Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023R0448

Uitvoeringsverordening (EU) 2023/448 van de Commissie van 1 maart 2023 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/574 inzake de technische normen voor de instelling en werking van een traceringssysteem voor tabaksproducten

C/2023/1310

PB L 65 van 2.3.2023, p. 28–57 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2023/448/oj

2.3.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 65/28


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/448 VAN DE COMMISSIE

van 1 maart 2023

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/574 inzake de technische normen voor de instelling en werking van een traceringssysteem voor tabaksproducten

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2014/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaks- en aanverwante producten en tot intrekking van Richtlijn 2001/37/EG (1), en met name artikel 15, lid 11,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Uitvoeringsverordening (EU) 2018/574 van de Commissie (2) zijn de regels vastgesteld voor de instelling en werking van een traceringssysteem voor tabaksproducten. Het traceringssysteem is bedoeld om de lidstaten en de Commissie een doeltreffend instrument te bieden waarmee tabaksproducten in de hele Unie kunnen worden gevolgd en getraceerd en frauduleuze activiteiten die ertoe leiden dat illegale producten beschikbaar zijn voor consumenten, kunnen worden opgespoord.

(2)

In dit verband spelen de operationele regels van het traceringssysteem een belangrijke rol om ervoor te zorgen dat de Commissie en de lidstaten de gegevens ontvangen die zij nodig hebben om de goede werking van het traceringssysteem voor tabak en de controle op de toepassing van de wetgeving inzake de traceerbaarheid van tabak te waarborgen en deze wetgeving te handhaven.

(3)

Het bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/574 ingestelde traceringssysteem is op 20 mei 2019 gestart met het verzamelen van gegevens over de bewegingen en transactiegegevens van tabaksproducten. De ervaring met de uitvoering ervan heeft het belang van de hoge kwaliteit, de nauwkeurigheid, de volledigheid en de vergelijkbaarheid van de gegevens die tijdig moeten worden geregistreerd en in het systeem moeten worden ingevoerd, verder aangetoond.

(4)

In haar verslag over de toepassing van Richtlijn 2014/40/EU van 20 mei 2021 (3) benadrukte de Commissie dat de lidstaten en de Commissie aanzienlijke problemen hadden met de kwaliteit van de traceringsgegevens, bijvoorbeeld met betrekking tot btw-nummers, informatie over productiemachines of de laatste bewegingen van producten naar detaillisten. Met name moet de huidige definitie van machines worden gewijzigd zodat rekening wordt gehouden met de verschillende in de sector gehanteerde configuraties van machines en om de geconstateerde slechte kwaliteit van de informatie over machines aan te pakken. In het verslag werd ook geconcludeerd dat de kwaliteit van de gegevens van cruciaal belang blijft voor de handhaving van de wetgeving inzake de traceerbaarheid van tabak en voor de volledige verwezenlijking van de doelstellingen van het traceringssysteem.

(5)

Uit de besprekingen tussen de Commissie en de lidstaten die regelmatig plaatsvinden in het kader van de subgroep van deskundigen inzake traceerbaarheid en beveiligingskenmerken, is verder gebleken dat alleen degelijke, volledige en kwalitatief hoogwaardige gegevens een volledig functionerend en succesvol traceringssysteem kunnen waarborgen. Voor het toezicht op en het gebruik van deze gegevens moeten de lidstaten en de Commissie worden uitgerust met doeltreffende analytische instrumenten en technische oplossingen, met name de nodige interfaces waarmee zij toegang hebben tot de in het gegevensopslagsysteem opgeslagen gegevens en waarmee zij daarin zoekopdrachten kunnen uitvoeren.

(6)

Op basis van de opgedane ervaring en kennis moeten bepaalde technische voorschriften van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/574 worden gewijzigd om de rapportage door alle bij de handel in tabaksproducten betrokken actoren te vergemakkelijken, de goede praktijken op het gebied van gegevensbeheer en -analyse te versterken en bijgevolg de werking van het traceringssysteem voor tabaksproducten te verbeteren. Deze technische voorschriften hebben betrekking op de werking van de verschillende onderdelen van het gegevensopslagsysteem, de taken van en de procedures die moeten worden gevolgd door de ID-uitgevers, alsmede de meldingsactiviteiten van de marktdeelnemers en de technische instrumenten waarover de lidstaten beschikken in het kader van hun handhavingstaken, met name alle toegangsinterfaces, onder meer voor mobiele inspecties.

(7)

De wijzigingen hebben betrekking op een aantal uitzonderingen en bijzondere gevallen die na de invoering van het traceringssysteem naar boven kwamen, waaronder de aanwezigheid van marktdeelnemers die uitsluitend betrokken zijn bij niet-logistieke handelsactiviteiten, de betrokkenheid van entiteiten van buiten de EU in de toeleveringsketen van de EU, het bestaan van faciliteiten die functies binnen en buiten de detailhandel combineren, gevallen van zoekgeraakte identificatiemarkeringen, gevallen van teruggevonden gestolen goederen, IT-incidenten die de herverwerking van gegevens noodzakelijk maken, en de aanwezigheid van atypische niet-handelsbestemmingen zoals laboratoria of afvalverwijderingscentra. De feitelijke werking van het traceringssysteem heeft ook bijgedragen tot een beter beeld van de omvang van de in het gegevensopslagsysteem opgeslagen en verwerkte gegevensreeksen, wat op zijn beurt een aantal wijzigingen van de regels inzake de mogelijkheden en kenmerken van het gegevensopslagsysteem en de taken van de aanbieder van de secundaire gegevensopslag noodzakelijk maakt.

(8)

Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/574 bevat de procedures voor de selectie van de exploitanten van primaire en secundaire gegevensopslagplaatsen. Om te zorgen voor consistentie in de wijze waarop kennisgevingen van de identiteit van de voorgestelde aanbieder door een groep van ondernemingen en door importeurs en fabrikanten van buiten de Unie bij de Commissie worden ingediend en de desbetreffende gegevensopslagcontracten worden ondertekend, moeten bepaalde regels inzake de indiening van kennisgevingen en de ondertekening van gegevensopslagcontracten verder worden verduidelijkt. Aangezien de uitbreiding van het traceringssysteem voor tabak tot alle tabaksproducten waarin artikel 15, lid 13, van Richtlijn 2014/40/EU voorziet, het aantal kennisgevingen en gegevensopslagcontracten kan doen toenemen, is het bovendien noodzakelijk om nadere details vast te stellen van de procedure voor de goedkeuring van wijzigingen van de belangrijkste elementen van gegevensopslagcontracten, waaronder de uitdrukkelijke mogelijkheid voor de Commissie om dergelijke wijzigingen stilzwijgend goed te keuren.

(9)

Het is ook passend de termijn te wijzigen waarbinnen de contracten tussen elke aanbieder van primaire gegevensopslag en de aanbieder van de secundaire gegevensopslag moeten worden ondertekend en bij de Commissie moeten worden ingediend om ervoor te zorgen dat deze entiteiten voldoende tijd hebben om aan hun verplichtingen te voldoen. Met betrekking tot de vereisten die van toepassing zijn op de procedure voor de beëindiging van de contractuele relatie tussen de Commissie en de aanbieder van de secundaire gegevensopslag, moeten nadere details worden vastgesteld over de kennisgevingsperiode die door de aanbieder van de secundaire gegevensopslag in acht moet worden genomen, zodat de bedrijfscontinuïteit en een ononderbroken gegevensstroom in het systeem volledig worden gewaarborgd.

(10)

Het Protocol betreffende de uitbanning van de illegale handel in tabaksproducten bij het Kaderverdrag van de Wereldgezondheidsorganisatie inzake tabaksontmoediging (4), dat voorziet in een pakket maatregelen dat de partijen moeten nemen om een einde te maken aan de illegale handel in tabaksproducten, is op 25 september 2018 in werking getreden. Het in de EU opgezette traceringssysteem moet worden aangepast aan de technische ontwikkelingen met betrekking tot de invoering van een wereldwijde regeling voor het volgen en traceren van tabaksproducten.

(11)

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/574 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(12)

Sommige bepalingen van deze verordening moeten van toepassing worden op een latere datum dan de inwerkingtreding ervan, zodat ID-uitgevers, aanbieders van gegevensopslagdiensten en van antimanipulatiehulpmiddelen en andere marktdeelnemers zich kunnen voorbereiden op de bij deze bepalingen ingevoerde vereisten.

(13)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het in artikel 25 van Richtlijn 2014/40/EU bedoelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/574 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 2 wordt vervangen door:

“Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening gelden naast de in artikel 2 van Richtlijn 2014/40/EU vastgestelde definities de volgende definities:

1)

“unieke identificatiemarkering”: de alfanumerieke code die de identificatie van een verpakkingseenheid of een geaggregeerde verpakking van tabaksproducten mogelijk maakt;

2)

“marktdeelnemer”: alle natuurlijke of rechtspersonen die betrokken zijn bij de handel in tabaksproducten, met inbegrip van de uitvoer, van de producent tot de laatste marktdeelnemer vóór de eerste detaillist;

3)

“eerste detaillist”: de faciliteit waar tabaksproducten voor het eerst in de handel worden gebracht, met inbegrip van voor de verkoop van tabaksproducten gebruikte verkoopautomaten;

4)

“uitvoer”: de verzending vanuit de Unie naar een derde land;

5)

“geaggregeerde verpakking”: alle verpakkingen die meer dan één verpakkingseenheid van tabaksproducten bevatten;

5a)

“splitsing van geaggregeerde verpakkingen”: het uit elkaar halen van geaggregeerde verpakkingen van tabaksproducten;

6)

“faciliteit”: alle locaties, gebouwen, kantoren of verkoopautomaten waar tabaksproducten worden vervaardigd, opgeslagen, logistiek of financieel worden verwerkt of in de handel worden gebracht;

7)

“antimanipulatiehulpmiddel”: het hulpmiddel waarmee de registratie van het verificatieproces mogelijk wordt gemaakt na het aanbrengen van elke unieke identificatiemarkering op eenheidsniveau door middel van een video- of logbestand dat na registratie niet meer kan worden gewijzigd door een marktdeelnemer;

8)

