Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32000R1437

    Verordening (EG) nr. 1437/2000 van de Commissie van 30 juni 2000 tot wijziging van deel C van bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen

    PB L 161 van 1.7.2000, p. 62–64 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2008; stilzwijgende opheffing door 32007R0834

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2000/1437/oj

    32000R1437

    Verordening (EG) nr. 1437/2000 van de Commissie van 30 juni 2000 tot wijziging van deel C van bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen

    Publicatieblad Nr. L 161 van 01/07/2000 blz. 0062 - 0064


    Verordening (EG) nr. 1437/2000 van de Commissie

    van 30 juni 2000

    tot wijziging van deel C van bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad van 25 juni 1991 inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1073/2000(2), en met name op artikel 5, lid 8, en lid 13;

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 207/93 van de Commissie van 29 januari 1993 tot vaststelling van de inhoud van bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 2092/91 inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen en tot vaststelling van bepalingen voor de toepassing van artikel 5, lid 4, van die Verordening(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 345/97(4), en met name op artikel 3, lid 5,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) In artikel 5, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 is bepaald dat ingrediënten van agrarische oorsprong alleen dan in bijlage VI, deel C, mogen worden opgenomen als is aangetoond dat zij van agrarische oorsprong zijn en in de Gemeenschap niet in voldoende hoeveelheden volgens de regels van artikel 6 worden geproduceerd, of niet kunnen worden geïmporteerd uit derde landen overeenkomstig de voorschriften van artikel 11.

    (2) Sommige lidstaten hebben de andere lidstaten en de Commissie, overeenkomstig de in artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 207/93 bepaalde procedure, in kennis gesteld van de machtigingen die zijn verleend voor het gebruik van bepaalde ingrediënten van agrarische oorsprong die niet in bijlage VI, deel C, bij Verordening (EG) nr. 2092/91 voorkomen. Gebleken is dat momenteel geen op biologische wijze geproduceerde muskaatnoot, pepers van bepaalde soorten en mengsels daarvan, saffloerbloemen, mengsels van bepaalde eetbare plantaardige producten die als kleur- en zoetstof kunnen worden gebruikt, gerookte koriander en kirsch in de handel zijn. Deze producten moeten derhalve in bijlage VI, deel C, bij de genoemde verordening worden opgenomen.

    (3) De maatregelen moeten dringend worden genomen, aangezien voor bepaalde producten de mogelijkheid om de machtigingen op nationaal niveau overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 207/93 te verlengen, verstreken is.

    (4) Duidelijkheidshalve is het dienstig bijlage VI, deel C, in zijn geheel opnieuw vast te stellen.

    (5) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het in artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2092/91 bedoelde comité,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Bijlage VI, deel C, bij Verordening (EEG) nr. 2092/91 wordt vervangen door de bijlage bij deze verordening.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 30 juni 2000.

    Voor de Commissie

    Franz Fischler

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 198 van 22.7.1991, blz. 1.

    (2) PB L 119 van 20.5.2000, blz. 27.

    (3) PB L 25 van 2.2.1993, blz. 5.

    (4) PB L 58 van 27.2.1997, blz. 38.

    BIJLAGE

    "DEEL C - IN ARTIKEL 5, LID 4, VAN VERORDENING (EEG) Nr. 2092/91 BEDOELDE INGREDIËNTEN VAN AGRARISCHE OORSPRONG DIE NIET BIOLOGISCH ZIJN GEPRODUCEERD

    C.1. Onverwerkte plantaardige producten en producten daarvan verkregen via de procédés als bedoeld in punt 2, onder a), van de inleiding van deze bijlage

    C.1.1. Eetbare vruchten, noten en zaden

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    C.1.2. Eetbare specerijen en kruiden

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    C.1.3. Varia

    Algen, inclusief zeewier, die in de bereiding van conventionele voeding mogen worden gebruikt

    C.2. Plantaardige producten, verkregen door procédés als bedoeld in punt 2, onder b), van de inleiding van deze bijlage

    C.2.1. Oliën en vetten, wel of niet geraffineerd, doch niet chemisch gemodificeerd, met uitzondering van die van

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    C.2.2. Volgende suikers, zetmeel en andere producten op basis van granen en knollen

    Bietsuiker, alleen tot en met 1 april 2003

    Fructose

    Rijstpapier

    Ouwel

    Zetmeel van rijst en kleefmaïs, niet chemisch gemodificeerd.

    C.2.3. Varia

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Rum: uitsluitend bereid uit suikerrietsap

    Kirsch bereid op basis van vruchten en smaakstoffen als bedoeld in deel A.2 van deze bijlage

    Mengsels van plantaardige producten die in de bereiding van conventionele voeding mogen worden gebruikt als kleur- en zoetstof voor snoepgoed, zij het uitsluitend voor de bereiding van 'Gummibärchen', alleen tot en met 30 september 2000

    Mengsels van pepers van de volgende soorten: Piper nigrum, Schinus molle en Schinus terebinthifolium, alleen tot en met 31 december 2000

    C.3. Dierlijke producten

    Aquatische organismen, niet afkomstig van aquacultuur, die in de bereiding van conventionele voeding mogen worden gebruikt

    Karnemelkpoeder

    Gelatine

    Honing

    Lactose

    Weipoeder 'herasuola'."

    Top