Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32012D0144

    Uitvoeringsbesluit 2012/144/GBVB van de Raad van 8 maart 2012 tot uitvoering van Besluit 2010/656/GBVB tot verlenging van de beperkende maatregelen tegen Ivoorkust

    PB L 71 van 9.3.2012, p. 50–54 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 10/06/2016; stilzwijgende opheffing door 32016D0917

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2012/144/oj

    9.3.2012   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 71/50


    UITVOERINGSBESLUIT 2012/144/GBVB VAN DE RAAD

    van 8 maart 2012

    tot uitvoering van Besluit 2010/656/GBVB tot verlenging van de beperkende maatregelen tegen Ivoorkust

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 31, lid 2,

    Gezien Besluit 2010/656/GBVB van de Raad van 29 oktober 2010 tot verlenging van de beperkende maatregelen tegen Ivoorkust (1) en met name artikel 6, leden 1 en 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Raad heeft op 29 oktober 2010 Besluit 2010/656/GBVB vastgesteld.

    (2)

    Op basis van een herziening van de lijst van personen en entiteiten die aan de in Besluit 2010/656/GBVB vastgestelde beperkende maatregelen onderworpen zijn, acht de Raad de vermelding van een aantal personen op deze lijst niet langer gerechtvaardigd.

    (3)

    Voorts moet de informatie betreffende een persoon op de lijst in bijlage I en de personen op de lijst in bijlage II bij Besluit 2010/656/GBVB worden bijgewerkt,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De vermelding van de volgende persoon in bijlage I bij Besluit 2010/656/GBVB:

    Désiré Tagro

    wordt vervangen door de vermelding in bijlage I bij dit besluit.

    Artikel 2

    Bijlage II bij Besluit 2010/656/GBVB wordt vervangen door de tekst in bijlage II bij dit besluit.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

    Gedaan te Brussel, 8 maart 2012.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    M. BØDSKOV


    (1)  PB L 285 van 30.10.2010, blz. 28.


    BIJLAGE I

    In artikel 1 bedoelde vermelding

    Naam (en eventuele aliassen)

    Identificatiegegevens (geboortedatum en -plaats, paspoort (pas/ID-kaartnummer enz.)

    Redenen voor plaatsing op de lijst

    Datum plaatsing op de VN-lijst

    Désiré Tagro

    Paspoortnummer: PD-AE 065FH08

    Geboortedatum: 27 januari 1959

    Geboorteplaats: Issia, Ivoorkust

    Overleden op 12 april 2011 te Abidjan

    Secretaris-generaal van het zogenaamde „presidentschap” van de heer GBAGBO: neemt deel aan de onwettige regering van de heer GBAGBO; belemmert het proces voor vrede en verzoening; weigert de uitslag van de presidentsverkiezingen te erkennen; neemt deel aan de gewelddadige onderdrukking van volksbewegingen.

    Datum plaatsing op de VN-lijst: 30.3.2011

    (plaatsing op de lijst van de Europese Unie: 22.12.2010)


    BIJLAGE II

    „BIJLAGE II

    Lijst van personen bedoeld in artikel 4, lid 1, punt b), en artikel 5, lid 1, punt b)

     

    Naam (en eventuele aliassen)

    Identificatiegegevens

    Redenen voor plaatsing op de lijst

    1.

    Kadet Bertin

    Geboren in 1957 te Mama

    Speciaal adviseur „veiligheid, defensie en militaire uitrusting” van Laurent Gbagbo, voormalig minister van Defensie van Laurent Gbagbo.

    Neef van Laurent Gbagbo.

    In ballingschap in Ghana. Onder internationaal aanhoudingsbevel.

    Verantwoordelijkheid op het gebied van gewelddaden en gedwongen verdwijningen, alsook financiering en bewapening van de milities en de „jonge patriotten” (COJEP).

    Betrokken bij de financiering van en de handel in wapens, en het omzeilen van het embargo.

    Kadet Bertin onderhield bevoorrechte relaties met de milities in het westen en trad op als verbindingspersoon tussen Gbagbo en deze groepen. Betrokken bij de oprichting van het „Limacorps” (doodseskaders).

    Blijft vanuit zijn ballingsoord in Ghana werken aan een gewapende herovering van de macht. Eist tevens de onmiddellijke vrijlating van Gbagbo.

    Door zijn financiële slagkracht, zijn kennis van de illegale kanalen van de wapenhandel en zijn voortdurende contacten met nog steeds actieve militiegroepen (met name in Liberia) blijft Kadet Bertin een reële bedreiging voor de veiligheid en stabiliteit in Ivoorkust.

    2.

    Oulaï Delafosse

    Geboren op 28 oktober 1968

    Voormalig sous-préfet (onderprefect) van Toulepleu. Hoofd van de Union patriotique de résistance du Grand Ouest (Patriottische verzetsunie voor West-Ivoorkust).

    Draagt als militiehoofd verantwoordelijkheid voor gewelddaden en misdrijven, in het bijzonder in het gebied rond Toulepleu.

