLV

waarvan

Uitsplitsingen naar type activa (AN_F6)

 

 

 

 

AN.111

Woningen

x

x

AN_F6

CUP, PYP, CLV

AN.112

Overige bouwwerken

x

x

AN_F6

CUP, PYP, CLV

AN.113 + AN.114

Machines en apparatuur + wapensystemen

x

x

AN_F6

CUP, PYP, CLV

AN.1131

Vervoermiddelen

x

x

AN_F6

CUP, PYP, CLV

AN.1132

ICT-apparatuur

o

t+9

AN_F6

CUP, PYP, CLV

AN.1139 + AN.114

Overige machines en apparatuur + wapensystemen

o

o

AN_F6

CUP, PYP, CLV

AN.115

In cultuur gebrachte biologische hulpbronnen

x

x

AN_F6

CUP, PYP, CLV

AN.117

Intellectuele eigendommen

x

x

AN_F6

CUP, PYP, CLV

P.52

Veranderingen in voorraden

x

x

 

CUP, PYP

P.53

Saldo aan- en verkopen van kostbaarheden

x

x

 

CUP, PYP

P.6

Uitvoer van goederen (fob) en diensten

x

x

GEO

CUP, PYP, CLV

P.61

Uitvoer van goederen

o

o

GEO

CUP, PYP, CLV

P.62

Uitvoer van diensten

o

o

GEO

CUP, PYP, CLV

P.7

Invoer van goederen (fob) en diensten

x

x

GEO

CUP, PYP, CLV

P.71

Invoer van goederen

o

o

GEO

CUP, PYP, CLV

P.72

Invoer van diensten

o

o

GEO

CUP, PYP, CLV

B.11

Saldo goederen- en dienstentransacties van het buitenland

x

x

 

CUP, PYP

B.111

Saldo goederentransacties van het buitenland

o

o

 

CUP, PYP

B.112

Saldo dienstentransacties van het buitenland

o

o

 

CUP,PYP

Belangrijkste aggregaten van het inkomen

B.2g + B.3g

Exploitatieoverschot (bruto) en gemengd inkomen (bruto)

x

x

 

CUP

D.2 – D.3

Belastingen op productie en invoer minus subsidies

x

x

 

CUP

D.2

Belastingen op productie en invoer

x

x

 

CUP

D.3

Subsidies

x

x

 

CUP

D.1

Beloning van werknemers in binnenlandse productie-eenheden (binnenlands begrip)

x

x

A*10

CUP

D.11

Lonen

x

x

A*10

CUP

D.12

Sociale premies t.l.v. werkgevers

x

x

A*10

CUP

Bevolking en werkgelegenheid

Verplichte eenheden (x): personen (PS) voor bevolking en alle werkgelegenheidsvariabelen en gewerkte uren (HW) voor werkgelegenheid in binnenlandse productie-eenheden.

Banen (JB) en voltijdequivalenten (FTE) facultatief (o) voor werkgelegenheid in binnenlandse productie-eenheden.

POP

Totale bevolking

(1 000 )

x

x

 

PS

EMP_NC

Ingezeten werkzame personen

(nationaal begrip)

x

x

 

PS

EEM_NC

Ingezeten werknemers

(nationaal begrip)

x

x

 

PS

ESE_NC

Ingezeten zelfstandigen

(nationaal begrip)

x

x

 

PS

EMP

Werkgelegenheid in binnenlandse productie-eenheden (binnenlands begrip)

x

x

A*10

PS, HW

o

o

A*10

JB, FTE

EEM

Werknemers in binnenlandse productie-eenheden (binnenlands begrip)

x

x

A*10

PS, HW

o

o

A*10

JB, FTE

ESE

Zelfstandigen in binnenlandse productie-eenheden (binnenlands begrip)

x

x

A*10

PS, HW

o

o

A*10

JB, FTE

Geografische uitsplitsingen van uitvoer en invoer — volgens de werkelijke samenstelling aan het einde van de laatste referentieperiode (“vaste samenstelling”)

GEO

Verplicht voor totale uitvoer en invoer;

Vrijwillig voor goederen en diensten

Eenheid met verplicht beginjaar/kwartaal

Code

Uitsplitsingen naar tegenpartijgebied

CUP

PYP

CLV

S.21

Lidstaten, met inbegrip van de instellingen en organen van de EuropeseUnie

2008/Q1

2012/Q1

2012/Q1

S.2I

Eurozone (lidstaten en instellingen van de eurozone)

2008/Q1

2012/Q1

2012/Q1

S.21 – S.2I

Intra-EU extra eurozone (lidstaten en instellingen die geen deel uitmaken van de eurozone)

2008/Q1

2012/Q1

2012/Q1

S.212

Instellingen en organen van de Europese Unie

o

o

o

S.22

Buiten de EU

2008/Q1

2012/Q1

2012/Q1


Tabel 1F

Flash-ramingen van bbp en werkgelegenheid – driemaandelijkse vrijwillige indiening

Vrijwillige indiening van flash-ramingen van de groei van het bbp en de werkgelegenheid wordt overeengekomen tussen de Commissie (Eurostat) en de lidstaten met het oog op een regelmatige gecoördineerde bekendmaking van ramingen van de desbetreffende Europese aggregaten ongeveer 30 of 45 dagen na de referentieperiode. De lidstaten die dergelijke ramingen bij de Commissie (Eurostat) indienen, doen dit elk kwartaal ten minste één werkdag vóór de overeengekomen publicatiedatum, met duidelijke vermelding of de ramingen mogen worden gepubliceerd (voorkeursoptie).


Code

Flash-ramingen

Periodiciteit

Op basis van

B.1*g

Bruto binnenlands product tegen marktprijzen

Q

Volume

EMP

Totale werkgelegenheid in binnenlandse productie-eenheden

Q

Personen


Tabel 2

Belangrijkste aggregaten van de overheid en haar subsectoren — jaarlijks

De gegevens worden gerapporteerd in lopende prijzen in miljoenen van de nationale valuta (ten minste tot op 1 miljoen van de nationale valuta nauwkeurig), met de hieronder vermelde uitzonderingen, vanaf 1995 op t+3 en t+9 maanden na de referentieperiode.

Sectoren en subsectoren:

De indeling van de overheid en de subsectoren daarvan moet verplicht worden gerapporteerd (uitzonderingen hieronder):

S.13 overheid

S.1311 centrale overheid

S.1312 deelstaatoverheid

S.1313 lokale overheid

S.1314 socialezekerheidsfondsen.

Alle niet-verplichte gegevens voor de overheid en haar subsectoren worden in de toelichting hieronder vermeld. In de andere gevallen zijn gegevens verplicht vanaf het referentiejaar 1995.

Sommige posten die verband houden met transacties met instellingen en organen van de Europese Unie moeten verplicht worden ingediend zoals hieronder aangegeven voor:

S.212 instellingen en organen van de Europese Unie

S.1 totale economie.

Subsectorgegevens worden gerapporteerd als geconsolideerd in de posten inkomen uit vermogen (D.4), overige inkomensoverdrachten (D.7) en kapitaaloverdrachten (D.9) (en de subposten en aggregaten daarvan) binnen elke subsector, maar niet tussen subsectoren. De gegevens voor sector S.13 zijn gelijk aan de som van de gegevens voor de subsectoren, met uitzondering van de posten D.4, D.7 en D.9 (en de subposten en aggregaten daarvan), die tussen de subsectoren moeten worden geconsolideerd (met informatie over transactiepartners van de uitgavenzijde). Wanneer aanzienlijke betalingen voor andere posten dan inkomen uit vermogen (D.4), overige inkomensoverdrachten (D.7) of kapitaaloverdrachten (D.9) en subposten binnen of tussen subsectoren plaatsvinden, vermelden de lidstaten deze betalingen in de voetnoten van de afzender.

De gerapporteerde gegevens moeten overeenstemmen met de krachtens Verordening (EG) nr. 479/2009 van de Raad (4) gerapporteerde gegevens.


Code

Transactie

Toelichting

P.1

Output

 

P.11 + P.12

Marktoutput en output voor eigen finaal gebruik

 

P.11

Marktoutput

vrijwillig

P.12

Output voor eigen finaal gebruik

vrijwillig

P.12_GFSM_D.1

Output voor eigen finaal gebruik, kosten toe te rekenen aan beloning van werknemers (GFSM-doelstelling)

vrijwillig; voor de rapportage volgens de methode van het Handboek voor de statistiek van de overheidsfinanciën (Government Finance Statistics Manual - GFSM) van het Internationaal Monetair Fonds

P.12_GFSM_P.2

Output voor eigen finaal gebruik, kosten toe te rekenen aan intermediair verbruik (GFSM-doelstelling)

vrijwillig; zie P.12_GFSM_D.1

P.12_GFSM_P.51c

Output voor eigen finaal gebruik, kosten toe te rekenen aan verbruik van vaste activa (GFSM-doelstelling)

vrijwillig; zie P.12_GFSM_D.1

P.13

Niet-marktoutput

 

P.131

Betalingen voor niet-marktoutput

 

 

Pro memorie: inningskosten van eigen middelen

verplicht voor S.13 met ingang van referentiejaar 2004, vrijwillig voor subsectoren

P.132

Overige niet-marktoutput

 

P.11 + P.12 + P.131

Marktoutput, output voor eigen finaal gebruik en betalingen voor niet-marktoutput

 

P.2

Intermediair verbruik

 

B.1g

Toegevoegde waarde (bruto)

 

P.51c

Verbruik van vaste activa

 

B.1n

Toegevoegde waarde (netto)

 

D.1

Beloning van werknemers, betaald

 

D.11

Lonen, betaald

vrijwillig

D.12

Sociale premies t.l.v. werkgevers, betaald

vrijwillig

D.29p

Niet-productgebonden subsidies op productie, betaald

 

D.39r

Niet-productgebonden subsidies op productie, ontvangen

te rapporteren met een plusteken

D.3r_S.212

Subsidies, ontvangen van de instellingen en organen van de Europese Unie

alleen verplicht voor S.1 met ingang van referentiejaar 2004, vrijwillig voor S.13 en subsectoren

B.2n

Exploitatieoverschot (netto)

 

D.2r

Belastingen op productie en invoer, ontvangen

ook in te dienen voor S.212 (verplicht met ingang van referentiejaar 2004)

D.21r

Productgebonden belastingen, ontvangen

ook in te dienen voor S.212 (verplicht met ingang van referentiejaar 2004)

D.211r

Belasting over de toegevoegde waarde (btw), ontvangen

 

D.29r

Niet-productgebonden belastingen op productie, ontvangen

ook in te dienen voor S.212 (verplicht met ingang van referentiejaar 2004)

D.4r

Inkomen uit vermogen, ontvangen

 

D.41r

Rente, ontvangen

 

D.41Gr

Totaal rente vóór toerekening van IGDFI, ontvangen

vrijwillig

D.42r + D.43r + D.44r + D.45r

Overig inkomen uit vermogen, betaald

 

D.42r

Winstuitkeringen, ontvangen

vrijwillig

D.43r

Herbelegde winsten op DBI, ontvangen

vrijwillig

D.44r

Overig inkomen uit beleggingen, ontvangen

vrijwillig

D.45r

Huur, ontvangen

vrijwillig

D.3p

Subsidies, betaald

te rapporteren met een plusteken

D.31p

Productgebonden subsidies, betaald

te rapporteren met een plusteken

D.39p

Andere subsidies op productie, betaald

te rapporteren met een plusteken

D.4p

Inkomen uit vermogen, betaald

 

D.4p_S.1311 waarvan:

aan de subsector centrale overheid (S.1311)

 

D.4p_S.1312 waarvan:

aan de subsector deelstaatoverheid (S.1312)

 

D.4p_S.1313 waarvan:

aan de subsector lagere overheid (S.1313)

 

D.4p_S.1314 waarvan:

aan de subsector socialezekerheidsfondsen (S.1314)

 

D.41p

Rente, betaald

 

D.41Gp

Totaal rente vóór toerekening van IGDFI, betaald

vrijwillig

D.42p + D.43p + D.44p + D.45p

Overig inkomen uit vermogen, betaald

 

D.42p

Winstuitkeringen, betaald

vrijwillig

D.43p

Herbelegde winsten op DBI, betaald

vrijwillig

D.44p

Overig inkomen uit beleggingen, betaald

vrijwillig

D.45p

Huur, betaald

vrijwillig

B.5n

Saldo primaire inkomens (netto)

 

D.5r

Belastingen op inkomen, vermogen enz., ontvangen

 

D.51r

Belastingen op inkomen, ontvangen

vrijwillig

D.51a + D.51c1

Belastingen op het inkomen van individuen of huishoudens, inclusief waarderingsverschillen, ontvangen

vrijwillig

D.51b + D.51c2

Belastingen op het inkomen of de winsten van vennootschappen, inclusief waarderingsverschillen, ontvangen

vrijwillig

D.59r

Overige belastingen op vermogen, ontvangen

vrijwillig

D.61r

Sociale premies (netto), ontvangen

 

D.611r

Werkelijke sociale premies t.l.v. werkgevers, ontvangen

 

D.613r

Werkelijke sociale premies t.l.v. huishoudens, ontvangen

 

D.7r

Overige inkomensoverdrachten, ontvangen

 

D.7r_S.212

Overige inkomensoverdrachten, ontvangen, van de instellingen en organen van de Europese Unie

verplicht voor S.13 en S.1 met ingang van referentiejaar 2004; vrijwillig voor subsectoren van S.13

D.71r

Premies schadeverzekering, ontvangen

vrijwillig

D.72r

Uitkeringen schadeverzekering, ontvangen

vrijwillig

D.73r

Inkomensoverdrachten binnen de overheid, ontvangen

vrijwillig

D.74r

Inkomensoverdrachten i.v.m. internationale samenwerking, ontvangen

vrijwillig

D.74r_S.212

Inkomensoverdrachten i.v.m. internationale samenwerking, ontvangen, van de instellingen en organen van de Europese Unie

verplicht voor S.13 met ingang van referentiejaar 2004; vrijwillig voor subsectoren van S.13

D.75r

Overige inkomensoverdrachten, n.e.g., ontvangen

vrijwillig

D.76r

Eigen middelen van de EU op basis van btw en bni, inkomsten

wanneer gebruikt, verplicht op S.13-niveau met ingang van referentiejaar 2004

D.5p

Belastingen op inkomen, vermogen enz., betaald

 

D.62p

Sociale uitkeringen (exclusief sociale overdrachten in natura), betaald

 

D.621p

Uitkeringen sociale zekerheid in geld, betaald

vrijwillig

D.622p

Uitkeringen overige sociale verzekering, betaald

vrijwillig

D.623p

Uitkeringen sociale voorziening in geld, betaald

vrijwillig

D.62p COFOG 10.2

Sociale uitkeringen (exclusief sociale overdrachten in natura), waaronder COFOG 10.2

vrijwillig

D.62p COFOG 10.3

Sociale uitkeringen (exclusief sociale overdrachten in natura), waaronder COFOG 10.3

vrijwillig

D.62p COFOG 10.5

Sociale uitkeringen (exclusief sociale overdrachten in natura), waaronder COFOG 10.5

vrijwillig

D.632p

Sociale overdrachten in natura — aangekochte marktproducten, betaald

 

D.62p + D.632p

Sociale uitkeringen (exclusief sociale overdrachten in natura), en sociale overdrachten in natura — aangekochte marktproducten, betaald

 

D.7p

Overige inkomensoverdrachten, betaald

 

D.7p_S.1311

aan de subsector centrale overheid (S.1311)

 

D.7p_S.1312

aan de subsector deelstaatoverheid (S.1312)

 

D.7p_S.1313

aan de subsector lagere overheid (S.1313)

 

D.7p_S.1314

aan de subsector socialezekerheidsfondsen (S.1314)

 

D.71p

Premies schadeverzekering (netto), betaald

vrijwillig

D.72p

Uitkeringen schadeverzekering, betaald

vrijwillig

D.73p

Inkomensoverdrachten binnen de overheid, betaald

vrijwillig

D.74p

Inkomensoverdrachten i.v.m. internationale samenwerking, betaald

vrijwillig

D.74p_S.212

Inkomensoverdrachten i.v.m. internationale samenwerking, betaald, aan de instellingen en organen van de Europese Unie

verplicht voor S.13 met ingang van referentiejaar 2004; vrijwillig voor subsectoren van S.13

D.75p

Overige inkomensoverdrachten, n.e.g., betaald

vrijwillig

D.76p

Eigen middelen van de EU op basis van btw en bni, betaald

verplicht voor S.13 met ingang van referentiejaar 2004; vrijwillig voor subsectoren van S.13

B.6n

Beschikbaar inkomen (netto)

 

P.3

Consumptieve bestedingen

 

P.31

Individuele consumptieve bestedingen

 

P.32

Collectieve consumptieve bestedingen

 

D.8

Correctie voor mutaties in pensioenrechten

 

B.8g

Besparingen (bruto)

 

B.8n

Besparingen (netto)

 

D.9r

Ontvangen kapitaaloverdrachten

 

D.9r_S.2

Kapitaaloverdrachten, ontvangen uit het buitenland

vrijwillig

D.9r_S.212

Kapitaalsoverdrachten, ontvangen, van de instellingen en organen van de Europese Unie

verplicht voor S.13 en S.1 met ingang van referentiejaar 2004; vrijwillig voor subsectoren van S.13

D.91r

Vermogensheffingen, ontvangen

 

D.92r + D.99r

Investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten, ontvangen

 

D.92r

Investeringsbijdragen, ontvangen

vrijwillig

D.99r

Overige kapitaaloverdrachten, ontvangen

vrijwillig

D.9p

Kapitaaloverdrachten, betaald

 

D.9p_S.1311

aan de subsector centrale overheid (S.1311)

 

D.9p_S.1312

aan de subsector deelstaatoverheid (S.1312)

 

D.9p_S.1313

aan de subsector lagere overheid (S.1313)

 

D.9p_S.1314

aan de subsector socialezekerheidsfondsen (S.1314)

 

D.9p_S.2

Kapitaaloverdrachten, betaald aan het buitenland

vrijwillig

D.9p_S.212

Kapitaalsoverdrachten, betaald, aan de instellingen en organen van de Europese Unie

verplicht voor S.13 en S.1 met ingang van referentiejaar 2004; vrijwillig voor subsectoren van S.13

D.92p

Investeringsbijdragen, betaald

 

D.99p

Overige kapitaaloverdrachten, betaald

vrijwillig

P.5

Bruto-investeringen

 

P.51g

Bruto investeringen in vaste activa

 

P.52 + P.53

Veranderingen in voorraden en saldo aan- en verkopen van kostbaarheden

 

NP

Saldo aan- en verkopen van niet-geproduceerde niet-financiële activa

 

P.5 + NP

Bruto-investeringen en saldo aan- en verkopen van niet-financiële niet-geproduceerde activa

 

B.9

Vorderingenoverschot (+) c.q. -tekort (-)

 

TE

Totaal uitgaven

 

TR

Totaal ontvangsten

 

D.995

Kapitaaloverdrachten van de overheid aan de desbetreffende sectoren voor belastingen en sociale premies die zijn geheven, maar waarschijnlijk niet zullen worden geïnd

D.995 moet worden afgetrokken van D.99r. In D.9p mogen geen bedragen voor D.995 worden opgenomen. D.995r te rapporteren met een plusteken.

PTC

Totaal betaalde belastingkorting

In te dienen op vrijwillige basis voor subsectoren en voor referentiejaren tot 2011.

Het volledige bedrag van een de betaalde belastingkorting moet worden geregistreerd als overheidsuitgaven (“totaal betaalde belastingkorting”, PTC), met vermelding van het bedrag van de “overdrachtscomponent” (TC).

TC

Betaalde belastingkorting waarmee de verplichting van de belastingbetaler wordt overschreden

Zie PTC.

De “overdrachtscomponent” (TC) komt overeen met betaalde belastingkorting die hoger zijn dan de verplichting van de belastingplichtige en die aan de belastingplichtige worden uitbetaald.