“offline platte bestanden”: de elektronische bestanden die door elke ID-uitgever worden opgezet en bijgehouden en waarin de gegevens als tekst zonder opmaak zijn opgeslagen zodat de informatie die is gecodeerd in de unieke identificatiemarkeringen (met uitzondering van de tijdstempel) die op het niveau van de verpakkingseenheid en op geaggregeerd niveau worden gebruikt, zonder toegang tot het gegevensopslagsysteem kunnen worden opgehaald;

9)

“register”: het door elke ID-uitgever opgezette en bijgehouden register van alle voor marktdeelnemers, eerste detaillisten, faciliteiten en machines aangemaakte identificatiecodes samen met de daarbij horende informatie;

10)

“gegevensdrager”: een drager die gegevens weergeeft in een vorm die leesbaar is met behulp van een apparaat;

11)

“machine”: de samenstellen van machines die wordt gebruikt voor de productie van tabaksproducten en die integraal deel uitmaken van het productieproces;

11a)

“machineonderdeel”: elk identificeerbaar vast of mobiel onderdeel van een machine, voor zover het om een complete module gaat. Een mobiel onderdeel kan gelijktijdig of verwisselbaar voor één of meer machines worden gebruikt;

12)

“tijdstempel”: de datum en tijd waarop een bepaalde gebeurtenis heeft plaatsgevonden, geregistreerd in UTC (gecoördineerde universele tijd) in een voorgeschreven formaat;

13)

“primaire gegevensopslag”: een opslagplaats waar traceringsgegevens die uitsluitend betrekking hebben op de producten van een bepaalde producent of importeur, worden opgeslagen;

14)

“secundaire gegevensopslag”: een opslagplaats die een kopie van alle in de primaire gegevensopslagplaatsen bewaarde traceringsgegevens bevat;

15)

“router”: een binnen de secundaire gegevensopslag opgezet apparaat dat gegevens overdraagt tussen verschillende onderdelen van het gegevensopslagsysteem;

16)

“gegevensopslagsysteem”: het systeem dat bestaat uit de primaire gegevensopslagplaatsen, de secundaire gegevensopslag en de router;

17)

“gemeenschappelijk gegevenswoordenboek” (common data dictionary): de informatie die de inhoud, het formaat en de structuur van een gegevensbank en de onderlinge relaties tussen de onderdelen ervan beschrijft; die informatie wordt gebruikt om de toegang tot en de bewerking van de door alle primaire en secundaire gegevensopslagplaatsen gedeelde databanken te controleren;

18)

“werkdag”: iedere werkdag in de lidstaat waarvoor de ID-uitgever bevoegd is;

19)

“overladen”: elke overdracht van tabaksproducten van één voertuig naar het andere waarbij de tabaksproducten geen faciliteit binnenkomen of verlaten;

20)

“bestelwagen voor verkoopdoeleinden”: een voertuig waarmee tabaksproducten aan meerdere detaillisten worden geleverd in hoeveelheden die niet voorafgaand aan de levering zijn vastgesteld;

21)

“IT-dienstverlener”: een dienstverlener die door een marktdeelnemer is belast met het doorgeven van informatie over productbewegingen en over transacties aan het gegevensopslagsysteem.”.

2)

In artikel 3 wordt lid 9 vervangen door:

“9.   De ID-uitgever mag voor het aanmaken en uitgeven van unieke identificatiemarkeringen vergoedingen vaststellen en aan marktdeelnemers aanrekenen. Die vergoedingen moeten niet-discriminerend, op de kosten gebaseerd en evenredig zijn met betrekking tot het aantal aangemaakte en aan marktdeelnemers uitgegeven unieke identificatiemarkeringen, rekening houdend met de wijze van levering. Die vergoedingen mogen alle vaste en variabele kosten die de ID-uitgever maakt om aan de vereisten uit hoofde van deze verordening te voldoen, dekken.”.

3)

In artikel 7 wordt lid 2 vervangen door:

“2.   Het in lid 1 beschreven proces wordt beveiligd met een antimanipulatiehulpmiddel dat wordt geleverd en geïnstalleerd door een onafhankelijke derde die aan de betrokken lidstaten en de Commissie een verklaring verstrekt waaruit blijkt dat het geïnstalleerde hulpmiddel aan de vereisten van deze verordening voldoet. De door het hulpmiddel gegenereerde registratiegegevens moeten het bewijs leveren van de correcte toepassing en leesbaarheid van elke unieke identificatiemarkering op eenheidsniveau. Het hulpmiddel zorgt ervoor dat elke omissie in het in artikel 6 bedoelde markeringsproces wordt geregistreerd.”.

4)

In artikel 8 wordt lid 2 vervangen door:

“2.   De ID-uitgevers zijn verantwoordelijk voor het aanmaken van een code die bestaat uit de in lid 1, punten a), b) en c), vermelde elementen.

De ID-uitgevers stellen instructies op voor het coderen en decoderen van eenheids-UI’s overeenkomstig bijlage III en maken deze openbaar.”.

5)

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

“1.   De producenten en importeurs sturen hun aanvragen voor de in artikel 8 bedoelde eenheids-UI’s en de overeenkomstige in artikel 23 bedoelde, door de mens leesbare codes naar de bevoegde ID-uitgever. De aanvragen worden overeenkomstig artikel 36 elektronisch ingevoerd.”

;

b)

lid 3 wordt vervangen door:

“3.   Binnen twee werkdagen na ontvangst van de aanvraag en in de vermelde volgorde moet de ID-uitgever:

a)

de in artikel 8, lid 2, bedoelde codes en de overeenkomstige in artikel 23 bedoelde, door de mens leesbare codes aanmaken;

b)

beide reeksen codes samen met de in lid 2 van dit artikel bedoelde informatie via de router doorsturen naar de primaire gegevensopslag van de aanvragende producent of importeur, zoals bepaald in artikel 26, en

c)

beide reeksen codes elektronisch doorsturen aan de aanvragende producent of importeur.”

;

c)

lid 4 wordt vervangen door:

“4.   Een lidstaat kan van de ID-uitgevers echter verlangen dat zij als alternatief voor de elektronische levering ook de fysieke levering van eenheids-UI’s aanbieden. In gevallen waarin fysieke levering van eenheids-UI’s wordt aangeboden, geven de producenten en importeurs aan of fysieke levering wordt gevraagd. In dat geval moet de ID-uitgever binnen tien werkdagen na ontvangst van de aanvraag en in de vermelde volgorde:

a)

de in artikel 8, lid 2, bedoelde codes en de overeenkomstige in artikel 23 bedoelde, door de mens leesbare codes aanmaken;

b)

beide reeksen codes samen met de in lid 2 van dit artikel bedoelde informatie via de router doorsturen naar de primaire gegevensopslag van de aanvragende producent of importeur, zoals bepaald in artikel 26;

c)

beide reeksen codes elektronisch doorsturen aan de aanvragende producent of importeur;

d)

beide reeksen codes aan de aanvragende producent of importeur leveren in de vorm van optische streepjescodes die voldoen aan de eisen van artikel 21 en die zijn aangebracht op fysieke gegevensdragers, zoals zelfklevende etiketten.”.

6)

In artikel 11 wordt lid 2 vervangen door:

“2.   De ID-uitgevers zijn verantwoordelijk voor het aanmaken van een code die bestaat uit de in lid 1, punten a), b) en c), vermelde elementen.

De ID-uitgevers stellen instructies voor het coderen en decoderen van geaggregeerde UI’s op en maken deze openbaar.”.

7)

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

“1.   Marktdeelnemers en eerste detaillisten vragen voor elke lidstaat waar zij ten minste één faciliteit beheren, één enkele code (“identificatiecode voor marktdeelnemers”) aan bij de bevoegde ID-uitgever. Importeurs vragen ook voor elke lidstaat waar zij hun producten in de handel brengen, een identificatiecode aan bij de bevoegde ID-uitgever.

Marktdeelnemers die zelfstandige magazijnen beheren die niet in de Unie zijn gevestigd en waar producten worden opgeslagen die in de Unie zijn vervaardigd en bestemd zijn voor de Uniemarkten in doorvoer door derde landen, kunnen een marktdeelnemersidentificatiecode aanvragen bij de ID-uitgever die bevoegd is voor de lidstaat waar de meeste door deze marktdeelnemers opgeslagen producten in de handel worden gebracht.”

;

b)

lid 5 wordt vervangen door:

“5.   Alle wijzigingen in de informatie die in het oorspronkelijke aanvraagformulier is verstrekt, en iedere beëindiging van activiteiten van de marktdeelnemer worden onverwijld door de betrokken marktdeelnemer meegedeeld aan de ID-uitgever, in het in bijlage II, hoofdstuk II, deel 1, respectievelijk punten 1.2 en 1.3, omschreven formaat. Indien de deelnemer ophoudt te bestaan, moet de ID-uitgever de marktdeelnemersidentificatiecode schrappen uit het register.

De schrapping van een marktdeelnemersidentificatiecode leidt tot de automatische schrapping van de daarmee samenhangende faciliteits- en machine-identificatiecodes door de ID-uitgever.”.

8)

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2 wordt vervangen door:

“2.   Binnen twee werkdagen verstuurt de ID-uitgever de code naar de aanvragende deelnemer.

Indien de aanvragende marktdeelnemer een producent of importeur is, stuurt hij de code, samen met de informatie over zijn overeenkomstig artikel 26 opgezette primaire gegevensopslagplaats, binnen twee werkdagen na ontvangst van de code verder door naar de exploitant van de secundaire gegevensopslag.”

;

b)

lid 3 wordt vervangen door:

“3.   Alle aan de ID-uitgever overeenkomstig artikel 14, lid 2, verstrekte informatie en de daarmee overeenstemmende identificatiecodes maken deel uit van een register dat moet worden opgezet, beheerd en bijgewerkt door de bevoegde ID-uitgever. De bevoegde ID-uitgever houdt de in het register opgeslagen informatie bij zolang het traceringssysteem operationeel is.”.

9)

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

“1.   Alle faciliteiten, van productie tot de eerste detaillist, worden geïdentificeerd met één enkele code (“faciliteitsidentificatiecode”) die wordt aangemaakt door de ID-uitgever die bevoegd is voor het grondgebied waarop de faciliteit zich bevindt.

In afwijking van de eerste alinea wordt een eerste detaillist die is geïntegreerd in een faciliteit die geen detailhandel is, geïdentificeerd met een afzonderlijke faciliteitsidentificatiecode die overeenstemt met zijn functie.”

