This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32021R0876
Commission Implementing Regulation (EU) 2021/876 of 31 May 2021 laying down rules for the application of Regulation (EC) No 1907/2006 as regards applications for authorisation and review reports for the uses of substances in the production of legacy spare parts and in the repair of articles and complex products no longer produced and amending Regulation (EC) No 340/2008 (Text with EEA relevance)
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/876 van de Commissie van 31 mei 2021 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1907/2006 wat betreft de autorisatieaanvragen en herbeoordelingsverslagen voor het gebruik van stoffen bij de productie van originele vervangingsonderdelen en bij de reparatie van niet langer geproduceerde voorwerpen en complexe producten, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 340/2008 (Voor de EER relevante tekst)
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/876 van de Commissie van 31 mei 2021 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1907/2006 wat betreft de autorisatieaanvragen en herbeoordelingsverslagen voor het gebruik van stoffen bij de productie van originele vervangingsonderdelen en bij de reparatie van niet langer geproduceerde voorwerpen en complexe producten, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 340/2008 (Voor de EER relevante tekst)
C/2021/3748
PB L 192 van 1.6.2021, p. 3–10
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
1.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 192/3 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/876 VAN DE COMMISSIE
van 31 mei 2021
tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1907/2006 wat betreft de autorisatieaanvragen en herbeoordelingsverslagen voor het gebruik van stoffen bij de productie van originele vervangingsonderdelen en bij de reparatie van niet langer geproduceerde voorwerpen en complexe producten, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 340/2008
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (1), en met name artikel 74, lid 1, en artikel 132,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Artikel 56, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 vereist een autorisatie voor het in de handel brengen en het gebruik van zeer zorgwekkende stoffen die zijn opgenomen in bijlage XIV bij die verordening. In bepaalde gevallen betekent het voor de ondernemingen een aanzienlijke administratieve last om aan dat vereiste te voldoen. In haar mededeling van 18 juni 2014 met de titel “Programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (Refit): stand van zaken en vooruitzichten” (2) heeft de Commissie aangekondigd te overwegen de autorisatieprocedure in bepaalde specifieke gevallen te vereenvoudigen. In de mededeling van de Commissie van 5 maart 2018 met de titel “Algemeen verslag van de Commissie over de werking van REACH en evaluatie van bepaalde elementen” (3) is als een van de maatregelen het vereenvoudigen van de aanvragen voor blijvend gebruik van zeer zorgwekkende stoffen bij de productie van originele vervangingsonderdelen genoemd. |
(2) |
In de mededeling van de Commissie van 2 december 2015 met de titel “Maak de cirkel rond — Een EU-actieplan voor de circulaire economie” (4) wordt uiteengezet dat de verlenging van de levensduur van producten door middel van reparatie verspilling helpt te voorkomen. In de conclusies van de Raad van 20 juni 2016 over dat actieplan (5) wordt de Commissie verzocht na te gaan welke initiatieven er op het niveau van de Unie kunnen worden genomen om de levensduur van producten te verlengen, in het bijzonder door de beschikbaarheid van vervangingsonderdelen te bevorderen. |
(3) |
Om te vermijden dat voorwerpen of complexe producten (6) die na de in bijlage XIV bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 vermelde verbodsdata niet langer worden geproduceerd, vroegtijdig in onbruik raken, moeten vervangingsonderdelen alsmede stoffen en mengsels die nodig zijn voor de reparatie van dergelijke voorwerpen of complexe producten verder op de markt worden aangeboden en worden gebruikt. Wanneer voor de vervaardiging van dergelijke voorwerpen of complexe producten een in bijlage XIV bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 opgenomen stof is gebruikt en het vervangingsonderdeel na de verbodsdatum niet kan worden geproduceerd of het product na de verbodsdatum niet kan worden gerepareerd zonder die stof te gebruiken, moeten de voorschriften met betrekking tot de inhoud van de autorisatieaanvraag en het herbeoordelingsverslag van een autorisatie voor dergelijk gebruik worden verduidelijkt teneinde die autorisatieaanvragen te vereenvoudigen. |