EMP (PS)

Werkgelegenheid in personen

vrijwillig (1 000 )

AN.1

Geproduceerde niet-financiële activa

vrijwillig

AN.11

Vaste activa

vrijwillig

AN.12 + AN.13

Voorraden en kostbaarheden

vrijwillig

AN.2

Niet-geproduceerde niet-financiële activa

vrijwillig

AN.21

Natuurlijke hulpbronnen

vrijwillig

AN.22

Contracten, leases en vergunningen

vrijwillig


Tabel 3

Gedetailleerde uitsplitsingen van belangrijkste aggregaten en werkgelegenheid per bedrijfstak — jaarlijks

De gegevens worden gerapporteerd op t+9 maanden na de referentieperiode voor de NACE-uitsplitsingen tot A*21 (met inbegrip van de totale economie en A*10) en op t+21 maanden voor A*64 (inclusief A*38). Deze uitsplitsingen zijn verplicht (x); uitsplitsingen van A*88 zijn facultatief (o).

Belangrijkste aggregaten van output en inkomen:

Gegevens in lopende prijzen (CUP) worden gerapporteerd vanaf 1995; prijzen van het voorgaande jaar (PYP) vanaf 1996 en kettingindexcijfers volume (CLV) vanaf 1995; PYP en CLV zijn facultatief voor P1 en P2, maar verplicht voor B.1g en P.51c; toegerekende huur van door de eigenaar bewoonde woningen (post 44 — “Exploitatie van en handel in onroerend goed”) alleen verplicht voor P.1, P.2, B.1g.


Code

Variabelen

t+9 maanden

t+21 maanden

CUP

1995

PYP

1996

CLV

1995

P.1

Output tegen basisprijzen per bedrijfstak

A*21

A*64

x

o

o

P.2

Intermediair verbruik tegen aankoopprijzen per bedrijfstak

A*21

A*64

x

o

o

B.1g

Toegevoegde waarde (bruto) tegen basisprijzen per bedrijfstak

A*21

A*64

x

x

x

P.51c

Verbruik van vaste activa per bedrijfstak

A*21

A*64

x

x

x

B.2n + B.3n

Exploitatieoverschot (netto) en gemengd inkomen (netto)

A*21

A*64

x

 

 

D.29 – D.39

Saldo van niet-productgebonden belastingen op productie en niet-productgebonden subsidies op productie

A*21

A*64

x

 

 

D.1

Beloning van werknemers per bedrijfstak

A*21

A*64

x

 

 

D.11

Lonen

A*21

A*64

x

 

 

Werkgelegenheid in binnenlandse productie (binnenlands begrip DC):

Gegevens worden gerapporteerd in personen (PS) en gewerkte uren (HW) vanaf 1995. Op t+9 maanden zijn gegevens verplicht (x) voor de NACE-uitsplitsingen tot A*21 (met inbegrip van de totale economie en A*10) en op t+21 maanden voor A*64 voor PS en A*38 voor HW; A*88-uitsplitsingen en gegevens voor banen (JB) en voltijdsequivalenten (VTE) zijn facultatief (o).

Code

Variabelen

t+9 maanden

A*21

PS/HW

1995

t+21 maanden

A*64

PS

1995

t+21 maanden

A*38 HW

1995

JB

FTE

EMP

Totale werkgelegenheid (DC)

x

x

x

o

o

EEM

Werknemers (DC)

x

x

x

o

o

ESE

Ingezeten zelfstandigen (DC)

x

x

x

o

o


Tabel 5

Consumptieve bestedingen van de huishoudens naar functie — jaarlijks

De gegevens worden gerapporteerd op t+9 maanden na de referentieperiode in lopende prijzen (CUP) vanaf 1995, in prijzen van het voorgaande jaar (PYP) vanaf 1996, en in kettingindexcijfers volume (CLV) vanaf 1995. Voor consumptieve bestedingen van huishoudens op basis van de indeling van het binnenlands begrip (DC) worden uitsplitsingen naar uitgavensoort gevraagd volgens de COICOP 2018-classificatie, met uitsplitsingen naar hoofdafdeling (2-cijferig) en naar groep (3-cijferig) zoals toegepast voor de samenstelling van de geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen (HICP).


Code

Variabelen

Begrip

Eenheid

P.31_S.14

Consumptieve bestedingen van ingezeten en niet-ingezeten huishoudens op het economisch gebied

Binnenlands – DC

CUP, PYP, CLV

waarvan

COICOP-uitsplitsingen

Binnenlands – DC

CUP, PYP, CLV

P.33

Consumptieve bestedingen van ingezeten huishoudens in het buitenland

 

CUP, PYP, CLV

P.34

Consumptieve bestedingen van niet-ingezeten huishoudens in het economisch gebied

 

CUP, PYP, CLV

P.31_S.14

Consumptieve bestedingen van ingezeten huishoudens in het economisch gebied en in het buitenland

Nationaal – NC

CUP, PYP, CLV


Tabel 6

Financiële rekeningen per sector — jaarlijks

De gegevens worden ingediend in lopende prijzen op t+4 en/of t+9 maanden na de referentieperiode vanaf 1995.

De volgende subsectoren van sector S.11 worden op vrijwillige basis verstrekt: S.11DO Niet-financiële vennootschappen in binnenlandse handen; S.11001 Niet-financiële vennootschappen in handen van de overheid; S.110011 waarvan: Niet-financiële vennootschappen in handen van de overheid, die deel uitmaken van binnenlandse multinationals; S.11002 Nationale niet-financiële vennootschappen in handen van de particuliere sector; S.110021 waarvan: Nationale niet-financiële vennootschappen in handen van de particuliere sector, die deel uitmaken van binnenlandse multinationals; S.11003 Niet-financiële vennootschappen in buitenlandse handen.

De volgende subsectoren van sector S.12 worden op vrijwillige basis verstrekt: S.12DO Financiële vennootschappen in binnenlandse handen; S.12001 Financiële vennootschappen in handen van de overheid; S.120011 waarvan: Financiële vennootschappen in handen van de overheid, die deel uitmaken van binnenlandse multinationals; S.12002 Nationale, financiële vennootschappen in handen van de particuliere sector; S.120021 waarvan: Nationale financiële vennootschappen in handen van de particuliere sector, die deel uitmaken van binnenlandse multinationals; S.12003 Financiële vennootschappen in buitenlandse handen; S.122 Deposito-instellingen m.u.v. de centrale bank; S.123 Geldmarktfondsen (MMF's); S.125 Overige financiële intermediairs m.u.v. verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen; S.126 Financiële hulpbedrijven; S.127 Financiële instellingen en kredietverstrekkers binnen concernverband; S.128 Verzekeringsinstellingen; S.129 Pensioenfondsen.

De volgende subsectoren van sector S.2 worden op vrijwillige basis verstrekt: S.21 Lidstaten en instellingen en organen van de Europese Unie; S.2I Lidstaten van de eurozone, de Europese Centrale Bank en andere instellingen en organen van de eurozone; S.22 Niet-lidstaten en internationale organisaties die geen ingezetenen in de Europese Unie zijn.

De uitsplitsingen naar EMU en EU moeten de samenstelling zoals die er aan het einde van de laatste referentieperiode uitziet weergeven (“vaste samenstelling”).


 

Tabel 6

Geconsolideerd

Niet-geconsolideerd

 

Transacties

verplicht

verplicht

Overige volumemutaties

vrijwillig

verplicht

Herwaarderingsrekeningen

vrijwillig

verplicht

Informatie over transactiepartners*

 

vrijwillig

 

*

Verstrekking van niet-geconsolideerde informatie over transactiepartners geschiedt op vrijwillige basis en is beperkt tot de volgende partnersectoren:

 

S.11 Niet-financiële vennootschappen

 

S.12 Financiële instellingen

 

S.13 Overheid

 

S.14 + S.15 Huishoudens en izw's t.b.v. huishoudens

 

S.2 Buitenland

(Transacties, rekening voor overige volumemutaties en herwaarderingsrekening — geconsolideerd en niet-geconsolideerd — en informatie over transactiepartners)

ESR-code (financieel instrument)

Transacties/overige volumemutaties/nominale herwaardering van financiële instrumenten

S.1

S.11

S.12

S.121 + S.122 + S.123

S.121

S.122 + S.123

S.124

S.125 + S.126 + S.127

S.128 + S.129

S.13

S.1311

S.1312

S.1313

S.1314

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.2

 

Activa

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

F.A

Totaal financiële activa

xra_ocv

xra_ocv

xra_ocv

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xra_ocv

x

x

x

x

xra_ocv

xnc

xnc

xra_ocv

F.1

Monetair goud en bijzondere trekkingsrechten (SDR's)

xra_ocv

 

xra_ocv

xt+4

x

 

 

 

 

xra_ocv

x

x

x

x

 

 

 

xra_ocv

F.11

Monetair goud

xt+4

 

xt+4

xt+4

x

 

 

 

 

xt+4

x

x

x

x

 

 

 

xt+4

F.12

Bijzondere trekkingsrechten (SDR's)

xt+4

 

xt+4

xt+4

x

 

 

 

 

xt+4

x

x

x

x

 

 

 

xt+4

F.2

Chartaal geld en deposito's

xra_ocv

xra_ocv

xra_ocv

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xra_ocv

x

x

x

x

xra_ocv

xnc

xnc

xra_ocv

F.21

Chartaal geld

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

F.22

Girale deposito's

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

F.221

Interbancaire posities

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

F.229

Overige girale deposito's

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

F.29

Overige deposito's

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

F.3

Schuldtitels

xra_ocv

xra_ocv

xra_ocv

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xra_ocv

x

x

x

x

xra_ocv

xnc

xnc

xra_ocv

F.31

Kortlopende leningen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

F.32

Langlopende leningen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

F.4

Leningen

xra_ocv

xra_ocv

xra_ocv

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xra_ocv

x

x

x

x

xra_ocv

xnc

xnc

xra_ocv

F.41

Kortlopende leningen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

F.42

Langlopende leningen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

F.5

Deelnemingen en aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen

xra_ocv

xra_ocv

xra_ocv

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xra_ocv

x

x

x

x

xra_ocv

xnc

xnc

xra_ocv

F.51

Deelnemingen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

F.511

Beursgenoteerde aandelen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

F.512

Niet-beursgenoteerde aandelen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

F.519

Overige deelnemingen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

F.52

Aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

F.521

Aandelen of rechten van deelneming in geldmarktfondsen

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

F.522

Aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

F.6

Verzekerings-, pensioen- en standaardgarantieregelingen

xra_ocv

xra_ocv

xra_ocv

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xra_ocv

x

x

x

x

xra_ocv

xnc

xnc

xra_ocv

F.61

Technische voorzieningen schadeverzekering

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x2012

x2012

x

F.62

Levensverzekerings- en lijfrenterechten

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x2012

 

x

F.63 + F.64 + F.65

Pensioenrechten, aanspraken van pensioenfondsen op pensioenbeheerders en rechten op niet-pensioenuitkeringen

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x2012

x2012

x

F.63

Pensioenrechten

o

 

o

o

o

o

o

o

o

 

 

 

 

 

o

o

 

o

F.64

Aanspraken van pensioenfondsen op pensioenbeheerders

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

F.65

Rechten op niet-pensioenuitkeringen

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

F.66

Voorzieningen voor claims in het kader van standaardgaranties

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

F.7

Financiële derivaten en aandelenopties voor werknemers

xra_ocv

xra_ocv

xra_ocv

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xra_ocv

x

x

x

x

xra_ocv

xnc

xnc

xra_ocv

F.71

Financiële derivaten

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

F.711

Opties

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

F.712

Termijncontracten

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

F.72

Aandelenopties voor werknemers

o

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

o

o

 

o

F.8

Overige vorderingen

xra_ocv

xra_ocv

xra_ocv

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xra_ocv

x

x

x

x

xra_ocv

xnc

xnc

xra_ocv

F.81

Handelskredieten en voorschotten

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

F.89

Overige transitorische posten (vorderingen)

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

 

Passiva

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

F.L

Totaal passiva

xra_ocv

xra_ocv

xra_ocv

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xra_ocv

x

x

x

x

xra_ocv

xnc

xnc

xra_ocv

F.1

Monetair goud en bijzondere trekkingsrechten (SDR's)

xra_ocv

 

xra_ocv

xt+4

x

 

 

 

 

xra_ocv

x

x

x

x

 

 

 

xra_ocv

F.11

Monetair goud

xt+4

 

xt+4

xt+4

x

 

 

 

 

xt+4

x

x

x

x

 

 

 

xt+4

F.12

Bijzondere trekkingsrechten (SDR's)

xt+4

 

xt+4

xt+4

x

 

 

 

 

xt+4

x

x

x

x

 

 

 

xt+4

F.2

Chartaal geld en deposito's

xra_ocv

xra_ocv

xra_ocv

xt+4

x

x

 

xt+4

 

xra_ocv

x

x

x

x

 

 

 

xra_ocv

F.21

Chartaal geld

xt+4

 

xt+4

xt+4

x

x

 

xt+4

 

xt+4

x

x

x

x

 

 

 

xt+4

F.22

Girale deposito's

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

 

xt+4

 

xt+4

x

x

x

x

 

 

 

xt+4

F.221

Interbancaire posities

o

o

o

o

o

o

 

o

 

o

o

o

o

o

 

 

 

o

F.229

Overige girale deposito's

o

o

o

o

o

o

 

o

 

o

o

o

o

o

 

 

 

o

F.29

Overige deposito's

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

 

xt+4

 

xt+4

x

x

x

x

 

 

 

xt+4

F.3

Schuldtitels

xra_ocv

xra_ocv

xra_ocv

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xra_ocv

x

x

x

x

xra_ocv

xnc

xnc

xra_ocv

F.31

Kortlopende leningen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

F.32

Langlopende leningen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

F.4

Leningen

xra_ocv

xra_ocv

xra_ocv

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xra_ocv

x

x

x

x

xra_ocv

xnc

xnc

xra_ocv

F.41

Kortlopende leningen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

F.42

Langlopende leningen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

F.5

Deelnemingen en aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen

xra_ocv

xra_ocv

xra_ocv

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xra_ocv

x

x

x

x

xra_ocv

xnc

xnc

xra_ocv

F.51

Deelnemingen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

F.511

Beursgenoteerde aandelen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

F.512

Niet-beursgenoteerde aandelen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

F.519

Overige deelnemingen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

F.52

Aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen

xt+4

 

xt+4

xt+4

x

x

x

 

 

xt+4

x

x

x

x

 

 

 

xt+4

F.521

Aandelen of rechten van deelneming in geldmarktfondsen

o

 

o

o

 

o

 

 

 

o

o

o

o

o

 

 

 

o

F.522

Aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen

o

 

o

o

 

 

o

 

 

o

o

o

o

o

 

 

 

o

F.6

Verzekerings-, pensioen- en standaardgarantieregelingen

xra_ocv

xra_ocv

xra_ocv

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xra_ocv

x

x

x

x

xra_ocv

xnc

xnc

xra_ocv

F.61

Technische voorzieningen schadeverzekering

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

 

 

x

F.62

Levensverzekerings- en lijfrenterechten

x

 

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

 

 

x

F.63 + F.64 + F.65

Pensioenrechten, aanspraken van pensioenfondsen op pensioenbeheerders en rechten op niet-pensioenuitkeringen

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x2012

x2012

x

F.63

Pensioenrechten

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

F.64

Aanspraken van pensioenfondsen op pensioenbeheerders

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

 

 

 

o

F.65

Rechten op niet-pensioenuitkeringen

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

 

o

o

F.66

Voorzieningen voor claims in het kader van standaardgaranties

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

 

 

x

F.7

Financiële derivaten en aandelenopties voor werknemers

xra_ocv

xra_ocv

xra_ocv

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xra_ocv

x

x

x

x

xra_ocv

xnc

xnc

xra_ocv

F.71

Financiële derivaten

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

F.711

Opties

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

F.712

Termijncontracten

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

F.72

Aandelenopties voor werknemers

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

 

o

o

F.8

Overige vorderingen

xra_ocv

xra_ocv

xra_ocv

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xra_ocv

x

x

x

x

xra_ocv

xnc

xnc

xra_ocv

F.81

Handelskredieten en voorschotten

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

F.89

Overige transitorische posten

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

(B.9F)

Saldo financiële transacties (1)

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

Legenda:

x

verplicht op t+9 maanden

o

vrijwillig

xt+4

verplicht op t+4 maanden

xra_ocv

verplicht voor transacties op t+4 maanden; ook verplicht voor niet-geconsolideerde herwaarderingsrekeningen en overige volumemutaties vanaf referentiejaar 2012 op t+4 maanden

xnc

verplichte indiening voor niet-geconsolideerde transacties vanaf referentiejaar 2012 op t+4 maanden

x2012

vrijwillig voor referentiejaren vóór 2012; verplicht voor referentiejaren vanaf 2012

 

niet-relevante cellen


Tabel 7

Financiële balansen — jaarlijks

De gegevens worden ingediend in lopende prijzen op t+4 en/of t+9 maanden na de referentieperiode vanaf 1995.

De volgende subsectoren van sector S.11 worden op vrijwillige basis verstrekt: S.11DO Niet-financiële vennootschappen in binnenlandse handen; S.11001 Niet-financiële vennootschappen in handen van de overheid; S.110011 waarvan: Niet-financiële vennootschappen in handen van de overheid, die deel uitmaken van binnenlandse multinationals; S.11002 Nationale niet-financiële vennootschappen in handen van de particuliere sector; S.110021 waarvan: Nationale niet-financiële vennootschappen in handen van de particuliere sector, die deel uitmaken van binnenlandse multinationals; S.11003 Niet-financiële vennootschappen in buitenlandse handen.

De volgende subsectoren van sector S.12 worden op vrijwillige basis verstrekt: S.12DO Financiële vennootschappen in binnenlandse handen; S.12001 Financiële vennootschappen in handen van de overheid; S.120011 waarvan: Financiële vennootschappen in handen van de overheid, die deel uitmaken van binnenlandse multinationals; S.12002 Nationale, financiële vennootschappen in handen van de particuliere sector; S.120021 waarvan: Nationale financiële vennootschappen in handen van de particuliere sector, die deel uitmaken van binnenlandse multinationals; S.12003 Financiële vennootschappen in buitenlandse handen; S.122 Deposito-instellingen m.u.v. de centrale bank; S.123 Geldmarktfondsen (MMF's); S.123A Geldmarktfondsen met een constante intrinsieke waarde; S.123B Geldmarktfondsen met een variabele intrinsieke waarde; S.124A Open-end-beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen - Totaal; S.124A1 Open-end-beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen - Vastgoedfondsen; S.124A2 Open-end-beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen - Aandelenfondsen; S.124A3 Open-end-beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen - Obligatiefondsen; S.124A4 Open-end-beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen - Gemengde fondsen; S.124A5 Open-end-beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen - Hedgefondsen; S.124A9 Open-end-beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen - Overige fondsen; S.124B Closed-end-beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen - Totaal; S.124B1 Closed-end-beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen - Vastgoedfondsen; S.124B2 Closed-end-beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen- Aandelenfondsen; S.124B3 Closed-end-beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen - Obligatiefondsen; S.124B4 Closed-end-beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen - Gemengde fondsen; S.124B5 Closed-end-beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen - Hedgefondsen; S.124B9 Closed-end-beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen - Overige fondsen; S.125 Overige financiële intermediairs m.u.v. verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen; S.125A Lege financiële instellingen die securitisatietransacties verrichten; S.125B Financiële ondernemingen die zich bezighouden met het verstrekken van leningen; S.125C Handelaren in effecten en derivaten; S.125D Gespecialiseerde financiële instellingen; S.125E Overige financiële instellingen - Totaal; S.125E1 waarvan: Tegenpartijen voor centrale clearing; S.126 Financiële hulpbedrijven; S.127 Financiële instellingen en kredietverstrekkers binnen concernverband; S.1271 Trusts, nalatenschappen, derdenrekeningen; S.1272 Financiële entiteiten binnen concernverband - Totaal; S.1272A waarvan: Entiteiten binnen concernverband van het SPE-type in buitenlandse handen; S.1273 Overige financiële ondernemingen en kredietverstrekkers binnen concernverband; S.128 Verzekeringsinstellingen; S.1281 Schadeverzekeringsinstellingen; S.1282 Levensverzekeringsinstellingen; S.129 Pensioenfondsen; S.129A Toegezegde-uitkeringsfondsen; S.129B Toegezegde-premiefondsen.

