Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32020R0270

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/270 van de Commissie van 25 februari 2020 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1321/2014 wat betreft overgangsmaatregelen voor organisaties die betrokken zijn bij de permanente luchtwaardigheid voor de general aviation en bij het beheer van de permanente luchtwaardigheid, en tot rectificatie van die verordening (Voor de EER relevante tekst)

C/2020/982

PB L 56 van 27.2.2020, p. 20–41 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2020/270/oj

27.2.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 56/20


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/270 VAN DE COMMISSIE

van 25 februari 2020

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1321/2014 wat betreft overgangsmaatregelen voor organisaties die betrokken zijn bij de permanente luchtwaardigheid voor de general aviation en bij het beheer van de permanente luchtwaardigheid, en tot rectificatie van die verordening

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (1), en met name artikel 17, lid 1, en artikel 62, leden 14 en 15,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1383 van de Commissie (2) zijn de onderhoudseisen voor lichte luchtvaartuigen, zoals vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie (3), versoepeld. Deze verordening bevat ook maatregelen op het gebied van risicobeheer voor organisaties die de permanente luchtwaardigheid beheren van luchtvaartuigen die door houders van een air operator certificate worden geëxploiteerd.

(2)

Om te garanderen dat de nieuwe regels en procedures op termijn volledig worden nageleefd, voorziet Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1383 in overgangsmaatregelen voor organisaties die betrokken zijn bij de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en componenten. Om de eisen inzake toezicht op die organisaties te verduidelijken, moeten de overgangsmaatregelen worden gewijzigd.

(3)

Er moeten ook diversie ontbrekende of verkeerde referenties tussen de bijlagen bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1383 worden gecorrigeerd.

(4)

Aangezien de Commissie niet van plan is de overgangsperiode verder te verlengen, moet de toepassingsdatum van deze wijziging worden afgestemd op die van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1383.

(5)

De maatregelen van deze verordening zijn in overeenstemming met het advies van het in artikel 127, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1139 bedoelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1321/2014 wordt vervangen door:

Artikel 4

Erkenningen van organisaties die bij de permanente luchtwaardigheid [van luchtvaartuigen] zijn betrokken

1.   Organisaties die betrokken zijn bij de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en daarop te monteren componenten, met inbegrip van het onderhoud, worden op hun verzoek erkend door de bevoegde autoriteit, overeenkomstig de voorschriften van bijlage II (Deel‐145), bijlage V quater (Deel‐CAMO) of bijlage V quinquies (Deel‐CAO), al naargelang van toepassing op de respectieve organisaties.

2.   Bij wijze van uitzondering op lid 1 kunnen organisaties tot 24 september 2020 op verzoek een erkenning krijgen van de bevoegde autoriteit overeenkomstig subdelen F en G van bijlage I (Deel‐M). Alle overeenkomstig subdeel F en subdeel G van bijlage I (Deel M) afgegeven erkenningen zijn geldig tot en met 24 september 2021.

3.   Certificaten van erkenning als onderhoudsorganisatie die door een lidstaat zijn afgegeven of erkend overeenkomstig de in bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (*1) vermelde certificeringsspecificatie JAR‐145 en die vóór 29 november 2003 geldig waren, worden geacht te zijn afgegeven overeenkomstig de eisen van bijlage II (Deel‐145) bij deze verordening.

4.   Als organisaties die houder zijn van een overeenkomstig subdeel F of subdeel G van bijlage I (Deel‐M) of overeenkomstig bijlage II (Deel‐145) afgegeven geldig erkenningscertificaat daarom verzoeken, geeft de bevoegde autoriteit het in aanhangsel I bij bijlage V quinquies (Deel‐CAO) opgenomen formulier 3‐CAO af; daarna houdt de bevoegde autoriteit toezicht op deze organisaties overeenkomstig bijlage V quinquies (Deel‐CAO).

De rechten van dergelijke organisaties uit hoofde van de overeenkomstig bijlage V quinquies (Deel‐CAO) afgegeven erkenning moeten dezelfde zijn als de rechten uit hoofde van de erkenning die overeenkomstig subdeel F of G van bijlage I (Deel‐M) of bijlage II (Deel‐145) is afgegeven. Die rechten mogen echter niet verder gaan dan de rechten van een in sectie A van bijlage V quinquies (Deel‐CAO) bedoelde organisatie.

Bij wijze van uitzondering op CAO.B.060 van bijlage V quinquies (Deel‐CAO) mag de organisatie tot 24 september 2021 alle bevindingen van niet-naleving van de eisen van bijlage V quinquies (Deel‐CAO) die niet zijn opgenomen in subdeel F of subdeel G van bijlage I (Deel‐M) of in bijlage II (Deel‐145), corrigeren.

Als de organisatie deze bevindingen niet uiterlijk op 24 september 2021 heeft afgesloten, wordt het erkenningscertificaat geheel of gedeeltelijk ingetrokken, beperkt of opgeschort.

5.   Als organisaties die houder zijn van een overeenkomstig subdeel G van bijlage I (Deel‐M) afgegeven certificaat waarbij zij worden erkend als organisatie voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid daarom verzoeken, geeft de bevoegde autoriteit overeenkomstig bijlage V quater (Deel‐CAMO) een EASA-formulier 14 af; daarna houdt de bevoegde autoriteit toezicht op deze organisaties overeenkomstig bijlage V quater (Deel‐CAMO).

Bij wijze van uitzondering op CAMO.B.350 van bijlage V quater (Deel‐CAMO) mag de organisatie tot 24 september 2021 alle bevindingen van niet-naleving van de eisen van bijlage V quater (Deel‐CAMO) die niet zijn opgenomen in subdeel G van bijlage I (Deel‐M), corrigeren.

Als de organisatie deze bevindingen niet uiterlijk op 24 september 2021 heeft afgesloten, wordt het erkenningscertificaat geheel of gedeeltelijk ingetrokken, beperkt of opgeschort.

6.   Certificaten en goedkeuringen van onderhoudsprogramma’s voor luchtvaartuigen die zijn afgegeven overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1321/2014, zoals van toepassing vóór 24 maart 2020, worden geacht te zijn afgegeven overeenkomstig deze verordening.

Artikel 2

De bijlagen I, II, III, IV, V bis, V ter, V quater en V quinquies bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Ze is van toepassing met ingang van 24 maart 2020.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 februari 2020.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1383 van de Commissie van 8 juli 2019 tot wijziging en rectificatie van Verordening (EU) nr. 1321/2014 met betrekking tot managementsystemen in managementorganisaties voor permanente luchtwaardigheid en versoepeling van de regels inzake onderhoud en beheer van de permanente luchtwaardigheid voor luchtvaartuigen in de general aviation (PB L 228 van 4.9.2019, blz. 1).

(3)  Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie van 26 november 2014 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, ‐onderdelen en ‐uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen (PB L 362 van 17.12.2014, blz. 1).


BIJLAGE

De bijlagen I, II, III, IV, V bis, V ter, V quater en V quinquies bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 worden als volgt gerectificeerd:

1)

Bijlage I wordt als volgt gerectificeerd:

a)

punt M.1 wordt als volgt gerectificeerd:

i)

punt 3, onder ii), b), wordt vervangen door:

“b)

de instantie die verantwoordelijk is voor het toezicht op de organisatie voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid die de permanente luchtwaardigheid van het luchtvaartuig beheert of waarmee de eigenaar een beperkt contract heeft gesloten overeenkomstig M.A.201, onder i), punt 3.”;

ii)

punt 4 wordt toegevoegd:

“4.

voor het toezicht op een organisatie voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid, zoals gespecificeerd in sectie A, subdeel G, van deze bijlage (Deel‐M):

i)

de instantie die is aangeduid door de lidstaat waar de voornaamste plaats van activiteit van die organisatie is gevestigd, als de goedkeuring niet vervat is in een air operator certificate;

ii)

de instantie die is aangeduid door de lidstaat van de exploitant, als de goedkeuring vervat is in een air operator certificate;

iii)

het Agentschap, als de organisatie in een derde land is gevestigd.”;

b)

punt M.A.201 wordt als volgt gerectificeerd:

i)

de punten e), f), g), h) en i) worden vervangen door:

“e)

In het geval van een luchtvaartuig dat wordt gebruikt door luchtvaartmaatschappijen met een exploitatievergunning overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad (*1), is de exploitant verantwoordelijk voor de permanente luchtwaardigheid van het luchtvaartuig dat hij exploiteert en dient hij:

1)

ervoor te zorgen dat geen enkele vlucht plaatsvindt tenzij is voldaan aan de onder a) uiteengezette voorwaarden;

2)

de nodige stappen te nemen om ervoor te zorgen dat hij wordt erkend als organisatie voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid (“CAMO”) overeenkomstig bijlage V quater (Deel‐CAMO) of subdeel G van deze bijlage (Deel‐M), als onderdeel van het air operator certificate van het luchtvaartuig dat hij exploiteert;

3)

de nodige stappen te nemen om ervoor te zorgen dat hij wordt erkend overeenkomstig bijlage II (Deel‐145) of, overeenkomstig CAMO.A.315, onder c), van bijlage V quater (Deel‐CAMO) of M.A.708, onder c), van deze bijlage (Deel‐M), een schriftelijk contract te sluiten met een organisatie die erkend is overeenkomstig bijlage II (Deel‐145).

f)

Voor complexe motoraangedreven luchtvaartuigen die worden gebruikt voor commerciële gespecialiseerde vluchten of voor andere CAT-activiteiten dan die welke worden uitgevoerd door luchtvaartmaatschappijen met een vergunning overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1008/2008 of door commerciële erkende opleidingsorganisaties (ATO) en opleidingsorganisaties die een verklaring hebben afgelegd (DTO), zoals vermeld in artikel 10 bis van Verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie (*2), zorgt de exploitant ervoor dat:

1)

er geen enkele vlucht plaatsvindt tenzij voldaan is aan de onder a) uiteengezette voorwaarden;

2)

de taken die verband houden met de permanente luchtwaardigheid, worden uitgevoerd door een CAMO die erkend is overeenkomstig bijlage V quater (Deel‐CAMO) of subdeel G van deze bijlage (Deel‐M); wanneer de exploitant niet zelf overeenkomstig bijlage V quater (Deel‐CAMO) of subdeel G van deze bijlage (Deel‐M) als CAMO is erkend, sluit hij, overeenkomstig aanhangsel I van deze bijlage, voor de uitvoering van die taken een schriftelijk contract met een organisatie die erkend is overeenkomstig bijlage V quater (Deel‐CAMO) of subdeel G van deze bijlage (Deel‐M);

3)

de in punt 2 bedoelde CAMO overeenkomstig bijlage II (Deel‐145) is erkend als organisatie die gekwalificeerd is voor de afgifte van een erkenning voor het onderhoud van luchtvaartuigen en componenten die bestemd zijn voor installatie in luchtvaartuigen, of dat die CAMO overeenkomstig CAMO.A.315, onder c), van bijlage V quater (Deel‐CAMO) of punt M.A.708, onder c), van deze bijlage (Deel‐M) een schriftelijk contract heeft gesloten met organisaties die erkend zijn overeenkomstig bijlage II (Deel‐145).

g)

Voor complexe motoraangedreven luchtvaartuigen die niet onder e) en f) vallen, zorgt de eigenaar ervoor dat:

1)

er geen enkele vlucht plaatsvindt tenzij voldaan is aan de onder a) uiteengezette voorwaarden;

2)

de taken die verband houden met de permanente luchtwaardigheid, worden uitgevoerd door een CAMO die erkend is overeenkomstig bijlage V quater (Deel‐CAMO) of subdeel G van deze bijlage (Deel‐M); wanneer de eigenaar niet zelf erkend is als CAMO overeenkomstig bijlage V quater (Deel‐CAMO) of subdeel G van deze bijlage (Deel‐M), sluit hij, overeenkomstig aanhangsel I van deze bijlage, voor de uitvoering van die taken een schriftelijk contract met een organisatie die erkend is overeenkomstig bijlage V quater (Deel‐CAMO) of subdeel G van deze bijlage (Deel‐-M);

3)

de in punt 2 bedoelde CAMO overeenkomstig bijlage II (Deel‐145) is erkend als organisatie die gekwalificeerd is voor de afgifte van een erkenning voor het onderhoud van luchtvaartuigen en componenten die bestemd zijn voor installatie in luchtvaartuigen, of dat die CAMO overeenkomstig CAMO.A.315, onder c), van bijlage V quater (Deel‐CAMO) of punt M.A.708, onder c), van deze bijlage (Deel‐M) een schriftelijk contract heeft gesloten met organisaties die erkend zijn overeenkomstig bijlage II (Deel‐145).

h)

Voor andere dan complexe motoraangedreven luchtvaartuigen die worden gebruikt voor commerciële gespecialiseerde vluchten of voor andere CAT-activiteiten dan die welke worden uitgevoerd door luchtvaartmaatschappijen met een vergunning overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1008/2008 of door commerciële erkende opleidingsorganisaties (ATO) en opleidingsorganisaties die een verklaring hebben afgelegd (DTO), zoals vermeld in artikel 10 bis van Verordening (EU) nr. 1178/2011, zorgt de exploitant ervoor dat:

1)

er geen enkele vlucht plaatsvindt tenzij voldaan is aan de onder a) uiteengezette voorwaarden;

2)

de taken die verband houden met de permanente luchtwaardigheid, worden uitgevoerd door een CAMO die erkend is overeenkomstig bijlage V quater (Deel‐CAMO) of subdeel G van deze bijlage (Deel‐M), of een gecombineerde luchtwaardigheidsorganisatie (CAO) die erkend is overeenkomstig bijlage V quinquies (Deel‐CAO); als de exploitant geen overeenkomstig bijlage V quater (Deel‐CAMO) of subdeel G van deze bijlage (Deel‐M) erkende CAMO of geen overeenkomstig bijlage V quinquies (Deel‐CAO) erkende CAO is, sluit hij overeenkomstig aanhangsel I van deze bijlage een schriftelijk contract met een overeenkomstig bijlage V quater (Deel‐CAMO) of subdeel G van deze bijlage (Deel‐M) erkende CAMO of een overeenkomstig bijlage V quinquies (Deel‐CAO) erkende CAO;

3)

de in punt 2 bedoelde CAMO of CAO erkend is overeenkomstig bijlage II (Deel‐145) of overeenkomstig subdeel F van deze bijlage (Deel‐M), of als een CAO met onderhoudsrechten, of dat die CAMO overeenkomstig CAMO.A.315, onder c), van bijlage V quater (Deel‐CAMO) of punt M.A.708, onder c), van deze bijlage (Deel‐M) een schriftelijk contract heeft gesloten met overeenkomstig bijlage II (Deel‐145) of overeenkomstig subdeel F van deze bijlage (Deel‐M) of bijlage V quinquies (Deel‐CAO) erkende organisaties met onderhoudsrechten.

i)

Voor andere dan complexe motoraangedreven luchtvaartuigen die niet onder de punten e) en h) vallen, of die worden gebruikt voor “beperkte vluchten”, dient de eigenaar ervoor te zorgen dat vluchten alleen plaatsvinden als de onder a) vermelde voorwaarden zijn vervuld. Daartoe dient de eigenaar:

1)

overeenkomstig aanhangsel I een schriftelijk contract te sluiten met een CAMO of CAO voor de uitvoering van de in M.A.301 bedoelde taken op het gebied van permanente luchtwaardigheid, of

2)

die taken zelf uit te voeren, of

3)

die taken zelf uit te voeren, behalve de opstelling en verwerking van de erkenning van het onderhoudsprogramma van het luchtvaartuig, op voorwaarde dat die taken door een CAMO of CAO worden uitgevoerd op basis van een overeenkomstig M.A.302 gesloten beperkt contract.

(*1)  Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (PB L 293 van 31.10.2008, blz. 3)."

(*2)  Verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie van 3 november 2011 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures met betrekking tot de bemanning van burgerluchtvaartuigen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 311 van 25.11.2011, blz. 1).”;"

ii)

punt k) wordt vervangen door:

“k)

Wanneer een in een air operator certificate opgenomen luchtvaartuig wordt gebruikt voor niet-commerciële doeleinden of gespecialiseerde vluchtuitvoeringen onder ORO.GEN.310 van bijlage III of NCO.GEN.104 van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 965/2012, ziet de exploitant erop toe dat de taken die verband houden met de permanente luchtwaardigheid, worden uitgevoerd door de overeenkomstig bijlage V quater (Deel‐CAMO) of subdeel G van deze bijlage (Deel‐M) erkende CAMO of de overeenkomstig bijlage V quinquies (Deel‐CAO) erkende gecombineerde luchtwaardigheidsorganisatie (CAO), al naargelang van toepassing, van de houder van het air operator certificate.”;

c)

in M.A.302, onder c), worden de eerste en tweede zin vervangen door:

“c) Wanneer de permanente luchtwaardigheid van een luchtvaartuig wordt beheerd door een CAMO of CAO, of wanneer tussen de eigenaar en een CAMO of CAO een beperkt contract is gesloten overeenkomstig M.A.201, onder i), punt 3, mogen het onderhoudsprogramma en de wijzigingen daarvan worden goedgekeurd via een indirecte goedkeuringsprocedure.

i) In dat geval wordt die indirecte goedkeuringsprocedure vastgesteld door de betrokken CAMO of CAO, in het kader van het in CAMO.A.300 van bijlage V quater of punt M.A.704 van deze bijlage vermelde handboek voor beheer van de permanente luchtwaardigheid (CAME) of in het kader van de in CAO.A.25 van bijlage V quinquies vermelde gecombineerde luchtwaardigheidsverklaring, en wordt ze goedgekeurd door de bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor die CAMO of CAO.”;

d)

in M.A.306 wordt punt b) vervangen door:

“b)

De eerste uitgave van een systeem van technische logboeken voor luchtvaartuigen moet worden goedgekeurd door de bevoegde autoriteit die gespecificeerd is in CAMO.A.105 van bijlage V quater (Deel‐CAMO), of punt M.1 van deze bijlage (Deel‐M) of CAO.1, punt 1, van bijlage V quinquies (Deel‐CAO), al naargelang van toepassing. Alle latere wijzigingen van dat systeem worden beheerd overeenkomstig CAMO.A.300, onder c), of M.A.704, onder b) en c), of CAO.A.025, onder c).”;

e)

punt M.A.502 wordt als volgt gerectificeerd:

i)

de eerste zin van punt b) wordt vervangen door:

“Als een component op een luchtvaartuig is gemonteerd, mag het onderhoud van deze component, bij wijze van uitzondering op punt a), worden uitgevoerd door een organisatie voor het onderhoud van luchtvaartuigen die is erkend overeenkomstig subdeel F van deze bijlage, bijlage II (Deel‐145) of bijlage V quinquies (Deel‐CAO), of door het in M.A.801, onder b), punt 1, bedoelde certificeringspersoneel.”;

ii)

de eerste zin van punt d) wordt vervangen door:

“Als een onder c) van 21.A.307 van bijlage I (Deel‐21) bij Verordening (EU) nr. 748/2012 bedoelde component op een luchtvaartuig is gemonteerd of tijdelijk is verwijderd om de toegang ertoe te verbeteren, mag het onderhoud van die component worden uitgevoerd door een organisatie voor het onderhoud van luchtvaartuigen die is erkend overeenkomstig subdeel F van deze bijlage, bijlage II (Deel‐145) of bijlage V quinquies (Deel‐CAO), al naargelang van toepassing, of door het in M.A.801, onder b), punt 1, bedoelde certificeringspersoneel of door de in M.A.801, onder b), punt 2, bedoelde piloot-eigenaar.”;

f)

in M.A.503 wordt punt a) vervangen door:

“a)

Geïnstalleerde onderdelen met beperkte levensduur en tijdsafhankelijke componenten mogen de in het onderhoudsprogramma en de luchtwaardigheidsaanwijzingen gespecificeerde beperking niet overschrijden, behalve zoals bepaald in M.A.504, onder b).”;

g)

in M.A.604, onder a), wordt punt 5 vervangen door:

“5.

een lijst van het certificeringspersoneel en, indien van toepassing, het personeel voor de beoordeling van de luchtwaardigheid, met het toepassingsgebied van hun erkenning, en;”;

h)

punt M.A.606 wordt als volgt gerectificeerd:

i)

punt e) wordt vervangen door:

“e)

De kwalificatie van alle personeel dat betrokken is bij onderhoud en beoordelingen van de luchtwaardigheid moet worden aangetoond en geregistreerd.”;

ii)

punt i) wordt vervangen door:

“i)

Als de organisatie beoordelingen van de luchtwaardigheid uitvoert en het overeenkomstige certificaat van de beoordeling van de luchtwaardigheid afgeeft voor ELA1-luchtvaartuigen die niet betrokken zijn bij commerciële vluchtuitvoeringen overeenkomstig ML.A.903 van bijlage V ter (Deel‐ML), dient zij te beschikken over personeel voor de beoordeling van de luchtwaardigheid dat gekwalificeerd en gemachtigd is en voldoet aan alle onderstaande eisen:

1.

houder zijn van een machtiging voor certificeringspersoneel voor het desbetreffende luchtvaartuig;

2.

minstens drie jaar ervaring hebben als certificeringspersoneel;

3.

onafhankelijk zijn van het proces voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid van de beoordeelde luchtvaartuigen, of de algemene verantwoordelijkheid dragen voor het proces voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid van het volledige beoordeelde luchtvaartuig;

4.

bewezen kennis hebben verworven van subdeel C van deze bijlage (Deel‐M) of subdeel C van bijlage V ter (Deel‐ML);

5.

bewezen kennis hebben verworven van de procedures van de onderhoudsorganisatie die relevant zijn voor de beoordeling van de luchtwaardigheid en de afgifte van het certificaat van beoordeling van de luchtwaardigheid;

6.

formeel erkend zijn door de bevoegde autoriteit na een luchtwaardigheidsbeoordeling te hebben uitgevoerd onder toezicht van de bevoegde autoriteit of het personeel voor de beoordeling van de luchtwaardigheid van de organisatie, overeenkomstig een door de bevoegde autoriteit goedgekeurde procedure;

7.

minstens één luchtwaardigheidsbeoordeling hebben uitgevoerd in de voorbije twaalf maanden.”;

i)

in M.A.614 worden de punten a) en b) vervangen door:

“a)

De erkende onderhoudsorganisatie registreert alle details van de uitgevoerde werkzaamheden. De gegevens die nodig zijn om aan te tonen dat voldaan is aan alle eisen voor de afgifte van het certificaat van vrijgave voor gebruik, met inbegrip van de vrijgavedocumenten van de subcontractant, en voor de afgifte van elk certificaat van beoordeling van de luchtwaardigheid, worden bijgehouden.

b)

De erkende onderhoudsorganisatie verstrekt een kopie van elk certificaat van vrijgave voor gebruik aan de eigenaar of exploitant van het luchtvaartuig, samen met een kopie van alle gedetailleerde onderhoudsgegevens die verband houden met de uitgevoerde werkzaamheden en die nodig zijn om de naleving van M.A.305 van deze bijlage (Deel‐M) of ML.A.305 van bijlage V ter (Deel‐ML), al naargelang van toepassing, aan te tonen.”;

j)

in M.A.614, onder c), wordt de tweede zin vervangen door:

“Voorts moet de erkende onderhoudsorganisatie een kopie van alle gegevens die betrekking hebben op de afgifte van certificaten van beoordeling van de luchtwaardigheid, gedurende drie jaar na de datum van afgifte bewaren en een kopie ervan verstrekken aan de eigenaar van het luchtvaartuig.”;

k)

in M.A.618, onder a), wordt de inleidende zin vervangen door:

“a)

Een erkenning blijft geldig tot en met 24 september 2021, op voorwaarde dat:”;

l)

M.A.704, onder a), wordt als volgt gerectificeerd:

i)

punt 1 wordt vervangen door:

“1.

een door de verantwoordelijke beheerder ondertekende verklaring die bevestigt dat de organisatie te allen tijde in overeenstemming met deze bijlage (Deel‐M) en bijlage V ter (Deel‐ML) zal werken, voor zover van toepassing;”;

ii)

punt 7 wordt vervangen door:

“7.

de procedures waarin wordt gespecificeerd hoe de organisatie toeziet op de naleving van deze bijlage (Deel‐M) en bijlage V ter (Deel‐ML), voor zover van toepassing, en;”;

m)

punt M.A.706 wordt als volgt gerectificeerd:

i)

punt a) wordt vervangen door:

“a)

De organisatie stelt een verantwoordelijke manager aan die binnen de organisatie de bevoegdheid heeft om ervoor te zorgen dat alle activiteiten op het gebied van het beheer van de permanente luchtwaardigheid kunnen worden gefinancierd en uitgevoerd in overeenstemming met deze bijlage (Deel‐M) en bijlage V ter (Deel‐ML), al naargelang van toepassing.”;

ii)

punt c) wordt vervangen door:

“c)

Er wordt een persoon of een groep van personen aangewezen die ervoor verantwoordelijk zijn dat de organisatie te allen tijde voldoet aan de in deze bijlage (Deel‐M) en bijlage V ter (Deel‐ML) vastgestelde toepasselijke eisen inzake het beheer van de permanente luchtwaardigheid, de beoordeling van de luchtwaardigheid en de vliegvergunning. Die perso(o)n(en) legt (leggen) uiteindelijk verantwoording af aan de manager.”;

iii)

punt i) wordt vervangen door:

“i)

Voor organisaties die certificaten van beoordeling van de luchtwaardigheid verlengen overeenkomstig M.A.711, onder a), punt 4, en M.A.901 van deze bijlage (Deel‐M) of ML.A.901, onder c), van bijlage V ter (Deel‐ML), al naargelang van toepassing, wijst de organisatie de daartoe bevoegde personen aan, na goedkeuring van de bevoegde autoriteit.”;

n)

in M.A.707, onder a), wordt de inleidende zin onder vervangen door:

“a)

Om erkend te worden voor het uitvoeren van beoordelingen van de luchtwaardigheid, en, indien van toepassing, voor het afgeven van vliegvergunningen, moet een erkende organisatie voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid over geschikt luchtwaardigheidsbeoordelingspersoneel beschikken om certificaten van beoordeling van de luchtwaardigheid of aanbevelingen af te geven als bedoeld in sectie A, subdeel I, van bijlage I (Deel‐M) of sectie A, subdeel I, van bijlage V ter (Deel‐ML), en, indien van toepassing, om vliegvergunningen af te geven overeenkomstig M.A.711, onder c):”;

o)

punt M.A.708 wordt als volgt gerectificeerd:

i)

punt a) wordt vervangen door:

“a)

De organisatie ziet erop toe dat alle beheer van de permanente luchtwaardigheid wordt verricht overeenkomstig sectie A, subdeel C, van deze bijlage (Deel‐M) of sectie A, subdeel C, van bijlage V ter (Deel‐ML), al naargelang van toepassing.”;

ii)

punt b) wordt als volgt gerectificeerd:

de punten 1 en 2 worden vervangen door:

“1.

erop toe te zien dat een onderhoudsprogramma voor het luchtvaartuig wordt opgesteld en gecontroleerd, met inbegrip van elk toepasselijk betrouwbaarheidsprogramma, zoals vereist bij M.A.302 van deze bijlage (Deel‐M) of ML.A.302 van bijlage V ter (Deel‐ML), al naargelang van toepassing;

2

voor luchtvaartuigen die niet worden gebruikt door luchtvaartmaatschappijen die een vergunning hebben gekregen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1008/2008, een kopie van het onderhoudsprogramma te verstrekken aan de eigenaar of exploitant die verantwoordelijk is overeenkomstig M.A.201 van deze bijlage (Deel‐M) of ML.A.201 van bijlage V ter (Deel‐ML), al naargelang van toepassing,”;

punt 4 wordt vervangen door:

“4.

ervoor te zorgen dat alle onderhoud wordt uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde onderhoudsprogramma en vrijgegeven overeenkomstig sectie A, subdeel H, van deze bijlage (Deel‐M) of sectie A, subdeel H van bijlage V ter (Deel‐ML), al naargelang van toepassing,”;

iii)

de punten c) en d) worden vervangen door:

“c)

