EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02014D0573-20210101

Consolidated text: Besluit nr. 573/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende nauwere samenwerking tussen openbare diensten voor arbeidsvoorziening (ODA's) (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2014/573(2)/2021-01-01

02014D0573 — NL — 01.01.2021 — 001.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

BESLUIT Nr. 573/2014/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 15 mei 2014

betreffende nauwere samenwerking tussen openbare diensten voor arbeidsvoorziening (ODA's)

(Voor de EER relevante tekst)

(PB L 159 van 28.5.2014, blz. 32)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

BESLUIT (EU) 2020/1782 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Voor de EER relevante tekst van 25 november 2020

  L 400

7

30.11.2020




▼B

BESLUIT Nr. 573/2014/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 15 mei 2014

betreffende nauwere samenwerking tussen openbare diensten voor arbeidsvoorziening (ODA's)

(Voor de EER relevante tekst)



Artikel 1

Oprichting van het netwerk

▼M1

Er wordt een Uniebreed netwerk van openbare diensten voor arbeidsvoorziening (ODA’s) opgericht voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2027. Het netwerk voert de in artikel 4 neergelegde initiatieven uit.

▼B

Het netwerk bestaat uit:

a) 

de door de lidstaten aangewezen ODA's;

b) 

de Commissie.

Het EMCO heeft de status van waarnemer.

De lidstaten met autonome subnationale ODA's zorgen ervoor dat deze adequaat vertegenwoordigd zijn in de specifieke initiatieven van het netwerk.

Artikel 2

Definitie van benchlearning

Voor de toepassing van dit besluit en voor de werkzaamheden van het netwerk, wordt onder „benchlearning” het proces verstaan van het creëren van een systematische en geïntegreerde koppeling tussen activiteiten inzake benchmarking en wederzijds leren dat bestaat in het bepalen van goede prestaties met behulp van op indicatoren gebaseerde benchmarkingsystemen, met inbegrip van het verzamelen, valideren, consolideren en beoordelen van gegevens, met behulp van de juiste methodiek, en het benutten van bevindingen voor concrete en empirisch onderbouwde activiteiten inzake wederzijds leren, onder meer modellen voor goede of beste praktijken.

Artikel 3

Doelstellingen

▼M1

Het doel van dit besluit is, via het netwerk de samenwerking inzake werkgelegenheid tussen de lidstaten op de taakgebieden van de ODA’s te bevorderen, om bij te dragen aan de uitvoering van het werkgelegenheidsbeleid van de Unie. Dit zal ook de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten helpen verwezenlijken, bijdragen tot de doelstellingen van de Europese Green Deal en de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties nastreven, en daarbij ondersteuning verlenen voor:

a) 

alle kwetsbare maatschappelijke groepen die een hoge werkloosheidsgraad kennen, in het bijzonder oudere werknemers en jongeren die geen baan hebben, of geen onderwijs of opleiding volgen, alsook mensen met een handicap en mensen die te maken hebben met discriminatie op meerdere gronden;

▼B

b) 

fatsoenlijk en duurzaam werk;

▼M1

c) 

de betere werking en het inclusieve karakter van de arbeidsmarkten;

c bis) 

gendergelijkheid;

d) 

het herkennen van vaardigheidstekorten en het verstrekken van informatie over hun omvang en waar ze zich voordoen, alsmede een betere aansluiting tussen de vaardigheden van werkzoekenden en de behoeften van de werkgevers, onder meer door middel van het herkennen van de behoeften aan beroepsopleidingen, alsmede de inzetbaarheid van de werkzoekenden en de voorkoming van werkloosheid, bijvoorbeeld door loopbaanbegeleiding en opleiding;

▼B

e) 

de betere integratie van arbeidsmarkten;

f) 

verhoogde vrijwillige geografische en beroepsmobiliteit op een eerlijke manier, teneinde tegemoet te komen aan specifieke arbeidsmarktbehoeften;

g) 

de integratie van personen die zijn uitgesloten van de arbeidsmarkt als onderdeel van de bestrijding van sociale uitsluiting;

h) 

de evaluatie en beoordeling van actieve arbeidsmarktinitiatieven en het doeltreffend en doelmatig uitvoeren ervan.

Artikel 4

Initiatieven van het netwerk

1.  

Op de taakgebieden van de ODA's ontplooit het netwerk meer bepaald de volgende initiatieven:

a) 

het ontwikkelen en toepassen van Uniebrede, empirisch onderbouwde benchlearning onder ODA's teneinde met de juiste methode prestaties te vergelijken met betrekking tot hun activiteiten op de volgende gebieden:

▼M1

i) 

bijdragen aan het terugdringen van de werkloosheid voor alle leeftijds-, gender- en kwetsbare groepen;