;

b)

lid 2 wordt vervangen door:

“2.   Marktdeelnemers en eerste detaillisten vragen een faciliteitsidentificatiecode aan door aan de ID-uitgever de in bijlage II, hoofdstuk II, deel 1, punt 1.4, vermelde informatie te verstrekken in het daarin omschreven formaat.

Marktdeelnemers die zelfstandige magazijnen beheren die niet in de Unie zijn gevestigd en waar producten worden opgeslagen die in de Unie zijn vervaardigd en bestemd zijn voor de markten van de Unie in doorvoer door derde landen, kunnen een faciliteitsidentificatiecode aanvragen voor een zelfstandig magazijn dat zich in een derde land bevindt bij de ID-uitgever die bevoegd is voor de lidstaat waar de meeste door deze marktdeelnemers opgeslagen producten in de handel worden gebracht. Daartoe verstrekken zij de ID-uitgever de in bijlage II, hoofdstuk II, deel 1, punt 1.4, vermelde informatie in het daarin omschreven formaat.”

;

c)

lid 5 wordt vervangen door:

“5.   Alle wijzigingen in de informatie die is verstrekt in het oorspronkelijke aanvraagformulier, en iedere sluiting van een faciliteit worden door de marktdeelnemer onverwijld meegedeeld aan de ID-uitgever, in het in bijlage II, hoofdstuk II, deel 1, punten 1.5 en 1.6, omschreven formaat.

De schrapping van een faciliteitsidentificatiecode leidt tot de automatische schrapping van de daarmee samenhangende machine-identificatiecodes door de ID-uitgever.”.

10)

In artikel 17 wordt lid 3 vervangen door:

“3.   Alle aan de ID-uitgever overeenkomstig artikel 16, lid 2, verstrekte informatie en de daarmee overeenstemmende identificatiecodes maken deel uit van een register dat moet worden opgezet, beheerd en bijgewerkt door de bevoegde ID-uitgever. De bevoegde ID-uitgever houdt de in het register opgeslagen informatie bij zolang het traceringssysteem operationeel is.”.

11)

Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

“1.   Alle machines en machineonderdelen worden geïdentificeerd met één enkele code (“machine-identificatiecode”) die wordt aangemaakt door de voor het grondgebied waarop de machine zich bevindt bevoegde ID-uitgever.”

;

b)

lid 3 wordt vervangen door:

“3.   Voor machines en machineonderdelen die zich in productiefaciliteiten buiten de Unie bevinden, berust de verplichting om een machine-identificatiecode aan te vragen bij de in de Unie gevestigde importeur. De importeur doet de aanvraag bij een ID-uitgever die is aangesteld door de lidstaat waar zijn producten in de handel worden gebracht. De registratie door de importeur is onderworpen aan de toestemming van de entiteit die verantwoordelijk is voor de productiefaciliteit in het derde land. De importeur informeert de marktdeelnemer die verantwoordelijk is voor de productiefaciliteit in het derde land over alle gegevens van de registratie, met inbegrip van de toegewezen machine-identificatiecode.”

;

c)

lid 4 wordt vervangen door:

“4.   Alle wijzigingen in de informatie die is verstrekt in het oorspronkelijke aanvraagformulier, en elke buitengebruikstelling van de geregistreerde machines en machineonderdelen worden door de marktdeelnemer onverwijld meegedeeld aan de ID-uitgever, in het in bijlage II, hoofdstuk II, deel 1, punten 1.8 en 1.9, omschreven formaat.

De producenten en importeurs brengen alle nodige wijzigingen aan in de informatie die in het oorspronkelijke aanvraagformulier is verstrekt, om de nodige informatie te verstrekken over machineonderdelen waarvoor uiterlijk op 20 mei 2024 een machine-identificatiecode vereist is. De wijzigingen gebeuren in het formaat dat is omschreven in bijlage II, hoofdstuk II, deel 1, punt 1.8. Deze eis geldt ook voor de informatie over machines die geen afzonderlijk identificeerbare machineonderdelen bevatten.”.

12)

In artikel 19 wordt lid 3 vervangen door:

“3.   Alle aan de ID-uitgever overeenkomstig artikel 18, lid 2, verstrekte informatie en de daarmee overeenstemmende identificatiecodes maken deel uit van een register dat moet worden opgezet, beheerd en bijgewerkt door de bevoegde ID-uitgever. De bevoegde ID-uitgever houdt de in het register opgeslagen informatie bij zolang het traceringssysteem operationeel is.”.

13)

Aan artikel 20 wordt het volgende lid 5 toegevoegd:

“5.   De ID-uitgevers bieden marktdeelnemers en eerste detaillisten een beveiligde onlinedienst aan die hen in staat stelt de in lid 1 bedoelde registers te raadplegen met betrekking tot hun eigen marktdeelnemers-, faciliteits- en machine-identificatiecodes. Deze dienst omvat een veilige procedure voor marktdeelnemers en eerste detaillisten om hun eigen marktdeelnemersidentificatiecodes opnieuw aan te vragen.”.

14)

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2 wordt vervangen door:

“2.   In het geval van elektronisch aangeleverde eenheids-UI’s zijn de producenten en importeurs verantwoordelijk voor het overeenkomstig de eisen van lid 1 en bijlage III coderen van de eenheids-UI’s.”

;

b)

lid 3 wordt vervangen door:

“3.   In het geval van fysiek aangeleverde eenheids-UI’s zijn de ID-uitgevers verantwoordelijk voor het overeenkomstig de eisen van lid 1 en bijlage III coderen van de codes die zijn aangemaakt in overeenstemming met de eisen van artikel 8, lid 2.”

;

c)

lid 6 wordt vervangen door:

“6.   Om de in lid 1 bedoelde gegevensdragers te onderscheiden van andere gegevensdragers die zijn aangebracht op verpakkingseenheden, kunnen marktdeelnemers de markering “TTT” of “EU TTT” toevoegen naast eerstgenoemde gegevensdragers.

Om de in lid 5 bedoelde gegevensdragers te onderscheiden van andere gegevensdragers die zijn aangebracht op geaggregeerde verpakkingen, moeten marktdeelnemers de markering “EU TTT” toevoegen naast eerstgenoemde gegevensdragers.”.

15)

In artikel 25, lid 1, wordt punt g) vervangen door:

“g)

het maakt de automatische validatie mogelijk van de van de marktdeelnemers ontvangen berichten op elk toegangspunt tot het systeem, met inbegrip van het weigeren van incorrecte of onvolledige berichten, met name meldingsactiviteiten met betrekking tot niet-geregistreerde of gedupliceerde unieke identificatiemarkeringen, waarbij het gegevensopslagsysteem de informatie met betrekking tot alle geweigerde berichten opslaat. Berichten die door de ID-uitgevers en de primaire gegevensopslagplaatsen naar de router en de secundaire gegevensopslag worden verzonden, moeten door de ontvanger opnieuw worden gevalideerd;”.

16)

Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2 wordt vervangen door:

“2.   De secundaire gegevensopslag voorziet in grafische en niet-grafische interfaces, waaronder een applicatieprogramma-interface, stationaire en mobiele gebruikersinterfaces met een inspectieapplicatie voor de belangrijkste mobiele besturingssystemen, waarmee de lidstaten en de Commissie toegang hebben tot de in het gegevensopslagsysteem opgeslagen gegevens en waarmee zij daarin zoekopdrachten kunnen uitvoeren door middel van alle doorgaans beschikbare zoekfuncties van een gegevensbank, waaronder Structured Query Language (SQL) of een gelijkwaardige syntaxis voor het formuleren van aangepaste zoekopdrachten, met name door de volgende bewerkingen op afstand uit te voeren:

a)

het opvragen van informatie met betrekking tot één of meer unieke identificatiemarkering(en), met inbegrip van de vergelijking en kruiscontrole van meerdere unieke identificatiemarkeringen en de daarbij horende informatie, met name hun plaats in de toeleveringsketen;

b)

het aanmaken van lijsten en statistieken, zoals productvoorraden en in- en uitstroomcijfers, die verband houden met één of meer elementen voor rapportage van informatie die in bijlage II als gegevensvelden zijn vermeld;

c)

het identificeren van alle tabaksproducten die door een marktdeelnemer bij het systeem zijn aangemeld, met inbegrip van de producten die zijn aangegeven als teruggeroepen, ingetrokken, gestolen, vermist of bestemd voor vernietiging.”

;

b)

lid 3 wordt vervangen door:

“3.   De in lid 2 bedoelde gebruikersinterfaces stellen elke lidstaat en de Commissie in staat om hun eigen regels op te stellen voor:

a)

automatische waarschuwingen gebaseerd op uitzonderingen en specifieke meldingen, zoals abrupte schommelingen of onregelmatigheden in de handel, pogingen om dubbele identificatiemarkeringen in het systeem in te voeren, deactiveringen van identificatiemarkeringen zoals bedoeld in artikel 15, lid 4, artikel 17, lid 4, en artikel 19, lid 4, of producten die door marktdeelnemers als gestolen of vermist zijn aangemerkt;

b)

ontvangst van periodieke verslagen gebaseerd op combinaties van de elementen voor rapportage van informatie die in bijlage II als gegevensvelden zijn vermeld;

c)

op maat gemaakte dashboards, voor stationaire interfaces.”

;

c)

lid 5 wordt vervangen door:

“5.   De in lid 2 bedoelde gebruikersinterfaces stellen de lidstaten en de Commissie in staat om:

a)

met de analytische software van hun keuze op afstand verbinding te maken met de in het gegevensopslagsysteem bewaarde gegevens;

b)

individuele gegevens voor analytische doeleinden te markeren, met markeringen en hun waarden opgeslagen in de secundaire gegevensopslag en zichtbaar gemaakt voor alle of enkel geselecteerde gebruikers;

c)

externe gegevenselementen, zoals merknormalisatiepatronen, die misschien nodig zijn om functionaliteiten voor gegevensanalyse te verbeteren, te uploaden.”

;

d)

lid 6 wordt vervangen door:

“6.   De in lid 2 bedoelde gebruikersinterfaces worden in alle officiële talen van de Unie ter beschikking gesteld.”