De volgende subsectoren van sector S.2 worden op vrijwillige basis verstrekt: S.21 Lidstaten en instellingen en organen van de Europese Unie; S.2I Lidstaten van de eurozone, de Europese Centrale Bank en andere instellingen en organen van de eurozone; S.22 Niet-lidstaten en internationale organisaties die geen ingezetenen in de Europese Unie zijn.

De uitsplitsingen naar EMU en EU moeten de samenstelling zoals die er aan het einde van de laatste referentieperiode uitziet weergeven (“vaste samenstelling”).


 

Tabel 7

Geconsolideerd

Niet-geconsolideerd

 

Standen

verplicht

verplicht

Informatie over transactiepartners*

 

vrijwillig

 

*

Verstrekking van niet-geconsolideerde informatie over transactiepartners geschiedt op vrijwillige basis en is beperkt tot de volgende partnersectoren:

 

S.11 Niet-financiële vennootschappen

 

S.12 Financiële instellingen

 

S.13 Overheid

 

S.14 + S.15 Huishoudens en izw's t.b.v. huishoudens

 

S.2 Buitenland

(Financiële instrumenten, standen — geconsolideerd en niet-geconsolideerd — en informatie over transactiepartners)

ESR-code (financieel instrument)

Transacties/overige volumemutaties/nominale herwaardering van financiële instrumenten

S.1

S.11

S.12

S.121 + S.122 + S.123

S.121

S.122 + S.123

S.124

S.125 + S.126 + S.127

S.128 + S.129

S.13

S.1311

S.1312

S.1313

S.1314

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.2

 

Activa

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

AF.A

Totaal financiële activa

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.1

Monetair goud en bijzondere trekkingsrechten (SDR's)

xt+4

 

xt+4

xt+4

x

 

 

 

 

xt+4

x

x

x

x

 

 

 

xt+4

AF.11

Monetair goud

xt+4

 

xt+4

xt+4

x

 

 

 

 

xt+4

x

x

x

x

 

 

 

xt+4

AF.12

Bijzondere trekkingsrechten (SDR's)

xt+4

 

xt+4

xt+4

x

 

 

 

 

xt+4

x

x

x

x

 

 

 

xt+4

AF.2

Chartaal geld en deposito's

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.2

Waarvan: Nationale valuta

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.21

Chartaal geld

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.22

Girale deposito's

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.221

Interbancaire posities

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.229

Overige girale deposito's

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.29

Overige deposito's

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.3

Schuldtitels

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.3

Waarvan: Nationale valuta

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.31

Kortlopende leningen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.32

Langlopende leningen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.32

Met een resterende looptijd van een jaar of minder

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.32

Met een resterende looptijd van meer dan een jaar

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.4

Leningen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.4

Waarvan: Nationale valuta

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.4M2

Waarvan: Niet-renderende leningen (NPL's)

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.41

Kortlopende leningen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.4D

Waarvan: Retrocessieovereenkomsten, effectenleningen en margeleningen

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.42

Langlopende leningen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.42

Met een resterende looptijd van een jaar of minder

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.42

Met een resterende looptijd van meer dan een jaar

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.5

Deelnemingen en aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.5

Waarvan: Nationale valuta

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.51

Deelnemingen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.511

Beursgenoteerde aandelen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.512

Niet-beursgenoteerde aandelen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.519

Overige deelnemingen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.52

Aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.521

Aandelen of rechten van deelneming in geldmarktfondsen

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.522

Aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.6

Verzekerings-, pensioen- en standaardgarantieregelingen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.6

Waarvan: Nationale valuta

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.61

Technische voorzieningen schadeverzekering

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x2012

x2012

x

AF.62

Levensverzekerings- en lijfrenterechten

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x2012

 

x

AF.63 + AF.64 + AF.65

Pensioenrechten, aanspraken van pensioenfondsen op pensioenbeheerders en rechten op niet-pensioenuitkeringen

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x2012

x2012

x

AF.63

Pensioenrechten

o

 

o

o

o

o

o

o

o

 

 

 

 

 

o

o

 

o

AF.64

Aanspraken van pensioenfondsen op pensioenbeheerders

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.65

Rechten op niet-pensioenuitkeringen

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.66

Voorzieningen voor claims in het kader van standaardgaranties

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x2012

x2012

x

AF.7

Financiële derivaten en aandelenopties voor werknemers

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.7

Waarvan: Nationale valuta

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.71

Financiële derivaten

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.711

Opties

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.712

Termijncontracten

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.72

Aandelenopties voor werknemers

o

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

o

o

 

o

AF.8

Overige vorderingen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.8

Waarvan: Nationale valuta

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.81

Handelskredieten en voorschotten

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.89

Overige transitorische posten (vorderingen)

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

 

Passiva

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

AF.L

Totaal passiva

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.1

Monetair goud en bijzondere trekkingsrechten (SDR's)

xt+4

 

xt+4

xt+4

x

 

 

 

 

xt+4

x

x

x

x

 

 

 

xt+4

AF.11

Monetair goud

xt+4

 

xt+4

xt+4

x

 

 

 

 

xt+4

x

x

x

x

 

 

 

xt+4

AF.12

Bijzondere trekkingsrechten (SDR's)

xt+4

 

xt+4

xt+4

x

 

 

 

 

xt+4

x

x

x

x

 

 

 

xt+4

AF.2

Chartaal geld en deposito's

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

 

xt+4

 

xt+4

x

x

x

x

 

 

 

xt+4

AF.2

Waarvan: Nationale valuta

o

o

o

o

o

o

 

o

 

o

o

o

o

o

 

 

 

o

AF.21

Chartaal geld

xt+4

 

xt+4

xt+4

x

x

 

xt+4

 

xt+4

x

x

x

x

 

 

 

xt+4

AF.22

Girale deposito's

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

 

xt+4

 

xt+4

x

x

x

x

 

 

 

xt+4

AF.221

Interbancaire posities

o

o

o

o

o

o

 

o

 

o

o

o

o

o

 

 

 

o

AF.229

Overige girale deposito's

o

o

o

o

o

o

 

o

 

o

o

o

o

o

 

 

 

o

AF.29

Overige deposito's

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

 

xt+4

 

xt+4

x

x

x

x

 

 

 

xt+4

AF.3

Schuldtitels

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.3

Waarvan: Nationale valuta

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.31

Kortlopende leningen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.31

Waarvan: Nominale waarde

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.32

Langlopende leningen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.32

Waarvan: Nominale waarde

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.32

Met een resterende looptijd van een jaar of minder

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.32

Met een resterende looptijd van meer dan een jaar

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.4

Leningen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.4

Waarvan: Nationale valuta

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.4M2

Waarvan: Niet-renderende leningen (NPL's)

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.41

Kortlopende leningen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.4D

Waarvan: Retrocessieovereenkomst, effectenleningen en margeleningen

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.42

Langlopende leningen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.42

Met een resterende looptijd van een jaar of minder

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.42

Met een resterende looptijd van meer dan een jaar

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.5

Deelnemingen en aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.5

Waarvan: Nationale valuta

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.51

Deelnemingen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.511

Beursgenoteerde aandelen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.512

Niet-beursgenoteerde aandelen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.519

Overige deelnemingen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.52

Aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen

xt+4

 

xt+4

xt+4

x

x

x

 

 

xt+4

x

x

x

x

 

 

 

xt+4

AF.521

Aandelen of rechten van deelneming in geldmarktfondsen

o

 

o

o

 

o

 

 

 

o

o

o

o

o

 

 

 

o

AF.522

Aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen

o

 

o

o

 

 

o

 

 

o

o

o

o

o

 

 

 

o

AF.6

Verzekerings-, pensioen- en standaardgarantieregelingen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.6

Waarvan: Nationale valuta

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.61

Technische voorzieningen schadeverzekering

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

 

 

x

AF.62

Levensverzekerings- en lijfrenterechten

x

 

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

 

 

x

AF.63 + AF.64 + AF.65

Pensioenrechten, aanspraken van pensioenfondsen op pensioenbeheerders en rechten op niet-pensioenuitkeringen

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x2012

x2012

x

AF.63

Pensioenrechten

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.64

Aanspraken van pensioenfondsen op pensioenbeheerders

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

 

 

 

o

AF.65

Rechten op niet-pensioenuitkeringen

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

 

o

o

AF.66

Voorzieningen voor claims in het kader van standaardgaranties

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

 

 

x

AF.7

Financiële derivaten en aandelenopties voor werknemers

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.7

Waarvan: Nationale valuta

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.71

Financiële derivaten

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.711

Opties

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.712

Termijncontracten

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.72

Aandelenopties voor werknemers

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

 

o

o

AF.8

Overige vorderingen

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.8

Waarvan: Nationale valuta

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

AF.81

Handelskredieten en voorschotten

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

AF.89

Overige transitorische posten

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

(BF.90)

Financieel vermogenssaldo (2)

xt+4

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

xt+4

xt+4

xt+4

x

x

x

x

xt+4

xnc

xnc

xt+4

Legenda:

x

verplicht op t+9 maanden

o

vrijwillig

xt+4

verplicht op t+4 maanden

xnc

verplichte indiening voor niet-geconsolideerde standen vanaf referentiejaar 2012 op t+4 maanden

x2012

vrijwillig voor referentiejaren vóór 2012; verplicht voor referentiejaren vanaf 2012

 

niet-relevante cellen


Tabel 8

Niet-financiële rekeningen per sector — jaarlijks

De gegevens worden gerapporteerd vanaf 1995 op t+9 maanden na de referentieperiode. Gegevens betreffende S.14 en S.15 voor referentiejaren vóór 2012 worden ingediend op vrijwillige basis. Indiening is verplicht met ingang van referentiejaar 2012.

De volgende subsectoren van sector S.11 worden op vrijwillige basis verstrekt: S.11DO Niet-financiële vennootschappen in binnenlandse handen; S.11001 Niet-financiële vennootschappen in handen van de overheid; S.110011 waarvan: Niet-financiële vennootschappen in handen van de overheid, die deel uitmaken van binnenlandse multinationals; S.11002 Nationale niet-financiële vennootschappen in handen van de particuliere sector; S.110021 waarvan: Nationale niet-financiële vennootschappen in handen van de particuliere sector, die deel uitmaken van binnenlandse multinationals; S.11003 Niet-financiële vennootschappen in buitenlandse handen.

De volgende subsectoren van sector S.12 worden op vrijwillige basis verstrekt: S.12DO Financiële vennootschappen in binnenlandse handen; S.12001 Financiële vennootschappen in handen van de overheid; S.120011 waarvan: Financiële vennootschappen in handen van de overheid, die deel uitmaken van binnenlandse multinationals; S.12002 Nationale, financiële vennootschappen in handen van de particuliere sector; S.120021 waarvan: Nationale financiële vennootschappen in handen van de particuliere sector, die deel uitmaken van binnenlandse multinationals; S.12003 Financiële vennootschappen in buitenlandse handen; S12K (S.121 + S.122 + S.123) Monetaire financiële instellingen (MFI's); S12P (S.124 + S.125 + S.126 + S.127) Overige financiële instellingen (Financiële ondernemingen met uitzondering van MFI's, verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen); S12Q (S.128 + S.129) Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen.


Code

Transacties en saldi

Sectoren

I

Productierekening/Rekening voor goederen- en dienstentransacties van het buitenland

Middelen

 

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

P.1

Output

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

 

(P.11 + P.12 + P.131)

Marktoutput, output voor eigen finaal gebruik en betalingen voor niet-marktoutput

 

 

 

x

 

 

 

 

 

P.11

Marktoutput

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

 

P.12

Output voor eigen finaal gebruik

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

 

P.13

Niet-marktoutput

x

 

 

x

x

 

x2012

 

 

P.7

Invoer van goederen en diensten

 

 

 

 

 

 

 

 

x

P.71

Invoer van goederen

 

 

 

 

 

 

 

 

x

P.72

Invoer van diensten

 

 

 

 

 

 

 

 

x

P.72F

Invoer van IGDFI

 

 

 

 

 

 

 

 

o

(D.21 - D.31)

Saldo van productgebonden belastingen en subsidies

x

 

 

 

 

 

 

x

 

Gebruik

 

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

P.2

Intermediair verbruik

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

 

P.6

Uitvoer van goederen en diensten

 

 

 

 

 

 

 

 

x

P.61

Uitvoer van goederen

 

 

 

 

 

 

 

 

x

P.62

Uitvoer van diensten

 

 

 

 

 

 

 

 

x

P.62F

Uitvoer van DGDFI

 

 

 

 

 

 

 

 

o

B.1g

Toegevoegde waarde (bruto)/Bruto binnenlands product

x

x

x

x

x

x2012

x2012

x

 

B.11

Saldo goederen- en dienstentransacties van het buitenland

 

 

 

 

 

 

 

 

x

P.51c

Verbruik van vaste activa

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

 

B.1n

Toegevoegde waarde (netto)/Netto binnenlands product

x

x

x

x

x

x2012

x2012

x

 

II.1.1

Inkomensvormingsrekening

Middelen

 

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

B.1g

Toegevoegde waarde (bruto)/Bruto binnenlands product

x

x

x

x

x

x2012

x2012

x

 

D.3

Subsidies

x

x

x

x

x

x2012

x2012

x

 

D.31

Productgebonden subsidies

x

 

 

 

 

 

 

x

 

D.39

Overige subsidies op productie

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

 

Gebruik

 

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

D.1

Beloning van werknemers

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

 

D.11

Lonen

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

 

D.12

Sociale premies t.l.v. werkgevers

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

 

D.2

Belastingen op productie en invoer

x

x

x

x

x

x2012

x2012

x

 

D.21

Productgebonden belastingen

x

 

 

 

 

 

 

x

 

D.29

Overige belastingen op productie

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

 

(B.2g + B.3g)

Exploitatieoverschot (bruto) + Gemengd inkomen (bruto)

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

 

B.2g

Exploitatieoverschot (bruto)

x

 

 

 

x

x2012

 

 

 

B.3g

Gemengd inkomen (bruto)

x

 

 

 

x

x2012

 

 

 

II.1.2

Rekening voor bestemming van primaire inkomens

Middelen

 

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

(B.2g + B.3g)

Exploitatieoverschot (bruto) + Gemengd inkomen (bruto)

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

 

B.2g

Exploitatieoverschot (bruto)

x

 

 

 

x

x2012

 

 

 

B.3g

Gemengd inkomen (bruto)

x

 

 

 

x

x2012

 

 

 

D.1

Beloning van werknemers

x

 

 

 

x

x2012

 

 

x

D.11

Lonen

x

 

 

 

x

x2012

 

 

x

D.12

Sociale premies t.l.v. werkgevers

x

 

 

 

x

x2012

 

 

x

D.2

Belastingen op productie en invoer

x

 

 

x

 

 

 

 

x

D.21

Productgebonden belastingen

x

 

 

x

 

 

 

 

x

D.211

Belasting over de toegevoegde waarde (btw)

x

 

 

x

 

 

 

 

x

D.212

Belastingen op invoer (exclusief btw)

x

 

 

x

 

 

 

 

x

D.214

Overige productgebonden belastingen

x

 

 

x

 

 

 

 

x

D.29

Overige belastingen op productie

x

 

 

x

 

 

 

 

x

D.4

Inkomen uit vermogen

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

D.41

Rente (5)

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

D.42

Winstuitkeringen

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

D.421

Dividenden

o

o

o

o

o

o

o

 

o

D.422

Inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen

o

o

o

o

o

o

o

 

o

D.43

Herbelegde winsten op buitenlandse directe investeringen

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

D.43S2I

Herbelegde winsten op buitenlandse directe investeringen binnen de eurozone (alleen voor lidstaten in de eurozone)  (6)

 

x2012

x2012

 

 

 

 

 

 

D.43S2X

Herbelegde winsten op buitenlandse directe investeringen buiten de eurozone (alleen voor lidstaten in de eurozone)  (6)

 

x2012

x2012

 

 

 

 

 

 

D.43S21

Herbelegde winsten op buitenlandse directe investeringen binnen de EU  (6)

 

x2012

x2012

 

 

 

 

 

 

D.43S22

Herbelegde winsten op buitenlandse directe investeringen buiten de EU  (6)

 

x2012

x2012

 

 

 

 

 

 

D.44

Overig inkomen uit beleggingen

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

D.441

Inkomen uit beleggingen toe te rekenen aan polishouders

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

 

x2012

D.442

Inkomen uit beleggingen te betalen i.v.m. pensioenrechten

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

 

x2012

D.443

Inkomen uit beleggingen toe te rekenen aan aandeelhouders van collectieve-beleggingsfondsen

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

 

x2012

D.45

Huur

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

B.4g

Inkomen uit bedrijfsuitoefening (bruto)

o

x

x

o

o

o

o

 

 

D.41g

Totaal rente vóór toerekening van IGDFI (5)

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

Gebruik

 

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

D.1

Beloning van werknemers

 

 

 

 

 

 

 

 

x

D.11

Lonen

 

 

 

 

 

 

 

 

x

D.12

Sociale premies t.l.v. werkgevers

 

 

 

 

 

 

 

 

x

D.3

Subsidies

x

 

 

x

 

 

 

 

x

D.31

Productgebonden subsidies

x

 

 

x

 

 

 

 

x

D.39

Overige subsidies op productie

x

 

 

x

 

 

 

 

x

D.4

Inkomen uit vermogen

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

D.41

Rente  (5)

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

D.42

Winstuitkeringen

x

x

x

x

 

 

 

 

x

D.421

Dividenden

o

o

o

o

 

 

 

 

o

D.422

Inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen

o

o

o

 

 

 

 

 

o

D.43

Herbelegde winsten op buitenlandse directe investeringen

x

x

x

 

x

x2012

x2012

 

x

D.43S2I

Herbelegde winsten op buitenlandse directe investeringen binnen de eurozone (alleen voor lidstaten in de eurozone)  (6)

 

x2012

x2012

 

 

 

 

 

 

D.43S2X

Herbelegde winsten op buitenlandse directe investeringen buiten de eurozone (alleen voor lidstaten in de eurozone)  (6)

 

x2012

x2012

 

 

 

 

 

 

D.43S21

Herbelegde winsten op buitenlandse directe investeringen binnen de EU  (6)

 

x2012

x2012

 

 

 

 

 

 

D.43S22

Herbelegde winsten op buitenlandse directe investeringen buiten de EU  (6)

 

x2012

x2012

 

 

 

 

 

 

D.44

Overig inkomen uit beleggingen

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

D.441

Inkomen uit beleggingen toe te rekenen aan polishouders

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

 

x2012

D.442

Inkomen uit beleggingen te betalen i.v.m. pensioenrechten

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

 

x2012

D.443

Inkomen uit beleggingen toe te rekenen aan aandeelhouders van collectieve-beleggingsfondsen

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

 

x2012

D.45

Huur

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

B.5g

Saldo primaire inkomens (bruto)/Nationaal inkomen (bruto)

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

 

D.41g

Totaal rente vóór toerekening van IGDFI (5)

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

II.2

Secundaire inkomensverdelingsrekening

Middelen

 

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

B.5g

Saldo primaire inkomens (bruto)/Nationaal inkomen (bruto)

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

 

D.5

Belastingen op inkomen, vermogen enz.

x

 

 

x

 

 

 

 

x

D.51

Belastingen op inkomen

x

 

 

x

 

 

 

 

x

D.59

Belastingen op vermogen enz.

x

 

 

x

 

 

 

 

x

D.6

Sociale premies en uitkeringen

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

D.61

Sociale premies (netto)

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

D.611

Werkelijke sociale premies t.l.v. werkgevers

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

 

x2012

D.612

Toegerekende sociale premies t.l.v. werkgevers

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

 

x2012

D.613

Werkelijke sociale premies t.l.v. huishoudens

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

 

x2012

D.614

Aanvullingen sociale premies t.l.v. huishoudens

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

 

x2012

D.61SC

Vergoeding voor de socialeverzekeringsregeling

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

x2012

 

x2012

D.62

Sociale uitkeringen exclusief sociale overdrachten in natura

x

 

 

 

x

x2012

 

 

x

D.63

Sociale overdrachten in natura

x

 

 

 

x

x2012

 

 

 

D.631

Sociale overdrachten in natura – niet-marktproducten

o

 

 

 

o

o

 

 

 

D.632

Sociale overdrachten in natura – aangekochte marktproducten

o

 

 

 

o

o

 

 

 

D.7

Overige inkomensoverdrachten

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

D.71

Premies schadeverzekering (netto)

x

 

x

x

 

 

 

 

x

D.72

Uitkeringen schadeverzekering

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

D.74

Inkomensoverdrachten i.v.m. internationale samenwerking

x

 

 

x

 

 

 

 

x

D. 74A

waarvan: betaald aan/ontvangen door instellingen en organen van de Europese Unie

 

 

 

 

 

 

 

 

x

D.75

Overige inkomensoverdrachten, n.e.g.  (5)

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

D.76

Eigen middelen van de EU op basis van btw en bni

 

 

 

 

 

 

 

 

x

Gebruik

 

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

D.5

Belastingen op inkomen, vermogen enz.