(4) |
Wat de analyse van alternatieven als bedoeld in artikel 62, lid 4, punt e), van Verordening (EG) nr. 1907/2006 betreft, moet het voor de conclusie dat geschikte alternatieven ontbreken voldoende worden geacht dat een motivering wordt verstrekt waaruit blijkt dat het voorwerp of het complexe product na de verbodsdatum niet langer wordt geproduceerd, dat het voorwerp of het complexe product zonder het vervangingsonderdeel niet op de juiste manier kan functioneren en een dergelijk vervangingsonderdeel zonder de stof niet kan worden geproduceerd, of dat het voorwerp of het complexe product zonder die stof niet kan worden gerepareerd. Aangezien de stof gaandeweg minder gebruikt zal worden bij de productie van dergelijke vervangingsonderdelen of de reparatie van dergelijke voorwerpen of complexe producten, nu die bedoeld is te worden gebruikt voor een product dat niet langer wordt geproduceerd, terwijl de substitutiekosten voor onderzoek en ontwikkeling, tests, kwalificering en industrialisering van mogelijke alternatieven voor dergelijk gebruik waarschijnlijk hoog zullen zijn gezien de verwachte dalende trend, wordt een dergelijke bepaling gerechtvaardigd geacht. |
(5) |
Zo moet ook de motivering waaruit blijkt dat het voorwerp of het complexe product na de verbodsdatum niet langer wordt geproduceerd, dat het voorwerp of het complexe product zonder het vervangingsonderdeel niet op de juiste manier kan functioneren en een dergelijk vervangingsonderdeel zonder de stof niet kan worden geproduceerd, of dat het voorwerp of het complexe product zonder die stof niet kan worden gerepareerd, voldoende worden geacht om de sociaaleconomische voordelen van het gebruik van de stof in de in artikel 62, lid 5, punt a), van Verordening (EG) nr. 1907/2006 bedoelde sociaaleconomische analyse aan te tonen. Het niet beschikbaar zijn van vervangingsonderdelen of de onmogelijkheid om niet langer geproduceerde voorwerpen of complexe producten zonder die stof te repareren, zou ertoe leiden dat die voorwerpen of complexe producten vóór het einde van hun levensduur vroegtijdig in onbruik raken en dus vroegtijdig worden verwijderd, hetgeen hoge kosten voor de bedrijven, de consumenten of de samenleving kan veroorzaken. Bovendien zullen het aantal toepassingen en de hoeveelheden van de stof die voor dergelijke vervangingsonderdelen worden gebruikt naar verwachting afnemen, waardoor de gevolgen van de blootstelling aan of de emissie van de gebruikte stof voor de gezondheid van de mens en het milieu kleiner worden. Het is daarom passend dat de aanvrager de inhoud van de in artikel 62, lid 5, punt a), van Verordening (EG) nr. 1907/2006 bedoelde sociaaleconomische analyse in beknopte vorm verstrekt. Hiermee wordt niet vooruitgelopen op het onderzoek van het risico van het gebruik van de stof voor de gezondheid van de mens of het milieu en de noodzaak voor de aanvrager om aan te tonen dat de sociaaleconomische voordelen zwaarder wegen dan dat risico. |
(6) |
De verduidelijking van de inhoud van autorisatieaanvragen voor het gebruik van een stof bij de productie van vervangingsonderdelen voor reparatie of bij de reparatie van niet langer geproduceerde voorwerpen en complexe producten moet leiden tot een vermindering van de werklast voor het Europees Agentschap voor chemische stoffen (“het Agentschap”) bij de beoordeling van autorisatieaanvragen in die specifieke gevallen. De voor dergelijke aanvragen geheven vergoedingen moeten in verhouding staan tot de verwachte werklast van het Agentschap in dergelijke gevallen en moeten derhalve worden verlaagd ten opzichte van de vergoeding die voor aanvragen voor andere vormen van gebruik wordt geheven. Om dezelfde redenen moeten de kosten voor de herbeoordeling van de voor dat gebruik verleende autorisaties met hetzelfde percentage worden verlaagd. |