;

e)

lid 7 wordt vervangen door:

“7.   De totale responstijd van de gegevensopslag na een reeds aangemaakte soort zoekopdracht of waarschuwing bedraagt, de snelheid van de internetverbinding van de eindgebruiker buiten beschouwing gelaten, niet meer dan tien seconden voor gegevens die minder dan twee jaar zijn bewaard en niet meer dan vijftien seconden voor gegevens die twee jaar of langer zijn bewaard, voor ten minste 99 % van de in de leden 2 en 3 bedoelde reeds aangemaakte zoekopdrachten en automatische waarschuwingen. De aanbieder van de secundaire gegevensopslag stelt gegevensreeksen op die nodig zijn om overeenkomstig de voorgeschreven tijd te kunnen reageren op nieuwe zoekopdrachten of waarschuwingen binnen vier weken na ontvangst van een verzoek van de lidstaten of de Commissie. Na deze termijn worden de nieuwe soorten zoekopdrachten of waarschuwingen geacht reeds te zijn vastgesteld voor de toepassing van de in dit lid vastgestelde responstijden.”

;

f)

lid 8 wordt vervangen door:

“8.   Wat individuele gegevens en berichten betreft, mag de totale tijd tussen de aankomst van meldingsgegevens en hun toegankelijkheid, via de grafische en niet-grafische interfaces, in de primaire en secundaire gegevensopslagplaatsen, niet meer dan zestig seconden bedragen in tenminste 99 % van alle transmissies. Wat voorgestructureerde analytische gegevensreeksen betreft, mag de totale tijd tussen de aankomst van meldingsgegevens en hun toegankelijkheid via de grafische interfaces in de secundaire gegevensopslag niet meer dan 24 uur bedragen in tenminste 99 % van alle transmissies.”

;

g)

lid 10 wordt vervangen door:

“10.   De aanbieder van de secundaire gegevensopslag is verantwoordelijk voor het opzetten en bijhouden van een register van de overeenkomstig artikel 20, lid 3, aan de secundaire gegevensopslag overgedragen informatie. De aanbieder van de secundaire gegevensopslag bewaart een registratie van de in het register opgeslagen informatie zolang het traceringssysteem operationeel is.

De ID-uitgevers en de aanbieders van primaire gegevensopslagplaatsen kunnen toegang hebben tot het in de eerste alinea bedoelde register om de berichten die producenten en importeurs naar hen sturen, te valideren.”

;

h)

het volgende lid 13 wordt toegevoegd:

“13.   De aanbieder van de secundaire gegevensopslag organiseert ten minste één technische opleiding van één hele dag per jaar over het gebruik van de in lid 2 bedoelde gebruikersinterfaces voor de gebruikers uit elke lidstaat en van de Commissie. De aanbieder van de secundaire gegevensopslag ontwikkelt en actualiseert tevens een volledig pakket technische documentatie en handleidingen voor gebruikers in alle officiële talen van de Unie voor de bevoegde autoriteiten.”

;

i)

het volgende lid 14 wordt toegevoegd:

“14.   De aanbieder van de secundaire gegevensopslag voorziet in een inspectieapplicatie voor de belangrijkste mobiele besturingssystemen die de lidstaten en de Commissie in staat stelt verbinding te maken met de secundaire gegevensopslag via de mobiele gebruikersinterfaces als bedoeld in lid 2.”.

17)

Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

“1.   De aanbieder die de secundaire gegevensopslag beheert, stelt de aanbieders die primaire gegevensopslagplaatsen beheren, de ID-uitgevers en de marktdeelnemers in kennis van de lijst met specificaties, waaronder gemeenschappelijke validatieregels die zijn vereist voor de gegevensuitwisseling met de secundaire gegevensopslag en de router. Alle specificaties zijn gebaseerd op open, niet aan eigendomsrechten gebonden normen.

Elke nieuw geselecteerde vervangende aanbieder die de secundaire gegevensopslag exploiteert, baseert zich op de meest recente versie van de door zijn voorganger meegedeelde lijst van specificaties. Elke bijwerking van de lijst van specificaties die verder gaat dan de wijziging van de identiteit van de aanbieder, geschiedt volgens de procedure van lid 3.

Uiterlijk twee maanden na de datum van de selectie van de aanbieder die de secundaire gegevensopslag exploiteert, wordt de in de eerste alinea bedoelde lijst meegedeeld.”

;

b)

lid 2 wordt vervangen door:

“2.   Op grond van de in bijlage II vermelde informatie is de aanbieder die de secundaire gegevensopslag beheert verantwoordelijk voor het opzetten van een gemeenschappelijk gegevenswoordenboek (common data dictionary). Het gemeenschappelijk gegevenswoordenboek verwijst naar labels van gegevensvelden in het door de mens leesbare formaat.

Elke nieuw geselecteerde vervangende aanbieder die de secundaire gegevensopslag exploiteert, baseert zich op de meest recente versie van het door zijn voorganger meegedeelde gegevenswoordenboek. Elke bijwerking van het gegevenswoordenboek die verder gaat dan de wijziging van de identiteit van de aanbieder, geschiedt volgens de procedure van lid 3.

Uiterlijk twee maanden na de datum van de selectie van de aanbieder die de secundaire gegevensopslag exploiteert, wordt het gemeenschappelijke gegevenswoordenboek ter beschikking gesteld van de aanbieders die de primaire gegevensopslagplaatsen exploiteren.”

;

c)

lid 3 wordt vervangen door:

“3.   Waar dit nodig is om de doeltreffende werking van het gegevensopslagsysteem te waarborgen overeenkomstig de eisen van deze verordening, zorgt de aanbieder die de secundaire gegevensopslag exploiteert ervoor dat de in lid 1 bedoelde lijst en het in lid 2 bedoelde gemeenschappelijke gegevenswoordenboek worden bijgewerkt. Over een dergelijke bijwerking wordt overleg gepleegd met de aanbieders die primaire gegevensopslagplaatsen exploiteren en de ID-uitgevers, en vervolgens wordt die bijwerking ten minste twee maanden vóór de datum waarop de bijwerking in het systeem zal worden geïmplementeerd, meegedeeld aan de aanbieders die primaire gegevensopslagplaatsen exploiteren, de ID-uitgevers en de marktdeelnemers.”

;

d)

de volgende leden 4, 5 en 6 worden toegevoegd:

“4.   Op verzoek van de aanbieder van een primaire gegevensopslag kan de aanbieder van de secundaire gegevensopslag gegevensherverwerkingsactiviteiten uitvoeren voor zover die noodzakelijk zijn om de gevolgen van eerdere IT-incidenten en -storingen te voorkomen. Dergelijke activiteiten zijn alleen mogelijk om de in de secundaire gegevensopslag opgeslagen informatie aan te vullen of te corrigeren en zijn beperkt tot de herhaling van de reguliere activiteiten van de secundaire gegevensopslag. Die activiteiten sluiten zo veel mogelijk negatieve gevolgen uit voor marktdeelnemers die geen banden hebben met de verzoekende primaire gegevensopslag.

5.   De aanbieder van de secundaire gegevensopslag zet een helpdeskdienst op voor de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, de Commissie, de ID-uitgevers, de aanbieders van registerdiensten, de marktdeelnemers en de IT-dienstverleners. De helpdeskdienst heeft uitsluitend betrekking op de activiteiten en functies van de router en de secundaire gegevensopslag en is op werkdagen gedurende ten minste 8 uur beschikbaar in alle lidstaten, met uitzondering van 1 januari, 25 december en 26 december, en ten minste in het Engels, Frans en Duits. De antwoordtijd bedraagt ten hoogste twee werkdagen voor ten minste 75 % van alle verzoeken. De gemiddelde maandelijkse antwoordtijd per verzoek bedraagt niet meer dan vier werkdagen. De aanbieder van de secundaire gegevensopslag kan de toegang tot de helpdeskdienst voor marktdeelnemers reguleren in het kader van zijn beleid inzake redelijk gebruik dat is vastgesteld overeenkomstig de in artikel 29, lid 6, bedoelde voorwaarden en de in bijlage I, deel B, punt 4, bedoelde contracten.

6.   De aanbieder van de secundaire gegevensopslag zet een testomgeving op waarin ID-uitgevers, aanbieders die primaire gegevensopslagplaatsen beheren en marktdeelnemers kwaliteitsborging van hun technische oplossingen en routines kunnen uitvoeren voordat zij verbinding maken met het gegevensopslagsysteem. De testomgeving is een getrouwe simulatie van het gegevensopslagsysteem.

De aanbieder van de secundaire gegevensopslag zet een gebruikersacceptatietestomgeving op waarin ID-uitgevers, aanbieders die primaire gegevensopslagplaatsen beheren en marktdeelnemers kwaliteitsborging van hun technische oplossingen en routines kunnen uitvoeren in afwachting van de volgende versie van het gegevensopslagsysteem. De gebruikersacceptatietestomgeving omvat alle geplande wijzigingen in het gegevensopslagsysteem na de mededeling ervan overeenkomstig lid 3.”.

18)

Aan artikel 29 worden de volgende leden 5 en 6 toegevoegd:

“5.   Producten en importeurs die twijfelen aan de correcte werking van hun primaire opslagplaatsen, hebben de mogelijkheid om, door de exploitant van de router te raadplegen, aan de hand van de router na te gaan of berichten over de definitieve verzending van producten uit hun fysieke bezit die naar de primaire opslagplaatsen worden verzonden, correct zijn doorgestuurd. De exploitant van de router kan een daglimiet vaststellen voor het gebruik van deze functie.

6.   De aanbieder van de secundaire gegevensopslag stelt de algemene voorwaarden, met inbegrip van het beleid inzake redelijk gebruik, die van toepassing zijn op het gebruik van de secundaire gegevensopslag en de router, vast en deelt deze mee aan de marktdeelnemers en de aanbieders van IT-diensten. Die voorwaarden waarborgen het recht van marktdeelnemers om de secundaire gegevensopslag en de router te gebruiken in overeenstemming met hun zakelijke behoeften en voorkomen herhaalde gevallen van onachtzaam gebruik.”.

19)

Artikel 30 wordt vervangen door:

“Artikel 30

Kosten van het gegevensopslagsysteem

1.   Alle gewone kosten verbonden met het in artikel 24, lid 1, bedoelde gegevensopslagsysteem, met inbegrip van de kosten die voortvloeien uit de instelling, de werking en het onderhoud van het systeem, worden gedragen door de producenten en importeurs van tabaksproducten. Deze kosten zijn billijk, redelijk en evenredig met betrekking tot:

a)

de verleende diensten, en

b)

het aantal eenheids-UI’s dat is aangevraagd gedurende een bepaalde tijdsperiode.