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

D.51

Belastingen op inkomen

x

x

x

x

x

x2012

 

 

x

D.59

Belastingen op vermogen enz.

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

D.6

Sociale premies en uitkeringen

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

D.61

Sociale premies (netto)

x

 

 

 

x

x2012

 

 

x

D.611

Werkelijke sociale premies t.l.v. werkgevers

x2012

 

 

 

x2012

x2012

 

 

x2012

D.612

Toegerekende sociale premies t.l.v. werkgevers

x2012

 

 

 

x2012

x2012

 

 

x2012

D.613

Werkelijke sociale premies t.l.v. huishoudens

x2012

 

 

 

x2012

x2012

 

 

x2012

D.614

Aanvullingen sociale premies t.l.v. huishoudens

x2012

 

 

 

x2012

x2012

 

 

x2012

D.61SC

Vergoeding voor de socialeverzekeringsregeling

x2012

 

 

 

x2012

x2012

 

 

x2012

D.62

Sociale uitkeringen exclusief sociale overdrachten in natura

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

D.63

Sociale overdrachten in natura

x

 

 

x

x

 

x2012

 

 

D.631

Sociale overdrachten in natura – niet-marktproducten

o

 

 

x

o

 

o

 

 

D.632

Sociale overdrachten in natura – aangekochte marktproducten

o

 

 

x

o

 

o

 

 

D.7

Overige inkomensoverdrachten

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

D.71

Premies schadeverzekering (netto)

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

D.72

Uitkeringen schadeverzekering

x

 

x

x

 

 

 

 

x

D.74

Inkomensoverdrachten i.v.m. internationale samenwerking

x

 

 

x

 

 

 

 

x

D.74A

waarvan: betaald aan/ontvangen door instellingen en organen van de Europese Unie

x

 

 

x

 

 

 

 

 

D.75

Overige inkomensoverdrachten, n.e.g.  (5)

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

D.76

Eigen middelen van de EU op basis van btw en bni

x

 

 

x

 

 

 

 

 

B.7g

Alternatief beschikbaar inkomen (bruto)

x

 

 

x

x

x2012

x2012

 

 

B.6g

Beschikbaar inkomen (bruto)

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

 

II.4.1

Rekening voor besteding van het beschikbaar inkomen

Middelen

 

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

B.6g

Beschikbaar inkomen (bruto)

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

 

D.8

Correctie voor mutaties in pensioenrechten

x

 

 

 

x

x2012

 

 

x

Gebruik

 

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

P.3

Consumptieve bestedingen

x

 

 

x

x

x2012

x2012

 

 

P.31

Individuele consumptieve bestedingen

x

 

 

x

x

x2012

x2012

 

 

P.32

Collectieve consumptieve bestedingen

x

 

 

x

 

 

 

 

 

D.8

Correctie voor mutaties in pensioenrechten

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

B.8g

Besparingen (bruto)

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

 

B.12

Saldo lopende transacties van het buitenland

 

 

 

 

 

 

 

 

x

III.1.1

Rekening voor mutaties in het vermogenssaldo a.g.v. besparingen en kapitaaloverdrachten

Mutaties in passiva en vermogenssaldo

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

B.8g

Besparingen (bruto)

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

 

B.12

Saldo lopende transacties van het buitenland

 

 

 

 

 

 

 

 

x

D.9r

Kapitaaloverdrachten, ontvangen

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

D.91r

Vermogensheffingen, ontvangen

x

 

 

x

 

 

 

 

x

D.92r

Investeringsbijdragen, ontvangen (5)

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

D.99r

Overige kapitaaloverdrachten, ontvangen (5)

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

Mutaties in activa

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

D.9p

Kapitaaloverdrachten, betaald

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

D.91p

Vermogensheffingen, betaald

x

x

x

 

x

x2012

x2012

 

x

D.92p

Investeringsbijdragen, betaald (5)

x

 

 

x

 

 

 

 

x

D.99p

Overige kapitaaloverdrachten, betaald (5)

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

P.51c

Verbruik van vaste activa

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

 

B.10.1

Mutaties in het vermogenssaldo als gevolg van besparingen en kapitaaloverdrachten

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

III.1.2

Kapitaalvormingsrekening

Mutaties in passiva en vermogenssaldo

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

B.10.1

Mutaties in het vermogenssaldo als gevolg van besparingen en kapitaaloverdrachten

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

Mutaties in activa

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

P.5g

Bruto-investeringen

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

 

P.51g

Bruto investeringen in vaste activa

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

 

P.51g_AN.111

Woningen

o

o

o

o

o

o

o

 

 

P.51g_AN.112

Overige bouwwerken

o

o

o

o

o

o

o

 

 

P.51g_AN.1121

Gebouwen m.u.v. woningen

o

o

o

o

o

o

o

 

 

P.51g_AN.1122

Grond-, weg- en waterbouwkundige werken

o

o

o

o

o

o

o

 

 

P.51c

Verbruik van vaste activa

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

 

P.52

Veranderingen in voorraden

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

 

P.53

Saldo aan- en verkopen van kostbaarheden

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

 

NP

Saldo aan- en verkopen van niet-geproduceerde activa

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

B.9

Vorderingenoverschot (+) c.q. -tekort (–)

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

DB.9

Verschil met het vorderingenoverschot (+) c.q. -tekort (–) van de financiële rekeningen

x

x

x

x

x

x2012

x2012

 

x

Aanvullende informatie

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

EMP

Werkgelegenheid (aantal personen en aantal gewerkte uren)

o

o

o

x

o

o

o

 

 

OTE

Totaal uitgaven van de overheid

 

 

 

x

 

 

 

 

 

OTR

Totaal inkomsten van de overheid

 

 

 

x

 

 

 

 

 

Gegevens in ketting-indexcijfers volume

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

P.51g

Bruto investeringen in vaste activa

o

o

o

o

o

o

o

 

 

P.51g_AN.111

Woningen

o

o

o

o

o

o

o

 

 

P.51g_AN.112

Overige bouwwerken

o

o

o

o

o

o

o

 

 

P.51g_AN.1121

Gebouwen m.u.v. woningen

o

o

o

o

o

o

o

 

 

P.51g_AN.1122

Grond-, weg- en waterbouwkundige werken

o

o

o

o

o

o

o

 

 

Legenda:

x

verplicht

x2012

vrijwillig voor referentiejaren vóór 2012; verplicht vanaf referentiejaar 2012

o

vrijwillig

 

niet-relevante cellen


Tabel 801

Niet-financiële rekeningen per sector — driemaandelijks

De gegevens worden gerapporteerd vanaf 1999Q1. De uiterste datum voor tabel 801 is 85 dagen na de referentieperiode. Indien een lidstaat op t+85 dagen een volledige gegevensset indient, is het niet nodig gegevens op t+3 maanden in te dienen.

Gegevens voor de sectoren S.11, S.12, S.14 + S.15, S.14, S.15 en S.1N zijn vrijwillig voor landen waarvan het bbp in lopende prijzen minder dan 1 % van het overeenkomstige totaal voor de Unie uitmaakt. De drempel van 1 % wordt berekend als een voortschrijdend gemiddelde op basis van de laatste drie beschikbare jaren.

Gegevens voor de volgende subsectoren van sector S.11 worden op vrijwillige basis verstrekt: S.11DO Niet-financiële vennootschappen in binnenlandse handen; S.11001 Niet-financiële vennootschappen in handen van de overheid; S.110011 waarvan: Niet-financiële vennootschappen in handen van de overheid, die deel uitmaken van binnenlandse multinationals; S.11002 Nationale niet-financiële vennootschappen in handen van de particuliere sector; S.110021 waarvan: Nationale niet-financiële vennootschappen in handen van de particuliere sector, die deel uitmaken van binnenlandse multinationals; S.11003 Niet-financiële vennootschappen in buitenlandse handen.

Gegevens voor de volgende subsectoren van sector S.12 worden op vrijwillige basis verstrekt: S.12DO Financiële vennootschappen in binnenlandse handen; S.12001 Financiële vennootschappen in handen van de overheid; S.120011 waarvan: Financiële vennootschappen in handen van de overheid, die deel uitmaken van binnenlandse multinationals; S.12002 Nationale, financiële vennootschappen in handen van de particuliere sector; S.120021 waarvan: Nationale financiële vennootschappen in handen van de particuliere sector, die deel uitmaken van binnenlandse multinationals; S.12003 Financiële vennootschappen in buitenlandse handen; S.12K (S.121 + S.122 + S.123) Monetaire financiële instellingen (MFI's); S.12P (S.124 + S.125 + S.126 + S.127) Overige financiële instellingen (financiële instellingen m.u.v. MFI's, verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen); S.12Q (S.128 + S.129) Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen.


Code

Transacties en saldi

Sectoren

I

Productierekening/Rekening voor goederen- en dienstentransacties van het buitenland

Middelen

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

P.1

Output

o

o

o

o

o

o

o

 

(P.11 + P.12 + P.131)

Marktoutput, output voor eigen finaal gebruik en betalingen voor niet-marktoutput

 

 

 

x

 

 

 

 

 

P.7

Invoer van goederen en diensten

 

 

 

 

 

 

 

 

x

P.71

Invoer van goederen

 

 

 

 

 

 

 

 

x

P.72

Invoer van diensten

 

 

 

 

 

 

 

 

x

P.72F

Invoer van IGDFI

 

 

 

 

 

 

 

 

o

D.21 – D.31

Saldo van productgebonden belastingen en subsidies

x

 

 

 

 

 

 

xb

 

Gebruik

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

P.2

Intermediair verbruik

o

o

o

o

o

o

o

 

 

P.6

Uitvoer van goederen en diensten

 

 

 

 

 

 

 

 

x

P.61

Uitvoer van goederen

 

 

 

 

 

 

 

 

x

P.62

Uitvoer van diensten

 

 

 

 

 

 

 

 

x

P.62F

Uitvoer van IGDFI

 

 

 

 

 

 

 

 

o

B.1g

Toegevoegde waarde (bruto)/Bruto binnenlands product

x

xb

xb

x

xb

o

o

xb

 

B.11

Saldo goederen- en dienstentransacties van het buitenland

 

 

 

 

 

 

 

 

x

P.51c

Verbruik van vaste activa

x

xb

xb

x

xb

o

o

 

 

B.1n

Toegevoegde waarde (netto)/Netto binnenlands product

x

xb

xb

x

xb

o

o

 

 

II.1.1

Inkomensvormingsrekening

Middelen

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

B.1g

Toegevoegde waarde (bruto)/Bruto binnenlands product

x

xb

xb

x

xb

o

o

xb

 

D.3

Subsidies

x

xb

xb

x

xb

o

o

xb

 

D.31

Productgebonden subsidies

x

 

 

 

 

 

 

xb

 

D.39

Overige subsidies op productie

x

xb

xb

x

xb

o

o

 

 

Gebruik

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

D.1

Beloning van werknemers

x

xb

xb

x

xb

o

o

 

 

D.2

Belastingen op productie en invoer

x

xb

xb

x

xb

o

o

xb

 

D.21

Productgebonden belastingen

x

 

 

 

 

 

 

xb

 

D.29

Overige belastingen op productie

x

xb

xb

x

xb

o

o

 

 

B.2g + B.3g

Exploitatieoverschot (bruto) + gemengd inkomen (bruto)

x

xb

xb

x

xb

o

o

xb

 

B.2g

Exploitatieoverschot (bruto)

o

 

 

 

o

o

 

 

 

B.3g

Gemengd inkomen (bruto)

x

 

 

 

xb

o

 

 

 

II.1.2

Rekening voor bestemming van primaire inkomens

Middelen

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

B.2g + B.3g

Exploitatieoverschot (bruto) + gemengd inkomen (bruto)

x

xb

xb

x

xb

o

o

xb

 

B.2g

Exploitatieoverschot (bruto)

 

 

 

 

o

o

 

 

 

B.3g

Gemengd inkomen (bruto)

x

 

 

 

xb

o

 

 

 

D.1

Beloning van werknemers

x

 

 

 

xb

o

 

 

x

D.2

Belastingen op productie en invoer

x

 

 

x

 

 

 

 

x

D.21

Productgebonden belastingen

x

 

 

x

 

 

 

 

x

D.211

Belasting over de toegevoegde waarde (btw)

 

 

 

x

 

 

 

 

 

D.29

Overige belastingen op productie

x

 

 

x

 

 

 

 

x

D.4

Inkomen uit vermogen

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

D.41

Rente  (7)

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

(D.42 + D.43 + D.44 + D.45)

Overig inkomen uit vermogen, n.e.g.

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

D.42

Winstuitkeringen

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

D.43

Herbelegde winsten op buitenlandse directe investeringen

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

D.43S2I

Herbelegde winsten op buitenlandse directe investeringen binnen de eurozone (alleen voor lidstaten in de eurozone)  (8)

 

o

o

 

 

 

 

 

 

D.43S2X

Herbelegde winsten op buitenlandse directe investeringen buiten de eurozone (alleen voor lidstaten in de eurozone)  (8)

 

o

o

 

 

 

 

 

 

D.43S21

Herbelegde winsten op buitenlandse directe investeringen binnen de EU  (8)

 

o

o

 

 

 

 

 

 

D.43S22

Herbelegde winsten op buitenlandse directe investeringen buiten de EU  (8)

 

o

o

 

 

 

 

 

 

D.44

Overig inkomen uit beleggingen

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

D.45

Huur

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

B.4g

Inkomen uit bedrijfsuitoefening (bruto)

o

xb

xb

o

o

o

o

 

 

D.41g

Totaal rente vóór toerekening van IGDFI (7)

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

Gebruik

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

D.1

Beloning van werknemers

 

 

 

 

 

 

 

 

x

D.3

Subsidies

x

 

 

x

 

 

 

xb

x

D.31

Productgebonden subsidies

x

 

 

x

 

 

 

xb

x

D.39

Overige subsidies op productie

x

 

 

x

 

 

 

 

x

D.4

Inkomen uit vermogen

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

D.41

Rente  (7)

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

(D.42 + D.43 + D.44 + D.45)

Overig inkomen uit vermogen, n.e.g.

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

D.42

Winstuitkeringen

xb

xb

xb

x

 

 

 

 

x

D.43

Herbelegde winsten op buitenlandse directe investeringen

xb

xb

xb

 

 

 

 

 

x

D.43S2I

Herbelegde winsten op buitenlandse directe investeringen binnen de eurozone (alleen voor lidstaten in de eurozone)  (8)

 

o

o

 

 

 

 

 

 

D.43S2X

Herbelegde winsten op buitenlandse directe investeringen buiten de eurozone (alleen voor lidstaten in de eurozone)  (8)

 

o

o

 

 

 

 

 

 

D.43S21

Herbelegde winsten op buitenlandse directe investeringen binnen de EU  (8)

 

o

o

 

 

 

 

 

 

D.43S22

Herbelegde winsten op buitenlandse directe investeringen buiten de EU  (8)

 

o

o

 

 

 

 

 

 

D.44

Overig inkomen uit beleggingen

xb

xb

xb

x

 

 

 

 

x

D.45

Huur

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

B.5g

Saldo primaire inkomens (bruto)/Nationaal inkomen (bruto)

x

xb

xb

x

xb

o

o

 

 

D.41g

Totaal rente vóór toerekening van IGDFI (7)

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

II.2

Secundaire inkomensverdelingsrekening

Middelen

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

B.5g

Saldo primaire inkomens (bruto)/Nationaal inkomen (bruto)

x

xb

xb

x

xb

o

o

 

 

D.5

Belastingen op inkomen, vermogen enz.

x

 

 

x

 

 

 

 

x

D.6

Sociale premies en uitkeringen

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

D.61

Sociale premies (netto)

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

D.62

Sociale uitkeringen exclusief sociale overdrachten in natura

xb

 

 

 

xb

o

 

 

x

D.63

Sociale overdrachten in natura

xb

 

 

 

xb

o

 

 

 

D.631

Sociale overdrachten in natura – niet-marktproducten

 

 

 

 

o

o

 

 

 

D.632

Sociale overdrachten in natura – aangekochte marktproducten

 

 

 

 

o

o

 

 

 

D.7

Overige inkomensoverdrachten

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

D.71

Premies schadeverzekering (netto)

xb

 

xb

x

 

 

 

 

x

D.72

Uitkeringen schadeverzekering

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

(D.74 + D.75 + D.76)

Overige inkomensoverdrachten, n.e.g.

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

D.74

Inkomensoverdrachten i.v.m. internationale samenwerking

o

 

 

o

 

 

 

 

o

D.74A

waarvan: betaald aan/ontvangen door de instellingen en organen van de Europese Unie

 

 

 

 

 

 

 

 

x

D.75

Overige inkomensoverdrachten, n.e.g. (7)

o

o

o

o

o

o

o

 

o

D.76

Eigen middelen van de EU op basis van btw en bni

 

 

 

 

 

 

 

 

o

Gebruik

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

D.5

Belastingen op inkomen, vermogen enz.

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

D.6

Sociale premies en uitkeringen

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

D.61

Sociale premies (netto)

xb

 

 

 

xb

o

 

 

x

D.62

Sociale uitkeringen exclusief sociale overdrachten in natura

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

D.63

Sociale overdrachten in natura

xb

 

 

x

xb

 

o

 

 

D.631

Sociale overdrachten in natura – niet-marktproducten

x

 

 

x

o

 

o

 

 

D.632

Sociale overdrachten in natura – aangekochte marktproducten

x

 

 

x

o

 

o

 

 

D.7

Overige inkomensoverdrachten

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

D.71

Premies schadeverzekering (netto)

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

D.72

Uitkeringen schadeverzekering

xb

 

xb

x

 

 

 

 

x

(D.74 + D.75 + D.76)

Overige inkomensoverdrachten, n.e.g.