▼B

ii) 

bijdragen aan het terugdringen van de werkloosheidsduur en aan het terugdringen van inactiviteit, ten einde langdurige en structurele werkloosheid en sociale uitsluiting aan te pakken;

iii) 

het vervullen van vacatures (onder meer door vrijwillige arbeidsmobiliteit);

iv) 

tevredenheid van klanten over ODA-diensten;

b) 

het verlenen van wederzijdse bijstand, in de vorm van „peer-to-peer” activiteiten of in de vorm van groepsactiviteiten, door middel van samenwerking en uitwisseling van informatie, ervaring en personeelsleden tussen de leden van het netwerk, met inbegrip van ondersteuning bij de uitvoering van ODA-gerelateerde landenspecifieke aanbevelingen van de Raad indien de betrokken lidstaat of de betrokken ODA daarom verzoekt;

▼M1

c) 

bijdragen aan de modernisering en versterking van de ODA’s op de belangrijkste gebieden, met het oog op het werkgelegenheids- en sociaal beleid van de Unie, en indachtig de Europese pijler van sociale rechten, de Europese Green Deal en de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties, alsook de uitdagingen in verband met digitalisering, de veranderende wereld van werk en arbeidspatronen, alsook demografische veranderingen;

▼B

d) 

opstellen van rapporten op verzoek van het Europees Parlement, de Raad of de Commissie, of op eigen initiatief;

e) 

bijdragen aan de uitvoering van beleidsinitiatieven ter zake;

▼M1

f) 

het vaststellen en uitvoeren van zijn jaarlijks werkprogramma, dat de werkmethoden, de te bereiken resultaten en nadere bijzonderheden betreffende de toepassing van benchlearning bevat, evenals verspreidings- en samenwerkingsstrategieën;

g) 

het bevorderen en uitwisselen van beste praktijken voor het opsporen van jongeren die geen baan hebben of geen onderwijs of opleiding volgen en voor de ontwikkeling van initiatieven om te bewerkstelligen dat die jongeren de vaardigheden verwerven die nodig zijn om een plek op de arbeidsmarkt te verwerven en te behouden, en voor het integreren van de langdurig werklozen en andere kwetsbare groepen in de arbeidsmarkt.

▼B

Met betrekking tot het in punt a) van de eerste alinea neergelegde initiatief, worden bij het benchmarken de in de bijlage vastgestelde indicatoren gebruikt. Tevens neemt het netwerk actief deel aan de tenuitvoerlegging van deze activiteiten door gegevens, kennis en praktijken te delen. De lidstaten blijven bevoegd om te besluiten of zij op vrijwillige basis deelnemen aan nog meer benchlearningexercities op andere gebieden dan dewelke zijn opgelijst in de punten i) tot iv) van punt a).

2.  
Het netwerk stelt een verslagleggingsmechanisme vast met betrekking tot de in lid 1 genoemde initiatieven. Met toepassing van dat mechanisme doen de leden van het netwerk jaarlijks verslag aan het bestuur.

▼M1

Artikel 5

Samenwerking

Het netwerk ontwikkelt de samenwerking met relevante belanghebbenden op de arbeidsmarkt, waaronder andere diensten voor arbeidsvoorziening en sociale diensten en de sociale partners, en, in voorkomend geval, Unieagentschappen op het gebied van werkgelegenheid, sociaal beleid, gendergelijkheid, en onderwijs en opleiding, organisaties die werklozen of andere kwetsbare groepen vertegenwoordigen, gelijkheidsorganen, organisaties voor beroepsopleidingen, op het gebied van werkgelegenheid en rechtvaardige transitie actieve niet-gouvernementele organisaties en regionale en lokale instanties, door hen te betrekken bij relevante activiteiten en bijeenkomsten van het netwerk en door informatie en gegevens onderling uit te wisselen. In voorkomend geval kan het netwerk beste praktijken uitwisselen met relevante openbare diensten voor arbeidsvoorziening uit derde landen.

▼B

Artikel 6

Functioneren van het netwerk

1.  
Het netwerk wordt geleid door een bestuur. Voor het bestuur dragen de lidstaten, uit het hogere kader van hun respectieve ODA's, één lid en één plaatsvervanger voor. Ook de Commissie benoemt één lid en één plaatsvervanger van het bestuur. De plaatsvervangers vervangen hun leden indien nodig.

Het EMCO draagt uit zijn leden en volgens zijn reglement van orde een vertegenwoordiger voor die de status van waarnemer in het bestuur zal hebben, behalve bij de besloten vergaderingen van het bestuur. Het bestuur kan in besloten vergadering bijeenkomen, met deelneming van één lid per lidstaat en één lid van de Commissie, behalve voor agendapunten betreffende het jaarlijkse werkprogramma. Het reglement van orde van het bestuur bevat nadere regels inzake het houden van besloten vergaderingen.

2.  
Het bestuur benoemt uit zijn door een lidstaat voorgedragen leden een voorzitter en twee vicevoorzitters. De voorzitter vertegenwoordigt het netwerk. Een vicevoorzitters vervangt de voorzitter indien nodig.
3.  
Het bestuur stelt in een met eenparigheid van stemmen genomen besluit zijn reglement van orde vast. Dat reglement van orde omvat, onder meer, de besluitvormingsregeling voor het bestuur, en de bepalingen over de benoeming en de ambtstermijnen van de voorzitter en de vicevoorzitters van het bestuur.
4.  