2.   De gewone kosten, voor zover van toepassing, voor de instelling, de werking en het onderhoud van de secundaire gegevensopslag en de router worden doorgerekend aan de producenten en importeurs van tabaksproducten via de kosten die de aanbieders van de primaire gegevensopslagplaatsen hen aanrekenen.

3.   Alle buitengewone kosten in verband met de in artikel 28, lid 4, bedoelde herverwerkingsactiviteiten die de aanbieder van de secundaire gegevensopslag in rekening brengt aan de aanbieder van de primaire gegevensopslag die het verzoek heeft ingediend, zijn billijk, redelijk en evenredig met betrekking tot de verleende diensten. De aanbieder van de secundaire gegevensopslag draagt echter zelf alle buitengewone kosten van de in artikel 28, lid 4, bedoelde herverwerkingsactiviteiten, voor zover hij verantwoordelijk is voor de oorzaken die tot de herverwerkingsactiviteiten hebben geleid.”.

20)

Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2 wordt vervangen door:

“2.   De producenten en importeurs verzenden de in bijlage II, hoofdstuk II, deel 3, punten 3.1 tot en met 3.5, vermelde informatie in het daarin omschreven formaat naar de door hen gecontracteerde primaire gegevensopslag. Alle overige marktdeelnemers verzenden de in bijlage II, hoofdstuk II, deel 3, punt 3.1 tot en met 3.5, vermelde informatie in het daarin omschreven formaat via de router.

Voor het verzenden van tabaksproducten naar laboratoria, afvalverwijderingscentra, nationale autoriteiten, internationale gouvernementele organisaties, ambassades en militaire bases verzenden producenten en importeurs de in bijlage II, hoofdstuk II, deel 3, punt 3.8, vermelde informatie in het daarin omschreven formaat naar de door hen gecontracteerde primaire gegevensopslag. Alle overige marktdeelnemers verzenden de in bijlage II, hoofdstuk II, deel 3, punt 3.8, vermelde informatie in het daarin omschreven formaat via de router.”

;

b)

de leden 6 en 7 worden vervangen door:

“6.   Indien tabaksproducten na het aanbrengen van de unieke identificatiemarkering worden vernietigd of gestolen, versturen de marktdeelnemers onverwijld een verzoek tot deactivering dat voldoet aan de in bijlage II, hoofdstuk II, deel 2, punt 2.3 gespecificeerde eisen met betrekking tot formaat en inhoud.

Indien als gestolen gemelde tabaksproducten worden teruggewonnen, kunnen de marktdeelnemers een verzoek tot reactivering dat voldoet aan de in bijlage II, hoofdstuk II, deel 2, punt 2.4 gespecificeerde eisen met betrekking tot formaat en inhoud, versturen.

7.   De informatie over de gebeurtenis wordt geacht correct te zijn verstuurd na een positieve ontvangstbevestiging door de primaire gegevensopslag of de router. De positieve ontvangstbevestiging omvat de feedbackinformatie die de ontvanger in staat stelt de juistheid van zijn rapportageactiviteit vast te stellen, met name het aantal unieke identificatiemarkeringen op eenheidsniveau waarop de gebeurtenis betrekking heeft en, in het geval van splitsing als bedoeld in lid 3, de ondergeschikte unieke identificatiemarkeringen. De ontvangstbevestiging bevat een berichtterugroepcode die moet worden gebruikt door de marktdeelnemer indien het oorspronkelijke bericht moet worden geannuleerd.”

;

c)

het volgende lid 8 wordt toegevoegd:

“8.   De verantwoordelijkheid voor het registreren en doorgeven van de informatie over de in lid 1 bedoelde gebeurtenissen ligt bij de marktdeelnemer die in het bezit is van de tabaksproducten. Daartoe wordt bij alle rapportageactiviteiten de identificatiecode van deze marktdeelnemer gebruikt. Aanbieders van IT-diensten kunnen deze informatie ook doorgeven namens de marktdeelnemer die de tabaksproducten in zijn bezit heeft.”.

21)

In artikel 33 wordt lid 3 vervangen door:

“3.   De verantwoordelijkheid voor het registreren en doorgeven van de in lid 2 bedoelde informatie berust bij de marktdeelnemer die de verkoper is. Daartoe wordt bij alle rapportageactiviteiten de identificatiecode van deze marktdeelnemer gebruikt. Aanbieders van IT-diensten kunnen deze informatie ook doorgeven namens de marktdeelnemer die de verkoper van de tabaksproducten is.”.

22)

Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

“1.   De marktdeelnemers verzenden de in artikel 32, lid 1, punten a), b) en d), artikel 32, leden 3 en 4, en artikel 33, lid 1, bedoelde informatie binnen drie uur nadat de gebeurtenis heeft plaatsgevonden.

De in artikel 32 bedoelde informatie wordt verzonden in de volgorde waarin de gebeurtenissen hebben plaatsgevonden.”

;

b)

lid 5 wordt vervangen door:

“5.   Lid 1, eerste alinea, is van toepassing vanaf 20 mei 2028. Tot die datum kunnen alle marktdeelnemers de in lid 1 bedoelde informatie binnen 24 uur na de desbetreffende gebeurtenis verzenden.”.

23)

Artikel 36, lid 1, punt a), wordt vervangen door:

“a)

de ID-uitgever voor de communicatie tussen de ID-uitgever, de eerste detaillisten en de marktdeelnemers die zich registreren bij de ID-uitgever of unieke identificatiemarkeringen aanvragen;”.

24)

Het volgende artikel 36 bis wordt ingevoegd:

“Artikel 36 bis

Kwaliteit van de gegevens

1.   De lidstaten kunnen verslagen uitbrengen over de ontoereikende kwaliteit van de door marktdeelnemers aan het gegevensopslagsysteem gerapporteerde gegevens. Deze verslagen worden gericht aan de betrokken marktdeelnemers en bevatten voorbeelden van onjuiste rapportage.

2.   De lidstaten verplichten de ID-uitgevers om adressen en andere elektronisch verifieerbare gegevens die door de marktdeelnemers en de eerste detaillisten via de ID-uitgevers aan het systeem worden verstrekt, te controleren.”.

25)

De bijlagen I en II worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

26)

Bijlage III wordt toegevoegd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 1 is van toepassing met ingang van 21 december 2023.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 maart 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 127 van 29.4.2014, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2018/574 van de Commissie van 15 december 2017 inzake de technische normen voor de instelling en werking van een traceringssysteem voor tabaksproducten (PB L 96 van 16.4.2018, blz. 7).

(3)  Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over de toepassing van Richtlijn 2014/40/EU betreffende de productie, de presentatie en de verkoop van tabaks- en aanverwante producten, COM(2021) 249 final.

(4)  Protocol betreffende de uitbanning van illegale handel in tabaksproducten bij het Kaderverdrag van de Wereldgezondheidsorganisatie inzake tabaksontmoediging (PB L 268 van 1.10.2016, blz. 1).


BIJLAGE

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/574 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

1.1.

Deel A wordt als volgt gewijzigd:

a)

het volgende punt 1 bis wordt ingevoegd:

“1 bis.

Wanneer meerdere rechtspersonen dezelfde producent of importeur vormen, wordt de kennisgeving door alle rechtspersonen gezamenlijk ingediend.”;

b)

het volgende punt 1 ter wordt ingevoegd:

“1 ter.

In gevallen waarin de betrokken importeur samenwerkt met slechts één niet-EU-producent of tot dezelfde groep ondernemingen behoort als laatstgenoemde, kan het gegevensopslagcontract door zowel de importeur als de niet-EU-producent worden medeondertekend. In gevallen waarin de betrokken importeur samenwerkt met meerdere niet-EU-producenten of ook zelf een producent van de Unie is, wordt het gegevensopslagcontract uitsluitend door de importeur ondertekend.”;

c)

punt 9 wordt vervangen door:

“9.

Wijzigingen in de centrale elementen van het contract, zoals vastgesteld in Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/573, zijn onderworpen aan goedkeuring door de Commissie. Bij het uitblijven van een reactie van de Commissie binnen drie maanden na de datum van de kennisgeving van de wijziging wordt de wijziging geacht te zijn goedgekeurd. Deze termijn kan door de Commissie eenmaal met maximaal drie maanden worden verlengd door middel van een brief aan de kennisgevende marktdeelnemer. Alle wijzigingen in de niet-centrale elementen van het contract vereisen enkel een voorafgaande kennisgeving aan de Commissie.”.

1.2.

Deel B wordt als volgt gewijzigd:

a)

in punt 1 worden de woorden “binnen zes maanden na de inwerkingtreding van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/573” geschrapt;

b)

punt 2 wordt vervangen door:

“2.

De aanstelling van de exploitant van de secundaire gegevensopslag gebeurt op basis van een beoordeling van objectieve criteria en vindt plaats door middel van een schriftelijke concessieovereenkomst tussen de Commissie en elke volgende exploitant van de secundaire gegevensopslag.”;

c)

punt 5 wordt vervangen door:

“5.

De contracten tussen elke aanbieder van primaire gegevensopslag en de exploitant van de secundaire gegevensopslag worden ondertekend en binnen drie maanden na de datum van aanstelling van elke opeenvolgende exploitant van de secundaire gegevensopslag bij de Commissie ingediend.”.

1.3.

Deel C wordt vervangen door:

“DEEL C

De volgende voorschriften gelden als aanvulling op de in delen A en B beschreven selectieprocedures:

1.

Wanneer de contractuele verbintenis tussen een producent of importeur en de aanbieder van een primaire gegevensopslag wordt beëindigd, of naar verwachting zal worden beëindigd, ongeacht door welke partij bij het contract, om welke reden ook, met inbegrip van het niet voldoen aan de in artikel 35 vastgestelde onafhankelijkheidscriteria, stellen de producent of importeur de Commissie onmiddellijk in kennis van deze beëindiging of verwachte beëindiging, en van de datum van de kennisgeving van beëindiging aan de aanbieder, evenals de datum waarop de beëindiging van kracht wordt of naar verwachting van kracht zal worden. De producent of importeur stelt uiterlijk drie maanden vóór de einddatum van het bestaande contract een vervangende aanbieder voor aan de Commissie en stelt de Commissie hiervan in kennis. De aanstelling van de vervangende aanbieder geschiedt overeenkomstig deel A.