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

D.74

Inkomensoverdrachten i.v.m. internationale samenwerking

o

 

 

o

 

 

 

 

o

D.74A

waarvan: betaald aan/ontvangen door de instellingen en organen van de Europese Unie

x

 

 

x

 

 

 

 

 

D.75

Overige inkomensoverdrachten, n.e.g. (7)

o

o

o

o

o

o

o

 

o

D.76

Eigen middelen van de EU op basis van btw en bni

o

 

 

o

 

 

 

 

 

B.7g

Alternatief beschikbaar inkomen (bruto)

 

 

 

x

xb

o

o

 

 

B.6g

Beschikbaar inkomen (bruto)

x

xb

xb

x

xb

o

o

 

 

II.4.1

Rekening voor besteding van het beschikbaar inkomen

Middelen

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

B.6g

Beschikbaar inkomen (bruto)

x

xb

xb

x

xb

o

o

 

 

D.8

Correctie voor mutaties in pensioenrechten

x

 

 

 

xb

o

 

 

x

Gebruik

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

P.3

Consumptieve bestedingen

x

 

 

x

xb

o

o

 

 

P.31

Individuele consumptieve bestedingen

x

 

 

x

xb

o

o

 

 

P.32

Collectieve consumptieve bestedingen

x

 

 

x

 

 

 

 

 

D.8

Correctie voor mutaties in pensioenrechten

x

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

B.8g

Besparingen (bruto)

x

xb

xb

x

xb

o

o

 

 

B.12

Saldo lopende transacties van het buitenland

 

 

 

 

 

 

 

 

x

III.1.1

Rekening voor mutaties in het vermogenssaldo a.g.v. besparingen en kapitaaloverdrachten

Mutaties in passiva en vermogenssaldo

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

B.8g

Besparingen (bruto)

x

xb

xb

x

xb

o

o

 

 

B.12

Saldo lopende transacties van het buitenland

 

 

 

 

 

 

 

 

x

D.9r

Kapitaaloverdrachten, ontvangen

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

D.91r

Vermogensheffingen, ontvangen

x

 

 

x

 

 

 

 

x

D.92r + D.99r

Investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten (7)

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

D.92r

Investeringsbijdragen, ontvangen (7)

o

o

o

o

o

o

o

 

o

D.99r

Overige kapitaaloverdrachten, ontvangen (7)

o

o

o

o

o

o

o

 

o

Mutaties in activa

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

D.9p

Kapitaaloverdrachten, betaald

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

D.91p

Vermogensheffingen, betaald

xb

xb

xb

 

xb

o

o

 

x

D.92p + D.99p

Investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten (7)

xb

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

D.92p

Investeringsbijdragen, betaald (7)

o

 

 

o

 

 

 

 

o

D.99p

Overige kapitaaloverdrachten, betaald (7)

o

o

o

o

o

o

o

 

o

P.51c

Verbruik van vaste activa

x

xb

xb

x

xb

o

o

 

 

B.101

Mutaties in het vermogenssaldo als gevolg van besparingen en kapitaaloverdrachten

x

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

III.1.2

Kapitaalvormingsrekening

Mutaties in passiva en vermogenssaldo

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

B.101

Mutaties in het vermogenssaldo als gevolg van besparingen en kapitaaloverdrachten

x

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

Mutaties in activa

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

P.5g

Bruto-investeringen

x

xb

xb

x

xb

o

o

 

 

P.51g

Bruto investeringen in vaste activa

x

xb

xb

x

xb

o

o

 

 

P.51c

Verbruik van vaste activa

x

xb

xb

x

xb

o

o

 

 

P.52 + P.53

Veranderingen in voorraden en nettoverwervingen van kostbaarheden

x

xb

xb

x

xb

o

o

 

 

NP

Saldo aan- en verkopen van niet-geproduceerde activa

x

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

B.9

Vorderingenoverschot (+) c.q. -tekort (–)

x

xb

xb

x

xb

o

o

 

x

DB.9

Verschil met het vorderingenoverschot (+) c.q. -tekort (–) van de financiële rekeningen

o

o

o

o

o

o

o

 

o

Aanvullende informatie

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.14

S.15

S.1N

S.2

EMP

Werkgelegenheid (aantal personen en aantal gewerkte uren)

o

o

o

o

o

o

o

 

o

OTE

Totaal uitgaven van de overheid

 

 

 

x

 

 

 

 

 

OTR

Totaal inkomsten van de overheid

 

 

 

x

 

 

 

 

 

AN.111

Woningen

 

 

 

 

o

 

 

 

 

AN.211

Grond

 

 

 

 

o

 

 

 

 

Legenda:

x

verplicht

xb

verplicht, maar vrijwillig voor landen waarvan het bbp in lopende prijzen minder dan 1 % van het overeenkomstige totaal voor de Unie uitmaakt. De drempel van 1 % wordt berekend als een voortschrijdend gemiddelde op basis van de laatste drie beschikbare jaren.

o

vrijwillig

 

niet-relevante cellen


Tabel 801SA

Niet-financiële rekeningen per sector — voor seizoens- en werkdaginvloeden gecorrigeerde gegevens — driemaandelijks

De gegevens worden gerapporteerd vanaf 1999Q1. De indieningstermijn is 85 dagen en 3 werkdagen na de referentieperiode. Telkens wanneer tabel 801 opnieuw wordt ingediend, wordt tabel 801SA 3 werkdagen nadat een van de variabelen in tabel 801SA is herzien in niet-gecorrigeerde termen, eveneens opnieuw ingediend.

Gegevens voor de sectoren S.11, S.12, S.14 + S.15, S.14, S.15 en S.1N zijn vrijwillig voor landen waarvan het bbp in lopende prijzen minder dan 1 % van het overeenkomstige totaal voor de Unie uitmaakt. De drempel van 1 % wordt berekend als een voortschrijdend gemiddelde op basis van de laatste drie beschikbare jaren.

De correctie voor seizoensinvloeden omvat, indien van toepassing, kalenderaanpassingen.


Code

Transactie

Sectoren

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.1N

S.2

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.1N

S.2

 

 

Gebruik

Middelen

P.3

Consumptieve bestedingen

 

 

 

x

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P.31

Individuele consumptieve bestedingen

 

 

 

 

xb

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P.5g

Bruto-investeringen

 

o

 

 

o

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P.51g

Bruto investeringen in vaste activa

 

xb

 

x

xb

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P.52 + P.53

Veranderingen in voorraden en nettoverwervingen van kostbaarheden

 

o

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P.6

Uitvoer van goederen en diensten

 

 

 

 

 

 

x

 

 

 

 

 

 

 

P.61

Uitvoer van goederen

 

 

 

 

 

 

o

 

 

 

 

 

 

 

P.62

Uitvoer van diensten

 

 

 

 

 

 

o

 

 

 

 

 

 

 

P.7

Invoer van goederen en diensten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

x

P.71

Invoer van goederen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

o

P.72

Invoer van diensten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

o

D.1

Beloning van werknemers

 

xb

 

 

 

 

 

 

 

 

 

xb

 

 

D.2

Belastingen op productie en invoer

 

o

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

D.29

Overige belastingen op productie

 

o

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

D.3

Subsidies

 

 

 

 

 

 

 

 

o

 

 

 

 

 

D.39

Overige subsidies op productie

 

 

 

 

 

 

 

 

o

 

 

 

 

 

D.4

Inkomen uit vermogen

 

o

 

 

xb

 

 

 

o

 

 

xb

 

 

D.41

Rente

 

o

 

 

 

 

 

 

o

 

 

 

 

 

(D.42 + D.43 + D.44 + D.45)

Overig inkomen uit vermogen, n.e.g.

 

o

 

 

 

 

 

 

o

 

 

 

 

 

D.1 + D.2 + D.3 + D.4

 

 

 

 

 

 

 

x

 

 

 

 

 

 

x

D.5

Belastingen op inkomen, vermogen enz.

 

o

 

 

xb

 

 

 

 

 

 

 

 

 

D.61

Sociale premies (netto)

 

o

 

 

xb

 

 

 

 

 

 

o

 

 

D.62

Sociale uitkeringen exclusief sociale overdrachten in natura

 

o

 

 

o

 

 

 

 

 

 

xb

 

 

D.63

Sociale overdrachten in natura

 

 

 

 

o

 

 

 

 

 

 

o

 

 

D.7

Overige inkomensoverdrachten

 

o

 

 

xb

 

 

 

o

 

 

xb

 

 

D.5 + D.6 + D.7

 

 

 

 

 

 

 

x

 

 

 

 

 

 

x

D.8

Correctie voor mutaties in pensioenrechten

 

o

 

 

xb

 

x

 

 

 

 

xb

 

x

D.9

Kapitaaloverdrachten

 

o

 

 

o

 

x

 

o

 

 

o

 

x

NP

Saldo aan- en verkopen van niet-geproduceerde activa

 

o

 

 

o

 

 

 

 

 

 

 

 

 

OTE

Totaal uitgaven van de overheid

 

 

 

x

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

OTR

Totaal inkomsten van de overheid

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

x

 

 

 


 

Saldi

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.1N

S.2

B.1g

Toegevoegde waarde (bruto)/Bruto binnenlands product

x

xb

 

 

 

 

 

B.2g + B.3g

Exploitatieoverschot (bruto) + Gemengd inkomen (bruto)

x

xb

 

 

xb

 

 

B.3g

Gemengd inkomen (bruto)

 

 

 

 

o

 

 

B.4g

Inkomen uit bedrijfsuitoefening (bruto)

 

o

 

 

 

 

 

B.5g

Saldo primaire inkomens (bruto)/Nationaal inkomen (bruto)

x

o

 

 

 

 

 

B.6g

Beschikbaar inkomen (bruto)

x

o

 

 

xb

 

 

B.8g

Besparingen (bruto)

x

o

 

 

xb

 

 

B.9

Vorderingenoverschot (+) c.q. -tekort (–)

x

o

 

x

o

 

 


 

Gegevens in kettingindexcijfers volume, na seizoenscorrecties

S.1

S.11

S.12

S.13

S.14 + S.15

S.1N

S.2

B.1g

Toegevoegde waarde (bruto)/Bruto binnenlands product

 

o

 

 

 

 

 

P.31

Individuele consumptieve bestedingen

 

 

 

 

o

 

 

P.51g

Bruto investeringen in vaste activa

 

o

 

 

o

 

 

 

Legenda:

x

verplicht

xb

verplicht, maar vrijwillig voor landen waarvan het bbp in lopende prijzen minder dan 1 % van het overeenkomstige totaal voor de Unie uitmaakt. De drempel van 1 % wordt berekend als een voortschrijdend gemiddelde op basis van de laatste drie beschikbare jaren.

o

vrijwillig

 

niet-relevante cellen


Tabel 9

Gedetailleerde inkomsten uit belastingen en sociale premies, inclusief de lijst van belastingen en sociale premies volgens de nationale classificatie — jaarlijks

Gegevens worden gerapporteerd in lopende prijzen in miljoenen nationale valuta (met rapportage-nauwkeurigheid ten minste tot op 1 miljoen van de nationale valuta) voor de sector overheid (S.13) en de subsectoren daarvan (centrale overheid S.1311, deelstaatoverheid S.1312, lagere overheid S.1313, socialezekerheidsfondsen S.1314), instellingen en organen van de Europese Unie (S.212) en de overheid plus instellingen en organen van de Europese Unie (S.13 + S.212) op t+9 maanden na de referentieperiode vanaf referentiejaar 1995.

Bovendien moet samen met tabel 9 uitvoerige informatie worden verstrekt over de nationale classificatie van belastingen en sociale premies (de “nationale lijst van belastingen”), met overeenkomstige bedragen onder elke betrokken ESR-code. Verstrekking van de nationale lijst van belastingen is verplicht voor de overheid en de instellingen en organen van de Europese Unie (S.13 + S.212).

De gegevens moeten consistent zijn met tabel 2 van deze bijlage.

Alle niet-verplichte gegevens worden in de toelichting hieronder vermeld. In de andere gevallen zijn gegevens verplicht vanaf het referentiejaar 1995.


Code

Transactie

Toelichting

D.2

Belastingen op productie en invoer

 

D.21

Productgebonden belastingen

 

D.211

Belasting over de toegevoegde waarde (btw)

 

D.212

Belastingen op invoer (exclusief btw)

 

D.2121

Invoerrechten

 

D.2122

Overige belastingen op invoer

 

D.2122a

Heffingen op ingevoerde landbouwproducten

 

D.2122b

Monetaire compenserende bedragen op ingevoerde producten

 

D.2122c

Accijnzen

 

D.2122d

Algemene verkoopbelastingen

 

D.2122e

Belastingen op specifieke diensten

 

D.2122f

Winsten van invoermonopolies

 

D.214

Overige productgebonden belastingen

 

D.214a

Accijnzen en verbruiksbelastingen

 

D.214b

Zegelrechten

 

D.214c

Belastingen op financiële en kapitaaltransacties

 

D.214d

Belastingen op de registratie van auto's

 

D.214e

Vermakelijkheidsbelastingen

 

D.214f

Belastingen op loterijen, kansspelen en weddenschappen

 

D.214g

Belastingen op verzekeringspremies

 

D.214h

Overige belastingen op specifieke diensten

 

D.214i

Algemene verkoop- en omzetbelastingen

 

D.214j

Winsten van fiscale monopolies

 

D.214k

Uitvoerrechten en monetaire compenserende bedragen die bij uitvoer worden geheven

 

D.214l

Overige productgebonden belastingen, n.e.g.

 

D.29

Overige belastingen op productie

 

D.29a

Belastingen op grond, gebouwen of andere bouwwerken

 

D.29b

Belastingen op het gebruik van vaste activa

 

D.29c

Belastingen over de totale loonsom en het aantal werknemers

 

D.29d

Belastingen op internationale transacties

 

D.29e

Bedrijfs- en beroepsvergunningen

 

D.29f

Milieuheffingen

 

D.29g

Ondercompensatie van btw (forfaitair stelsel)

 

D.29h

Overige niet-productgebonden belastingen op productie n.e.g.

 

D.5

Belastingen op inkomen, vermogen enz.

 

D.51

Belastingen op inkomen

 

D.51a + D.51c1

Belastingen op het inkomen van individuen of huishoudens, inclusief waarderingsverschillen

 

D.51a

Belastingen op het inkomen van individuen of huishoudens, exclusief waarderingsverschillen

vrijwillig

D.51c1

Belastingen op waarderingsverschillen voor individuen of huishoudens

vrijwillig

D.51b + D.51c2

Belastingen op het inkomen of de winsten van ondernemingen, inclusief waarderingsverschillen

 

D.51b

Belastingen op het inkomen of de winsten van vennootschappen, exclusief waarderingsverschillen

vrijwillig

D.51c2

Belastingen op waarderingsverschillen voor vennootschappen

vrijwillig

D.51c3

Overige belastingen op waarderingsverschillen

vrijwillig

D.51c

Belastingen op waarderingsverschillen

 

D.51d

Belastingen op winsten uit loterijen of kansspelen

 

D.51e

Overige belastingen op inkomen, n.e.g.

 

D.59

Belastingen op vermogen enz.

 

D.59a

Belastingen op kapitaal

 

D.59b

Personele belastingen

 

D.59c

Verbruiksbelastingen

 

D.59d

Betalingen door huishoudens voor vergunningen

 

D.59e

Belastingen op internationale transacties

 

D.59f

Overige belastingen op vermogen n.e.g.

 

D.91

Vermogensheffingen

 

D.91a

Belastingen op kapitaaloverdrachten

 

D.91b

Buitengewone heffingen op activa of het vermogenssaldo van institutionele eenheden

 

D.91c

Overige vermogensheffingen, n.e.g.

 

ODA

Totaal belastingontvangsten

 

D.61

Sociale premies (netto)

 

D.611

Werkelijke sociale premies t.l.v. werkgevers

 

D.611C

Verplichte werkelijke sociale premies t.l.v. werkgevers

 

D.611V

Vrijwillige werkelijke sociale premies t.l.v. werkgevers

 

D.61SC

Vergoeding voor de socialeverzekeringsregeling

vrijwillig tot referentiejaar 2011; in te dienen met een plusteken, hoewel het negatieve middelen betreft

D.6111

Werkelijke pensioenpremies t.l.v. werkgevers

vrijwillig

D.6112

Werkelijke niet-pensioenpremies t.l.v. werkgevers

vrijwillig

D.6121

Toegerekende pensioenpremies t.l.v. werkgevers

vrijwillig

D.6122

Toegerekende niet-pensioenpremies t.l.v. werkgevers

vrijwillig

D.6131

Werkelijke pensioenpremies t.l.v. huishoudens

vrijwillig

D.6132

Werkelijke niet-pensioenpremies t.l.v. huishoudens

vrijwillig

D.6141

Aanvullingen pensioenpremies t.l.v. huishoudens

vrijwillig

D.6142

Aanvullingen niet-pensioenpremies t.l.v. huishoudens

vrijwillig

D.612

Toegerekende sociale premies t.l.v. werkgevers

 

D.613

Werkelijke sociale premies t.l.v. huishoudens

 

D.613c

Verplichte werkelijke sociale premies t.l.v. huishoudens

 

D.613ce

Verplichte werkelijke sociale premies t.l.v. werknemers

 

D.613cs

Verplichte werkelijke sociale premies t.l.v. zelfstandigen

vrijwillig

D.613cn

Verplichte werkelijke sociale premies t.l.v. niet-werkenden

vrijwillig

D.613v

Vrijwillige werkelijke sociale premies t.l.v. huishoudens

 

D.614

Aanvullende sociale premies t.l.v. huishoudens

vrijwillig tot referentiejaar 2011

D.995

Kapitaaloverdrachten van de overheid aan de desbetreffende sectoren voor belastingen en sociale premies die zijn geheven, maar waarschijnlijk niet zullen worden geïnd

D.995 en uitsplitsingen zijn te rapporteren met een plusteken, hoewel D.995 met een minteken in D.99r, ontvangen kapitaaloverdracht, wordt opgenomen.

D.995a

Productgebonden belastingen die zijn geheven, maar waarschijnlijk niet zullen worden geïnd

zie D.995

D.995b

Niet-productgebonden belastingen op productie die zijn geheven, maar waarschijnlijk niet zullen worden geïnd

zie D.995

D.995c

Belastingen op inkomen die zijn geheven, maar waarschijnlijk niet zullen worden geïnd

zie D.995

D.995d

Belastingen op vermogen enz., die zijn geheven, maar waarschijnlijk niet zullen worden geïnd

zie D.995

D.995e

Werkelijke sociale premies t.l.v. werkgevers, die zijn geheven, maar waarschijnlijk niet zullen worden geïnd

zie D.995

D.995f

Werkelijke sociale premies t.l.v. huishoudens, die zijn geheven, maar waarschijnlijk niet zullen worden geïnd

zie D.995

D.995fe

Werkelijke sociale premies t.l.v. werknemers, die zijn geheven, maar waarschijnlijk niet zullen worden geïnd

zie D.995

D.995fs

Werkelijke sociale premies t.l.v. zelfstandigen, die zijn geheven, maar waarschijnlijk niet zullen worden geïnd

vrijwillig; zie D.995

D.995fn

Werkelijke sociale premies t.l.v. niet-werkenden, die zijn geheven, maar waarschijnlijk niet zullen worden geïnd

vrijwillig; zie D.995

D.995g

Vermogensheffingen die zijn geheven, maar waarschijnlijk niet zullen worden geïnd

zie D.995

ODB

Totaal ontvangsten uit belastingen en sociale premies na aftrek van bedragen die zijn geheven, maar waarschijnlijk niet zullen worden geïnd

 

ODC

Totaal ontvangsten uit belastingen en sociale premies (netto) (inclusief toegerekende sociale premies) na aftrek van bedragen die zijn geheven, maar waarschijnlijk niet zullen worden geïnd

 

ODD

Totaal ontvangsten uit belastingen en verplichte sociale premies na aftrek van bedragen die zijn geheven, maar waarschijnlijk niet zullen worden geïnd

 


Tabel 10

Belangrijkste aggregaten naar regio, NUTS-niveaus 2 en 3 — jaarlijks

De gegevens worden gerapporteerd vanaf 2000 behalve toegevoegde waarde (bruto) in prijzen van het voorgaande jaar, die vanaf 2001 worden gerapporteerd.

Lidstaten die bestaan uit slechts één territoriale eenheid van NUTS-niveau 3 zoals gedefinieerd in de nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek in Verordening (EG) nr. 1059/2003 zijn niet verplicht deze tabel te verstrekken. Lidstaten die uit slechts één territoriale eenheid van NUTS-niveau 2 bestaan, zijn niet verplicht de variabelen van deze tabel voor regionaal niveau NUTS 2 te verstrekken.

De indiening van niet-herziene gegevens is vrijwillig.


Code

Variabele

NACE-uitsplitsing

Regionaal niveau

Uiterste datum

TOTAAL

A*6 (9)

A*10

N.v.t.

B.1g

Toegevoegde waarde (bruto) tegen basisprijzen (lopende prijzen)

x

o

o

 

NUTS 2

12 maanden

x

x

x

 

NUTS 2

24 maanden

x

x

o

 

NUTS 3

24 maanden

B.1g

Toegevoegde waarde (bruto) tegen basisprijzen (prijzen van het voorgaande jaar)

x

o

o

 

NUTS 2

24 maanden

ETO

Werkgelegenheid (1 000 personen)

x

o

o

 

NUTS 2

12 maanden

x

x

x

 

NUTS 2

24 maanden

x

x

o

 

NUTS 3

24 maanden

EEM

Werknemers (1 000 )

o

o

o

 

NUTS 2

12 maanden

x

x

x

 

NUTS 2

24 maanden

x

x

o

 

NUTS 3

24 maanden

SELF

Zelfstandigen (1 000 )

o

o

o

 

NUTS 2

12 maanden

x

x

x

 

NUTS 2

24 maanden

x

x

o

 

NUTS 3

24 maanden

ETO

Werkgelegenheid (1 000 gewerkte uren)

x

x

o

 

NUTS 2

24 maanden

EEM

Werknemers (1 000 gewerkte uren)

x

x

o

 

NUTS 2

24 maanden

SELF

Zelfstandigen (1 000 gewerkte uren)

x

x

o

 

NUTS 2

24 maanden

POP

Bevolking (1 000 )

 

 

 

x

NUTS 2

12 maanden

 

 

 

x

NUTS 3

24 maanden

D.1

Beloning van werknemers

x

x

x

 

NUTS 2

24 maanden

P.51g

Bruto-investeringen in vaste activa (lopende prijzen)

x

x

x

 

NUTS 2

24 maanden

B.1*g

Bruto binnenlands product tegen marktprijzen (lopende prijzen)

 

 

 

o

NUTS 2

12 maanden

 

 

 

o

NUTS 3

24 maanden


Tabel 11

Uitgaven van de overheid naar functie (COFOG) — jaarlijks

De gegevens worden gerapporteerd in lopende prijzen in miljoenen nationale valuta (ten minste tot op 1 miljoen van de nationale valuta nauwkeurig) op t+11 maanden.