Het bestuur stelt bij meerderheidsbesluit het volgende vast:

a) 

het jaarlijks werkprogramma van het netwerk, met inbegrip van de instelling van werkgroepen en de talenregeling voor de netwerkbijeenkomsten;

b) 

het technische kader voor de uitvoering van activiteiten inzake benchmarking en wederzijds leren, als onderdeel van het jaarlijks werkprogramma van het netwerk, met inbegrip van de benchlearningmethode op basis van de in de bijlage bij dit besluit opgenomen benchmarking-indicatoren voor het vergelijken van de prestaties van de ODA's, de contextvariabelen, de voorschriften voor het verstrekken van gegevens, en de leerinstrumenten van het geïntegreerde programma voor wederzijds leren;

c) 

het jaarverslag van het netwerk. Dat verslag wordt naar het Europees Parlement en de Raad gestuurd, en gepubliceerd.

▼M1

5.  
Het bestuur wordt bijgestaan door een secretariaat dat ter beschikking wordt gesteld door en gehuisvest is binnen de Commissie. Het secretariaat bereidt in samenwerking met de voorzitter en de vicevoorzitters de bijeenkomsten van het bestuur, het jaarlijks werkprogramma en het jaarverslag van het netwerk voor. Het secretariaat werkt nauw samen met het secretariaat van het EMCO om initiatieven te coördineren en de samenwerking tussen het netwerk en EMCO te intensiveren.

Artikel 7

Financiële ondersteuning

De algemene middelen die nodig zijn voor de uitvoering van dit besluit worden beschikbaar gesteld overeenkomstig het meerjarig financieel kader voor 2021-2027, waarvan de jaarlijkse kredieten door het Europees Parlement en door de Raad worden goedgekeurd binnen de grenzen van het financieel kader.

▼B

Artikel 8

Wijziging van de bijdrage over benchmarking-indicatoren

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 9 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de bijlage die de benchmarking-indicatoren vastlegt.

Artikel 9

Uitoefening van de delegatie

1.  
De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

▼M1

2.  
De in artikel 8 bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Commissie toegekend tot en met 31 december 2027.

▼B

3.  
Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 8 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4.  
Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
5.  
Een overeenkomstig artikel 8 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de datum van kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar hebben gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of van de Raad met twee maanden verlengd.

▼M1

Artikel 10

Evaluatie

Uiterlijk 30 september 2026 dient de Commissie bij het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s een evaluatieverslag in over de toepassing van dit besluit. In dat verslag wordt onder meer beoordeeld in hoeverre het netwerk heeft bijgedragen aan de verwezenlijking van de in artikel 3 genoemde doelstellingen.

▼B

Artikel 11

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 12

Adressaten

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.




BIJLAGE

BENCHMARKING-INDICATOREN

A. 

De kwantitatieve indicatoren voor de in artikel 4, lid 1, onder a), van i) tot iv), bedoelde gebieden:

1. 

Bijdrage aan het terugdringen van de werkloosheid voor alle leeftijdsgroepen en voor kwetsbare groepen:

a) 

de overgang van werkloosheid naar werk per leeftijdsgroep, geslacht en kwalificatieniveau, als percentage van het aantal geregistreerde werklozen;

b) 

aantal mensen dat verdwijnt uit de werkloosheidsverslagen van de ODA, als percentage van het aantal geregistreerde werklozen.

2. 

Bijdrage aan het terugdringen van de werkloosheidsduur en aan het terugdringen van inactiviteit ten einde langdurige en structurele werkloosheid en sociale uitsluiting aan te pakken:

a) 

de overgang naar werk binnen, bijvoorbeeld, 6 en twaalf maanden werkloosheid per leeftijdsgroep, geslacht en kwalificatieniveau, als percentage van het aantal overgangen naar werkgelegenheid uit de ODA-registers;

b) 

opname van voorheen inactieven in een ODA-register, als percentage van alle in dat ODA-register opgenomen personen, per leeftijdsgroep en geslacht.

3. 

Vacaturevervulling (onder meer door vrijwillige arbeidsmobiliteit)

a) 

aantal vervulde vacatures;

b) 

antwoorden op de arbeidskrachten-enquête van Eurostat over de bijdrage van ODA's aan het vinden van de huidige baan van de respondent.

4. 

Tevredenheid van klanten over ODA-diensten:

a) 

algemene tevredenheid van werkzoekenden;

b) 

algemene tevredenheid van werkgevers.

B. 

Benchmarking-domeinen via kwalitatieve interne/externe beoordeling van prestatiefacilitators voor de in artikel 4, lid 1, onder a), van i) tot iv), bedoelde gebieden:

1. 

strategisch prestatiebeheer;

2. 

ontwerp van operationele processen zoals het effectief naar de arbeidsmarkt leiden/profileren van werkzoekenden en maatwerk bij de inzet van actieve arbeidsmarktinstrumenten;

3. 

duurzame activering en beheer van overgangen;

4. 

betrekkingen met de werkgevers;

5. 

empirisch onderbouwd ontwerp en uitvoering van ODA-diensten;

6. 

effectief beheer van partnerschappen met belanghebbenden;

7. 

verdeling van middelen van ODA's.

Top