(7) |
Verordening (EG) nr. 340/2008 van de Commissie (7) moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(8) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 133 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 ingestelde comité, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De onderhavige verordening strekt tot uitvoering van artikel 61, lid 1, artikel 62, lid 4, punt e), en artikel 62, lid 5, punt a), van Verordening (EG) nr. 1907/2006 wat betreft de autorisatieaanvragen en herbeoordelingsverslagen voor de volgende vormen van gebruik van een in bijlage XIV bij die verordening opgenomen stof, afzonderlijk of in een mengsel:
a) |
de productie van vervangingsonderdelen als voorwerpen of als complexe producten voor de reparatie van voorwerpen of complexe producten waarvan de productie vóór de in bijlage XIV voor die stof vermelde verbodsdatum is stopgezet of zal zijn stopgezet, wanneer die stof werd gebruikt bij de productie van die voorwerpen of complexe producten en deze zonder dat vervangingsonderdeel niet op de juiste manier kunnen functioneren en het vervangingsonderdeel zonder die stof niet kan worden geproduceerd (“productie van originele vervangingsonderdelen”); |
b) |
de reparatie van voorwerpen of complexe producten waarvan de productie vóór de in bijlage XIV voor die stof vermelde verbodsdatum is stopgezet of zal zijn stopgezet, wanneer die stof werd gebruikt bij de productie van die voorwerpen of complexe producten en deze zonder die stof niet kunnen worden gerepareerd (“reparatie van niet langer geproduceerde voorwerpen of complexe producten”). |
Artikel 2
1. Een autorisatieaanvraag als bedoeld in artikel 62 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 voor het gebruik van een stof bij de productie van originele vervangingsonderdelen of bij de reparatie van niet langer geproduceerde voorwerpen of complexe producten wordt geacht te voldoen aan artikel 62, lid 4, punt e), van die verordening wanneer zij het volgende bevat:
a) |
een beschrijving en een analyse van de functie van de stof, en |
b) |
een motivering waaruit blijkt dat aan de voorwaarden van artikel 1, punt a) of punt b), van de onderhavige verordening, naargelang het geval, is voldaan. |
2. Een autorisatieaanvraag als bedoeld in artikel 62 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 voor het gebruik van een stof bij de productie van originele vervangingsonderdelen of bij de reparatie van niet langer geproduceerde voorwerpen of complexe producten wordt geacht te voldoen aan artikel 62, lid 5, punt a), van die verordening wanneer zij het volgende bevat:
a) |
een beknopte beschrijving van de gevolgen voor de gezondheid van de mens of het milieu overeenkomstig de informatie in het chemischeveiligheidsrapport; |
b) |
een beknopte beschrijving van de sociaaleconomische voordelen van het gebruik waarop de aanvraag betrekking heeft, met inbegrip van een motivering waaruit blijkt dat aan de voorwaarden van artikel 1, punt a) of punt b), van de onderhavige verordening, naargelang het geval, is voldaan; |
c) |
een conclusie op basis van een vergelijking van de risico’s en de voordelen van het gebruik van de stof waarop de aanvraag betrekking heeft, zoals beschreven in de punten a) en b) van dit lid. |
3. Wanneer de autorisatieaanvraag wordt ingediend voor het gebruik van een stof bij de productie van originele vervangingsonderdelen of bij de reparatie van niet langer geproduceerde voorwerpen of complexe producten, volstaat de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde informatie, samen met eventuele overeenkomstig artikel 64, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 ingediende bijdragen van derden over mogelijke alternatieven, voor de beoordeling van de sociaaleconomische factoren en de geschiktheid van de alternatieven in verband met het gebruik van de stof.
4. De leden 1, 2 en 3 van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing op overeenkomstig artikel 61, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 ingediende herbeoordelingsverslagen betreffende een autorisatie die is verleend voor het gebruik van een stof bij de productie van originele vervangingsonderdelen of bij de reparatie van niet langer geproduceerde voorwerpen of complexe producten.