In het geval van complexe motoraangedreven luchtvaartuigen of luchtvaartuigen die worden gebruikt voor commercieel luchttransport of luchtvaartuigen die worden gebruikt voor commerciële gespecialiseerde vluchten of commerciële ATO’s of DTO’s, wanneer de CAMO niet op passende wijze is erkend overeenkomstig bijlage II (Deel‐145) of subdeel F van deze bijlage (Deel‐M) of bijlage V quinquies (Deel‐CAO), stelt de organisatie in overleg met de exploitant een schriftelijk onderhoudscontract op met een organisatie die erkend is overeenkomstig bijlage II (Deel‐145) of subdeel F van deze bijlage (Deel‐M) of bijlage V quinquies (Deel‐CAO) of met een andere exploitant; dit contract bevat nadere informatie over de functies in punt M.A.301, onder b), c), f) en g), van deze bijlage (Deel‐M) of punt ML.A.301, onder b) tot en met e), van bijlage V quater (Deel‐ML), garandeert dat alle onderhoud uiteindelijk wordt uitgevoerd door een onderhoudsorganisatie die erkend is overeenkomstig bijlage II (Deel‐145) of subdeel F van deze bijlage (Deel‐M) of bijlage V quinquies (Deel‐CAO), en definieert de steun van de in M.A.712, onder b), van deze bijlage (Deel‐M) bedoelde kwaliteitsfuncties.

d)

Onverminderd punt c) kan het contract worden opgesteld in de vorm van individuele werkorders gericht tot de onderhoudsorganisatie die erkend is overeenkomstig bijlage II (Deel‐145) of subdeel F van deze bijlage (Deel‐M) of bijlage V quinquies (Deel‐CAO), in het geval van:

1.

een luchtvaartuig dat occasioneel lijnonderhoud nodig heeft;

2.

onderdelenonderhoud, met inbegrip van motoronderhoud.”;

p)

M.A.709 wordt vervangen door:

“M.A.709

Documentatie

a)

De erkende organisatie voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid dient toepasselijke actuele onderhoudsgegevens te bezitten en te gebruiken overeenkomstig M.A.401 van deze bijlage (Deel‐M) of ML.A.401 van bijlage V ter (Deel‐ML), al naargelang van toepassing, voor de uitvoering van de in M.A.708 van deze bijlage (Deel‐M) bedoelde taken met betrekking tot de permanente luchtwaardigheid. Die gegevens kunnen worden verstrekt door de eigenaar of door de exploitant, op voorwaarde dat een passend contract is gesloten met die eigenaar of exploitant. In dat geval moet de organisatie voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid deze gegevens enkel tijdens de duur van het contract bijhouden, behalve indien anders bepaald in M.A.714 van deze bijlage (Deel‐M).

b)

Voor luchtvaartuigen die niet worden gebruikt door luchtvaartmaatschappijen met een exploitatievergunning overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1008/2008, mag de erkende organisatie voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid “basis-” en/of “generieke” onderhoudsprogramma’s opstellen, met het oog op de eerste afgifte van de erkenning of de uitbreiding van de reikwijdte van een erkenning, zonder dat er sprake moet zijn van de in aanhangsel I van deze bijlage (Deel‐M) of aanhangsel I van bijlage V ter (Deel‐ML) bedoelde contracten. Deze “basis-” en “generieke” onderhoudsprogramma’s sluiten echter niet uit dat te gepasten tijde een passend onderhoudsprogramma voor luchtvaartuigen moet worden opgesteld overeenkomstig M.A.302 van deze bijlage (Deel‐M) of ML.A.302 van bijlage V ter (Deel‐ML), al naargelang van toepassing, vóór de in M.A.711 van deze bijlage bedoelde bevoegdheden worden uitgeoefend.”;

q)

M.A.710 wordt vervangen door:

“M.A.710

Beoordeling van de luchtwaardigheid

Als de overeenkomstig M.A.711, onder b), van deze bijlage (Deel‐M) erkende organisatie luchtwaardigheidsbeoordelingen uitvoert, worden deze verricht overeenkomstig M.A.901 van deze bijlage (Deel‐M) of ML.A.903 van bijlage V ter (Deel‐ML), al naargelang van toepassing.”;

r)

M.A.711 wordt als volgt gerectificeerd:

i)

onder a) wordt punt 4 vervangen door:

“4.

een certificaat van beoordeling van de luchtwaardigheid dat door de bevoegde autoriteit of door een andere organisatie of persoon, al naargelang van toepassing, is afgegeven, verlengen onder de voorwaarden van M.A.901, onder f), van deze bijlage (Deel‐M) of ML.A.901, onder c), van bijlage V ter (Deel‐ML), al naargelang van toepassing;”;

ii)

aan punt a) wordt het volgende punt 5 toegevoegd:

“5.

het onderhoudsprogramma goedkeuren, overeenkomstig het bepaalde onder b), punt 2, van ML.A.302, voor luchtvaartuigen die worden beheerd overeenkomstig bijlage V ter (Deel‐ML).”;

iii)

onder b) wordt punt 1 vervangen door:

“1.

het bijbehorende certificaat van beoordeling van de luchtwaardigheid afgeven en te zijner tijd verlengen volgens de voorwaarden van M.A.901, onder c), punt 2, of M.A.901, onder e), punt 2, van deze bijlage (Deel‐M) of ML.A.901, onder c), van bijlage V ter (Deel‐ML), al naargelang van toepassing, en,”;

s)

in M.A.714 wordt punt a) vervangen door:

“a)

De organisatie voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid registreert alle bijzonderheden van de uitgevoerde werkzaamheden. De gegevens die vereist zijn op grond van M.A.305 van deze bijlage (Deel‐M) of ML.A.305 van bijlage V ter (Deel‐ML), al naargelang van toepassing, en indien van toepassing op grond van M.A.306 van deze bijlage (Deel‐M), moeten worden bewaard.”;

t)

in M.A.715 wordt de inleidende zin van punt a) vervangen door:

“a)

Een erkenning blijft geldig tot en met 24 september 2021, op voorwaarde dat:”;

u)

in M.A.716 worden de punten a) en b) vervangen door:

“a)

Een niveau 1-bevinding is elke belangrijke niet-naleving van de in deze bijlage (Deel‐M) of bijlage V ter (Deel‐ML), al naargelang van toepassing, vastgestelde vereisten die de veiligheidsnorm verlaagt en ernstig gevaar oplevert voor de vliegveiligheid;

b)

Een niveau 2-bevinding is elke niet-naleving van de in deze bijlage (Deel‐M) of bijlage V ter (Deel‐ML), al naargelang van toepassing, vastgestelde vereisten die de veiligheidsnorm zou kunnen verlagen en mogelijkerwijs gevaar oplevert voor de vliegveiligheid.”;

v)

in M.A.802 wordt punt a) vervangen door:

“a)

Behalve voor onderdelen die zijn vrijgegeven voor gebruik door een overeenkomstig bijlage II (Deel‐145) erkende onderhoudsorganisatie, wordt een certificaat van vrijgave voor gebruik afgegeven wanneer het onderhoud van een luchtvaartuigonderdeel overeenkomstig M.A.502 van deze bijlage (Deel‐M) is voltooid.”;

w)

punt M.A.901 wordt als volgt gerectificeerd:

i)

de inleidende zin van punt c) wordt vervangen door:

“Voor alle luchtvaartuigen die worden gebruikt door luchtvaartmaatschappijen met een vliegvergunning op grond van Verordening (EG) nr. 1008/2008, en voor luchtvaartuigen met een MTOM van meer dan 2 730 kg die zich in een gecontroleerde omgeving bevinden, mag de onder b), punt 1, bedoelde organisatie voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid, overeenkomstig CAMO.A.125, onder e), van bijlage V quater of M.A.711, onder b), van deze bijlage of CAO.A.095, onder c), punt 1, van bijlage V quinquies, al naargelang van toepassing, en op voorwaarde dat punt j) wordt nageleefd:”;

ii)

de inleidende zin van punt e) wordt vervangen door:

“Voor luchtvaartuigen die niet worden gebruikt door luchtvaartmaatschappijen met een exploitatievergunning overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1008/2008 en voor luchtvaartuigen met een MTOM van hoogstens 2 730 kg, mag elke door de eigenaar of exploitant gekozen CAMO of CAO overeenkomstig CAMO.A.125, onder e), van bijlage V quater of M.A.711, onder b), van deze bijlage of CAO.A.095, onder c), van bijlage V quinquies, al naargelang van toepassing, en op voorwaarde dat punt j) wordt nageleefd:”;

x)

in M.B.104, onder d), wordt punt 3 vervangen door:

“3.

aanbevelingen voor de beoordeling van de luchtwaardigheid die zijn afgegeven door een CAO of CAMO;”;

y)

in M.B.105 wordt punt a) vervangen door:

“a)

Om bij te dragen tot de verbetering van de vliegveiligheid, nemen de bevoegde autoriteiten deel aan wederzijdse uitwisseling van alle nodige informatie overeenkomstig artikel 72 van Verordening (EU) 2018/1139.”;

z)

in M.B.301 wordt punt c) vervangen door:

“c)

In het geval van indirecte goedkeuring, zoals bepaald in M.A.302, onder c), erkent de bevoegde autoriteit de procedure van de CAO of CAMO voor goedkeuring van het onderhoudsprogramma via de in CAO.A.025 van bijlage V quinquies, M.A.704 van deze bijlage of CAMO.A.300 van bijlage V quater, al naargelang van toepassing, bedoelde verklaring van die organisatie.”;

aa)

M.B.302 wordt vervangen door:

“M.B.302

Uitzonderingen

Alle uitzonderingen die worden toegestaan overeenkomstig artikel 71 van Verordening (EU) 2018/1139, worden geregistreerd en bijgehouden door de bevoegde autoriteit.”;

bb)

in M.B.305 wordt punt b) vervangen door:

“b)

