This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32005R1701
Commission Regulation (EC) No 1701/2005 of 18 October 2005 amending Regulation (EC) No 795/2004 laying down detailed rules for the implementation of the single payment scheme provided for in Council Regulation (EC) No 1782/2003 establishing common rules for direct support schemes under the common agricultural policy and establishing certain support schemes for farmers
Verordening (EG) nr. 1701/2005 van de Commissie van 18 oktober 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 795/2004 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers
Verordening (EG) nr. 1701/2005 van de Commissie van 18 oktober 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 795/2004 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers
PB L 273 van 19.10.2005, p. 6–8
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(BG, RO)
No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2009
19.10.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 273/6 |
VERORDENING (EG) Nr. 1701/2005 VAN DE COMMISSIE
van 18 oktober 2005
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 795/2004 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (1), en met name op artikel 145, onder c), d) en f),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 795/2004 van de Commissie (2) zijn bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling vastgesteld die gelden met ingang van 2005. Blijkens de op nationaal niveau opgedane ervaring met de administratieve en operationele tenuitvoerlegging van die regeling zijn op sommige punten verdere uitvoeringsbepalingen nodig en moeten de bestaande uitvoeringsbepalingen op andere punten worden verduidelijkt en aangepast. |
(2) |
Zo dient nader te worden aangegeven hoe met blijvende teelten en meerjarige gewassen moet worden omgegaan ten aanzien van de subsidiabiliteitsvoorwaarden voor de bedrijfstoeslagregeling bij gebruik van braakgelegde grond voor de productie van grondstoffen zoals bedoeld in hoofdstuk 16 van Verordening (EG) nr. 1973/2004 van de Commissie van 29 oktober 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad met betrekking tot de bij de titels IV en IVbis van die verordening ingestelde steunregelingen en het gebruik van braakgelegde grond voor de productie van grondstoffen (3) en bij gebruikmaking van de bij artikel 88 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 vastgestelde steunregeling voor energiegewassen. |
(3) |
In het kader van de vroegere regeling voor akkerbouwgewassen waarin was voorzien bij Verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen (4), kwam braakgelegde grond waarop blijvende teelten werden beoefend voor de productie van grondstoffen, of met meerjarige gewassen beteelde grond in aanmerking voor areaalbetalingen. Nu zijn volgens artikel 54, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 de oppervlakten die op de uiterste datum voor de indiening van de steunaanvraag „oppervlakten” voor 2003 in gebruik waren voor blijvende teelten, niet subsidiabel, terwijl volgens artikel 53 van die verordening de oppervlakten met blijvende teelten die werden gebruikt voor de productie van grondstoffen, niet worden uitgesloten bij de vaststelling van de toeslagrechten, omdat in de referentieperiode rechtstreekse betalingen werden verleend voor dergelijke oppervlakten. Daarom dient landbouwers die in 2003 blijvende teelten beoefenden in het kader van de bovenbedoelde specifieke braakleggingsregeling of meerjarige gewassen teelden, de mogelijkheid te worden geboden om de betrokken grond op te geven voor de vaststelling van braakleggingstoeslagrechten zoals bedoeld in artikel 53 van die verordening, respectievelijk voor het gebruik van de vastgestelde braakleggingstoeslagrechten. |
(4) |
Voorts is het, aangezien in artikel 38, lid 1, van Verordening (EG) nr. 795/2004 is bepaald dat in het kader van het in artikel 59 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde regionale model het referentiejaar voor de vaststelling van de toeslagrechten het eerste jaar van toepassing van de bedrijfstoeslagregeling is, dienstig te bepalen dat wat dat model betreft braakgelegde grond waarop blijvende teelten worden beoefend voor de in artikel 55, onder b), van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde doeleinden, en grond met blijvende teelten waarvoor ook een aanvraag voor de bij artikel 88 van die verordening vastgestelde steun voor energiegewassen is ingediend, moeten worden beschouwd als subsidiabele hectaren voor de vaststelling en het gebruik van toeslagrechten. |
