Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019D1389

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1389 van de Commissie van 4 september 2019 tot goedkeuring van afwijkingen van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad en van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 van de Commissie wat betreft de uitvoering van bepaalde voorwaarden die verbonden zijn aan de vergroeningsbetaling voor aanvraagjaar 2019 in België, Spanje, Frankrijk, Litouwen, Polen en Portugal (Kennisgeving geschied onder nummer C(2019) 6438)

    C/2019/6438

    PB L 230 van 6.9.2019, p. 3–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2019/1389/oj

    6.9.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 230/3


    UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2019/1389 VAN DE COMMISSIE

    van 4 september 2019

    tot goedkeuring van afwijkingen van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad en van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 van de Commissie wat betreft de uitvoering van bepaalde voorwaarden die verbonden zijn aan de vergroeningsbetaling voor aanvraagjaar 2019 in België, Spanje, Frankrijk, Litouwen, Polen en Portugal

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2019) 6438)

    (Slechts de teksten in de Franse, de Litouwse, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese en de Spaanse taal zijn authentiek)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (1), en met name artikel 69, lid 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Hoofdstuk 3 van titel III van Verordening (EU) nr. 1307/2013 voorziet in een betaling voor klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken (“vergroeningsbetaling”). Deze praktijken omvatten gewasdiversificatie en ecologische aandachtsgebieden. Nadere regels inzake die praktijken zijn vastgelegd in hoofdstuk 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 van de Commissie (2).

    (2)

    Krachtens artikel 44, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 moet in het kader van de gewasdiversificatie braakliggend land als een ander gewas dan grassen of andere kruidachtige voedergewassen worden beschouwd. Dit impliceert dat land waarop is gegraasd of geoogst voor productiedoeleinden, niet als braakliggend land kan worden beschouwd.

    (3)

    Overeenkomstig artikel 45, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 kan braakliggend land voor de toepassing van artikel 46, lid 2, eerste alinea, onder a), van Verordening (EU) nr. 1307/2013 als ecologisch aandachtsgebied worden beschouwd op voorwaarde dat er geen landbouwproductie op plaatsvindt.

    (4)

    Overeenkomstig artikel 45, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 kunnen arealen met vanggewassen of groenbedekking voor de toepassing van artikel 46 van Verordening (EU) nr. 1307/2013 als ecologisch aandachtsgebied worden beschouwd, mits deze zijn aangelegd door een mengsel van gewassoorten te zaaien en aan de in artikel 46 van Verordening (EU) nr. 1307/2013 vastgelegde voorwaarden wordt voldaan. De lidstaten moeten de lijst van de te gebruiken mengsels van gewassoorten opstellen en op nationaal, regionaal of subregionaal niveau of op bedrijfsniveau de periode vaststellen waarin de als ecologisch aandachtsgebied aangegeven arealen met vanggewassen of groenbedekking aanwezig moeten zijn. Die periode mag niet korter dan acht weken zijn. Bovendien vallen onder de arealen met vanggewassen of groenbedekking niet de arealen met wintergewassen die normaliter in het najaar worden ingezaaid om te worden geoogst of begraasd.

    (5)

    België, Spanje, Frankrijk, Litouwen, Polen en Portugal hebben besloten dat arealen met braakliggend land die voldoen aan de in artikel 45, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 vastgestelde criteria en arealen met vanggewassen of groenbedekking die voldoen aan artikel 45, lid 9, van die verordening, als ecologisch aandachtsgebied kunnen worden beschouwd overeenkomstig artikel 46, lid 2, eerste alinea, onder a) en i), van Verordening (EU) nr. 1307/2013.

    (6)

    België, Spanje, Frankrijk, Litouwen, Polen en Portugal hebben de Commissie meegedeeld dat de extreme droogte van de voorbije lente en zomer cumulatieve effecten heeft gehad ten nadele van de landbouwactiviteit en de opbrengsten van de voor diervoeder gebruikte vegetatie, met name grasland en weiland, onder druk heeft gezet.

    (7)

    Door de extreme droogte ontstond in de veehouderijsectoren een tekort aan voedervoorraden en konden zij geen voorraden aanleggen. Deze omstandigheden hebben aanleiding gegeven tot bezorgdheid, in het bijzonder vanwege de stijgende kosten als gevolg van het productietekort, waardoor de levensvatbaarheid van de betrokken bedrijven in het gedrang zou kunnen komen.

    (8)

    Om landbouwers in de getroffen gebieden toe te staan om voor het voederen van dieren zoveel mogelijk gebruik te maken van hun beschikbare arealen, hebben België, Spanje, Frankrijk, Litouwen, Polen en Portugal verzocht om toestemming om af te wijken van bepaalde voorwaarden die verbonden zijn aan de vergroeningsbetaling met betrekking tot arealen met braakliggend land die zijn aangegeven ter naleving van de vereisten inzake gewasdiversificatie en ecologisch aandachtsgebied overeenkomstig artikel 44, lid 4, respectievelijk artikel 46, lid 2, eerste alinea, onder a), van Verordening (EU) nr. 1307/2013.