De gegevens worden verplicht gerapporteerd (met inachtneming van de in de toelichting hieronder vermelde uitzonderingen):

naar COFOG-divisies en totaal COFOG voor de overheid (S.13) en subsectoren van de overheid (centrale overheid S.1311, deelstaatoverheid S.1312, lagere overheid S.1313 en socialezekerheidsfondsen S.1314) vanaf referentiejaar 1995;

per COFOG-groep voor de overheid (S.13) vanaf referentiejaar 2001.

Aanvullende details (per COFOG-groep, per subsector, per ESR-transactie en referentieperioden) zoals hieronder gespecificeerd, kunnen op vrijwillige basis worden gerapporteerd.

Subsectorgegevens worden gerapporteerd als geconsolideerd in de posten inkomen uit vermogen (D.4), overige inkomensoverdrachten (D.7) en kapitaaloverdrachten (D.9) (en de subposten daarvan; gedeeltelijk geconsolideerd in totale uitgaven — TE) binnen elke subsector, maar niet tussen subsectoren. De gegevens voor sector S.13 zijn gelijk aan de som van de gegevens voor de subsectoren, met uitzondering van de posten D.4, D.7 en D.9 (en de subposten daarvan en TE), die tussen de subsectoren worden geconsolideerd (met vrijwillige informatie over transactiepartners van de uitgavenzijde).

De gerapporteerde gegevens moeten consistent zijn met de in tabel 2 van deze bijlage gerapporteerde gegevens, met uitzondering van verschillen in jaargangen.


Code

Lijst van transacties per COFOG-totaal, afdelingen en groepen voor de overheid en de subsectoren daarvan

Toelichting

P.5 + NP

Bruto-investeringen + saldo aan- en verkopen van niet-financiële niet-geproduceerde activa

 

P.5

Bruto-investeringen

 

P.51g

Bruto investeringen in vaste activa

vrijwillig voor subsectoren

NP

Saldo aan- en verkopen van niet-geproduceerde niet-financiële activa

 

D.1

Beloning van werknemers

 

D.3

Subsidies

Te rapporteren met een plusteken

D.4

Inkomen uit vermogen

 

D.4p_S.1311 waarvan:

aan de subsector centrale overheid (S.1311)

vrijwillig

D.4p_S.1312 waarvan:

aan de subsector deelstaatoverheid (S.1312)

vrijwillig

D.4p_S.1313 waarvan:

aan de subsector lagere overheid (S.1313)

vrijwillig

D.4p_S.1314 waarvan:

aan de subsector socialezekerheidsfondsen (S.1314)

vrijwillig

D.62 + D.632

Sociale uitkeringen (exclusief sociale overdrachten in natura) en sociale overdrachten in natura — aangekochte marktproducten

 

D.62

Sociale uitkeringen exclusief sociale overdrachten in natura

vrijwillig tot referentiejaar 2011

D.632

Sociale overdrachten in natura — aangekochte marktproducten

vrijwillig tot referentiejaar 2011

P.2 + D.29 + D.5 + D.8

Intermediair verbruik + niet-productgebonden belastingen op productie + belastingen op inkomen, vermogen enz. + correctie voor mutaties in pensioenrechten

vrijwillig

P.2

Intermediair verbruik

 

D.29 + D.5 + D.8

Niet-productgebonden belastingen op productie + belastingen op inkomen, vermogen enz. + correctie voor mutaties in pensioenrechten

 

D.7

Overige inkomensoverdrachten

 

D.7p_S.1311

aan de subsector centrale overheid (S.1311)

vrijwillig

D.7p_S.1312

aan de subsector deelstaatoverheid (S.1312)

vrijwillig

D.7p_S.1313

aan de subsector lagere overheid (S.1313)

vrijwillig

D.7p_S.1314

aan de subsector socialezekerheidsfondsen (S.1314)

vrijwillig

D.9

Kapitaaloverdrachten

In D.9p mogen geen bedragen voor D.995 worden opgenomen. D.995 moet worden afgetrokken van D.99r.

D.9p_S.1311

aan de subsector centrale overheid (S.1311)

vrijwillig

D.9p_S.1312

aan de subsector deelstaatoverheid (S.1312)

vrijwillig

D.9p_S.1313

aan de subsector lagere overheid (S.1313)

vrijwillig

D.9p_S.1314

aan de subsector socialezekerheidsfondsen (S.1314)

vrijwillig

D.92

Investeringsbijdragen

vrijwillig voor subsectoren

TE

Totaal uitgaven

 

P.3

Consumptieve bestedingen

 

P.31

Individuele consumptieve bestedingen

vrijwillig voor COFOG-afdelingen en -groepen; de toewijzing P.3 aan COFOG-groepen houdt een opsplitsing in P.31 en P.32. in.

P.32

Collectieve consumptieve bestedingen

vrijwillig voor COFOG-afdelingen en -groepen; de toewijzing P.3 aan COFOG-groepen houdt een opsplitsing in P.31 en P.32. in.


Tabel 13

Rekeningen van de huishoudens (S.14) per regio (NUTS 2)

De gegevens in lopende prijzen worden gerapporteerd vanaf 2000 op t+24 maanden na de referentieperiode.

Voor de periode 2000-2011 kan S.14 + S.15 worden gerapporteerd in plaats van S.14.

Lidstaten die bestaan uit slechts één territoriale eenheid van NUTS-niveau 2 zoals gedefinieerd in de nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek in Verordening (EG) nr. 1059/2003 zijn niet verplicht deze tabel te verstrekken.

De indiening van niet-herziene gegevens is vrijwillig.


Code

Transactie

Gebruik

Middelen

B.2n + B.3n

Exploitatieoverschot (netto) plus gemengd inkomen (netto)

 

x

D.1

Beloning van werknemers

 

x

D.4

Inkomen uit vermogen

x

x

B.5n

Saldo primaire inkomens (netto)

x

 

D.5

Belastingen op inkomen en vermogen etc.

x

 

D.61

Sociale premies (netto)

x

o

D.62

Sociale uitkeringen (exclusief sociale overdrachten in natura)

o

x

D.7

Overige inkomensoverdrachten

x

x

B.6n

Beschikbaar inkomen (netto)

x

 

D.63

Sociale overdrachten in natura

 

o

B.7n

Alternatief beschikbaar inkomen (netto)

o

 

P.3

Consumptieve bestedingen van huishoudens (nationaal begrip)

o

 

P.51c

Verbruik van vaste activa

o

 

Legenda:

x

verplicht

o

facultatief

 

niet-relevante cellen


Tabel 15

Aanbodtabel tegen basisprijzen, inclusief overgang naar aanbod tegen aankoopprijzen

De gegevens worden gerapporteerd in lopende prijzen (vanaf 2010) en prijzen van het voorgaande jaar (vanaf 2015) voor NACE (n=64, vrijwillig n=88) en CPA (m=64, vrijwillig m=88) op t+36 maanden na de referentieperiode.

De indiening van niet-herziene gegevens is vrijwillig.


 

Bedrijfstakken (NACE)

Σ (1)

Invoer (10) (cif)

Totaal aanbod tegen basisprijzen

Handels- en vervoersmarge

Saldo van productgebonden belastingen en subsidies

Totaal aanbod tegen aankoopprijzen

1 … n

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

Productgroepen (CPA)

1…m

(1)

Output per productgroep en per bedrijfstak tegen basisprijzen

 

a)

Intra-EU (11) (cif)

a.1)

Intra-eurozone (11) (cif)

a.2)

Extra-eurozone (11) (cif)

b)

Extra-EU (11) (cif)

c)

Totaal

 

 

 

 

Σ (1)

 

Totale output per bedrijfstak

 

 

 

 

 

 

Correctieposten:

Cif/fob-correctie invoer

Directe aankopen ingezetenen in het buitenland

(2)

 

 

 

 

 

 

 

(1) + (2)

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal waarvan

Marktoutput

Output voor eigen finaal gebruik

Niet-marktoutput

(3)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Tabel 16

Gebruikstabel tegen aankoopprijzen (*1) - jaarlijks

De gegevens worden gerapporteerd in lopende prijzen (vanaf 2010) en prijzen van het voorgaande jaar (vanaf 2015) voor NACE (n=64, vrijwillig n=88) en CPA (m=64, vrijwillig m=88) op t+36 maanden na de referentieperiode. Vijf aanvullende tabellen (*1) moeten om de vijf jaar worden ingediend.

De indiening van niet-herziene gegevens is vrijwillig.


 

Bedrijfstakken (NACE)

Σ (1)

Finaal gebruik

Σ (3)

Σ (1)

+ Σ (3)

1…n

a) b) c) d) e) f) g) h) i) j) k) l)

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

Productgroepen (CPA)

1…m

(1)

Intermediair verbruik tegen aankoopprijzen per productgroep en per bedrijfstak

 

Finaal gebruik tegen aankoopprijzen (12):

 

Consumptieve bestedingen:

a)

Door huishoudens

b)

Door izw’s t.b.v. huishoudens

c)

Door de overheid

d)

Totaal

 

Bruto-investeringen:

e)

Bruto investeringen in vaste activa

f)

Veranderingen in voorraden (13)

g)

Veranderingen in kostbaarheden (13)

h)

Veranderingen in voorraden en kostbaarheden

i)

Totaal

 

Uitvoer fob (14):

j)

Intra-EU (14)

j1)

- Intra-eurozone (14)

j2)

- Extra-eurozone (14)

k)

Extra-EU (14)

l)

Totaal

m)

(vrijwillige gegevens)

Wederuitvoer van goederen (15)

Uitvoer van tweedehands goederen (15)

Merchandising (15)

Goederen die vóór veredeling naar het buitenland zijn verzonden (passieve veredeling, d.w.z. het rapporterende land is de opdrachtgever) (15)

Goederen die na veredeling naar het buitenland zijn verzonden (actieve veredeling, d.w.z. het rapporterende land is de veredelaar) (15)

Vergoedingen voor veredeling (15)

 

 

Σ (1)

(2)

Totaal intermediair verbruik per bedrijfstak

 

Totaal finaal gebruik naar type

 

Totaal gebruik

Correctieposten:

Cif/fob-correctie uitvoer

Directe aankopen door ingezetenen in het buitenland

Aankopen door niet-ingezetenen op binnenlands grondgebied

(3)

 

 

Alleen uitvoer

Alleen consumptieve bestedingen van huishoudens

Alleen consumptieve bestedingen van huishoudens en uitvoer

Alleen uitvoer

Alleen consumptieve bestedingen van huishoudens

Alleen consumptieve bestedingen van huishoudens en uitvoer

 

Σ (2) + Σ (3)

(4)

 

 

 

 

 

Beloning van werknemers (13)

Lonen (13)

Saldo van overige belastingen en subsidies op productie (13)

Verbruik van vaste activa (13)

Exploitatieoverschot (netto) (13)

Exploitatieoverschot (bruto) (13)

Gemengd inkomen (bruto) (13)  (15)

(5)

 

 

 

 

 

Toegevoegde waarde (bruto) tegen basisprijzen

(6)

 

 

 

 

 

Totale output tegen basisprijzen

(7)

 

 

 

 

 

 

Aanvullende vrijwillige gegevens

Bruto-investeringen in vaste activa (15)

Bruto-kapitaalgoederenvoorraad (15)

Werkgelegenheid (gewerkte uren en werkzame personen - (1 000 )) (15)

(8)

 

 

 

 

 

 

 

 


Tabel 17

Symmetrische input-outputtabel tegen basisprijzen (*2) (productgroep x productgroep (*3)) – om de vijf jaar

De gegevens vanaf 2010 worden gerapporteerd in lopende prijzen (n=64, vrijwillig n=88) om de vijf jaar (jaren eindigend op 0 of 5) op t+36 maanden na de referentieperiode.

Indiening in prijzen voor het voorgaande jaar geschiedt op vrijwillige basis.

De indiening van niet-herziene gegevens is vrijwillig.


 

 

Productgroepen

Σ (1)

Finaal gebruik

Σ (3)

Σ (1) + Σ (3)

1…n

a) b) c) d) e) f) g) h) i) j) k) l)

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

Productgroepen

1…n

(1)

Intermediair verbruik tegen basisprijzen (productgroep x productgroep)

 

Finaal gebruik tegen basisprijzen (16):

 

Consumptieve bestedingen:

a)

Door huishoudens

b)

Door izw’s t.b.v. huishoudens

c)

Door de overheid

d)

Totaal

 

Bruto-investeringen:

e)

Bruto investeringen in vaste activa

f)

Veranderingen in voorraden (17)

g)

Veranderingen in kostbaarheden (17)

h)

Veranderingen in voorraden en kostbaarheden

i)

Totaal

 

Uitvoer (18):

j)

Intra-EU (18)

j1)

- Intra-eurozone (18)

j2)

- Extra-eurozone (18)

k)

Extra-EU (18)

l)

Totaal

 

 

Σ (1)

(2)

Totaal intermediair verbruik tegen basisprijzen per productgroep

 

Finaal gebruik tegen basisprijzen per productgroep

 

Totaal gebruik tegen basisprijzen

Gebruik van ingevoerde productgroepen (*4)

 

Totaal intermediair verbruik van ingevoerde productgroepen per productgroep, cif

 

Finaal gebruik van ingevoerde productgroepen, cif

 

Totale invoer

Saldo van productgebonden belastingen en subsidies

(3)

Saldo productgebonden belastingen en subsidies per productgroep

 

Saldo productgebonden belastingen en subsidies per type finaal gebruik

 

Totaal saldo van productgebonden belastingen en subsidies

Σ (1) + (3)

(4)

Totaal intermediair verbruik tegen aankoopprijzen per productgroep

 

Totaal finaal gebruik naar type tegen aankoopprijzen

 

Totaal gebruik tegen aankoopprijzen

Beloning van werknemers (19)

Lonen (19)

Saldo van overige belastingen en subsidies op productie (19)

Verbruik van vaste activa (19)

Exploitatieoverschot netto (19)

Exploitatieoverschot (bruto) (19)

Gemengd inkomen (bruto) (17)  (19)

(5)

 

 

 

 

 

Toegevoegde waarde (bruto) tegen basisprijzen

(6)

 

 

 

 

 

Totale output tegen basisprijzen

(7)

 

 

 

 

 

Invoer intra-EU (18) cif

Intra-eurozone (18)

Extra-eurozone (18)

Invoer extra-EU (18) cif

(8)

 

 

 

 

 

Σ (8)

(9)

Invoer cif per productgroep

 

 

 

 

Totaal aanbod tegen basisprijzen

(10)

Aanbod tegen basisprijzen per productgroep

 

 

 

 


Tabel 20

Vaste activa naar economische activiteit en type activa (standen) — jaarlijks

Gegevens over vaste activa worden gerapporteerd op t+24 maanden na de referentieperiode bruto en netto (g/n), in lopende vervangingskosten (CURC) vanaf 2000, in de vervangingskosten van het voorgaande jaar (PYRC) vanaf 2001; de indiening van kettingindexcijfers volumes (CLV) is facultatief (o).


Code

Activa

Eenheden: CURC, PYRC, CLV (o)

NACE Rev. 2 Uitsplitsing tot

TOTAAL

A*10/A*21

A*38/A*64/A*88

AN.11

Vaste activa

g/n

g/n

o

AN.111

Woningen

g/n

g/n

o

AN.112

Overige bouwwerken

g/n

g/n

o

AN.1121

Gebouwen m.u.v. woningen

o

o

o

AN.1122

Grond-, weg- en waterbouwkundige werken

o

o

o

AN.1123

Grondverbeteringen

o

o

o

AN.113 + AN.114

Machines en apparatuur + wapensystemen

g/n

g/n

o

AN.1131

Vervoermiddelen

g/n

g/n

o

AN.1132

ICT-apparatuur

g/n

o

o

AN.11321

Gegevensverwerkende apparatuur

g/n

o

o

AN.11322

Telecommunicatie-uitrusting

g/n

o

o

AN.1139 + AN.114

Overige machines en apparatuur + wapensystemen

g/n

o

o

AN.115

In cultuur gebrachte biologische hulpbronnen

g/n

g/n

o

AN.117

Intellectuele eigendommen

g/n

g/n

o

AN.1171

Onderzoeks- en ontwikkelingswerk

o

o

o

AN.1172

Exploratie en evaluatie van minerale reserves

o

o

o

AN.1173

Computerprogrammatuur en databanken

g/n

o

o

AN.11731

Computerprogrammatuur

o

o

o

AN.11732

Databanken

o

o

o

AN.1174

Originelen op het gebied van woord, beeld en geluid

o

o

o

AN.1179

Overige intellectuele eigendommen

o

o

o


Tabel 22

Investeringen in vaste activa (bruto) naar economische activiteit en naar type activa (transacties) — jaarlijks

De gegevens worden gerapporteerd op t+9 maanden na de referentieperiode voor de NACE-uitsplitsingen tot A*10 en op t+24 maanden tot A*21 zoals hieronder vermeld; de indiening van gegevens voor andere activa en uitsplitsingen A*38/64/88 is facultatief (o). De gegevens worden gerapporteerd in lopende prijzen (CUP); in prijzen voor het voorgaande jaar (PYP) en in kettingindexcijfers volume (CLV); het aanvangsjaar voor de rapportage CUP of CLV is 1995 of 2000, zoals hieronder gespecificeerd; voor PYP is het één jaar later (1996 of 2001).


Code

Uitsplitsingen naar activa:

t+9

t+24

Eenheid:

CUP, PYP, CLV

P.51g

Investeringen in vaste activa (bruto):

voor uitsplitsingen en jaren zoals hieronder vermeld

AN.11

Vaste activa

A*10

A*21

1995/6

AN.111

Woningen

A*10

A*21

1995/6

AN.112

Overige bouwwerken

A*10

A*21

1995/6

AN.1121

Gebouwen m.u.v. woningen

o

o

o

AN.1122

Grond-, weg- en waterbouwkundige werken

o

o

o

AN.1123

Grondverbeteringen

o

o

o

AN.113 + AN.114

Machines en apparatuur + wapensystemen

A*10

A*21

1995/6

AN.1131

Vervoermiddelen

A*10

A*21

1995/6

AN.1132

ICT-apparatuur

A*10

A*21

2000/1

AN.11321

Gegevensverwerkende apparatuur

o

Totaal

2000/1

AN.11322

Telecommunicatie-uitrusting

o

Totaal

2000/1

AN.1139 + AN.114

Overige machines en apparatuur + wapensystemen

o

Totaal

2000/1

AN.115

In cultuur gebrachte biologische hulpbronnen

A*10

A*21

1995/6

AN.117

Intellectuele eigendommen

A*10

A*21

1995/6

AN.1171

Onderzoeks- en ontwikkelingswerk

o

Totaal

2000/1

AN.1172

Exploratie en evaluatie van minerale reserves

o

o

o

AN.1173

Computerprogrammatuur en databanken

o

Totaal

2000/1

AN.11731

Computerprogrammatuur

o

o

o

AN.11732

Databanken

o

o

o

AN.1174

Originelen op het gebied van woord, beeld en geluid

o

o

o

AN.1179

Overige intellectuele eigendommen

o

o

o

P.52

Veranderingen in voorraden naar economische activiteit

A*10

o

1995/6

P.53

Saldo aan- en verkopen van kostbaarheden

Totaal

o

1995/6

P.5g

Bruto-investeringen

Totaal

o

1995/6

P.51c

Verbruik van vaste activa naar economische activiteit en type activa

o

o

o


Tabel 25

Niet-financiële rekeningen van de overheid — driemaandelijks

De gegevens worden gerapporteerd in lopende prijzen in miljoenen van de nationale valuta (ten minste tot op 1 miljoen van de nationale valuta nauwkeurig), vanaf referentiekwartaal 2002Q1 op t+3 maanden na de referentieperiode.