Om de organisatie in staat te stellen wijzigingen aan te brengen in het systeem van technische logboeken voor luchtvaartuigen zonder voorafgaande goedkeuring van de bevoegde autoriteit, keurt de bevoegde autoriteit de in CAMO.A.300, onder c), van bijlage V quater, of M.A.704, onder c), van deze bijlage, of CAO.A.025, onder c), van bijlage V quinquies bedoelde relevante procedure goed.”;

cc)

M.B.703 wordt vervangen door:

“M.B.703

Afgifte van de erkenning

a)

De bevoegde autoriteit dient de aanvrager een EASA-formulier 14‐MG-erkenningscertificaat (aanhangsel VI van deze bijlage) te verstrekken waarin het toepassingsgebied van de erkenning is vermeld, wanneer de organisatie voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid voldoet aan sectie A, subdeel G, van deze bijlage (Deel‐M).

b)

De bevoegde autoriteit vermeldt de geldigheid van de erkenning op het EASA-formulier 14‐MG-erkenningscertificaat.

c)

Het referentienummer wordt op een door het Agentschap voorgeschreven wijze op het EASA-formulier 14‐MG-erkenningscertificaat vermeld.

d)

In het geval van luchtvaartmaatschappijen met een exploitatievergunning op grond van Verordening (EG) nr. 1008/2008, moet de informatie die vervat is in EASA-formulier 14‐MG, worden opgenomen in het air operator certificate.”;

dd)

in M.B.705, onder a), wordt de inleidende zin vervangen door:

“a)

Wanneer er tijdens audits of aan de hand van andere middelen bewijzen worden gevonden van niet-naleving van een in deze bijlage (Deel‐M) of bijlage V ter (Deel‐ML), al naargelang van toepassing, vastgestelde vereiste, moet de bevoegde autoriteit de volgende maatregelen nemen:”;

ee)

in M.B.706 wordt punt c) vervangen door:

“c)

Voor elke wijziging in het handboek voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid geldt het volgende:

1.

In geval van directe erkenning van de wijzigingen overeenkomstig M.A.704, onder b), van deze bijlage (Deel‐M), dient de bevoegde autoriteit te verifiëren of de in het handboek gespecificeerde procedures voldoen aan deze bijlage (Deel‐M) of bijlage V ter (Deel‐ML), al naargelang van toepassing, alvorens de erkende organisatie formeel in kennis te stellen van de erkenning.

2.

Indien een indirecte procedure wordt gebruikt voor de goedkeuring van de wijziging overeenkomstig M.A.704, onder c), van deze bijlage (Deel‐M), zorgt de bevoegde autoriteit ervoor dat:

i)

de wijzigingen beperkt blijven;

ii)

zij passend toezicht uitoefent op de goedkeuring van de wijzigingen om ervoor te zorgen dat zij in overeenstemming blijven met de vereisten in deze bijlage (Deel‐M) of bijlage V ter (Deel‐ML), al naargelang van toepassing.”;

ff)

aanhangsel III wordt als volgt gewijzigd:

i)

de certificeringszin van EASA-formulier 15b wordt vervangen door:

“Krachtens Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad bevestigt de volgende organisatie, erkend overeenkomstig sectie A van bijlage V quater (Deel‐CAMO) of sectie A van subdeel G van bijlage I (Deel‐M) of sectie A van bijlage V ter (Deel‐CAO) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie,

[NAAM EN ADRES VAN DE ERKENDE ORGANISATIE]

[REFERENTIENUMMER VAN DE ERKENNING]

dat zij overeenkomstig punt M.A.901 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie een beoordeling van de luchtwaardigheid heeft uitgevoerd op het volgende luchtvaartuig:”;

ii)

de uitgave van EASA-formulier 15b wordt vervangen door “Uitgave 6”;

gg)

de tabel in punt 13 van aanhangsel IV wordt als volgt gerectificeerd:

i)

de vakken die overeenstemmen met classificatie A2 worden vervangen door:

“KLASSE

CLASSIFICATIE

BEPERKING

GROOT ONDERHOUD

LIJNONDERHOUD

LUCHTVAARTUIGEN

A2 Vleugelvliegtuigen van 5 700 kg en minder

[Te vermelden: fabrikant vleugelvliegtuig of groep of serie of type en/of de onderhoudstaken]

Voorbeeld: DHC‐6 Twin Otter-serie

Vermeld of de afgifte van certificaten van beoordeling van de luchtwaardigheid is geautoriseerd of niet.

[JA/NEEN] (*)

[JA/NEEN] (*)”

ii)

de vakken die overeenstemmen met classificatie A4 worden vervangen door:

“KLASSE

CLASSIFICATIE

BEPERKING

GROOT ONDERHOUD

LIJNONDERHOUD

LUCHTVAARTUIGEN

A4 Ander luchtvaartuig dan A1, A2 en A3

[Te vermelden: categorie luchtvaartuig (zweefvliegtuig, ballon, zeppelin enz.), fabrikant of groep of serie of type en/of de onderhoudstaak of ‐taken]

Vermeld of de afgifte van certificaten van beoordeling van de luchtwaardigheid is geautoriseerd of niet.

[JA/NEEN] (*)

[JA/NEEN] (*)”

hh)

Aanhangsel V wordt vervangen door:

“Aanhangsel V

Certificaat van onderhoudsorganisatie als bedoeld in bijlage I (Deel‐M) subdeel F — EASA-formulier 3‐MF

Blz. 1 van 2

[LIDSTAAT (*)]

Een lidstaat van de Europese Unie (**)

CERTIFICAAT VAN ONDERHOUDSORGANISATIE

Referentie: [LIDSTAATCODE (*)].MF.[XXXX]

Overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie en onder de hierna vermelde voorwaarden certificeert [BEVOEGDE AUTORITEIT VAN DE LIDSTAAT (*)] hierbij dat:

[NAAM EN ADRES VAN DE ONDERNEMING]

een onderhoudsorganisatie is overeenkomstig sectie A, subdeel F, van bijlage I (Deel‐M) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie, welke erkend is om de in de bijgevoegde erkenningsvoorwaarden vermelde producten, onderdelen en uitrustingsstukken te onderhouden en om de bijbehorende certificaten van vrijgave voor gebruik af te geven, met vermelding van de bovenstaande referenties alsook, indien gespecificeerd, certificaten van beoordeling van de luchtwaardigheid, zoals gespecificeerd in punt ML.A.903 van bijlage V ter (Deel‐ML) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014, voor de luchtvaartuigen die vermeld zijn in de bijgevoegde erkenningsvoorwaarden.

VOORWAARDEN:

1.

Dit certificaat is beperkt tot hetgeen gespecificeerd is in het toepassingsgebied van het handboek van de erkende onderhoudsorganisatie, zoals vermeld in sectie A, subdeel F, van bijlage I (Deel‐M) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie, en

2.

Dit certificaat vereist overeenstemming met de procedures die in het handboek van de erkende onderhoudsorganisatie zijn gespecificeerd, en

3.

Dit certificaat is geldig zolang de erkende onderhoudsorganisatie bijlage I (Deel‐M) en bijlage V ter (Deel‐ML) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie blijft naleven.

4.

Mits wordt voldaan aan de bovenstaande voorwaarden, blijft dit certificaat geldig tot en met 24 september 2021, tenzij het voor die datum wordt ingeleverd, vervangen, opgeschort of ingetrokken.

Datum van eerste afgifte: …

Datum van deze herziening: …

Herziening nr.: …

Handtekening: …

Voor de bevoegde autoriteit: [BEVOEGDE AUTORITEIT VAN DE LIDSTAAT (*)]

EASA-formulier 3‐MF Uitgave 5

(*)

Of “EASA” indien het EASA de bevoegde autoriteit is.

(**)

Schrappen voor niet-EU-lidstaten of het EASA.

Blz. 2 van 2

ERKENNINGSVOORWAARDEN ONDERHOUDSORGANISATIE

Referentie: [LIDSTAATCODE (*)].MF.XXXX

Organisatie: [NAAM EN ADRES VAN DE ONDERNEMING]

KLASSE

CLASSIFICATIE

BEPERKING

LUCHTVAARTUIG (**)

(***)

(****)

(***)

(****)

MOTOREN (**)

(***)

(***)

(***)

(***)

ANDERE ONDERDELEN DAN VOLLEDIGE MOTOREN OF APU’s (**)

(***)

(***)

(***)

(***)

(***)

(***)

(***)

(***)

(***)

(***)

(***)

(***)

GESPECIALISEERDE DIENSTEN (**)

(***)

(***)

(***)

(***)

De erkenningsvoorwaarden zijn beperkt tot de producten, onderdelen en uitrustingsstukken en tot de activiteiten die gespecificeerd zijn in de sectie toepassingsgebied van het handboek van de erkende onderhoudsorganisatie.

Referentie handboek onderhoudsorganisatie: …

Datum van eerste afgifte: …

Datum van laatste erkende herziening: … Herziening nr.: …

Handtekening: …

Voor de bevoegde autoriteit: [BEVOEGDE AUTORITEIT VAN DE LIDSTAAT (*)]

EASA-formulier 3-MF Uitgave 5

(*)

Of “EASA” indien het EASA de bevoegde autoriteit is.

(**)

Schrappen als de organisatie niet erkend is.

(***)

De passende bevoegdverklaring en beperking invullen.