2.

Wanneer de exploitant van de secundaire gegevensopslag melding maakt van zijn voornemen om de exploitatie van deze gegevensopslag in overeenstemming met de in punt 2 van deel B bedoelde concessieovereenkomst stop te zetten, stelt hij de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis, evenals van de datum waarop de beëindiging van kracht zal worden. De opzegtermijn mag niet korter zijn dan negen maanden. In de overeenkomst wordt bepaald dat de Commissie het contract eenzijdig met maximaal zes maanden kan verlengen indien dit nodig is voor het aanstellen en inzetbaar maken van een vervangende exploitant van de secundaire gegevensopslag. De Commissie stelt de bevoegde autoriteiten van de lidstaten in kennis van de kennisgevingstermijn en de mogelijke verlenging ervan.

3.

Wanneer punt 1 van toepassing is, wordt het in punt 4 van deel B bedoelde contract op zijn beurt onmiddellijk na de sluiting van de betrokken primaire gegevensopslag door de partijen opgezegd.”.

2)

Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

2.1.

De inleiding “Door de marktdeelnemers te verzenden kernberichten” wordt vervangen door:

Door de marktdeelnemers te verzenden kernberichten

De berichten die voor regelgevingsdoeleinden vereist zijn, moeten ten minste de in deze bijlage genoemde gegevensvelden bevatten.

De lidstaten en de Commissie kunnen eisen dat de adresgegevens worden uitgebreid met exacte geografische coördinaten (lengte- en breedtegraad). Zowel de ID-uitgevers als de aanbieders van gegevensopslagplaatsen (met inbegrip van de router) kunnen besluiten de inhoud van de berichten om strikt technische redenen uit te breiden om de soepele werking van het traceringssysteem te garanderen. De ID-uitgevers kunnen ook om niet-technische redenen besluiten de inhoud van het bericht uit te breiden om de vlotte werking van het traceringssysteem voor tabaksproducten met andere systemen die voor regelgevingsdoeleinden worden gebruikt, te waarborgen. Voordat deze uitbreidingen van kracht worden, worden zij opgenomen in de technische specificaties die overeenkomstig artikel 28 worden bijgewerkt.

De in deze bijlage vermelde berichten bevatten niet de berichten die door de ID-uitgevers en de aanbieders van gegevensopslagplaatsen (met inbegrip van de router) naar de marktdeelnemers worden teruggezonden, zoals ontvangstbevestigingen.

Alle berichten die binnen het traceringssysteem worden gegenereerd, moeten de identificatie van de afzender van het bericht en een tot op de milliseconde nauwkeurig tijdstempel bevatten (zie gegevenstype “Time(L)”). Dit tijdstempel komt niet in de plaats van het tijdstip waarop een gemelde gebeurtenis zich voordoet, die afzonderlijk wordt gerapporteerd overeenkomstig de in deze bijlage voorgeschreven gegevensvelden. De identificatie van de afzender van het bericht, die betrekking kan hebben op een derde aanbieder van IT-diensten, komt niet in de plaats van de identificatie van de marktdeelnemer die verantwoordelijk is voor de rapportageactiviteit (via een EOID die in het “EO_ID”-veld moet worden vermeld). De middelen waarmee de afzender van het bericht wordt geïdentificeerd, worden gespecificeerd in de technische specificaties die overeenkomstig artikel 28 zijn vastgesteld en bijgewerkt.

De ID-uitgevers en de aanbieders van gegevensopslagplaatsen (met inbegrip van de router) moeten op elk ontvangen bericht een tijdstempel aanbrengen dat tot op de milliseconde nauwkeurig is.

In geval van wijzigingen van deze bijlage worden de wijzigingen in de daarin vermelde kernberichten van toepassing op de marktdeelnemers vanaf het moment dat die wijzigingen naar behoren zijn opgenomen in de technische specificaties en het gemeenschappelijke gegevenswoordenboek die overeenkomstig artikel 28 zijn opgesteld en bijgewerkt.”

2.2.

In hoofdstuk I wordt deel 1 als volgt gewijzigd:

a)

de rij voor gegevenstype “Country” wordt vervangen door:

“Country

Naam van het land gecodeerd volgens ISO-3166-1:2013 alfa-2 (of het laatste equivalent daarvan). Voor overzeese en autonome gebieden is de landcode van de betrokken lidstaat van toepassing.

In het geval van Noord-Ierland is de “XI”-code van toepassing.

In het geval van internationale wateren is de “XZ”-code van toepassing.

“DE””

b)

de rij voor gegevenstype “Text” wordt vervangen door:

“Text

Reeks tekens gecodeerd volgens ISO 8859-15:1999

“Abcde:12345””

c)

de rij voor gegevenstype “Time(L)” wordt vervangen door:

“Time(L)

UTC (gecoördineerde universele tijd) in het volgende formaat:

JJJJ-MM-DDTuu:mm:ss.SSSZ

“2019-07-16T19:20:30.205Z””

d)

de rij voor gegevenstype “upUI(L)” wordt vervangen door:

“upUI(L)

Unieke identificatie van verpakkingseenheid gecodeerd volgens de invariante set van ISO 646:1991 en opgebouwd uit drie blokken: a) voorvoegsel van ID-uitgever volgens ISO 15459-2:2015, b) middenblok met de door de ID-uitgever vastgestelde indeling en c) tijdstempel volgens het gegevenstype “Time(s)”

 

e)

de volgende rij wordt ingevoegd na de rij voor gegevenstype “upUI(L)”:

“upUI(i)

Unieke identificatie van verpakkingseenheid gecodeerd volgens de invariante set ISO 646:1991 en bestaand uit twee blokken: a) prefix van de ID-uitgever overeenkomstig ISO 15459-2: 2015 en b) middenblok in de door de ID-uitgever vastgestelde indeling (d.w.z. upUI(i) is upUI(L) zonder het tijdstempel, een code die door de ID-uitgevers moet worden gegenereerd overeenkomstig artikel 8, lid 2, van deze verordening)”

 

f)

de rij voor gegevenstype “upUI(s)” wordt vervangen door:

“upUI(s)

Unieke identificatie van verpakkingseenheid gecodeerd volgens de invariante set ISO 646:1991 en bestaand uit twee blokken: i) voorvoegsel van ID-uitgever volgens ISO 15459-2:2015, en ii) serialisatie-element in de door de ID-uitgever vastgestelde indeling (d.w.z. een UI die in een voor mensen leesbare vorm zichtbaar is gemaakt op de verpakkingseenheden overeenkomstig artikel 23 van deze verordening)

Indien mogelijk wordt de ID-uitgevers verzocht de hoofdletter “O” (Oscar) en de kleine letter “l” (lima) alsook de hoofdletter “I” (India) niet te gebruiken om verwarring met respectievelijk de cijfers “0” (nul) en “1” (één) te vermijden.”

 

2.3.

In hoofdstuk II wordt deel 1 als volgt gewijzigd:

a)

in punt 1.1 wordt de rij voor veld “EO_Address” vervangen door:

 

“EO_street

Straatnaam en huisnummer van de marktdeelnemer (of nummer van de weg en kilometer)

Text

S

M

 

 

EO_municipality

Gemeente van de marktdeelnemer (stad, gemeente of dorp)

Text

S

M

 

 

EO_postcode

Postcode van de marktdeelnemer

Text

S

M

“n.v.t.” is een toegestane waarde als er geen postcode is toegekend”

 

EO_A_info

Aanvullende informatie over het adres van de marktdeelnemer (bv. locatie in het winkelcentrum of in het industriegebied)

Text

S

O

 

b)

in punt 1.2 wordt de rij voor veld “EO_Address” vervangen door:

 

“EO_street

Straatnaam en huisnummer van de marktdeelnemer (of nummer van de weg en kilometer)

Text

S

M

 

 

EO_municipality

Gemeente van de marktdeelnemer (stad, gemeente of dorp)

Text

S

M

 

 

EO_postcode

Postcode van de marktdeelnemer

Text

S

M

“n.v.t.” is een toegestane waarde als er geen postcode is toegekend”

 

EO_A_info

Aanvullende informatie over het adres van de marktdeelnemer (bv. locatie in het winkelcentrum of in het industriegebied)

Text

S

O

 

c)

in punt 1.4 wordt de rij voor veld “F_Address” vervangen door:

 

“F_street

Straatnaam en huisnummer van de faciliteit (of nummer van de weg en kilometer)

Text

S

M

 

 

F_municipality

Gemeente van de faciliteit (stad, gemeente of dorp)

Text

S

M

 

 

F_postcode

Postcode van de faciliteit

Text

S

M

“n.v.t.” is een toegestane waarde als er geen postcode is toegekend”

 

F_A_info

Aanvullende informatie over het adres van de faciliteit (bv. locatie in het winkelcentrum of in het industriegebied)

Text

S

O

 

d)

in punt 1.4 worden de volgende rijen in de tabel ingevoegd na de rij voor veld “OtherFID_N”:

 

“PrevFID_B

Indicatie of de faciliteit van een andere exploitant is gekocht en al een faciliteitsidentificatiecode had

Boolean

S

M

0 — neen (eerste registratie)

1 — ja”

 

PrevFID_ID

Vorige faciliteitsidentificatiecode gebruikt door de voormalige exploitant van de faciliteit

FID

S

M, indien PrevFID_B = 1

 

e)

in punt 1.5 wordt de rij voor veld “F_Address” vervangen door:

 

“F_street

Straatnaam en huisnummer van de faciliteit (of nummer van de weg en kilometer)

Text

S

M

 

 

F_municipality

Gemeente van de faciliteit (stad, gemeente of dorp)

Text

S

M

 

 

F_postcode

Postcode van de faciliteit

Text

S

M

“n.v.t.” is een toegestane waarde als er geen postcode is toegekend”

 

F_A_info

Aanvullende informatie over het adres van de faciliteit (bv. locatie in het winkelcentrum of in het industriegebied)

Text

S

O

 

f)

in punt 1.5 worden de volgende rijen in de tabel ingevoegd na de rij voor veld “OtherFID_N”:

 

“PrevFID_B

Indicatie of de faciliteit van een andere exploitant is gekocht en al een faciliteitsidentificatiecode had

Boolean

S

M

0 — neen (eerste registratie)

1 — ja”

 

PrevFID_ID

Vorige faciliteitsidentificatiecode gebruikt door de voormalige exploitant van de faciliteit