Met inachtneming van de hieronder beschreven uitzonderingen worden niet voor seizoensinvloeden gecorrigeerde gegevens voor de sector overheid (S.13) verplicht gerapporteerd.

Gegevens voor de subsectoren van de overheid kunnen op vrijwillige basis worden gerapporteerd:

S.1311 centrale overheid

S.1312 deelstaatoverheid

S.1313 lokale overheid

S.1314 socialezekerheidsfondsen.

Gegevens voor instellingen en organen van de Europese Unie (S.212) kunnen op vrijwillige basis worden verstrekt voor belastingen op productie en invoer (D.2r), productgebonden belastingen (D.21r) en overige belastingen op productie (D.29r).

Voor seizoens- en werkdaginvloeden gecorrigeerde gegevens kunnen op vrijwillige basis worden gerapporteerd, met uitzondering van de volgende posten op S.13-niveau: totale inkomsten (TR), totale uitgaven (TE) en vorderingenoverschot (+) c.q. -tekort (-) (B.9). Deze laatste worden verplicht gerapporteerd op een termijn van t+107 dagen na de referentieperiode. De lidstaten verstrekken metagegevens over seizoenscorrectie met een korte beschrijving van de algemene kenmerken van de seizoenscorrectiemethode, d.w.z. de directe of indirecte benadering, de correctie voor seizoensinvloeden en de bijbehorende software, de aanwezigheid van kalendereffecten, benchmarking van jaargegevens alsmede de gebruikte specifieke modellen. De Commissie (Eurostat) levert technische bijstand bij de correctie van seizoensinvloeden overeenkomstig de eisen van de lidstaten.

Subsectorgegevens worden gerapporteerd als geconsolideerd in de posten inkomen uit vermogen (D.4), overige inkomensoverdrachten (D.7) en kapitaaloverdrachten (D.9) (en de subposten daarvan; gedeeltelijk geconsolideerd in totale uitgaven en totale inkomsten — TE en TR) binnen elke subsector, maar niet tussen subsectoren. De gegevens voor sector S.13 zijn gelijk aan de som van de gegevens voor de subsectoren, met uitzondering van de posten D.4, D.7 en D.9 (en de subposten en aggregaten daarvan), die tussen de subsectoren moeten worden geconsolideerd.

De gegevens worden gebaseerd op directe informatie die beschikbaar is uit basisbronnen, zoals overheidsrekeningen of administratieve bronnen, die voor belastingen op productie en invoer (D.2r), belastingen op inkomen en vermogen enz. (D.5r), vermogensheffingen (D.91r), werkelijke sociale premies (D.611 en D.613 samen) en sociale uitkeringen (D.62p) ten minste 90 % van het bedrag van de categorie vertegenwoordigen. De directe informatie wordt aangevuld met, zo nodig, correcties in verband met de dekking en met correcties in verband met de gehanteerde begrippen, teneinde de kwartaalgegevens in overeenstemming te brengen met de begrippen uit het ESR 2010.

De kwartaalgegevens en de overeenkomstige jaargegevens in tabel 2 van deze bijlage en de krachtens Verordening (EG) nr. 479/2009 gerapporteerde gegevens moeten consistent zijn, met uitzondering van verschillen in jaargangen bij niet samenvallende indieningstermijnen.

De lidstaten geven de Commissie (Eurostat) een beschrijving van de bronnen en methoden die voor de berekening van de gegevens zijn gebruikt en tegelijkertijd dienen zij volgens het in deze verordening vastgestelde tijdschema. Zij zenden de Commissie (Eurostat) in geval van herziening van de initiële beschrijving van de voor de berekening van de kwartaalgegevens gebruikte bronnen en methoden bij indiening van de herziene gegevens ook de gewijzigde beschrijving toe.

Bij de gegevensindiening moeten belangrijke gebeurtenissen en belangrijke herzieningen worden gemeld.


Code

Transactie

Toelichting

P.1

Output

 

P.11 + P.12 + P.131

Marktoutput, output voor eigen finaal gebruik en betalingen voor niet-marktoutput

 

P.2

Intermediair verbruik

 

B.1g

Toegevoegde waarde (bruto)

vrijwillig

P.51c

Verbruik van vaste activa

 

D.1p

Beloning van werknemers, betaald

 

D.29p

Niet-productgebonden subsidies op productie, betaald

 

D.39r

Niet-productgebonden subsidies op productie, ontvangen

te rapporteren met een plusteken

D.2r

Belastingen op productie en invoer, ontvangen

kan op vrijwillige basis worden gerapporteerd voor sector S.212

D.21r

Productgebonden belastingen, ontvangen

zie D.2r

D.211r

Belasting over de toegevoegde waarde (btw), ontvangen

 

D.29r

Niet-productgebonden belastingen op productie, ontvangen

zie D.2r

D.4r

Inkomen uit vermogen, ontvangen

 

D.41r

Rente, ontvangen

 

D.42r + D.43r + D.44r + D.45r

Overig inkomen uit vermogen, betaald

 

D.3p

Subsidies, betaald

te rapporteren met een plusteken

D.31p

Productgebonden subsidies, betaald

te rapporteren met een plusteken

D.39p

Andere subsidies op productie, betaald

te rapporteren met een plusteken

D.4p

Inkomen uit vermogen, betaald

 

D.41p

Rente, betaald

 

D.42p + D.43p + D.44p + D.45p

Overig inkomen uit vermogen, betaald

 

D.5r

Belastingen op inkomen, vermogen enz., ontvangen

 

D.51r

Belastingen op inkomen, ontvangen

vrijwillig

D.59r

Overige belastingen op vermogen, ontvangen

vrijwillig

D.61r

Sociale premies (netto), ontvangen

 

D.611r

Werkelijke sociale premies t.l.v. werkgevers

 

D.613r

Werkelijke sociale premies t.l.v. huishoudens

 

D.7r

Overige inkomensoverdrachten, ontvangen

 

D.5p

Belastingen op inkomen, vermogen enz., betaald

 

D.62p

Sociale voordelen

 

D.632p

Sociale overdrachten in natura — aangekochte marktproducten, betaald

 

D.62p + D.632p

Sociale uitkeringen (exclusief sociale overdrachten in natura, en sociale overdrachten in natura) — aangekochte marktproducten, betaald

 

D.7p

Overige inkomensoverdrachten, betaald

 

P.3

Consumptieve bestedingen

 

P.31

Individuele consumptieve bestedingen

 

P.32

Collectieve consumptieve bestedingen

 

D.8

Correctie voor mutaties in pensioenrechten

 

B.8g

Besparingen (bruto)

 

D.9r

Ontvangen kapitaaloverdrachten

 

D.91r

Vermogensheffingen, ontvangen

 

D.92r + D.99r

Investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten, ontvangen

 

D.9p

Kapitaaloverdrachten, betaald

 

D.92p

Investeringsbijdragen, betaald

 

P.5

Bruto-investeringen

 

P.51g

Bruto investeringen in vaste activa

 

P.52 + P.53

Veranderingen in voorraden en saldo aan- en verkopen van kostbaarheden

 

NP

Saldo aan- en verkopen van niet-geproduceerde niet-financiële activa

 

P.5 + NP

Bruto-investeringen en saldo aan- en verkopen van niet-financiële niet-geproduceerde activa

 

B.9

Vorderingenoverschot (+) c.q. -tekort (-)

voor seizoens- en werkdaginvloeden gecorrigeerde gegevens verplicht voor S.13 op t+107 dagen na het referentiekwartaal

TE

Totaal uitgaven

zie B.9

TR

Totaal ontvangsten

zie B.9

D.995

Kapitaaloverdrachten van de overheid aan de desbetreffende sectoren voor belastingen en sociale premies die zijn geheven, maar waarschijnlijk niet zullen worden geïnd

vrijwillig; D.995 moet worden afgetrokken van D.99r. In D.9p mogen geen bedragen voor D.995 worden opgenomen. D.995 te rapporteren met een plusteken.


Tabel 26

Balansen voor niet-financiële activa — jaarlijks

De gegevens worden gerapporteerd op t+24 maanden na de referentieperiode in lopende prijzen (CUP) vanaf 1995, 2000 of 2012 zoals gespecificeerd; sommige uitsplitsingen zijn facultatief (o).


Code

Variabelen

S.1

S.11, S.12, S.13, S.14 + S.15

Opsplitsing van S.14 en S.15 facultatief (o)

Eenheid: CUP

AN.1

Geproduceerde niet-financiële activa

o

o

AN.11 + AN.12

Vaste activa + voorraden

2012

2012

AN.11

Vaste activa

2000

2012

AN.111

Woningen

1995

1995

AN.112

Overige bouwwerken

2000

2012

AN.1121

Gebouwen m.u.v. woningen

2012

2012

AN.1122

Grond-, weg- en waterbouwkundige werken

2012

2012

AN.1123

Grondverbeteringen

o

o

AN.113 + AN.114

Machines en apparatuur + wapensystemen

2000

2012

AN.1131

Vervoermiddelen

o

o

AN.1132

ICT-apparatuur

o

o

AN.11321

Gegevensverwerkende apparatuur

o

o

AN.11322

Telecommunicatie-uitrusting

o

o

AN.1139 + AN.114

Overige machines en apparatuur + wapensystemen

o

o

AN.115

In cultuur gebrachte biologische hulpbronnen

2000

2012

AN.117

Intellectuele eigendommen

2000

2012

AN.1171

Onderzoeks- en ontwikkelingswerk

o

o

AN.1172

Exploratie en evaluatie van minerale reserves

o

o

AN.1173

Computerprogrammatuur en databanken

o

o

AN.11731

Computerprogrammatuur

o

o

AN.11732

Databanken

o

o

AN.1174

Originelen op het gebied van woord, beeld en geluid

o

o

AN.1179

Overige intellectuele eigendommen

o

o

AN.12

Voorraden

2012

2012

AN.13

Kostbaarheden

o

o

AN.2

Niet-geproduceerde niet-financiële activa

o

o

AN.21

Natuurlijke hulpbronnen

o

o

AN.211

Grond

o

(S.14 + S.15): 1995

S.11, S.12, S.13: o

AN.212

Minerale en energiereserves

o

o

AN.213 + AN.214

Niet in cultuur gebrachte biologische hulpbronnen en waterreserves

o

o

AN.215

Overige natuurlijke hulpbronnen

o

o

AN.22

Contracten, leases en vergunningen

o

o

AN.23

Saldo aan- en verkopen van goodwill en marketingactiva

o

o


Tabel 27

Financiële rekeningen en balansen van de overheid — driemaandelijks

De gegevens worden gerapporteerd in miljoenen van de nationale valuta (ten minste tot op 1 miljoen van de nationale valuta nauwkeurig), vanaf referentiekwartaal 1999Q1 voor de sector overheid en de subsectoren daarvan.

De termijn voor de indiening van voorlopige gegevens is t+85 dagen na het referentiekwartaal. De lidstaten verstrekken de definitieve gegevens opnieuw, met inbegrip van eventuele actualiseringen of andere herzieningen, op t+3 maanden. Indien de op t + 85 dagen verzonden gegevens op nationaal niveau als “niet bekendgemaakt” worden aangemerkt, worden de gegevens niet op Europees niveau bekendgemaakt.

De gegevens worden verplicht gerapporteerd voor:

S.13 overheid

geconsolideerd binnen en tussen subsector (S.13C) en

niet-geconsolideerd (S.13N)

S.1311 centrale overheid — geconsolideerd binnen de subsector

S.1312 deelstaatoverheid — geconsolideerd binnen de subsector

S.1313 lagere overheid— geconsolideerd binnen de subsector

S.1314 socialezekerheidsfondsen — geconsolideerd binnen de subsector.

Transacties en balansposten worden verplicht gerapporteerd (met inachtneming van de in de toelichting vermelde uitzonderingen). Overige volumemutaties (K.3 rampzalige verliezen + K.4 niet-gecompenseerde confiscaties + K.5 overige volumemutaties, n.e.g. + K.6 wijzigingen in classificatie) en nominale waarderingsverschillen (K.7) kunnen op vrijwillige basis per instrument worden gerapporteerd.

Bepaalde informatie over de partnersector is verplicht – zoals aangegeven in de toelichting hieronder – terwijl andere informatie over de partnersector op vrijwillige basis kan worden verstrekt voor de volgende partnersectoren:

S.11 niet-financiële vennootschappen

S.12 financiële instellingen

S.128 + S.129 verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen

S.14 + S.15 huishoudens en izw's t.b.v. huishoudens

totale economie, m.u.v. S.13

S.2 buitenland.

Met het oog op de opstelling van statistieken van hoge kwaliteit worden de kwartaalgegevens voor financiële transacties en financiële vorderingen en schulden zoveel mogelijk gebaseerd op informatie die direct bij de overheid beschikbaar is. De kwartaalgegevens over niet-beursgenoteerde aandelen (AF.512) en overige deelnemingen (AF.519) die in handen van eenheden van de overheid zijn, mogen evenwel worden geschat door informatie over de respectieve jaarlijkse gegevens te interpoleren of te extrapoleren. De kwartaalgegevens en de overeenkomstige jaargegevens die krachtens Verordening (EG) nr. 479/2009 worden gerapporteerd, moeten consistent zijn bij samenvallende indieningstermijnen.

Bij de gegevensindiening moeten belangrijke gebeurtenissen en belangrijke herzieningen worden gemeld.


Code/instrument

Transacties/balansposten/overige volumemutaties/nominale waarderingsverschillen – voor activa en passiva – voor de overheid en haar subsectoren

Toelichting

B.9f/BF.90

Netto financiële transacties/financieel vermogenssaldo

 

(A)F

Financiële transacties/totale activa of passiva (balans)

 

(A)F.1

Monetair goud en bijzondere trekkingsrechten (SDR's)

 

(A)F.2

Chartaal geld en deposito's

 

(A)F.21

Chartaal geld

vrijwillig

(A)F.22

Girale deposito's

vrijwillig

(A)F.29

Overige deposito's

vrijwillig

(A)F.3

Schuldtitels

informatie over de partnersector is verplicht voor S.1311 en S.1314 tegenover: S.11, S.12, S.128 + S.129 en S.2

(A)F.31

Kortlopende schuldbewijzen

zie (A)F.3

(A)F.32

Langlopende schuldbewijzen

zie (A)F.3

(A)F.4

Leningen

informatie over de partnersector is verplicht voor S.1311 en S.1314 tegenover S.11, S.128 + S.129 en S.14 + S.15; S.1311 en 1314 passiva tegenover S.128 + S.129

(A)F.41

Kortlopende leningen

zie (A)F.4

(A)F.42

Langlopende leningen

zie (A)F.4

(A)F.5

Deelnemingen en aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen

informatie over de partnersector is verplicht voor S.1311 en S.1314 tegenover S.11, S.12, S.128 + S.129 en S.2

(A)F.51

Deelnemingen

 

(A)F.511

Beursgenoteerde aandelen

vrijwillig

(A)F.512

Niet-beursgenoteerde aandelen

vrijwillig

(A)F.519

Overige deelnemingen

vrijwillig

(A)F.52

Aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen

 

(A)F.521

Aandelen of rechten van deelneming in geldmarktfondsen

vrijwillig

(A)F.522

Aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen

vrijwillig

(A)F.6

Verzekerings-, pensioen- en standaardgarantieregelingen

 

(A)F.61

Technische voorzieningen schadeverzekering

 

(A)F.62

Levensverzekerings- en lijfrenterechten

vrijwillig

(A)F.63 + (A)F.64 + (A)F.65

Pensioenrechten, aanspraken van pensioenfondsen op pensioenbeheerders en rechten op niet-pensioenuitkeringen

 

(A)F.63

Pensioenrechten

vrijwillig

(A)F.64

Aanspraken van pensioenfondsen op pensioenbeheerders

vrijwillig

(A)F.65

Rechten op niet-pensioenuitkeringen

vrijwillig

(A)F.66

Voorzieningen voor claims in het kader van standaardgaranties

 

(A)F.7

Financiële derivaten en aandelenopties voor werknemers

 

(A)F.8

Overige vorderingen/schulden

 

(A)F.81

Handelskredieten en voorschotten

vrijwillig

(A)F.89

Overige transitorische posten (vorderingen)

vrijwillig


Tabel 28

Bruto-overheidsschuld (“Maastrichtschuld”) — driemaandelijks

De gegevens worden gerapporteerd in lopende prijzen in miljoenen van de nationale valuta (ten minste tot op 1 miljoen van de nationale valuta nauwkeurig), vanaf referentiekwartaal 2000Q1 op t+3 maanden na de referentieperiode voor de sector overheid en de subsectoren daarvan.

De sector overheid (S.13) en de subsectoren (centrale overheid S.1311, deelstaatoverheid S.1312, lagere overheid S.1313 en socialezekerheidsfondsen S.1314) worden verplicht gerapporteerd, met inachtneming van onderstaande uitzonderingen.

Uitsplitsingen in sectoren en subsectoren, die op vrijwillige basis kunnen worden gerapporteerd:

S.13111 budgettaire centrale overheid

S.13112 extrabudgettaire centrale overheid

S.11001 niet-financiële vennootschappen in handen van de overheid

S.12001 financiële vennootschappen in handen van de overheid

S.13 + S.11001 + S.12001 publieke sector.

Gegevens voor de subsectoren moeten worden geconsolideerd binnen elke subsector, maar niet tussen subsectoren onderling. De overheid moet worden gerapporteerd als geconsolideerd binnen en tussen subsectoren.

Bruto-overheidsschuld moet worden gerapporteerd als nominale waarde van de uitstaande schuld aan het eind van het kwartaal, overeenkomstig de definitie in Verordening (EG) nr. 479/2009.

De gerapporteerde gegevens moeten overeenstemmen met de krachtens Verordening (EG) nr. 479/2009 gerapporteerde gegevens, met uitzondering van verschillen in jaargangen bij niet-samenvallende indieningstermijnen.


Code

Passiva

Toelichting

GD

Totaal = brutoschuld

 

GD XDC

Brutoschuld in nationale valuta

vrijwillig

GD X1

Brutoschuld in vreemde valuta

vrijwillig

GD S.1

Brutoschuld in handen van binnenlandse crediteuren (S.1)

vrijwillig

GD S.2

Brutoschuld in handen van buitenlandse crediteuren (S.2)

vrijwillig

GD TS

Brutoschuld met korte resterende looptijd

vrijwillig

GD LL

Brutoschuld met lange resterende looptijd

vrijwillig

AF.2

Chartaal geld en deposito's

 

AF.21

Chartaal geld

 

AF.22 + AF.29

Deposito's

 

AF.3

Schuldtitels

 

AF.31

Kortlopende schuldbewijzen

 

AF.32

Langlopende schuldbewijzen

 

AF.4

Leningen

 

AF.41

Kortlopende leningen

 

AF.42

Langlopende leningen

 


Tabel 28A

Bruto-overheidsschuld (“Maastrichtschuld”) — structuur, jaarlijks

De gegevens worden gerapporteerd in lopende prijzen in miljoenen van de nationale valuta (ten minste tot op 1 miljoen van de nationale valuta nauwkeurig), voor de sector overheid en de subsectoren daarvan. Verplichte gegevens worden uiterlijk t+100 dagen en t+283 dagen na de referentieperiode ingediend. Vrijwillige gegevens worden uiterlijk t+132 dagen en t+283 dagen na de referentieperiode ingediend.

De sector overheid (S.13) en de subsectoren (centrale overheid S.1311, deelstaatoverheid S.1312, lagere overheid S.1313 en socialezekerheidsfondsen S.1314) worden vrijwillig gerapporteerd, met inachtneming van onderstaande uitzonderingen.

De verplichte gegevens worden voor de voorgaande vier referentiejaren gerapporteerd. Vrijwillige en verplichte gegevens mogen vanaf 1995 worden gerapporteerd.

