Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31992R1980

    Verordening (EEG) nr. 1980/92 van de Commissie van 16 juli 1992 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1538/91 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1906/90 tot vaststelling van handelsnormen voor vlees van pluimvee

    PB L 198 van 17.7.1992, p. 31–33 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/06/2008; stilzwijgende opheffing door 32008R0543

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1992/1980/oj

    31992R1980

    Verordening (EEG) nr. 1980/92 van de Commissie van 16 juli 1992 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1538/91 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1906/90 tot vaststelling van handelsnormen voor vlees van pluimvee

    Publicatieblad Nr. L 198 van 17/07/1992 blz. 0031 - 0033
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 43 blz. 0100
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 43 blz. 0100


    VERORDENING (EEG) Nr. 1980/92 VAN DE COMMISSIE van 16 juli 1992 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1538/91 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1906/90 tot vaststelling van handelsnormen voor vlees van pluimvee

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 1906/90 van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van handelsnormen voor vlees van pluimvee (1), en met name op artikel 3, lid 3, en artikel 9,

    Overwegende dat in artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 1538/91 van de Commissie (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 315/92 (3), de uitvoeringsbepalingen zijn vastgesteld met betrekking tot de mogelijkheid om bevroren of diepgevroren vlees van pluimvee in te delen in gewichtsklassen;

    Overwegende dat deze bepalingen moeten worden gewijzigd in verband met de huidige handelspraktijken, met name het in de handel brengen van zwaardere hele dieren in bepaalde Lid-Staten, en om te voorzien in de mogelijkheid om, voor produkten die in het Verenigd Koninkrijk in de handel worden gebracht, het gewicht nog tot en met 31 december 1994 te vermelden in meeteenheden van het imperiale stelsel;

    Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor slachtpluimvee en eieren,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 1538/91 wordt gelezen:

    "Artikel 8

    1. Krachtens artikel 3, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1906/90 kan voorverpakt bevroren of diepgevroren vlees van pluimvee, in voorverpakkingen in de zin van artikel 2 van Richtlijn 76/211/EEG, worden ingedeeld in gewichtsklassen.

    Deze voorverpakkingen kunnen bevatten:

    - een heel dier, of

    - een of meer dezelfde delen van pluimvee van dezelfde soort,

    als omschreven in artikel 1.

    2. Op alle voorverpakkingen moet overeenkomstig het bepaalde in de leden 3 en 4 het gewicht van het produkt, bekend als "nominaal gewicht", worden vermeld dat zij moeten bevatten.

    3. Voorverpakkingen van bevroren of diepgevroren vlees van pluimvee mogen op basis van het nominale gewicht als volgt in gewichtsklassen worden ingedeeld:

    - hele dieren:

    - 1 100 g: per klasse van 50 g (1 050 1 000 950 enz.),

    - 1 100 2 400 g: per klasse van 100 g (1 100 1 200 1 300 enz.),

    - 2 400 g: per klasse van 200 g (2 400 2 600 2 800 enz.),

    - delen:

    - 1 100 g: per klasse van 50 g (1 050 1 000 950 enz.),

    - 1 100 g: per klasse van 100 g (1 100 1 200 1 300 enz.).

    4. Voorverpakkingen als bedoeld in lid 1 moeten aan de volgende eisen voldoen:

    - de werkelijke inhoud mag gemiddeld niet kleiner zijn dan het nominale gewicht;

    - het aantal voorverpakkingen met een fout in minus die groter is dan de in lid 9 vastgestelde maximaal toelaatbare fout in minus, moet zo gering zijn dat de partijen voorverpakkingen aan de eisen van de in lid 10 genoemde tests voldoen;

    - voorverpakkingen met een fout in minus die groter is dan tweemaal de in lid 9 vastgestelde maximaal toelaatbare fout in minus, mogen niet in de handel worden gebracht.

    De in bijlage I bij Richtlijn 76/211/EEG vastgestelde definities van nominaal gewicht, werkelijke inhoud en fout in minus zijn van toepassing op deze verordening.

    5. Ten aanzien van de verantwoordelijkheid van de verpakker of importeur van bevroren of diepgevroren vlees van pluimvee en de door de bevoegde autoriteiten te verrichten controles is het bepaalde in de punten 4, 5 en 6 van bijlage I bij Richtlijn 76/211/EEG van overeenkomstige toepassing.

    6. De controle van voorverpakkingen wordt uitgevoerd op monsters en is tweeledig:

    - een controle op de werkelijke inhoud van elke voorverpakking in het monster;

    - een controle op de gemiddelde werkelijke inhoud van de voorverpakkingen in het monster.

    Een partij voorverpakkingen wordt goedgekeurd indien de uitkomsten van beide controles aan de in de leden 10 en 11 vermelde goedkeuringsnorm voldoen.

    7. Een partij bevat alle te controleren voorverpakkingen met hetzelfde nominale gewicht, van hetzelfde type en van dezelfde produktiegang die op dezelfde plaats zijn verpakt.