5. Uiterlijk op 5 juli 2021 publiceert het Europees Agentschap voor chemische stoffen (“het Agentschap”) specifieke formaten voor de analyse van alternatieven en voor de sociaaleconomische analyse die moeten worden gebruikt in autorisatieaanvragen voor het gebruik van stoffen bij de productie van originele vervangingsonderdelen of bij de reparatie van niet langer geproduceerde voorwerpen of complexe producten, alsook in herbeoordelingsverslagen betreffende een voor dergelijke vormen van gebruik verleende autorisatie, die overeenkomstig de onderhavige verordening worden ingediend en waarin de in de leden 1 en 2 bedoelde elementen zijn opgenomen.
Artikel 3
Verordening (EG) nr. 340/2008 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 8, lid 2, wordt na de vierde alinea de volgende alinea toegevoegd: “Het Agentschap brengt een lagere vergoeding in rekening, zoals bepaald in bijlage VI, punt 2, bij deze verordening, voor autorisatieaanvragen voor het gebruik van stoffen bij de productie van originele vervangingsonderdelen voor de reparatie van niet langer geproduceerde voorwerpen of complexe producten als omschreven in artikel 1, punt a), van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/876 van de Commissie (*1) en bij de reparatie van niet langer geproduceerde voorwerpen of complexe producten als omschreven in artikel 1, punt b), van die verordening, die overeenkomstig die uitvoeringsverordening worden ingediend. (*1) Uitvoeringsverordening (EU) 2021/876 van de Commissie van 31 mei 2021 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1907/2006 wat betreft de autorisatieaanvragen en herbeoordelingsverslagen voor het gebruik van stoffen bij de productie van originele vervangingsonderdelen en bij de reparatie van niet langer geproduceerde voorwerpen en complexe producten, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 340/2008 (PB 192).”." |
2) |
In artikel 9, lid 2, wordt na de vierde alinea de volgende alinea ingevoegd: “Het Agentschap brengt een lagere vergoeding in rekening, zoals bepaald in bijlage VII, punt 2, bij deze verordening, voor autorisatieaanvragen voor het gebruik van stoffen bij de productie van originele vervangingsonderdelen voor de reparatie van niet langer geproduceerde voorwerpen of complexe producten als omschreven in artikel 1, punt a), van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/876 en bij de reparatie van niet langer geproduceerde voorwerpen of complexe producten als omschreven in artikel 1, punt b), van die verordening, die overeenkomstig die uitvoeringsverordening worden ingediend.”. |
3) |
De bijlagen VI en VII worden vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening. |
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 31 mei 2021.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1.
(2) COM(2014) 368 final.
(3) COM(2018) 116 final.
(4) COM(2015) 614 final.
(5) Maak de cirkel rond — Een EU-actieplan voor de circulaire economie — Conclusies van de Raad van 20 juni 2016, ST 10518 2016 INIT.
(6) “Complexe producten” zoals beschreven in het arrest van het Hof van Justitie van 10 september 2015, Fédération des entreprises du commerce et de la distribution (FCD) en Fédération des magasins de bricolage et de l’aménagement de la maison (FMB), C-106/14, ECLI:EU:C:2015:576, punten 48-54.
(7) Verordening (EG) nr. 340/2008 van de Commissie van 16 april 2008 betreffende de aan het Europees Agentschap voor chemische stoffen te betalen vergoedingen krachtens Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) (PB L 107 van 17.4.2008, blz. 6).
BIJLAGE
“BIJLAGE VI
Vergoedingen voor autorisatieaanvragen krachtens artikel 62 van Verordening (EG) nr. 1907/2006
1.
Vergoedingen voor autorisatieaanvragenTabel 1
Standaardvergoedingen
Basisvergoeding |
54 100 EUR |
Aanvullende vergoeding per stof |
10 820 EUR |
Aanvullende vergoeding per vorm van gebruik |
48 690 EUR |
Tabel 2
Lagere vergoedingen voor middelgrote ondernemingen
Basisvergoeding |
40 575 EUR |
Aanvullende vergoeding per stof |
8 115 EUR |
Aanvullende vergoeding per vorm van gebruik |
36 518 EUR |
Tabel 3
Lagere vergoedingen voor kleine ondernemingen
Basisvergoeding |
24 345 EUR |
Aanvullende vergoeding per stof |
4 869 EUR |
Aanvullende vergoeding per vorm van gebruik |
21 911 EUR |
Tabel 4
Lagere vergoedingen voor micro-ondernemingen
Basisvergoeding |
5 410 EUR |
Aanvullende vergoeding per stof |
1 082 EUR |
Aanvullende vergoeding per vorm van gebruik |
4 869 EUR |
2.