    (9)

    Om dezelfde redenen hebben België, Frankrijk, Litouwen en Polen verzocht om toestemming om af te wijken van bepaalde voorwaarden die verbonden zijn aan de vergroeningsbetaling met betrekking tot arealen met vanggewassen of groenbedekking die zijn aangegeven ter naleving van de vereisten inzake ecologisch aandachtsgebied overeenkomstig artikel 46, lid 2, eerste alinea, onder i), van Verordening (EU) nr. 1307/2013.

    (10)

    Bovendien konden sommige landbouwers in Frankrijk, Litouwen en Polen niet op het juiste moment vanggewassen of groenbedekking inzaaien omdat de extreme weersomstandigheden ertoe hadden geleid dat de toestand van de bodem ongeschikt was voor voorbewerking. Bijgevolg is het voor hen moeilijk om hun teeltplan uit te voeren zonder de periode in te korten waarin vanggewassen aanwezig moeten zijn, met name indien zij van plan zijn vervolgens een wintergewas in te zaaien. Nu het optimale moment daarvoor is verstreken, lopen landbouwers het risico wintergewassen te moeten inzaaien onder slechte omstandigheden, hetgeen de toekomstige opbrengst van de betrokken gewassen in gevaar brengt.

    (11)

    Gezien de ernst en de gevolgen van de droogte in 2019 in de getroffen gebieden is het passend om afwijkingen mogelijk te maken van artikel 44, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 wat betreft braakliggend land ter naleving van de vereisten inzake gewasdiversificatie, van artikel 45, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 wat betreft braakliggend land ter naleving van de vereisten inzake ecologisch aandachtsgebied overeenkomstig artikel 46, lid 2, eerste alinea, onder a), van Verordening (EU) nr. 1307/2013, en van artikel 45, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 wat betreft arealen met vanggewassen of groenbedekking ter naleving van de vereisten inzake ecologisch aandachtsgebied overeenkomstig artikel 46, lid 2, eerste alinea, onder i), van Verordening (EU) nr. 1307/2013.

    (12)

    Om evenwel aan artikel 69, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 te voldoen, mag dit besluit slechts voorzien in afwijkingen van de verplichtingen inzake gewasdiversificatie en ecologisch aandachtsgebied voor zover en zolang dat strikt noodzakelijk is. Daarom moeten de afwijkingen waarin dit besluit voorziet, gelden voor landbouwers die in gebieden zijn gevestigd waarvan door de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten formeel is erkend dat ze zijn getroffen door deze droogte, waardoor een significant tekort aan diervoedervoorraden ontstond. Ook moeten verdere voorwaarden worden vastgesteld om de afwijking doelgericht te maken.

    (13)

    Gelet op de beschikbaarheid van andere instrumenten en de specifieke kenmerken van de getroffen gebieden, met inbegrip van bestaande landbouwsystemen en het landgebruik, moeten België, Spanje, Frankrijk, Letland, Litouwen, Polen en Portugal zelf kunnen besluiten welke van deze afwijkingen zij in welke mate toepassen in de getroffen gebieden, mits aan de voorwaarden van het onderhavige besluit wordt voldaan. Wanneer zij een dergelijk besluit nemen, moeten die lidstaten terdege rekening houden met de doelstellingen van de klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken en in het bijzonder met de noodzaak om de bodemkwaliteit en de kwaliteit van de natuurlijke hulpbronnen voldoende te beschermen, met name tijdens de meest gevoelige periodes, i.e. de bloeitijd en de broedtijd voor vogels.

    (14)

    Om te waarborgen dat de bij dit besluit toegestane afwijkingen effectief zijn, moeten België, Spanje, Frankrijk, Litouwen, Polen en Portugal hun besluiten binnen 14 dagen na de datum van kennisgeving van het onderhavige besluit nemen en moeten zij hun besluiten binnen 7 dagen na de datum waarop ze zijn genomen, aan de Commissie meedelen.

    (15)

    Om de Commissie in staat te stellen de correcte toepassing van de betrokken voorschriften en de effecten van de afwijkingen te monitoren, moeten België, Spanje, Frankrijk, Litouwen, Polen en Portugal informatie verstrekken over de oppervlakte van de betrokken arealen ter beoordeling van de impact van de afwijkingen op de in Verordening (EU) nr. 1307/2013 vastgelegde milieudoelstellingen van gewasdiversificatie en ecologische aandachtsgebieden. Deze informatie moet uiterlijk op 15 december 2019 beschikbaar worden gesteld aan de Commissie met behulp van de bestaande beheersinstrumenten. Uiterlijk op diezelfde datum moeten België, Spanje, Frankrijk, Litouwen, Polen en Portugal de Commissie een beoordeling verstrekken van het effect van de afwijking op het milieu, de biodiversiteit en de klimaatdoelstellingen in verband met ecologische aandachtsgebieden, vanggewassen en gewasdiversificatie, en waar van toepassing moeten zij een beschrijving van de maatregelen om eventuele vastgestelde negatieve gevolgen te beperken, verstrekken.