FID

S

M, indien PrevFID_B = 1

 

g)

punt 1.7 wordt vervangen door:

“1.7.   Aanvraag van een machine-identificatiecode

Itemnummer

#

Veld

Opmerkingen

Gegevenstype

Kardinaliteit

Prioriteit

Waarden

 

Message_Type

Identificatie van het berichttype

Text

S

M

1-7

 

EO_ID

Marktdeelnemersidentificatiecode

EOID

S

M

 

 

EO_CODE

De bevestigingscode van de marktdeelnemer die wordt verstrekt naar aanleiding van de registratie van een marktdeelnemer

Text

S

M

 

 

F_ID

Faciliteitsidentificatiecode

FID

S

M

 

 

PrevMID_B

Indicatie of het voorwerp van deze aanvraag reeds is geregistreerd, bv. in verband met een andere faciliteitsidentificatiecode

Boolean

S

M

0 — neen (eerste registratie)

1 — ja

 

PrevMID_ID

Vorige machine-identificatiecode gebruikt voor het voorwerp van deze aanvraag

MID

S

M, indien PrevMID_B = 1

 

 

M_entirety

Indicatie of deze aanvraag betrekking heeft op de machine (versus een onderdeel ervan)

Boolean

S

M

0 — neen (machineonderdeel)

1 — ja (machine)

 

P_Producer

Producent van het machineonderdeel

Text

S

M, indien M_entirety = 0

 

 

P_Model

Model van het machineonderdeel

Text

S

M, indien M_entirety = 0

 

 

P_Number

Serienummer van het machineonderdeel

Text

S

M, indien M_entirety = 0

 

 

P_Mobile

Indicatie of dit machineonderdeel bestemd is voor gebruik met meerdere machines (vast versus mobiel onderdeel)

Boolean

S

M, indien M_entirety = 0

0 — neen (vast onderdeel)

1 — ja (mobiel onderdeel)

 

P_ATD1

Indicatie of een antimanipulatiehulpmiddel in de zin van artikel 2, lid 7, de werking van dit machineonderdeel registreert

Boolean

S

M, indien M_entirety = 0

0 — neen

1 — ja

 

P_ATD2

Serienummer van het antimanipulatiehulpmiddel

Text

S

M, indien M_entirety = 0 en P_ATD1 = 1

 

 

P_Description

Beschrijving van het machineonderdeel dat de technische functie ervan uitlegt

Text

S

O

 

 

M_Producer

Producent van de machine

Text

S

M, indien M_entirety = 1

 

 

M_Model

Model van de machine

Text

S

M, indien M_entirety = 1

 

 

M_Number

Serienummer van de machine

Text

S

M, indien M_entirety = 1

 

 

M_parts

Indicatie of de machine uit meerdere afzonderlijk identificeerbare onderdelen bestaat

Boolean

S

M, indien M_entirety = 1

0 — neen

1 — ja”

 

M_plist

Lijst van identificeerbare onderdelen

MID

M

M, indien M_entirety = 1 en M_parts = 1

 

 

M_ATD

Serienummer van het antimanipulatiehulpmiddel in de zin van artikel 2, lid 7

Text

S

M, indien M_entirety = 1 en M_parts = 0

 

 

M_Capacity

Maximumcapaciteit in een productiecyclus van 24 uur uitgedrukt in verpakkingseenheden

Integer

S

M, indien M_entirety = 1

 

h)

punt 1.8 wordt vervangen door:

“1.8.   Correctie van informatie over de machine-identificatiecode

Itemnummer

#

Veld

Opmerkingen

Gegevenstype

Kardinaliteit

Prioriteit

Waarden

 

Message_Type

Identificatie van het berichttype

Text

S

M

1-8

 

EO_ID

Marktdeelnemersidentificatiecode

EOID

S

M

 

 

EO_CODE

De bevestigingscode van de marktdeelnemer die wordt verstrekt naar aanleiding van de registratie van een marktdeelnemer

Text

S

M

 

 

F_ID

Faciliteitsidentificatiecode

FID

S

M

 

 

M_ID

Machine-identificatiecode (met inachtneming van correctie van de informatie)

MID

S

M

 

 

PrevMID_B

Indicatie of het voorwerp van deze aanvraag reeds is geregistreerd, bv. in verband met een andere faciliteitsidentificatiecode

Boolean

S

M

0 — neen (eerste registratie)

1 — ja

 

PrevMID_ID

Vorige machine-identificatiecode gebruikt voor het voorwerp van deze aanvraag

MID

S

M, indien PrevMID_B = 1

 

 

M_entirety

Indicatie of deze aanvraag betrekking heeft op de machine (versus een onderdeel ervan)

Boolean

S

M

0 — neen (machineonderdeel)

1 — ja (machine)

 

P_Producer

Producent van het machineonderdeel

Text

S

M, indien M_entirety = 0

 

 

P_Model

Model van het machineonderdeel

Text

S

M, indien M_entirety = 0

 

 

P_Number

Serienummer van het machineonderdeel

Text

S

M, indien M_entirety = 0

 

 

P_Mobile

Indicatie of dit machineonderdeel bestemd is voor gebruik met meerdere machines (vast versus mobiel onderdeel)

Boolean

S

M, indien M_entirety = 0

0 — neen (vast onderdeel)

1 — ja (mobiel onderdeel)

 

P_ATD1

Indicatie of een antimanipulatiehulpmiddel in de zin van artikel 2, lid 7, de werking van dit machineonderdeel registreert

Boolean

S

M, indien M_entirety = 0

0 — neen

1 — ja

 

P_ATD2

Serienummer van het antimanipulatiehulpmiddel

Text

S

M, indien M_entirety = 0 en P_ATD1 = 1

 

 

P_Description

Beschrijving van het machineonderdeel dat de technische functie ervan uitlegt

Text

S

O

 

 

M_Producer

Producent van de machine

Text

S

M, indien M_entirety = 1

 

 

M_Model

Model van de machine

Text

S

M, indien M_entirety = 1

 

 

M_Number

Serienummer van de machine

Text

S

M, indien M_entirety = 1

 

 

M_parts

Indicatie of de machine uit meerdere afzonderlijk identificeerbare onderdelen bestaat

Boolean

S

M, indien M_entirety = 1

0 — neen

1 — ja”

 

M_plist

Lijst van identificeerbare onderdelen

MID

M

M, indien M_entirety = 1 en M_parts = 1

 

 

M_ATD

Serienummer van het antimanipulatiehulpmiddel in de zin van artikel 2, lid 7

Text

S

M, indien M_entirety = 1 en M_parts = 0

 

 

M_Capacity

Maximumcapaciteit in een productiecyclus van 24 uur uitgedrukt in verpakkingseenheden

Integer

S

M, indien M_entirety = 1

 

2.4.

In hoofdstuk II wordt deel 2 als volgt gewijzigd:

a)

in punt 2.1 wordt de rij voor veld “P_Type” vervangen door:

 

“P_Type

Type tabaksproduct

Integer

S

M

1 — sigaret

2 — sigaar

3 — cigarillo

4 — shagtabak

5 — pijptabak

6 — waterpijptabak

7 — tabak voor oraal gebruik

8 — snuiftabak

9 — pruimtabak

11 — nieuwsoortig tabaksproduct

12 — ander (product in de handel gebracht vóór 19 mei 2014, niet behorend tot de categorieën 1-9)”

b)

in punt 2.1 wordt de rij voor veld “P_Brand” vervangen door:

 

“P_Brand

Merk van het tabaksproduct waaronder het product op de beoogde markt in de handel zal worden gebracht

Text

S

M

 

 

P_SubType_Exist

Geeft aan of de “naam van het subtype” van het product bestaat.

De naam van het subtype geeft productidentificatie die verder gaat dan de merknaam van het product.

Boolean

S

M

0 — neen

1 — ja”

 

P_SubType_Name

De “naam van het subtype” van het product (indien van toepassing) zoals dat op de beoogde markt in de handel wordt gebracht

Text

S

M, indien P_SubType_Exist = 1

 

 

P_units

Het aantal individuele eenheden in de verpakkingseenheid (aantal stokjes in de verpakking).

Integer

S

M, indien P_Type = 1 of 2 of 3

 

c)

in punt 2.1 wordt de rij voor veld “TP_PN” vervangen door:

 

“TP_PN

Tabaksproductnummer gebruikt in het EU-CEG-systeem (EAN of GTIN of SKU of UPC)

PN

S

M, indien Intended_ Market een lidstaat is

O, indien Intended_ Market een derde land is”

 

d)

in punt 2.3 wordt de rij voor veld “Deact_upUI” vervangen door:

 

“Deact_upUI

Lijst met te deactiveren eenheids-UI’s

upUI(L)

of

upUI(i)

of

upUI(s)

M

M, indien Deact_Type = 1”

 

e)

het volgende punt 2.4 wordt toegevoegd:

“2.4.   Aanvraag van reactivering van UI’s voor als gestolen gemelde maar teruggewonnen producten (alleen toegestaan indien in het voorgaande berichttype 2-3, veld Deact_Reason1 = 2)

Itemnummer

#

Veld

Opmerkingen

Gegevenstype

Kardinaliteit

Prioriteit

Waarden

 

Message_Type

Identificatie van het berichttype

Text

S

M

2-4

 

EO_ID

Marktdeelnemersidentificatiecode van de indienende entiteit

EOID

S

M

 

 

F_ID

Faciliteitsidentificatiecode (faciliteit waar de teruggewonnen producten naartoe zijn gebracht)

FID

S

M

 

 

React_Type

Reactivering van eenheids-UI’s of geaggregeerde UI’s

Integer

S

M

1 — eenheids-UI’s

2 — geaggregeerde UI’s”

 

React_Reason

Beschrijving van de context van reactivering

Text

S

O

 

 

React_upUI

Lijst met te reactiveren eenheids-UI’s

upUI(L)

of

upUI(i)

of

upUI(s)

M

M, indien React_Type = 1

 

 

React_aUI

Lijst met te reactiveren geaggregeerde UI’s

aUI

M

M, indien React_Type = 2

 

2.5.