    Ten aanzien van de omvang van de partij gelden de volgende beperkingen:

    - wanneer de voorverpakkingen worden gecontroleerd aan het einde van de verpakkingslijn, moet het aantal voorverpakkingen in elke partij gelijk zijn aan de maximumproduktie per uur van de verpakkingslijn, zonder enige beperking ten aanzien van de omvang van de partij;

    - in andere gevallen mag de partij uit ten hoogste 10 000 voorverpakkingen bestaan.

    8. De bemonstering vindt plaats door uit elke te controleren partij steekproefsgewijs de volgende aantallen voorverpakkingen te nemen:

    Aantal voorverpakkingen in de partij Aantal voorverpakkingen in het monster 100-500 30 501-3 200 50 3 200 80

    Wanneer de partij minder dan 100 voorverpakkingen telt, moet, in voorkomend geval, op alle voorverpakkingen de niet-destructieve test in de zin van bijlage II bij Richtlijn 76/211/EEG worden verricht.

    9. Voor voorverpakt vlees van pluimvee gelden de volgende maximaal toelaatbare fouten in minus:

    (in gram)

    Nominaal gewicht Maximaal toelaatbare fout in minus Hele dieren Delen dan 1 100 25 25 1 100- 2 400 50 2 400 en meer 100 50

    10. Bij het controleren van de werkelijke inhoud van elke voorverpakking in het monster, moet de aanvaardbare minimuminhoud worden berekend door de maximaal toelaatbare fout in minus voor de betrokken inhoud op het nominale gewicht van de voorverpakking in mindering te brengen.

    Voorverpakkingen in het monster met een werkelijke inhoud die kleiner is dan de aanvaardbare minimuminhoud, worden als ondeugdelijk beschouwd.

    De gecontroleerde partij voorverpakkingen wordt goedgekeurd, respectievelijk afgekeurd, indien het aantal ondeugdelijke eenheden in het monster ten hoogste gelijk is aan de goedkeuringsnorm, respectievelijk ten minste gelijk is aan de afkeuringsnorm als hierna aangegeven:

    Aantal verpakkingen in het monster Aantal ondeugdelijke eenheden Goedkeurings- norm Afkeurings- norm 30 2 3 50 3 4 80 5 6

    11. Bij de controle van de gemiddelde werkelijke inhoud wordt een partij voorverpakkingen goedgekeurd indien de gemiddelde werkelijke inhoud van de verpakkingen in het monster groter is dan de hierna vastgestelde goedkeuringsnorm:

    Aantal voorverpakkingen in het monster Goedkeuringsnorm voor de gemiddelde werkelijke inhoud 30 x Qn 0,503 s 50 x Qn 0,379 s 80 x Qn 0,295 s

    waarbij:

    x = gemiddelde werkelijke inhoud van de voorverpakkingen, Qn = nominale inhoud van de voorverpakking, s = standaardafwijking van de werkelijke inhoud van de voorverpakkingen in de partij.

    De standaardafwijking wordt geschat overeenkomstig het bepaalde in bijlage II, punt 2.3.2.2, bij Richtlijn 76/211/EEG.

    12. Zolang op grond van Richtlijn 80/181/EEG het gebruik van aanvullende aanduidingen is toegestaan, mag op voorverpakkingen waarop dit artikel betrekking heeft, benevens het nominale gewicht een aanvullende aanduiding worden vermeld.

    13. Als alternatief voor de toepassing van het bepaalde in de leden 2 tot en met 12 mogen handelaars tot en met 31 december 1994 in het Verenigd Koninkrijk voorverpakkingen als bedoeld in dit artikel in de handel brengen die krachtens de nationale wetgeving en op de daarin vastgestelde wijze zijn voorzien van een aanduiding van het nominale gewicht in meeteenheden van het imperiale stelsel.

    Ten aanzien van vlees van pluimvee dat uit andere Lid-Staten in het Verenigd Koninkrijk wordt binnengebracht en dat voldoet aan het bepaalde in de voorgaande alinea, worden steekproefsgewijs controles verricht, maar deze controles mogen niet worden verricht aan de grens.".

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 1992.

    Tot en met 31 december 1992 evenwel mogen handelaars voorverpakt bevroren of diepgevroren vlees van pluimvee in gewichtsklassen indelen overeenkomstig de bepalingen die van toepassing waren vóór de inwerkingtreding van deze verordening. Deze produkten mogen vervolgens nog tot en met 31 december 1993 in de handel worden gebracht. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 16 juli 1992. Voor de Commissie

    Ray MAC SHARRY

    Lid van de Commissie

    (1) PB nr. L 173 van 6. 7. 1990, blz. 1. (2) PB nr. L 143 van 7. 6. 1991, blz. 11. (3) PB nr. L 34 van 11. 2. 1992, blz. 23.

    Top