(5) |
Bovendien moet worden bepaald welke gewassen zijn toegestaan op braakgelegde grond waarvoor een aanvraag in het kader van de bedrijfstoeslagregeling is ingediend, en welke gewassen voor energiedoeleinden mogen worden geteeld op grond waarvoor een dergelijke aanvraag is ingediend. Daarom dient te worden voorzien in de mogelijkheid om toeslagrechten te gebruiken in overeenstemming met de subsidiabiliteitsvoorwaarden die gelden voor oppervlakten met voor de productie van grondstoffen gebruikte blijvende teelten zoals bedoeld in hoofdstuk 16 van Verordening (EG) nr. 1973/2004 en voor gewassen die in het kader van de bij artikel 88 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 vastgestelde regeling worden gebruikt voor de productie van energieproducten. |
(6) |
Verordening (EG) nr. 795/2004 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(7) |
Omdat Verordening (EG) nr. 795/2004 van toepassing is sinds 1 januari 2005, dient de onderhavige verordening met terugwerkende kracht tot die datum te worden toegepast en moet bijgevolg de landbouwers voor wie de toepassing ervan in 2005 van belang is, worden toegestaan hun verzamelaanvraag te wijzigen. |
(8) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rechtstreekse betalingen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 795/2004 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 2 worden de punten c) en d) vervangen door:
|
2) |
Het volgende artikel 3 ter wordt ingevoegd: „Artikel 3ter Subsidiabiliteit 1. Voor de toepassing van artikel 44, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 worden de volgende oppervlakten beschouwd als subsidiabele hectaren voor de vaststelling en het gebruik van toeslagrechten:
2. Voor de toepassing van artikel 51 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 worden braakgelegde grond met blijvende teelten die worden gebruikt voor de in artikel 55, onder b), van die verordening bedoelde doeleinden, en grond met blijvende teelten waarvoor ook een aanvraag voor de bij artikel 88 van die verordening vastgestelde steun voor energiegewassen is ingediend, beschouwd als subsidiabele hectaren voor het gebruik van braakleggingstoeslagrechten, respectievelijk toeslagrechten. 3. Voor de toepassing van artikel 54, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 wordt braakgelegde grond waarop blijvende teelten werden beoefend voor de in artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad (6) bedoelde doeleinden en waarvoor de in artikel 2, lid 2, van die verordening bedoelde areaalbetaling werd verleend voor 2003, beschouwd als subsidiabele hectaren voor het gebruik van braakleggingstoeslagrechten zoals bedoeld in artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1782/2003. 4. Onverminderd artikel 51 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 geldt voor de toepassing van artikel 54, lid 2, van die verordening dat grond waarop meerjarige gewassen werden geteeld op de uiterste datum voor de indiening van de steunaanvraag „oppervlakten” voor 2003, wordt beschouwd als subsidiabele hectaren voor het gebruik van braakleggingstoeslagrechten zoals bedoeld in artikel 53 van die verordening. 5. In het geval dat de lidstaat gebruikmaakt van de bij artikel 59 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 geboden mogelijkheid, geldt onverminderd artikel 60 van die verordening het volgende:
6. De landbouwers voor wie de toepassing in 2005 van de leden 2 tot en met 5 van dit artikel van belang is, mogen hun verzamelaanvraag wijzigen binnen vier weken te rekenen vanaf 19 oktober 2005 of vanaf een door de betrokken lidstaat vast te stellen datum. |
3) |
Artikel 48bis wordt als volgt gewijzigd:
|
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 18 oktober 2005.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 118/2005 van de Commissie (PB L 24 van 27.1.2005, blz. 15).
(2) PB L 141 van 30.4.2004, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1085/2005 (PB L 177 van 9.7.2005, blz. 27).
(3) PB L 345 van 20.11.2004, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1044/2005 (PB L 172 van 5.7.2005, blz. 76).
(4) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1782/2003.
(5) PB L 38 van 12.2.2000, blz. 1.”.
(6) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 1.”.