    Staat onder rechtstreeks bevel van Kadet Bertin en was tijdens de crisis na de verkiezingen zeer actief in het rekruteren van Liberiaanse huurlingen, alsook in de illegale handel in wapens afkomstig uit Liberia. Sinds het uitbreken van de crisis na de verkiezingen zaaien zijn troepen terreur en zijn honderden mensen afkomstig uit het noorden van Ivoorkust geëlimineerd.

    Door zijn politieke extremisme, zijn verbondenheid met Kadet Bertin en de sterke banden met het milieu van de Liberiaanse huurlingen, blijft hij een bedreiging voor de stabiliteit van het land.

    3.

    Pastor Gammi

     

    Hoofd van de in 2004 opgerichte militie „Mouvement ivoirien pour la libération de l’Ouest” (MILOCI — Ivoriaanse beweging voor de bevrijding van West-Ivoorkust). Als hoofd van de MILOCI, een pro-Gbagbomilitie, betrokken bij meerdere slachtpartijen en gewelddaden.

    Op de vlucht in Ghana (zou zich in Takoradi bevinden). Onder internationaal aanhoudingsbevel.

    Is vanuit zijn ballingsoord toegetreden tot de „Coalition Internationale pour la libération de la Côte d’Ivoire” (CILCI — Internationale coalitie voor de bevrijding van Ivoorkust), die ijvert voor gewapend verzet met als doel Gbagbo opnieuw aan de macht te brengen.

    4.

    Marcel Gossio

    Geboren op 18 februari 1951 in Adjamé

    Paspoortnummer: 08AA14345 (geldig tot 6 oktober 2013)

    Voortvluchtig buiten Ivoorkust. Onder internationaal aanhoudingsbevel. Betrokken bij het verduisteren van openbare middelen en bij het financieren van troepenbewapening.

    Sleutelfiguur bij de financiering van de Gbagbo-clan en de milities. Speelt tevens centrale rol in de illegale wapenhandel.

    Vanwege de aanzienlijke bedragen die door hem zijn verduisterd en zijn kennis van de illegale bewapeningsnetwerken blijft hij een gevaar voor de stabiliteit en de veiligheid van Ivoorkust.

    5.

    Justin Koné Katina

     

    Voortvluchtig in Ghana. Onder internationaal aanhoudingsbevel.

    Betrokken bij de overval op de „Banque centrale des Etats de l’Afrique de l’Ouest” (BCEAO — Centrale bank van de West-Afrikaanse staten).

    Blijft zich, ook vanuit zijn ballingsoord, opwerpen als woordvoerder van Gbagbo. In een perscommuniqué van 12 december 2011 beweert hij dat Ouattara nooit de verkiezingen heeft gewonnen en noemt hij het nieuwe bewind onrechtmatig. Roept op tot verzet en is van mening dat Gbagbo weer aan de macht zal komen.

    6.

    Ahoua Don Mello

    Geboren op 23 juni 1958 in Bongouanou

    Paspoortnummer: PD-AE/044GN02 (geldig tot 23 februari 2013)

    Woordvoerder van Laurent Gbagbo. Voormalig minister van Uitrusting en Sanering in de onrechtmatige regering.

    In ballingschap in Ghana. Onder internationaal aanhoudingsbevel.

    Blijft vanuit zijn ballingsoord verklaren dat de verkiezing van president Ouattara frauduleus is en dat hij diens gezag niet erkent. Weigert gehoor te geven aan de verzoeningsoproep van de Ivoriaanse regering en roept in de pers dikwijls op tot opstand, verricht mobilisatierondes in de vluchtelingenkampen in Ghana.

    In december 2011 verklaart hij dat Ivoorkust een „belegerde stammenstaat” is en dat „de dagen van het Ouattara-bewind zijn geteld”.

    7.

    Moussa Touré Zéguen

    Geboren op 9 september 1944

    Oud paspoort: AE/46CR05

    Hoofd van de Groupement des Patriotes pour la paix (GPP — Groepering van patriotten voor vrede),

    Oprichter van de „Coalition Internationale pour la libération de la Côte d’Ivoire” (CILCI — Internationale coalitie voor de bevrijding van Ivoorkust).

    Militiehoofd sinds 2002; geeft sinds 2003 leiding aan de GPP. Onder zijn bevel wordt de GPP de gewapende arm van Gbagbo in Abidjan en het zuiden van het land.

    Samen met de GPP maakt hij zich schuldig aan zeer veel gewelddaden, hoofdzakelijk tegen de bevolkingsgroepen uit het noorden en tegen tegenstanders van het bewind.

    Is persoonlijk betrokken bij de gewelddadigheden na de verkiezingen (met name in de wijken Abobo en Adjamé).

    In zijn ballingsoord Accra richt Touré Zéguen de CILCI op, die tot doel heeft Gbagbo weer aan de macht te brengen.

    Vanuit zijn ballingsoord legt hij de ene opruiende verklaring na de andere af (bv. tijdens de persconferentie van 9 december 2011); blijft denken volgens een strikte logica van conflict en gewapende vergelding. Is van mening dat Ivoorkust onder Ouattara onrechtmatig is en „is geherkoloniseerd”, en „roep[t] de Ivorianen op om de bedriegers te verjagen” (Jeune Afrique, juli 2011).

    Onderhoudt een blog waarin hij fel oproept tot mobilisatie van het Ivoriaanse volk tegen Ouattara.”


    Top