Vergoedingen voor autorisatieaanvragen voor het gebruik van stoffen bij de productie van originele vervangingsonderdelen of bij de reparatie van niet langer geproduceerde voorwerpen of complexe producten als bedoeld in artikel 8, lid 2, vijfde alineaTabel 1
Standaardvergoedingen
Basisvergoeding |
27 050 EUR |
Aanvullende vergoeding per stof |
5 410 EUR |
Aanvullende vergoeding per vorm van gebruik |
24 345 EUR |
Tabel 2
Lagere vergoedingen voor middelgrote ondernemingen
Basisvergoeding |
20 287 EUR |
Aanvullende vergoeding per stof |
4 057 EUR |
Aanvullende vergoeding per vorm van gebruik |
18 259 EUR |
Tabel 3
Lagere vergoedingen voor kleine ondernemingen
Basisvergoeding |
12 172 EUR |
Aanvullende vergoeding per stof |
2 434 EUR |
Aanvullende vergoeding per vorm van gebruik |
10 955 EUR |
Tabel 4
Lagere vergoedingen voor micro-ondernemingen
Basisvergoeding |
2 705 EUR |
Aanvullende vergoeding per stof |
541 EUR |
Aanvullende vergoeding per vorm van gebruik |
2 434 EUR |
BIJLAGE VII
Vergoedingen voor de herbeoordeling van een autorisatie krachtens artikel 61 van Verordening (EG) nr. 1907/2006
1.
Vergoedingen voor de herbeoordeling van een autorisatieTabel 1
Standaardvergoedingen
Basisvergoeding |
54 100 EUR |
Aanvullende vergoeding per stof |
10 820 EUR |
Aanvullende vergoeding per vorm van gebruik |
48 690 EUR |
Tabel 2
Lagere vergoedingen voor middelgrote ondernemingen
Basisvergoeding |
40 575 EUR |
Aanvullende vergoeding per stof |
8 115 EUR |
Aanvullende vergoeding per vorm van gebruik |
36 518 EUR |
Tabel 3
Lagere vergoedingen voor kleine ondernemingen
Basisvergoeding |
24 345 EUR |
Aanvullende vergoeding per stof |
4 869 EUR |
Aanvullende vergoeding per vorm van gebruik |
21 911 EUR |
Tabel 4
Lagere vergoedingen voor micro-ondernemingen
Basisvergoeding |
5 410 EUR |
Aanvullende vergoeding per stof |
1 082 EUR |
Aanvullende vergoeding per vorm van gebruik |
4 869 EUR |
2.
Vergoedingen voor de herbeoordeling van een autorisatie die is verleend voor het gebruik van stoffen bij de productie van originele vervangingsonderdelen of bij de reparatie van niet langer geproduceerde voorwerpen of complexe producten als bedoeld in artikel 9, lid 2, vijfde alineaTabel 1
Standaardvergoedingen
Basisvergoeding |
27 050 EUR |
Aanvullende vergoeding per stof |
5 410 EUR |
Aanvullende vergoeding per vorm van gebruik |
24 345 EUR |
Tabel 2
Lagere vergoedingen voor middelgrote ondernemingen
Basisvergoeding |
20 287 EUR |
Aanvullende vergoeding per stof |
4 057 EUR |
Aanvullende vergoeding per vorm van gebruik |
18 259 EUR |
Tabel 3
Lagere vergoedingen voor kleine ondernemingen
Basisvergoeding |
12 172 EUR |
Aanvullende vergoeding per stof |
2 434 EUR |
Aanvullende vergoeding per vorm van gebruik |
10 955 EUR |
Tabel 4
Lagere vergoedingen voor micro-ondernemingen
Basisvergoeding |
2 705 EUR |
Aanvullende vergoeding per stof |
541 EUR |
Aanvullende vergoeding per vorm van gebruik |
2 434 EUR |