(1)

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 van de Commissie (2) bevat een lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen met een hoog risico, die op basis van een voorlopige beoordeling is vastgesteld.

(2)

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2018 van de Commissie (3) bevat specifieke regels voor de procedure die moet worden gevolgd bij de uitvoering van de in artikel 42, lid 4, van Verordening (EU) 2016/2031 bedoelde risicobeoordeling van planten, plantaardige producten of andere materialen met een hoog risico.

(3)

Op basis van een voorlopige beoordeling zijn 34 geslachten en één soort van voor opplant bestemde planten, afkomstig uit derde landen, als planten met een hoog risico opgenomen in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019. In die bijlage is het geslacht Malus Mill opgenomen.

(4)

Op 18 oktober 2019 heeft Oekraïne bij de Commissie een verzoek ingediend voor de uitvoer naar de Unie van één tot drie jaar oude onderstammen en geënte voor opplant bestemde planten van Malus domestica die in rusttoestand verkeren en naakte wortels hebben. Bij dat verzoek was het relevante technische dossier gevoegd.

(5)

Op 30 september 2021 heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) een wetenschappelijk advies uitgebracht over de risicobeoordeling van het handelsartikel voor uit Oekraïne afkomstige voor opplant bestemde planten van de soort Malus domestica (4). De EFSA heeft Lopholeucaspis japonica, Eotetranychus prunicola, Tobacco ringspot virus en Erwinia amylovora geïdentificeerd als relevante plaagorganismen voor die voor opplant bestemde planten.

(6)

De EFSA heeft de in het dossier beschreven risicobeperkende maatregelen voor Lopholeucaspis japonica, Eotetranychus prunicola en het Tobacco ringspot virus beoordeeld en de kans ingeschat dat het handelsartikel vrij zou zijn van die plaagorganismen. Wat Erwinia amylovora betreft, heeft de EFSA beoordeeld of is voldaan aan de bijzondere voorschriften voor het binnenbrengen in en het verkeer binnen de aangegeven beschermde gebieden die in punt 9 van bijlage X bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie (5) worden vermeld, van planten van Malus Mill., met uitzondering van vruchten en zaden.

(7)

Op grond van het wetenschappelijk advies van de EFSA wordt het fytosanitaire risico van het binnenbrengen in de Unie van uit Oekraïne afkomstige tot drie jaar oude onderstammen en geënte voor opplant bestemde planten met naakte wortels in rusttoestand van Malus domestica aanvaardbaar geacht, mits aan de respectieve bijzondere invoervoorschriften van bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 en de bijzondere voorschriften voor beschermde gebieden in punt 9 van bijlage X bij die verordening wordt voldaan.

(8)

Lopholeucaspis japonica en het Tobacco ringspot virus zijn opgenomen in de lijst van EU-quarantaineorganismen in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072. Erwinia amylovora is in de lijst van bijlage III en in de lijst van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 opgenomen als een ZP-quarantaineorganisme respectievelijk een door de EU gereguleerd niet-quarantaineorganisme, en punt 9 van bijlage X bij die verordening bevat bijzondere voorschriften om het binnendringen en de verspreiding van het plaagorganisme binnen de aangegeven beschermde gebieden te voorkomen.

(9)

Eotetranychus prunicola is nog niet in de lijst van EU-quarantaineorganismen opgenomen. Op basis van het door de lidstaten verstrekte bewijsmateriaal blijkt het effect van dat plaagorganisme op zijn waardplanten in de Unie echter niet significant. Om die reden zijn met betrekking tot dat plaagorganisme geen invoervoorschriften nodig.

(10)

Daarom moeten uit Oekraïne afkomstige tot drie jaar oude onderstammen en geënte voor opplant bestemde planten met naakte wortels in rusttoestand van Malus domestica niet langer als planten met een hoog risico worden beschouwd.

(11)

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 is bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1361 van de Commissie (6) gewijzigd met de bepaling dat het verboden is uit Servië afkomstige Malus Mill. in de Unie in te voeren, met uitzondering van één tot twee jaar oude geënte voor opplant bestemde planten met naakte wortels in rusttoestand van Malus domestica. In die verordening is echter weggelaten dat die voor opplant bestemde planten zonder blad moeten zijn, overeenkomstig het desbetreffende wetenschappelijke advies van de EFSA (7). Deze weglating moet derhalve worden rechtgezet.

(12)

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd en gerectificeerd.

(13)

Om te voldoen aan de verplichtingen van de Unie die uit de Overeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie inzake de toepassing van sanitaire en fytosanitaire maatregelen (8) voortvloeien, moet de invoer van uit Oekraïne afkomstige tot drie jaar oude onderstammen en geënte voor opplant bestemde planten met naakte wortels in rusttoestand van Malus domestica zo spoedig mogelijk worden hervat.

(14)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,