(****)

De passende beperking invullen en vermelden of de afgifte van certificaten van beoordeling van de luchtwaardigheid is toegestaan of niet (alleen mogelijk voor ELA1-luchtvaartuigen die niet betrokken zijn bij commerciële vluchtuitvoeringen als de organisatie de beoordeling van de luchtwaardigheid samen met de jaarlijkse, in het onderhoudsprogramma voorziene inspectie uitvoert).
;

ii)

het volgende aanhangsel VI wordt ingevoegd:

“Aanhangsel VI

Certificaat van organisatie voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid, zoals vermeld in bijlage I (DeelM), subdeel G — EASA-formulier 14MG

[LIDSTAAT (*)]

Een lidstaat van de Europese Unie (**)

ORGANISATIE VOOR HET BEHEER VAN DE PERMANENTE LUCHTWAARDIGHEID CERTIFICAAT

Referentie: [CODE LIDSTAAT (*)].MG.XXXX (ref. AOC XX.XXXX)

Overeenkomstig de voorlopig van kracht zijnde Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) nr. 1321/2014 en met inachtneming van de hierna gespecificeerde voorwaarde certificeert de [BEVOEGDE AUTORITEIT VAN DE LIDSTAAT (*)] hierbij:

[NAAM EN ADRES VAN DE ONDERNEMING]

als organisatie voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid overeenkomstig sectie A, subdeel G, van bijlage I (Deel‐M) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014, erkend om de permanente luchtwaardigheid te beheren van de luchtvaartuigen die in de bijgevoegde erkenningsvoorwaarden zijn vermeld en, indien gestipuleerd, om aanbevelingen en certificaten van beoordeling van de luchtwaardigheid af te geven na een luchtwaardigheidsbeoordeling als gespecificeerd in M.A.901 van bijlage I (Deel‐M) of ML.A.901 van bijlage V ter (Deel‐ML), en, indien gestipuleerd, om vliegvergunningen af te geven als gespecificeerd in M.A.711, onder c), van bijlage I (Deel‐M) bij die verordening.

VOORWAARDEN:

1.

Dit certificaat is beperkt tot het toepassingsgebied dat vermeld is in de beschrijving van het beheer van de permanente luchtwaardigheid, zoals vermeld in sectie A, subdeel G, van bijlage I (Deel‐M) van Verordening (EU) nr. 1321/2014.

2.

In dit certificaat is bepaald dat de procedures van de overeenkomstig bijlage I, subdeel G, ( Deel‐M) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 goedgekeurde beschrijving van het beheer van de permanente luchtwaardigheid moeten worden nageleefd.

3.

Dit certificaat is geldig zolang de erkende organisatie voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid blijft voldoen aan bijlage I (Deel‐M) en, indien van toepassing, bijlage V ter (Deel‐ML) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie.

4.

Indien de organisatie voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid uit hoofde van haar kwaliteitssysteem met een of meer organisaties een contract voor diensten sluit, blijft dit certificaat geldig mits die organisaties voldoen aan de toepasselijke contractuele verplichtingen.

5.

Mits wordt voldaan aan de voorwaarden 1 tot en met 4 hierboven, blijft dit certificaat geldig tot en met 24 september 2021, tenzij het voor die datum wordt ingeleverd, vervangen, opgeschort of ingetrokken.

Als dit formulier ook wordt gebruikt voor luchtvaartmaatschappijen met een vergunning overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1008/2008, dan wordt het nummer van het air operator certificate (AOC) toegevoegd aan de referentie, naast het standaardnummer, en wordt voorwaarde 5 vervangen door de volgende aanvullende voorwaarden 6, 7 en 8.

6.

Dit certificaat vormt geen vergunning om vluchten uit te voeren met de in voorwaarde 1 bedoelde luchtvaartuigen. De vergunning om vluchten met het luchtvaartuig uit te voeren, is het AOC.

7.

De beëindiging, opschorting of intrekking van het AOC heeft automatisch tot gevolg dat dit certificaat ongeldig wordt met betrekking tot de in het AOC vermelde registraties van luchtvaartuigen, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld door de bevoegde autoriteit.

8.

Mits wordt voldaan aan voorwaarden 1 tot en met 4, 6 en 7 hierboven blijft dit certificaat geldig tot 24 september 2021, tenzij het eerder wordt ingeleverd, vervangen, opgeschort of ingetrokken.

Datum van eerste afgifte: …

Handtekening: …

Datum van deze herziening: … Herziening nr.: …

Voor de bevoegde autoriteit: [BEVOEGDE AUTORITEIT VAN DE LIDSTAAT (*)]

Blz. 1 van 2

EASA-formulier 14‐MG Uitgave 5

Blz. 2 van 2

ORGANISATIE VOOR HET BEHEER VAN DE PERMANENTE LUCHTWAARDIGHEID

ERKENNINGSVOORWAARDEN

Referentie: [LIDSTAATCODE (*)].MG.XXXX

(ref.: AOC XX.XXXX)

Organisatie: [NAAM EN ADRES VAN DE ONDERNEMING]

Type/serie/groep luchtvaartuigen

Beoordeling luchtwaardigheid toegestaan

Vliegvergunningen toegestaan

Organisatie(s) die volgens een kwaliteitssysteem werken

 

[JA/NEEN] (***)

[JA/NEEN] (***)

 

 

[JA/NEEN] (***)

[JA/NEEN] (***)

 

 

[JA/NEEN] (***)

[JA/NEEN] (***)

 

 

[JA/NEEN] (***)

[JA/NEEN] (***)

 

De erkenningsvoorwaarden zijn beperkt tot hetgeen gespecificeerd is in het toepassingsgebied in de goedgekeurde sectie van de beschrijving van het beheer van de permanente luchtwaardigheid …

Referentie van de beschrijving van het beheer van de permanente luchtwaardigheid: …

Datum van eerste afgifte: …

Handtekening: …

Datum van deze herziening: … Herziening nr.: …

Voor de bevoegde autoriteit: [BEVOEGDE AUTORITEIT VAN DE LIDSTAAT (*)

EASA-formulier 14‐MG Uitgave 5

(*)

Of EASA als het EASA de bevoegde autoriteit is.

(**)

Schrappen voor niet-EU-lidstaten of het EASA.

(***)

Schrappen indien de organisatie niet is erkend.
;

jj)

in aanhangsel VIII, onder a), wordt punt 3 vervangen door:

“3.

De piloot-eigenaar (of de CAMO of CAO waarmee hij een contract heeft) is er verantwoordelijk voor dat de taken van de piloot-eigenaar op grond van genoemde basisbeginselen in het onderhoudsprogramma worden vastgesteld en dat dit document tijdig wordt geactualiseerd.”.

2)

Bijlage II wordt als volgt gerectificeerd:

a)

punt 145.A.30 wordt als volgt gerectificeerd:

i)

de eerste zin van punt e) wordt vervangen door:

“De organisatie dient de bekwaamheid van het personeel dat betrokken is bij onderhoud, en bij beoordelingen, beheer en/of kwaliteitsaudits van de luchtwaardigheid vast te stellen en te controleren overeenkomstig een procedure en norm waarmee de bevoegde autoriteit instemt.”;

ii)

punt k) wordt vervangen door:

“k)

Als de organisatie beoordelingen van de luchtwaardigheid uitvoert en het overeenkomstige certificaat van beoordeling van de luchtwaardigheid afgeeft overeenkomstig ML.A.903 van bijlage V ter (Deel‐ML), dient zij te beschikken over personeel voor de beoordeling van de luchtwaardigheid dat gekwalificeerd en gemachtigd is en voldoet aan alle onderstaande eisen:

1.

houder zijn van een machtiging voor certificeringspersoneel voor het desbetreffende luchtvaartuig;

2.

minstens drie jaar ervaring hebben als certificeringspersoneel;

3.

onafhankelijk zijn van het proces voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid van de beoordeelde luchtvaartuigen, of de algemene verantwoordelijkheid dragen voor het proces voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid van het volledige beoordeelde luchtvaartuig;

4.

kennis hebben verworven van subdeel C van deze bijlage (Deel‐M) of subdeel C van bijlage V ter (Deel‐ML);

5.

bewezen kennis hebben verworven van de procedures van de onderhoudsorganisatie die relevant zijn voor de beoordeling van de luchtwaardigheid en de afgifte van het certificaat van beoordeling van de luchtwaardigheid;

6.

formeel erkend zijn door de bevoegde autoriteit na een luchtwaardigheidsbeoordeling te hebben uitgevoerd onder toezicht van de bevoegde autoriteit of het met de beoordeling van de luchtwaardigheid belaste personeel van de organisatie, overeenkomstig een door de bevoegde autoriteit goedgekeurde procedure;

7.

minstens één luchtwaardigheidsbeoordeling hebben uitgevoerd in de voorbije twaalf maanden.”;

b)

in 145.A.48 wordt punt d) vervangen door:

“d)

beschadigingen worden beoordeeld en wijzigingen en herstellingen worden uitgevoerd aan de hand van de in M.A.304 van bijlage I (Deel‐M) of ML.A.304 van bijlage V ter (Deel‐ML), al naargelang van toepassing, gespecificeerde gegevens.”;

c)

in 145.A.50 wordt de tweede zin onder d) vervangen door:

“Het in aanhangsel II van bijlage I (Deel‐M) vermelde certificaat van vrijgave voor gebruik, “EASA-formulier 1”, vormt het vrijgavecertificaat voor onderdelen, behalve indien anders vermeld in punt M.A.502 van bijlage I (Deel‐M) of ML.A.502 van bijlage V ter (Deel‐ML), al naargelang van toepassing.”;

d)

punt 145.A.55 wordt als volgt gerectificeerd:

i)

de punten a) en b) worden vervangen door:

“a)