In hoofdstuk II wordt deel 3 als volgt gewijzigd:

a)

in punt 3.3 wordt de rij voor veld “Destination_ID5” vervangen door:

 

“Destination_ID5

Straatnaam en huisnummer van de ontvangende faciliteit (of nummer van de weg en kilometer)

Text

S

M, indien Destination_ID1 = 1

 

 

Destination_ID6

Gemeente van de ontvangende faciliteit (stad, gemeente of dorp)

Text

S

M, indien Destination_ID1 = 1

 

 

Destination_ID7

Postcode van de ontvangende faciliteit

Text

S

M, indien Destination_ID1 = 1

“n.v.t.” is een toegestane waarde als er geen postcode is toegekend”

 

Destination_ID8

Land van de ontvangende faciliteit

Country

S

M, indien Destination_ID1 = 1

 

b)

in punt 3.5 wordt de rij voor veld “Destination_ID3” vervangen door:

 

“Destination_ID3

Straatnaam en huisnummer van de ontvangende faciliteit (of nummer van de weg en kilometer)

Text

S

M, indien Destination_ID1 = 0

 

 

Destination_ID4

Gemeente van de ontvangende faciliteit (stad, gemeente of dorp)

Text

S

M, indien Destination_ID1 = 0

 

 

Destination_ID5

Postcode van de ontvangende faciliteit

Text

S

M, indien Destination_ID1 = 0

“n.v.t.” is een toegestane waarde als er geen postcode is toegekend”

 

Destination_ID6

Land van de ontvangende faciliteit

Country

S

M, indien Destination_ID1 = 0”

 

c)

het volgende punt 3.8 wordt toegevoegd:

“3.8.   Verzending van tabaksproducten vanuit een faciliteit naar laboratoria, afvalverwijderingscentra, nationale autoriteiten, internationale gouvernementele organisaties, ambassades en militaire bases

Itemnummer

#

Veld

Opmerkingen

Gegevenstype

Kardinaliteit

Prioriteit

Waarden

 

Message_Type

Identificatie van het berichttype

Text

S

M

3-8

 

EO_ID

Marktdeelnemersidentificatiecode van de indienende entiteit

EOID

S

M

 

 

Event_Time

Beoogde tijd waarop de gebeurtenis zich moet voordoen

Time(s)

S

M

 

 

F_ID

Identificatiecode van de verzendfaciliteit

FID

S

M

 

 

Destination_1

Indicatie van bestemmingstype

Integer

S

M

1 — laboratorium

2 — afvalverwijderingscentrum

3 — nationale autoriteit

4 — internationale gouvernementele organisatie

5 — ambassade

6 — militaire basis

 

Destination_2

Straatnaam en huisnummer van de bestemming (of nummer van de weg en kilometer)

Text

S

M

 

 

Destination_3

Gemeente van de bestemming (stad, gemeente of dorp)

Text

S

M

 

 

Destination_4

Postcode van de bestemming

Text

S

M

“n.v.t.” is een toegestane waarde als er geen postcode is toegekend

 

Destination_5

Land van de bestemming

Country

S

M

 

 

Transport_mode

Vervoerswijze waarop het product de faciliteit verlaat, zie bijlage II, codelijst 7, bij Verordening (EG) nr. 684/2009

Integer

S

M

0 — overige

1 — vervoer over zee

2 — vervoer per spoor

3 — wegvervoer

4 — luchtvervoer

5 — postzendingen

6 — vaste transportinrichtingen

7 — vervoer over binnenwateren

 

Transport_vehicle

Identificatie van het voertuig (d.w.z. kentekenplaten, treinnummer, vliegtuig-/vluchtnummer, naam van schip of andere identificatie)

Text

S

M

“n.v.t.” is een toegestane waarde als Transport_mode = 0 en de productverzending plaatsvindt tussen naburige faciliteiten en handmatig wordt bezorgd

 

Transport_cont1

Indicatie of het gaat om containervervoer en of gebruik wordt gemaakt van een individuele code vervoerseenheid (bv. SSCC)

Boolean

S

M

0 — neen

1 — ja

 

Transport_cont2

Individuele code vervoerseenheid van de container

ITU

S

M, indien Transport_cont1 = 1

 

 

UI_Type

Identificatie van de UI-typen in de zending (geregistreerd op het hoogste niveau van beschikbare aggregatie)

Integer

S

M

1 — alleen eenheids-UI’s

2 — alleen geaggregeerde UI’s

3 — eenheids-UI’s en geaggregeerde UI’s”

 

upUIs

Lijst met eenheids-UI’s die worden verzonden

upUI(L)

M

M, indien UI_Type = 1 of 3

 

 

aUI’s

Lijst met geaggregeerde UI’s die worden verzonden

aUI

M

M, indien UI_Type = 2 of 3

 

 

S_Dispatch_comment

Opmerkingen van de verslagleggende entiteit

Text

S

O

 

2.6.

In hoofdstuk II wordt deel 4 als volgt gewijzigd:

a)

in punt 4.1 wordt de rij voor veld “Buyer_Address” vervangen door:

 

Buyer_Address_1

Straatnaam en huisnummer van de koper (of nummer van de weg en kilometer)

Text

S

M, indien Invoice_Buyer1 = 0

 

 

Buyer_Address_2

Gemeente van de koper (stad, gemeente of dorp)

Text

S

M, indien Invoice_Buyer1 = 0

 

 

Buyer_Address_3

Postcode van de koper

Text

S

M, indien Invoice_Buyer1 = 0

“n.v.t.” is een toegestane waarde als er geen postcode is toegekend”

b)

in punt 4.3 wordt de rij voor veld “Payer_Address” vervangen door:

 

“Payer_Address_1

Straatnaam en huisnummer van de betaler(of nummer van de weg en kilometer)

Text

S

M, indien Payment_Payer1 = 0

 

 

Payer_Address_2

Gemeente van de betaler (stad, gemeente of dorp)

Text

S

M, indien Payment_Payer1 = 0

 

 

Payer_Address_3

Postcode van de betaler

Text

S

M, indien Payment_Payer1 = 0

“n.v.t.” is een toegestane waarde als er geen postcode is toegekend”

2.7.

In hoofdstuk II wordt deel 5 vervangen door wat volgt:

Terugroepingen

5.   Terugroepingen van aanvragen, operationele en transactionele berichten (mogelijk voor berichttypen 2-1, 2-2, 2-3 (slechts binnen 24 uur na de oorspronkelijke melding van bericht 2-3, voor Deact_Reason1 anders dan “2 — product gestolen”), 3-1 tot en met 3-8, 4-1, 4-2 en 4-3)

Itemnummer #

Veld

Opmerkingen

Gegevenstype

Kardinaliteit

Prioriteit

Waarden

 

Message_Type

Identificatie van het berichttype

Text

S

M

5

 

EO_ID

Marktdeelnemersidentificatiecode van de indienende entiteit

EOID

S

M

 

 

Recall_CODE

Aan de verzender van het bericht verstrekte berichtterugroepcode in de bevestiging van het oorspronkelijke terug te roepen bericht

Text

S

M

Recall_CODE

 

Recall_

Reason1

Reden om het oorspronkelijke bericht terug te roepen

Integer

S

M

1 — de gerapporteerde gebeurtenis heeft zich niet voorgedaan (alleen voor berichttypen 3-3, 3-5 en 3-8)

2 — het bericht bevatte foutieve informatie

3 — ander

 

Recall_

Reason2

Beschrijving van de reden om het oorspronkelijke bericht terug te roepen

Text

S

M, indien Recall_

Reason1 = 3

 

 

Recall_

Reason3

Aanvullende toelichting over de redenen om het oorspronkelijke bericht terug te roepen

Text

S

O”

 

Opmerking:

Een terugroeping met betrekking tot operationele en logistieke gebeurtenissen leidt ertoe dat het teruggeroepen bericht als geannuleerd wordt gemarkeerd, maar zorgt er niet voor dat de bestaande registratie uit de gegevensbank wordt verwijderd.

3)

De volgende bijlage III wordt toegevoegd:

“BIJLAGE III

Structuur van een unieke identificatiemarkering op eenheidsniveau

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

(9)

Element:

Identificatiecode van de symbolen

Verplichte aanduiding van gegevens

Identificatiecode van de ID-uitgever

Optionele aanduiding van gegevens

Serienummer

Optionele aanduiding van gegevens

Productcode

Optionele aanduiding van gegevens

Tijdstempel

Type:

Aanduiding

Aanduiding

Reeks (gegevenselement)

Aanduiding

Reeks (gegevenselement)

Aanduiding

Reeks (gegevenselement)

Aanduiding

Reeks (gegevenselement)

Positie binnen de unieke identificatiemarkering:

Vast

Vast

Vast

Niet-vast

Niet-vast

Niet-vast

Niet-vast

Vast

Vast

Geregeld door:

Artikel 21, lid 1, en de coderingsstructuur van de ID-uitgever

Artikel 3, lid 4, artikel 8, lid 1, punt a), artikel 21, lid 1, en de coderingsstructuur van de ID-uitgever

Artikel 3, lid 4, en artikel 8, lid 1, punt a)

Artikel 21, lid 1, en de coderingsstructuur van de ID-uitgever

Artikel 8, lid 1, punt b)

Artikel 21, lid 1, en de coderingsstructuur van de ID-uitgever

Artikel 8, lid 1, punt c)

Artikel 21, leden 1 en 4, en de coderingsstructuur van de ID-uitgever

Artikel 8, lid 1, punt d) en artikel 21, lid 4

Toepasselijke internationale normen:

ISO/IEC 16022:2006, of ISO/IEC 18004:2015, of ISS DotCode Symbology Spec.

ISO 15459-2:2015 en ISO 15459-3:2014

ISO 15459-2:2015 en ISO 15459-3:2014

 

 

 

 

 

 

Proces:

Toegepast door marktdeelnemers

Toegepast door marktdeelnemers

Gegenereerd door ID-uitgevers

Toegepast door marktdeelnemers

Gegenereerd door ID-uitgevers

Toegepast door marktdeelnemers

Gegenereerd door ID-uitgevers

Toegepast door marktdeelnemers

Toegepast door marktdeelnemers

Verzending naar het gegevensopslagsysteem:

Nee

Nee

Ja

Nee

Ja

Nee

Ja

Nee

Ja

Opmerking:

Voor de toepassing van bovenstaand schema worden groepseparatoren (/FNC1) op dezelfde wijze beschouwd als optionele aanduidingen van gegevens, d.w.z. het gebruik ervan hangt af van de coderingsstructuur van de ID-uitgever.

”.

Top