Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021D1081

    Besluit (EU) 2021/1081 van de Commissie van 28 juni 2021 tot wijziging van Besluit (EU) 2018/1220 betreffende het reglement van orde van de instantie als bedoeld in artikel 143 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad

    C/2021/4881

    PB L 234 van 2.7.2021, p. 99–101 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2021/1081/oj

    2.7.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 234/99


    BESLUIT (EU) 2021/1081 VAN DE COMMISSIE

    van 28 juni 2021

    tot wijziging van Besluit (EU) 2018/1220 betreffende het reglement van orde van de instantie als bedoeld in artikel 143 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (1), en met name artikel 143, lid 4,

    Overwegende hetgeen volgt,

    (1)

    Besluit (EU) 2018/1220 van de Commissie (2) betreft de vaststelling van het reglement van orde van de instantie als bedoeld in artikel 143 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

    (2)

    De Commissie heeft 1 juni 2021 vastgesteld als de datum waarop het Europees Openbaar Ministerie zijn taken op het gebied van onderzoek en strafvervolging (3) krachtens Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad (4) opneemt. Derhalve dienen de praktische regelingen voor een nauwe samenwerking tussen de instantie en het Openbaar Ministerie te worden bepaald in het licht van de samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Commissie en het Openbaar Ministerie als bedoeld in artikel 103, lid 1, van de bovengenoemde verordening.

    (3)

    Om de continuïteit van de werking van de instantie en daarmee de duurzaamheid van de bescherming van financiële belangen van de Unie te garanderen, dient te worden bepaald dat de voorzitter van de instantie zijn mandaat blijft uitoefenen totdat hij daadwerkelijk wordt vervangen, of ten minste gedurende de eerste maanden na het verstrijken van zijn mandaat.

    (4)

    De minimumvoorwaarden inzake functie of rang die vereist zijn voor de plaatsvervangers van de leden van de jury die de Europese Commissie vertegenwoordigen, moeten in overeenstemming worden gebracht met die welke vereist zijn voor de leden die de bevoegde ordonnateurs vertegenwoordigen. Daartoe moeten zij worden vastgesteld op het niveau van de functiegroep hoofd van de eenheid of een gelijkwaardige functie.

    (5)

    Dit besluit dient in werking te treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, teneinde de werking van de in artikel 143 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 bedoelde instantie te verzekeren.

    (6)

    Besluit (EU) 2018/1220 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Besluit (EU) 2018/1220 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    Artikel 2, lid 1, wordt vervangen door:

    “1.   De voorzitter van de instantie wordt overeenkomstig artikel 143, lid 3, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 door de Commissie na een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling benoemd voor een ambtstermijn van vijf jaar die niet kan worden verlengd. Zijn ambtstermijn gaat in op de datum die daartoe in het aanstellingsbesluit is vastgesteld. Dit besluit wordt bekendgemaakt in de C-serie van het Publicatieblad.

    Na afloop van zijn ambtstermijn blijft de voorzitter in functie voor zover de werking van de instantie dat vereist, totdat hij wordt vervangen. Deze periode mag niet langer duren dan zes maanden.”.

    2)

    Artikel 5, lid 1, wordt vervangen door:

    “1.   De directeur van de centrale financiële dienst bij het directoraat-generaal Begroting is een van de twee permanente leden van de instantie die de Commissie vertegenwoordigen, overeenkomstig artikel 143, lid 2, punt b), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046. De directeur-generaal Begroting wijst een ambtenaar aan die ten minste tot de functiegroep “hoofd van de eenheid” of een gelijkwaardige functie behoort als plaatsvervanger voor dit permanente lid.

    De directeur-generaal Begroting kiest het tweede permanente lid dat de Commissie vertegenwoordigt en zijn plaatsvervanger ad personam uit de ambtenaren van de Commissie die een graad van ten minste AD 14 hebben. De directeur-generaal Begroting wijst een ambtenaar aan die ten minste tot de functiegroep “hoofd van de eenheid” of een gelijkwaardige functie behoort als plaatsvervanger voor dit permanente lid.”.

    3)

    In artikel 6 worden de leden 3 en 4 vervangen door:

    “3.   In de dossiers waarin de vraag van de voorleggende autoriteit met name gebaseerd is op de informatie die door OLAF is doorgegeven, woont een vertegenwoordiger van OLAF de vergaderingen van de instantie bij en neemt hij deel aan de mondelinge en schriftelijke procedures. Hij kan op verzoek van de voorzitter opmerkingen maken.

    In de dossiers waarin de vraag van de voorleggende autoriteit geheel of gedeeltelijk gebaseerd is op de informatie die door het Europees Openbaar Ministerie is doorgegeven, geschiedt deze doorgifte van informatie en de deelname als waarnemer van het Europees Openbaar Ministerie in overeenstemming met de overeenkomst als bedoeld in artikel 103, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad.

    4.   OLAF kan ten aanzien van de overige dossiers op verzoek van de voorzitter worden uitgenodigd informatie of advies te verstrekken. Het Europees Openbaar Ministerie kan eveneens op verzoek van de voorzitter worden uitgenodigd informatie of advies te verstrekken overeenkomstig de overeenkomst als bedoeld in artikel 103, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad.”.

    4)

    Het volgende artikel wordt ingevoegd:

    “Artikel 9 bis

    Samenwerking met het Europees Openbaar Ministerie

    De regelingen voor de samenwerking met het Europees Openbaar Ministerie zijn vastgelegd in de overeenkomst als bedoeld in artikel 103, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad.”.

    5)

    Artikel 10, lid 4, wordt vervangen door:

    “4.   Het verzoek om een aanbeveling bevat alle op grond van de in artikel 142, lid 3, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 bedoelde bepalingen vereiste informatie. Zij bevat ook andere relevante informatie als bedoeld in artikel 136 van die verordening, waaronder in voorkomend geval de verslagen van OLAF en de door het Europees Openbaar Ministerie doorgegeven informatie zijn begrepen, zodat passende maatregelen kunnen worden genomen om de financiële belangen van de Unie te beschermen. Zij bevat een naar behoren ingevuld inlichtingenformulier.”.

    6)

    Artikel 26 wordt vervangen door:

    “Artikel 26

    Kennisgeving van het advies en van de aanbeveling

    De instantie geeft onverwijld kennis van haar advies aan de voorleggende autoriteit, aan de bevoegde ordonnateur en aan de waarnemers. Indien het Europees Openbaar Ministerie als waarnemer wordt uitgenodigd, zijn de bepalingen van de in artikel 103, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad bedoelde overeenkomst van toepassing.”.

    Artikel 2

    Inwerkingtreding en bekendmaking

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 28 juni 2021.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

    (2)  Besluit (EU) 2018/1220 van de Commissie van 6 september 2018 betreffende het reglement van orde van de instantie als bedoeld in artikel 143 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 226 van 7.9.2018, blz. 7).

    (3)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/856 van de Commissie van 25 mei 2021 tot vaststelling van de datum waarop het Europees Openbaar Ministerie zijn taken op het gebied van onderzoek en strafvervolging opneemt (PB L 188 van 28.5.2021, blz. 100).

    (4)  Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (PB L 283 van 30.10.2017, blz. 1).


    Top