Uitsplitsingen van (sub)sectoren van de tegenpartij:

S.11 niet-financiële vennootschappen

S.12 financiële instellingen

S.121 centrale bank – alleen voor bepaalde posten die hieronder worden vermeld

S.122 + S.123 deposito-instellingen m.u.v. de centrale bank, en geldmarktfondsen

S.124 + S.125 + S.126 + S.127 + S.128 + S.129 overige financiële instellingen

S.1311 centrale overheid

S.1312 deelstaatoverheid

S.1313 lokale overheid

S.1314 socialezekerheidsfondsen

S.14 + S.15 huishoudens en izw's t.b.v. huishoudens

S.11 + S.14 + S.15 niet-financiële vennootschappen, huishoudens en izw's t.b.v. huishoudens

S.2 buitenland

S.1 + S.2 totaal.

Uitsplitsing van de looptijd (oorspronkelijke en resterende looptijd):

Totaal

tot en met 1 jaar

1 tot en met 5 jaar

5 tot en met 10 jaar

10 tot en met 30 jaar

> 30 jaar

> 1 jaar.

Uitsplitsing naar valutadenominatie:

nationale valuta

alle vreemde valuta's

euro

Amerikaanse dollar

Japanse yen

Zwitserse frank

Britse pond sterling

overige vreemde valuta's.

Gegevens voor de subsectoren moeten worden geconsolideerd binnen elke subsector, maar niet tussen subsectoren onderling. De overheid moet worden gerapporteerd als geconsolideerd binnen en tussen subsectoren.

Bruto-overheidsschuld (balansgegevens) moet worden gerapporteerd als nominale waarde van de uitstaande schuld aan het eind van het kwartaal, overeenkomstig de definitie in Verordening (EG) nr. 479/2009. Transacties van de overheid in Maastrichtschulden worden gerapporteerd tegen marktwaarde.

De gerapporteerde gegevens moeten overeenstemmen met de krachtens Verordening (EG) nr. 479/2009 gerapporteerde gegevens.


Code

Passiva van de overheid en subsectoren naar oorspronkelijke looptijd en partnersector

Toelichting

GD

Totaal = brutoschuld

verplicht voor totale oorspronkelijke looptijd:

S.1311 tegenover S.1312, S.1313, S.1314;

S.1312 tegenover S.1311, S.1313, S.1314;

S.1313 tegenover S.1311, S.1312, S.1314;

S.1314 tegenover S.1311, S.1312, S.1313;

S.13 tegenover S.1, S.2, S.121, S.122 + S.123, --S.12P, S.11 + S.14 + S.15,

verplicht voor:

S.13 tegenover S.1 + S.2 voor looptijden tot en met 1 jaar en >1 jaar, totaal.

AF.2

Chartaal geld en deposito's

 

AF.21

Chartaal geld

 

AF.22

Girale deposito's

 

AF.29

Overige deposito's

 

AF.3

Schuldtitels

 

AF.4

Leningen

verplicht voor totale oorspronkelijke looptijd:

S.13 tegenover S.121.

 

Passiva van de overheid met variabele rente

 

GD

Totaal = brutoschuld, waarvan: met variabele rente

verplicht voor:

S.13 voor looptijd > 1 jaar,

geen aanvullende vrijwillige indiening gepland

 

Passiva van de centrale overheid naar resterende looptijd

 

GD

Totaal = brutoschuld

verplicht voor:

S.13 voor looptijden tot en met 1 jaar en 1 tot en met 5 jaar

GD

Totaal = brutoschuld, waarvan: met variabele rente

verplicht voor:

S.13 voor looptijden van 1 tot en met 5 jaar en > 1 jaar

 

Pro memorie: gemiddelde resterende looptijd van de schuld

verplicht voor S.13,

in jaren en maanden

 

Passiva van de centrale overheid naar de valuta waarin het passief luidt

 

GD

Totaal = brutoschuld

na swaps;

verplicht voor:

S.13 voor schulden in

nationale valuta,

euro,

vreemde valuta;

(vrijwillig) pro-memoriepost (niet voor bekendmaking tenzij uitdrukkelijk overeengekomen): schuldstand in vreemde valuta, geconverteerd (“geswapt”) in nationale valuta.

 

Voorwaardelijke passiva van de centrale overheid

 

 

Garanties:

indicatieve uitsplitsing van sectoren van de tegenpartij:

S.1 + S.2, S.11, S.12, S.14 + S.15, S.2

 

Memorieposten

 

 

Schijnbare kosten van de schuld

voor S.13 en S.1311, percentage

AF.32

Langlopende schuldbewijzen, waarvan: nulcouponobligaties

verplicht voor S.13,

geen aanvullende vrijwillige indiening gepland

 

Transacties van de overheid in Maastrichtschulden tegen marktwaarde

 

F.2 + F.3 + F.4

Deposito's + schuldbewijzen + leningen

verplicht voor S.13 voor schulden in

nationale valuta,

euro,

vreemde valuta;

verplicht voor S.13 voor looptijd > 1 jaar;

geen aanvullende vrijwillige indiening gepland

F.4

Leningen

verplicht voor S.13 tegenover S.121,

geen aanvullende vrijwillige indiening gepland


Tabel 29

Verworven pensioenrechten in de sociale verzekering (20) — driejaarlijks

De gegevens worden gerapporteerd vanaf referentiejaar 2015 op t+24 maanden na de referentieperiode, elke drie jaar.

De indiening van niet-herziene gegevens is vrijwillig.


Betrekkingen

Code

Rijnr.

Registratie

Standaardrekeningen

Niet in de standaardrekeningen

Totaal pensioenregelingen

 

Transactiepartners: Pensioenrechten niet-ingezeten huishoudens (24)

Pensioenbeheerder

Niet-overheid

Overheid

 

Toegezegde-premieregelingen

Toegezegde-uitkeringsregelingen en overige (21) regelingen zonder toegezegde premies

Totaal

Toegezegde-premieregelingen

Toegezegde-uitkeringsregelingen voor werknemers van de overheid (22)

 

Ingedeeld bij financiële instellingen

Ingedeeld bij de overheid (23)

Ingedeeld bij de overheid

Pensioenregelingen sociale zekerheid

Code

XPC1W

XPB1W

XPCB1W

XPCG

XPBG12

XPBG13

XPBOUT13

XP1314

XPTOT

 

XPTOTNRH

Kolomnummer

A

B

C

D

E

F

G

H

I

 

J

 

 

 

Beginbalans

 

 

 

 

XAF63LS

1

Pensioenrechten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mutaties in pensioenrechten a.g.v. van transacties

 

 

 

Σ 2.1 tot 2.4 – 2.5

XD61p

2

Toename van pensioenrechten a.g.v. sociale premies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

XD6111

2.1

Werkelijke sociale premies t.l.v. werkgevers

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

XD6121

2.2

Toegerekende sociale premies t.l.v. werkgevers

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

XD6131

2.3

Werkelijke sociale premies t.l.v. huishoudens

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

XD6141

2.4

Aanvullingen sociale premies t.l.v. huishoudens (25)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

XD61SC

2.5

Minus: Vergoeding voor de pensioenregeling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

XD619

3

Overige (actuariële) mutaties in pensioenrechten in pensioenregelingen in het kader van de sociale zekerheid

 

 

 

 

 

 

XD62p

4

Afname van pensioenrechten a.g.v. betaling van pensioenuitkeringen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2 + 3 – 4

XD8

5

Mutaties in pensioenrechten a.g.v. sociale premies en pensioenuitkeringen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

XD81

6

Overdracht van pensioenrechten tussen regelingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

XD82

7

Mutaties in pensioenrechten a.g.v. na onderhandelingen vastgestelde wijzigingen in de structuur van de regeling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mutaties in pensioenrechten a.g.v. overige stromen

 

 

 

 

XK7

8

Mutaties in rechten a.g.v. waarderingsverschillen (26)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

XK5

9

Mutaties in rechten a.g.v. overige volumemutaties (26)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eindbalans

 

 

 

1 + Σ 5 tot 9

XAF63LE

10

Pensioenrechten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

XP1

11

Output

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Legenda:

 

Niet van toepassing

 

Gegevens die niet in de standaardrekeningen staan


(1)  Voor een gedetailleerde beschrijving van de precieze eisen, zie de specifieke tabellen. Termijnen tussen haakjes gelden alleen in bijzondere gevallen.

(2)  (3) verwijst naar indiening op t+3 maanden. Indien een lidstaat op t+2 maanden een volledige gegevensset indient, is het niet nodig gegevens op t+3 maanden in te dienen.

(3)  (3) verwijst naar indiening op t+3 maanden. Indien een lidstaat op t+85 dagen een volledige gegevensset indient, is het niet nodig gegevens op t+3 maanden in te dienen.

(4)  Verordening (EG) nr. 479/2009 van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de toepassing van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 1).

(1)  Alleen voor “transacties in financiële instrumenten”; niet zinvol voor “volumemutaties”, “herwaardering van financiële instrumenten” en informatie over partnersectoren.

(2)  Informatie over partnersectoren is niet relevant voor deze post.

(5)  Geconsolideerd tussen de subsectoren van de overheid (S.13).

(6)  De uitsplitsing moet de samenstelling zoals die er aan het einde van de laatste referentieperiode uitziet, weergeven (“vaste samenstelling”).

(7)  Geconsolideerd tussen de subsectoren van de overheid (S.13)

(8)  De uitsplitsing moet de samenstelling zoals die er aan het einde van de laatste referentieperiode uitziet, weergeven (“vaste samenstelling”).

(9)  A*6 komt overeen met de volgende geaggregeerde posities van indeling A*10 van NACE Rev. 2: – (G, H, I en J) in plaats van (G, H en I) en (J); - (K, L, M en N) in plaats van (K), (L) en (M en N) – (O, P, Q, R, S, T en U) in plaats van (O, P en Q) en (R, S, T en U).

(10)  Voor de gegevens per productgroep in de aanbod- en gebruikstabellen en de input-outputtabellen moet het binnenlands begrip worden gebruikt. Aanpassingen aan het nationale begrip (directe aankopen door ingezetenen in het buitenland) worden opgenomen in de rijtotalen in deel (2) van de tabel. De invoer (cif) per productgroep omvat niet de directe aankopen door ingezetenen in het buitenland.

(11)  Invoer wordt als volgt uitgesplitst:

a)

S.21 lidstaten en instellingen en organen van de Europese Unie, a1) S.2I Lidstaten van de eurozone, de Europese Centrale Bank en andere instellingen en organen van de eurozone, a2) S.21 – S.2I Lidstaten die niet tot de eurozone behoren en instellingen en organen van de Europese Unie (met uitzondering van de Europese Centrale Bank en andere instellingen en organen van de eurozone), en b) S.22 Niet-lidstaten en internationale organisaties die geen ingezetene van de EU zijn, waarbij rekening wordt gehouden met het volgende:

zij moeten de samenstelling zoals die er aan het einde van de referentieperiode uitziet, weergeven (“veranderende samenstelling”);

de lidstaten van de eurozone moeten alle onder a), a1), a2) en b) vermelde uitsplitsingen verstrekken; de lidstaten die niet tot de eurozone behoren, moeten de onder a) en b) vermelde uitsplitsingen verstrekken, maar de onder a1) en a2) vermelde uitsplitsingen zijn vrijwillig.

(*1)  De onderstaande vijf aanvullende tabellen moeten om de vijf jaar worden ingediend (voor referentiejaren eindigend op 0 of 5). Indiening van deze vijf aanvullende tabellen in lopende prijzen is verplicht, en indiening in prijzen voor het voorgaande jaar is vrijwillig.

De vijf tabellen zijn:

gebruikstabel tegen basisprijzen (rijblokken (1) – (7))

gebruikstabel voor binnenlandse output tegen basisprijzen (rijblokken (1) - (2))

gebruikstabel voor invoer tegen basisprijzen (rijblokken (1) - (2))

tabel voor handels- en vervoersmarges (rijblokken (1) en (2))

tabel voor het saldo van productgebonden belastingen en subsidies (rijblokken (1) en (2)).

(12)  Voor de gegevens per productgroep in de aanbod- en gebruikstabellen en de input-outputtabellen moet het binnenlands begrip worden gebruikt. Aanpassingen aan het nationale begrip (directe aankopen door ingezetenen in het buitenland en aankopen door niet-ingezetenen op binnenlands grondgebied) worden opgenomen in de rijtotalen in deel (3) van de tabel. Consumptieve bestedingen van de huishoudens per productgroep omvatten niet de directe aankopen door ingezetenen in het buitenland. Consumptieve bestedingen van de huishoudens per productgroep omvatten wel aankopen door niet-ingezetenen op binnenlands grondgebied. Uitvoer (fob) per product omvat niet de aankopen door niet-ingezetenen op binnenlands grondgebied.

(13)  Alleen in lopende prijzen.

(14)  Uitvoer wordt als volgt uitgesplitst:

j)

S.21 lidstaten en instellingen en organen van de Europese Unie, j1) S.2I Lidstaten van de eurozone, de Europese Centrale Bank en andere instellingen en organen van de eurozone, j2) S.21 – S.2I Lidstaten die niet tot de eurozone behoren en instellingen en organen van de Europese Unie (met uitzondering van de Europese Centrale Bank en andere instellingen en organen van de eurozone), en k) S.22 Niet-lidstaten en internationale organisaties die geen ingezetene van de EU zijn, waarbij rekening wordt gehouden met het volgende:

zij moeten de samenstelling zoals die er aan het einde van de referentieperiode uitziet, weergeven (“veranderende samenstelling”);

de lidstaten van de eurozone moeten alle onder j), j1), j2) en k) vermelde uitsplitsingen verstrekken; de lidstaten die niet tot de eurozone behoren, moeten de onder j) en k) vermelde uitsplitsingen verstrekken, maar de onder j1) en j2) vermelde uitsplitsingen zijn vrijwillig.

(15)  Op vrijwillige basis.

(*2)  Indiening van de twee onderstaande aanvullende tabellen in lopende prijzen is verplicht:

symmetrische input-outputtabel voor de binnenlandse output tegen basisprijzen (rijblok (1), rijblok (2), rij “gebruik van ingevoerde productgroepen”, rijblokken (3) en (4));

symmetrische input-outputtabel voor invoer tegen basisprijzen (rijblokken (1) en (2)).

(*3)  Bedrijfstak x bedrijfstak, mits dit een goede benadering geeft voor productgroep x productgroep.

(*4)  Alleen voor de subtabel voor binnenlandse output.

(16)  Voor de gegevens per productgroep in de aanbod- en gebruikstabellen en de input-outputtabellen moet het binnenlands begrip worden gebruikt. Aanpassingen aan het nationale begrip (directe aankopen door ingezetenen in het buitenland en aankopen door niet-ingezetenen op binnenlands grondgebied) worden opgenomen als rijtotalen. Consumptieve bestedingen van de huishoudens per productgroep omvatten niet de directe aankopen door ingezetenen in het buitenland. Consumptieve bestedingen van de huishoudens per productgroep omvatten wel aankopen door niet-ingezetenen op binnenlands grondgebied. Uitvoer (fob) per product omvat niet de aankopen door niet-ingezetenen op binnenlands grondgebied.

(17)  Op vrijwillige basis.

(18)  In- en uitvoer wordt als volgt uitgesplitst:

j)

S.21 lidstaten en instellingen en organen van de Europese Unie, j1) S.2I Lidstaten van de eurozone, de Europese Centrale Bank en andere instellingen en organen van de eurozone, j2) S.21 – S.2I Lidstaten die niet tot de eurozone behoren en instellingen en organen van de Europese Unie (met uitzondering van de Europese Centrale Bank en andere instellingen en organen van de eurozone), en k) S.22 Niet-lidstaten en internationale organisaties die geen ingezetene van de EU zijn, waarbij rekening wordt gehouden met het volgende:

zij moeten de samenstelling zoals die er aan het einde van de referentieperiode uitziet, weergeven (“veranderende samenstelling”);

de lidstaten van de eurozone moeten alle onder j), j1), j2) en k) vermelde uitsplitsingen verstrekken; de lidstaten die niet tot de eurozone behoren, moeten de onder j) en k) vermelde uitsplitsingen verstrekken, maar de onder j1) en j2) vermelde uitsplitsingen zijn vrijwillig.

(19)  de gegevens moeten worden verstrekt in lopende prijzen.

(20)  De gegevens voor kolommen G en H moeten drie sets omvatten die zijn gebaseerd op de actuariële berekeningen voor die pensioenregelingen. De datasets moeten het resultaat weergeven van een precisietoetsing aan de belangrijkste voor de berekeningen gebruikte parameters, als overeengekomen door statistici enerzijds en deskundigen die zich onder de auspiciën van de commissie Economisch Beleid bezighouden met ouder wordende bevolkingsgroepen anderzijds. De te gebruiken parameters worden toegelicht overeenkomstig artikel 2, lid 3, van deze verordening.

(21)  Dergelijke andere toegezegdepremieregelingen, vaak hybride regelingen genoemd, hebben zowel een toegezegde-uitkerings- als een toegezegdepremie-element.

(22)  Door de overheid voor haar eigen huidige en voormalige werknemers georganiseerde regelingen.

(23)  Niet-autonome toegezegde-uitkeringsregelingen, waarvan de pensioenrechten worden geregistreerd in de standaardrekeningen.

(24)  Tegenboekingen voor niet-ingezeten huishoudens worden alleen afzonderlijk opgenomen wanneer de pensioenrelaties met het buitenland significant zijn.

(25)  Deze aanvullingen vormen het rendement van de aanspraken van de deelnemers op de pensioenregelingen, zowel via inkomen uit beleggingen van activa in toegezegdepremieregelingen als via de daling van de toegepaste discontovoet bij toegezegde-uitkeringsregelingen.

(26)  In de kolommen G en H moeten deze posten nader worden uitgesplitst op basis van de modelberekeningen die voor deze regelingen zijn gemaakt.


BIJLAGE III

Lijst van rechtshandelingen die worden ingetrokken:

Verordening (EG) nr. 359/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2002 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad, wat het gebruik van het ESR 1995 bij de vaststelling van de betalingen van de lidstaten aan de eigen middelen uit de btw betreft (PB L 58 van 28.2.2002, blz. 1)

Verordening (EG) nr. 1221/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 met betrekking tot niet-financiële kwartaalrekeningen van de overheid (PB L 179 van 9.7.2002, blz. 1)

Verordening (EG) nr. 1267/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad betreffende de indieningstermijnen voor de belangrijkste aggregaten van de nationale rekeningen, de afwijkingen met betrekking tot de indiening van de belangrijkste aggregaten van de nationale rekeningen en de indiening van gegevens over de werkzame personen volgens de parameter “gewerkte uren” (PB L 180 van 18.7.2003, blz. 1)

Verordening (EG) nr. 501/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende financiële kwartaalrekeningen van de overheid (PB L 81 van 19.3.2004, blz. 1)

Verordening (EG) nr. 1161/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2005 betreffende de opstelling van niet-financiële kwartaalrekeningen per institutionele sector (PB L 191 van 22.7.2005, blz. 22)

Verordening (EG) nr. 1392/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad, wat de indiening van gegevens van de nationale rekeningen betreft (PB L 324 van 10.12.2007, blz. 1)

Verordening (EG) nr. 400/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap, wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft (PB L 126 van 21.5.2009, blz. 11)

Verordening (EG) nr. 1222/2004 van de Raad van 28 juni 2004 betreffende de berekening en indiening van gegevens over de driemaandelijkse overheidsschuld (PB L 233 van 2.7.2004, blz. 1)

Verordening (EG) nr. 264/2000 van de Commissie van 3 februari 2000 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad met betrekking tot kortetermijnstatistieken van de overheidsfinanciën (PB L 29 van 4.2.2000, blz. 4)

Beschikking 98/715/EG van de Commissie van 30 november 1998 ter verduidelijking van bijlage A bij Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap met betrekking tot de beginselen voor prijs- en volumemetingen (PB L 340 van 16.12.1998, blz. 33)

Beschikking 2002/990/EG van de Commissie van 17 december 2002 tot verdere verduidelijking van bijlage A bij Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad met betrekking tot de beginselen voor prijs- en volumemetingen in de nationale rekeningen (PB L 347 van 20.12.2002, blz. 42).


Top