De organisatie registreert alle details van het uitgevoerde onderhoudswerk. De organisatie houdt ten minste een register bij waarmee zij kan aantonen dat voldaan is aan alle vereisten met betrekking tot de afgifte van vrijgavecertificaten, vrijgavedocumenten van onderaannemers inbegrepen, en de afgifte van certificaten van beoordeling van de luchtwaardigheid.

b)

De organisatie verstrekt een afschrift van elk certificaat van vrijgave voor gebruik aan de eigenaar of exploitant van het luchtvaartuig, samen met een afschrift van alle geregistreerde onderhoudsgegevens die verband houden met de uitgevoerde werkzaamheden en die nodig zijn om de naleving van M.A.305 van bijlage I (Deel‐M) of ML.A.305 van bijlage V ter (Deel‐ML), al naargelang van toepassing, aan te tonen.”;

ii)

de eerste zin onder c) wordt vervangen door:

“De organisatie bewaart een afschrift van het volledig onderhoudsregister en alle gerelateerde onderhoudsgegevens gedurende drie jaar volgende op de dag waarop een certificaat van vrijgave voor gebruik is afgegeven voor het luchtvaartuig of het onderdeel waarop de werkzaamheden betrekking hebben. Bovendien houdt de organisatie een afschrift bij van alle geregistreerde gegevens met betrekking tot de afgifte van certificaten van de beoordeling van de luchtwaardigheid gedurende drie jaar volgend op de datum van afgifte ervan en verstrekt zij een afschrift daarvan aan de eigenaar van het luchtvaartuig.”;

e)

in 145.A.70, onder a), wordt punt 12 vervangen door:

“12.

de procedures en het kwaliteitssysteem die door de organisatie zijn vastgesteld onder 145.A.25 tot en met 145.A.90 van deze bijlage (Deel‐145), en alle aanvullende procedures die worden gevolgd overeenkomstig bijlage I (Deel‐M) en bijlage V ter (Deel‐ML), al naargelang van toepassing;”;

f)

aanhangsel III wordt als volgt gewijzigd:

i)

op blz. 1 van 2 van EASA-formulier 3145 wordt de certificeringszin vervangen door:

“Overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie en onder de hierna vermelde voorwaarden certificeert de [BEVOEGDE AUTORITEIT VAN DE LIDSTAAT (*)] hierbij dat:

[NAAM EN ADRES VAN DE ONDERNEMING]

een onderhoudsorganisatie is die beantwoordt aan sectie A van bijlage II (Deel‐145) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 en dat zij erkend is om de producten, onderdelen en uitrustingsstukken te onderhouden die worden opgesomd in de bijgaande erkenningsvoorwaarden en om de bewijzen van vrijgave voor gebruik af te geven met gebruik van bovenvermelde referenties en, voor zover bepaald, om certificaten van de beoordeling van de luchtwaardigheid af te geven na een luchtwaardigheidsbeoordeling zoals gespecificeerd in ML.A.903 van bijlage V ter (Deel‐ML) bij die verordening, voor de luchtvaartuigen die in de bijgaande erkenningsvoorwaarden zijn opgesomd.”;

ii)

in de tabel op blz. 2 van 2 van EASA-formulier 3145 wordt de inhoud van kolom “BEPERKING”, rij “LUCHTVAARTUIG”, vervangen door “(****)”.

3)

In aanhangsel I van bijlage III (Deel66), punt 2, wordt module 10 vervangen door:

“MODULE 10. LUCHTVAARTWETGEVING

 

NIVEAU

A

B1

B2

B2L

B3

10.1

Regelgevingskader

Rol van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie

Rol van de Europese Commissie

Rol van het EASA

Rol van de lidstaten en de nationale luchtvaartautoriteiten

Verordening (EU) 2018/1139, Verordening (EU) nr. 748/2012, Verordening (EU) nr. 1321/2014 en Verordening (EU) nr. 376/2014

Verhouding tussen de verschillende bijlagen bij Verordening (EU) nr. 748/2012, Verordening (EU) nr. 1321/2014 en Verordening (EU) nr. 965/2012

1

1

1

1

10.2

Certificeringspersoneel — Onderhoud

Grondige kennis van Deel‐66

2

2

2

2

10.3

Erkende onderhoudsorganisaties

Nauwkeurig begrip van Deel‐145 en Deel‐M, subdeel F

2

2

2

2

10.4

Luchtvaartactiviteiten

Algemeen begrip van Verordening (EU) nr. 965/2012

Air Operator Certificates

Verantwoordelijkheden van de exploitant, in het bijzonder met betrekking tot permanente luchtwaardigheid en onderhoud

Onderhoudsprogramma voor luchtvaartuigen

MEL//CDL

Verplicht aan boord aanwezige documenten

Opschriften voor luchtvaartuigen (markeringen)

1

1

1

1

10.5

Certificering van luchtvaartuigen, onderdelen en uitrustingsstukken

 

 

 

 

a)

Algemeen

Algemeen begrip van Deel‐21 en EASA-certificeringsspecificaties CS‐23, 25, 27, 29

1

1

1

b)

Documenten

Certificaat van luchtwaardigheid; beperkte certificaten van luchtwaardigheid en vliegvergunning

Certificaat van registratie

Geluidscertificaat

Gewichtsschema

Licentie en goedkeuring radiostation

2

2

2

10.6

Permanente luchtwaardigheid

Nauwkeurig begrip van de bepalingen van Deel‐21 inzake permanente luchtwaardigheid

Nauwkeurig begrip van Deel‐M

2

2

2

2

10.7

Toepasselijke nationale en internationale vereisten voor (indien niet vervangen door EU-vereisten)

 

 

 

 

a)

Onderhoudsprogramma’s, onderhoudscontroles en inspecties;

Luchtwaardigheidsaanwijzingen;

Dienstbulletins, dienstinformatie van de fabrikant;

Wijzigingen en reparaties;

Onderhoudsdocumentatie: onderhoudshandboeken, handboek voor structurele reparatie, geïllustreerde onderdelencatalogus enz.;

Alleen voor licenties A t/m B2:

Lijst van hoofduitrusting die onmisbaar is voor de vlucht, minimumuitrustingslijst, inzetdeviatielijst.

1

2

2

2

b)

Permanente luchtwaardigheid;

Minimale uitrustingsvereisten — Testvluchten;

Alleen voor licenties B1 en B2:

ETOPS, onderhouds- en inzetvereisten;

Vluchtuitvoeringen bij alle weersomstandigheden, categorie 2/3 vluchtuitvoeringen.

1

1

1”

4)

In aanhangsel II van bijlage IV (Deel147), wordt de versie van blz. 2 van 2 van EASA-formulier 11 vervangen door “versie 6”.

5)

In sectie B van de inhoudsopgave van bijlage V bis (DeelT), wordt subdeel A vervangen door:

 

“Subdeel A — Algemeen

T.B.101

Toepassingsgebied

T.B.102

Bevoegde autoriteit

T.B.104

Registratie van gegevens

T.B.105

Onderlinge informatie-uitwisseling”.

6)

Bijlage V ter (DeelML) wordt als volgt gerectificeerd:

a)

ML.A.201 wordt als volgt gerectificeerd:

i)

het bepaalde onder e), punt 1, wordt vervangen door:

“1)

erkend zijn als CAMO of CAO voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid van zijn luchtvaartuigen overeenkomstig bijlage V quater (Deel‐CAMO), subdeel G, van bijlage I (Deel‐M) of bijlage V quinquies (Deel‐CAO), of een contract sluiten met een dergelijke organisatie, waarbij hij gebruik maakt van het in aanhangsel I van deze bijlage opgenomen contract;”;

ii)

de eerste zin van punt f) wordt vervangen door:

“Voor luchtvaartuigen die niet zijn opgenomen onder e) mag de exploitant, teneinde te voldoen aan de eisen van punt a), de taken met betrekking tot het beheer van de permanente luchtwaardigheid uitbesteden aan een organisatie die erkend is als CAMO of CAO overeenkomstig bijlage V quater (Deel‐CAMO), subdeel G, van bijlage I (Deel‐M) of bijlage V quinquies (Deel‐CAO).”;

iii)

punt h) wordt vervangen door:

“h)

In het geval van een in een air operator certificate opgenomen luchtvaartuig dat wordt gebruikt voor niet-commerciële of gespecialiseerde vluchtuitvoeringen onder ORO.GEN.310 van bijlage III of NCO.GEN.104 van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie (*3), ziet de exploitant erop toe dat de taken die verband houden met de permanente luchtwaardigheid, worden uitgevoerd door de overeenkomstig bijlage V quater (Deel‐CAMO) of subdeel G van bijlage I (Deel‐M) erkende CAMO of de overeenkomstig bijlage V quinquies (Deel‐CAO) erkende gecombineerde luchtwaardigheidsorganisatie (CAO), al naargelang van toepassing, van de houder van het air operator certificate.

(*3)  Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie van 5 oktober 2012 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures voor vluchtuitvoering, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 296 van 25.10.2012, blz. 1).”;"

b)

ML.A.901, onder b), wordt als volgt gerectificeerd:

i)

punt 3 wordt vervangen door:

“3.

de erkende onderhoudsorganisatie terwijl zij de in het onderhoudsprogramma vermelde jaarlijkse inspectie of inspectie om de 100 uur uitvoert;”;

ii)

de inleidende zin van punt 4 wordt vervangen door:

“4.

in het geval van luchtvaartuigen die worden geëxploiteerd overeenkomstig bijlage VII (Deel‐NCO) van Verordening (EU) nr. 965/2012 of, in het geval van ballonnen die niet worden geëxploiteerd overeenkomstig subdeel‐ADD van bijlage II (Deel‐BOP) van Verordening (EU) 2018/395 van de Commissie (*4) of, in het geval van zweefvliegtuigen die niet voldoen aan subdeel-DEC van bijlage II (Deel‐SAO) van Verordening (EU) 2018/1976 van de Commissie (*5), het onafhankelijk certificeringspersoneel terwijl het de in het onderhoudsprogramma vermelde jaarlijkse inspectie of inspectie om de 100 uur uitvoert, voor zover het houder is van:”

(*4)  Verordening (EU) 2018/395 van de Commissie van 13 maart 2018 tot vaststelling van gedetailleerde regels voor vluchtuitvoeringen met ballonnen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 71 van 14.3.2018, blz. 10)."