    (16)

    De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor rechtstreekse betalingen,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Toepassingsgebied van de afwijkingen

    1.   In afwijking van artikel 44, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 kunnen België, Spanje, Frankrijk, Litouwen, Polen en Portugal voor het aanvraagjaar 2019 besluiten dat braakliggend land als een afzonderlijk gewas wordt beschouwd, ook al is er op dat land gegraasd of geoogst voor productiedoeleinden.

    2.   In afwijking van artikel 45, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 kunnen België, Spanje, Frankrijk, Litouwen, Polen en Portugal voor het aanvraagjaar 2019 besluiten dat braakliggend land als ecologisch aandachtsgebied wordt beschouwd op grond van artikel 46, lid 2, eerste alinea, onder a), van Verordening (EU) nr. 1307/2013, ook al is er op dat land gegraasd of geoogst voor productiedoeleinden.

    3.   In afwijking van artikel 45, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 kunnen België, Frankrijk, Litouwen en Polen voor het aanvraagjaar 2019 besluiten dat voor de kwalificatie als ecologisch aandachtsgebied overeenkomstig artikel 46, lid 2, eerste alinea, onder i), van Verordening (EU) nr. 1307/2013:

    a)

    arealen met vanggewassen of groenbedekking niet hoeven te worden ingezaaid met een mengsel van gewassoorten, op voorwaarde dat de ingezaaide gewassen grassen of andere kruidachtige voedergewassen zijn;

    b)

    onder arealen met vanggewassen of groenbedekking ook arealen met wintergewassen mogen vallen die normaliter in het najaar worden ingezaaid om te worden geoogst als diervoeder of te worden begraasd.

    4.   In afwijking van artikel 45, lid 9, tweede alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 mogen Frankrijk, Litouwen en Polen voor het aanvraagjaar 2019 de in die bepaling vastgestelde minimumperiode waarin de arealen met vanggewassen of groenbedekking aanwezig moeten zijn, verkorten, mits daarna een wintergewas wordt ingezaaid.

    Artikel 2

    Arealen waarop de afwijkingen betrekking hebben

    De in artikel 1 bedoelde besluiten zijn enkel van toepassing op arealen waarop de getroffen dieren zich bevinden of in het geval van artikel 1, lid 4, arealen waar de toestand van de bodem op het relevante moment ongeschikt was voor voorbewerking voor de inzaai, waardoor artikel 45, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 niet kan worden nageleefd, en waarvan door de bevoegde autoriteiten van België, Spanje, Frankrijk, Litouwen, Polen en Portugal formeel is erkend dat ze in 2019 door extreme droogte zijn getroffen.

    Artikel 3

    Termijn

    De in artikel 1 bedoelde besluiten worden binnen 14 dagen na de datum van kennisgeving van het onderhavige besluit genomen.

    Artikel 4

    Kennisgeving

    1.   Binnen 7 dagen na de datum waarop de in artikel 1 bedoelde besluiten zijn genomen, stellen België, Spanje, Frankrijk, Litouwen, Polen en Portugal de Commissie in kennis van:

    a)

    de gebieden waarvan door de bevoegde autoriteiten formeel is erkend dat ze in 2019 zijn getroffen door de extreme droogte;

    b)

    de overeenkomstig artikel 1 genomen besluiten, met inbegrip van de aard van de op NUTS 3-niveau toegepaste afwijkingen en de motivering van het gebruik van de afwijkingen in de betrokken gebieden.

    2.   Uiterlijk op 15 december 2019 stellen België, Spanje, Frankrijk, Litouwen, Polen en Portugal de Commissie in kennis van het aantal bedrijven dat gebruik heeft gemaakt van de in artikel 1 vastgestelde afwijkingen, en van het aantal hectaren waarop de in artikel 1 vastgestelde afwijkingen zijn toegepast. Die informatie wordt verstrekt op NUTS 3-niveau. Uiterlijk op diezelfde datum verstrekken België, Spanje, Frankrijk, Litouwen, Polen en Portugal de Commissie een beoordeling van het effect van de afwijking op het milieu, de biodiversiteit en de klimaatdoelstellingen in verband met ecologische aandachtsgebieden, vanggewassen en gewasdiversificatie, en waar van toepassing verstrekken zij een beschrijving van de maatregelen om eventuele vastgestelde negatieve gevolgen te beperken.

    Artikel 5

    Adressaten

    Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk België, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Republiek Litouwen, de Republiek Polen en de Portugese Republiek.

    Gedaan te Brussel, 4 september 2019.

    Voor de Commissie

    Phil HOGAN

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608.

    (2)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot wijziging van bijlage X bij die verordening (PB L 181 van 20.6.2014, blz. 1).


    Top