Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31995L0006

    Richtlijn 95/6/EG van de Commissie van 20 maart 1995 tot wijziging van de bijlagen I en II bij Richtlijn 66/402/EEG betreffende het in de handel brengen van zaaigranen

    PB L 67 van 25.3.1995, p. 30–32 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1995/6/oj

    31995L0006

    Richtlijn 95/6/EG van de Commissie van 20 maart 1995 tot wijziging van de bijlagen I en II bij Richtlijn 66/402/EEG betreffende het in de handel brengen van zaaigranen

    Publicatieblad Nr. L 067 van 25/03/1995 blz. 0030 - 0032


    RICHTLIJN 95/6/EG VAN DE COMMISSIE van 20 maart 1995 tot wijziging van de bijlagen I en II bij Richtlijn 66/402/EEG betreffende het in de handel brengen van zaaigranen

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 93/2/EEG van de Commissie (2), en met name op artikel 21 bis,

    Overwegende dat Richtlijn 66/402/EEG ook van toepassing is op roggehybriden, maar dat daarin niet is bepaald aan welke voorwaarden het gewas en het zaaizaad van roggehybriden moeten voldoen;

    Overwegende dat de bedoelde voorwaarden zijn vastgesteld bij Beschikking 89/374/EEG van de Commissie van 2 juni 1989 betreffende het organiseren van een tijdelijk experiment in het kader van Richtlijn 66/402/EEG betreffende het in de handel brengen van zaaigranen, om de voorwaarden vast te stellen waaraan gewassen en zaaizaad van roggehybriden moeten voldoen (3), gewijzigd bij Beschikking 92/520/EEG (4);

    Overwegende dat het experiment op 30 juni 1994 is afgelopen;

    Overwegende dat thans op grond van de uitkomsten van dat experiment kan worden bepaald aan welke voorwaarden het gewas en het zaaizaad van roggehybriden moeten voldoen; dat bijlagen I en II bij Richtlijn 66/402/EEG dienovereenkomstig moeten worden gewijzigd;

    Overwegende dat de in deze richtlijn vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De bijlagen I en II bij Richtlijn 66/402/EEG worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige richtlijn.

    Artikel 2

    1. De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 30 juni 1995 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

    Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels van deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.

    2. De Lid-Staten delen de Commissie de tekst van de belangrijke bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

    Artikel 3

    Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Artikel 4

    Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

    Gedaan te Brussel, 20 maart 1995.

    Voor de Commissie

    Franz FISCHLER

    Lid van de Commissie

    (1) PB nr. 125 van 11. 7. 1966, blz. 2309/66.

    (2) PB nr. L 54 van 5. 3. 1993, blz. 20.

    (3) PB nr. L 166 van 16. 6. 1989, blz. 66.

    (4) PB nr. L 325 van 11. 11. 1992, blz. 25.

    BIJLAGE

    De bijlagen I en II bij Richtlijn 66/402/EEG worden als volgt gewijzigd:

    1. Bijlage I:

    a) In punt 2 en punt 3 worden na de woorden "Secale cereale" telkens de woorden "(andere dan hybriden)" toegevoegd.

    b) Na punt 3 wordt het volgende punt ingevoegd:

    "3 bis. Roggehybriden:

    a) Het gewas moet voldoen aan de onderstaande normen betreffende de afstand tot dicht in de buurt gelegen bestuivingsbronnen die tot ongewenste kruisbestuiving kunnen leiden.

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    b) Het gewas moet voldoende rasecht en raszuiver zijn wat de eigenschappen van de kruisingspartners betreft, inclusief de mannelijke steriliteit.

    Het gewas moet in het bijzonder voldoen aan de volgende normen of eisen:

    i) het aantal planten van de soorten die duidelijk niet tot de kruisingspartners behoren, mag niet meer bedragen dan:

    - één per 30 m² voor de produktie van basiszaad;

    - één per 10 m² voor de produktie van gecertificeerd zaad; bij officiële veldkeuringen geldt deze norm alleen voor de vrouwelijke kruisingspartner;

    ii) voor basiszaad moet, indien gebruik wordt gemaakt van mannelijke steriliteit, de steriliteit van de mannelijke steriele kruisingspartner ten minste 98 % bedragen.

    c) Zo nodig moet gecertificeerd zaad worden geproduceerd in gemengde teelt van een vrouwelijke/mannelijke steriele kruisingspartner met een mannelijke kruisingspartner die de mannelijke fertiliteit herstelt.".

    2. Bijlage II:

    a) In punt 1 worden de woorden "hybriderassen van Sorghum spp. en Zea mays" vervangen door de woorden "hybriderassen van Secale cereale, Sorghum spp. en Zea mays".

    b) Aan punt 1 wordt het volgende toegevoegd:

    "C. Roggehybriden:

    Zaad mag slechts als gecertificeerd zaad worden gecertificeerd indien terdege rekening is gehouden met de uitkomsten van een officiële nacontrole op officieel genomen monsters van basiszaad, uitgevoerd in de groeiperiode van het zaad dat voor de certificering als gecertificeerd zaad werd aangeboden, teneinde na te gaan of het basiszaad heeft voldaan aan de in deze richtlijn vastgestelde eisen voor basiszaad qua rasechtheid en raszuiverheid wat de eigenschappen van de kruisingspartners betreft, inclusief de mannelijke steriliteit.".

    c) Punt 3 komt te luiden:

    "3. De aanwezigheid van schadelijke organismen die de gebruikswaarde van het zaaizaad verminderen, moet zoveel mogelijk worden beperkt.

    Het zaad moet in het bijzonder voldoen aan de volgende normen betreffende Claviceps purpurea (maximumaantal sclerotiën of delen van sclerotiën in een monster van de in kolom 3 van bijlage III aangegeven grootte).

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Top