(*5)  Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1976 van de Commissie van 14 december 2018 tot vaststelling van gedetailleerde regels voor vluchtuitvoeringen met zweefvliegtuigen overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 326 van 20.12.2018, blz. 64).”;"

c)

in ML.A.904 wordt punt b) vervangen door:

“b)

Personeel voor de beoordeling van de luchtwaardigheid dat optreedt namens een organisatie die vermeld is in subdeel F of G van bijlage I (Deel‐M), bijlage II (Deel‐145), bijlage V quater (Deel‐CAMO) of bijlage V quinquies (Deel‐CAO) moet gekwalificeerd zijn in overeenstemming met subdeel F of G van bijlage I (Deel‐M), bijlage II (Deel‐145), bijlage V quater (Deel‐CAMO) of bijlage V quinquies (Deel‐CAO).”;

d)

in ML.B.902 wordt punt d) vervangen door:

“d)

Tijdens de uitvoering van de beoordeling van de luchtwaardigheid moet de bevoegde autoriteit toegang hebben tot de in ML.A.305 en ML.A.401 gespecificeerde toepasselijke gegevens.”;

e)

in aanhangsel III wordt de eerste alinea vervangen door:

“Alle hierna vermelde taken zijn complexe onderhoudstaken die, overeenkomstig aanhangsel II, niet mogen worden uitgevoerd door de piloot-eigenaar. Deze taken worden vrijgegeven door een erkende onderhoudsorganisatie of door onafhankelijk certificeringspersoneel:”.

7)

Bijlage V quater (DeelCAMO) wordt als volgt gerectificeerd:

a)

de inhoudsopgave wordt als volgt gerectificeerd:

i)

de titel van CAMO.A.125 wordt vervangen door:

“Erkenningsvoorwaarden en -rechten van de organisatie”;

ii)

de titel van CAMO.A.300 wordt vervangen door:

“Beschrijving van het beheer van de permanente luchtwaardigheid (CAME)”;

iii)

het volgende wordt toegevoegd:

“Aanhangsel I — Certificaat van organisatie voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid — EASA-formulier 14”;

b)

punt CAMO.A.125 wordt als volgt gerectificeerd:

i)

onder d) wordt punt 4 vervangen door:

“4)

certificaat van beoordeling van de luchtwaardigheid verlengen onder de voorwaarden van M.A.901, onder f), van bijlage I (DeelM) of ML.A.901, onder c), van bijlage V ter (DeelML), al naargelang van toepassing.”;

ii)

onder d) wordt punt 5 toegevoegd:

“5.

Het onderhoudsprogramma goedkeuren, overeenkomstig het bepaalde onder b), punt 2, van ML.A.302, voor luchtvaartuigen die worden beheerd overeenkomstig bijlage V ter (DeelML).”;

iii)

onder e) wordt punt 1 vervangen door:

“1)

het bijbehorende certificaat van beoordeling van de luchtwaardigheid afgeven en te zijner tijd verlengen volgens de voorwaarden van M.A.901, onder c), punt 2, en M.A.901, onder e), punt 2, van bijlage I (DeelM) of ML.A.901, onder c), van bijlage V ter (DeelML), al naargelang van toepassing;”;

c)

in CAMO.A.300 wordt punt c) vervangen door:

“c)

Wijzigingen van de CAME worden beheerd volgens de procedures onder a), punt 11, iv) en v). Alle wijzigingen die buiten het toepassingsgebied van de onder a), punt 11, iv), bedoelde procedure vallen en alle in CAMO.A.130, onder a), opgesomde wijzigingen moeten worden goedgekeurd door de bevoegde autoriteit.”;

d)

in CAMO.A.315, onder c), wordt punt 2 vervangen door:

“2)

de onder b), c), f) en g) van M.A.301 van bijlage I (Deel‐M) of ML.A.301 van bijlage V ter (Deel‐ML) vereiste functies, al naargelang van toepassing, duidelijk zijn gespecificeerd.”;

e)

CAMO.A.325 wordt vervangen door:

“CAMO.A.325

Gegevens over het beheer van de permanente luchtwaardigheid

De organisatie dient geldende onderhoudsgegevens te bezitten en te gebruiken overeenkomstig M.A.401 van bijlage I (Deel‐M) of ML.A.401 van bijlage V ter (Deel‐ML), al naargelang van toepassing, voor de uitvoering van de in CAMO.A.315 van deze bijlage (Deel‐CAMO) bedoelde taken met betrekking tot de permanente luchtwaardigheid. Die gegevens kunnen worden verstrekt door de eigenaar of door de exploitant, op voorwaarde dat een passend contract is gesloten met die eigenaar of exploitant. In dat geval houdt de organisatie voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid deze gegevens enkel tijdens de duur van het contract bij, behalve indien anders vereist uit hoofde van CAMO.A.220, onder a).”.

8)

Bijlage V quinquies (DeelCAO) wordt als volgt gerectificeerd:

a)

de inhoudsopgave wordt als volgt gerectificeerd:

i)

CAO.B.015 wordt geschrapt;

ii)

de titel van CAO.B.045 wordt vervangen door:

“Initiële certificeringsprocedure”;

iii)

de titel van CAO.B.050 wordt vervangen door:

“Afgifte van het eerste certificaat”;

iv)

de titel van aanhangsel I wordt vervangen door:

“Certificaat van de organisatie voor gecombineerde luchtwaardigheid (CAO) — EASA-formulier 3CAO”;

b)

in CAO.A.017 wordt punt a) vervangen door:

“a)

In plaats van de door het Agentschap aanvaardbare wijzen van naleving mag een organisatie alternatieve wijzen van naleving gebruiken om overeenstemming te bereiken met Verordening (EU) 2018/1139 en de gedelegeerde en uitvoeringshandelingen daarvan.”;

c)

CAO.A.080 wordt vervangen door:

“CAO.A.080

Gegevens over het beheer van de permanente luchtwaardigheid

De CAO houdt de in M.A.401 van bijlage I (Deel‐M) of ML.A.401 van bijlage V ter (Deel‐ML) bedoelde toepasselijke actuele onderhoudsgegevens bij en gebruikt deze, in voorkomend geval, voor de uitvoering van de in CAO.A.075 van deze bijlage (Deel‐CAO) bedoelde taken met betrekking tot het beheer van de permanente luchtwaardigheid. Deze gegevens mogen worden verstrekt door de eigenaar, in het kader van een onder h), punt 2, of onder i), punt 1 of 3, van M.A.201 van bijlage I (Deel‐M) of ML.A.201, onder e), punt 1, of onder f) van bijlage V ter (Deel‐ML) bedoeld contract; in dat geval hoeft de CAO deze gegevens alleen bij te houden tijdens de duur van het contract, tenzij ze de gegevens moet bijhouden krachtens punt b) van CAO.A.090 van deze bijlage (Deel‐CAO).”;

d)

CAO.A.085 wordt vervangen door:

“CAO.A.085

Beoordeling van de luchtwaardigheid

De CAO voert alle luchtwaardigheidsbeoordelingen uit overeenkomstig M.A.901 van bijlage I (Deel‐M) of ML.A.903 van bijlage V ter (Deel‐ML), al naargelang van toepassing.”;

e)

in CAO.A.095, onder b), wordt punt 4 vervangen door:

“4)

Overeenkomstig punt f) van M.A.901 van bijlage I (Deel‐M) of punt c) van ML.A.901 van bijlage V ter (Deel‐ML), een door de bevoegde autoriteit, een andere organisatie of persoon, al naargelang van toepassing, afgegeven certificaat van beoordeling van de luchtwaardigheid verlengen.”;

f)

in CAO.B.045 wordt punt h) geschrapt;

g)

in CAO.B.050 wordt punt a) vervangen door:

“a)

Als de bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat de aanvrager voldoet aan CAO.B.045, geeft zij het certificaat af, waarbij zij gebruik maakt van het in aanhangsel I opgenomen model voor EASA-formulier 3‐CAO en de erkenningsvoorwaarden vermeldt.”;

h)

in de tabel op blz. 2 van 2 van EASA-formulier 3CAO wordt de inhoud van de kolom “RECHTEN (***)”, rij “GESPECIALISEERDE DIENSTEN (**)”, vervangen door “☐ NDT”.


(*1)  Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (PB L 293 van 31.10.2008, blz. 3).

(*2)  Verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie van 3 november 2011 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures met betrekking tot de bemanning van burgerluchtvaartuigen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 311 van 25.11.2011, blz. 1).”;

(*3)  Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie van 5 oktober 2012 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures voor vluchtuitvoering, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 296 van 25.10.2012, blz. 1).”;

(*4)  Verordening (EU) 2018/395 van de Commissie van 13 maart 2018 tot vaststelling van gedetailleerde regels voor vluchtuitvoeringen met ballonnen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 71 van 14.3.2018, blz. 10).

(*5)  Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1976 van de Commissie van 14 december 2018 tot vaststelling van gedetailleerde regels voor vluchtuitvoeringen met zweefvliegtuigen overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 326 van 20.12.2018, blz. 64).”;”


Top