Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22019D1219

    Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 31/2019 van 29 maart 2019 tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst [2019/1219]

    PB L 192 van 18.7.2019, p. 40–42 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2019/1219/oj

    18.7.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 192/40


    BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. 31/2019

    van 29 maart 2019

    tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst [2019/1219]

    HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

    Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Uitvoeringsverordening (EU) 2019/138 van de Commissie van 29 januari 2019 tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1356/2004, (EG) nr. 1464/2004, (EG) nr. 786/2007, (EG) nr. 971/2008, (EU) nr. 1118/2010 en (EU) nr. 169/2011 en Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 888/2011 en (EU) nr. 667/2013 wat betreft de naam van de houder van de vergunning voor bepaalde toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

    (2)

    Uitvoeringsverordening (EU) 2019/146 van de Commissie van 30 januari 2019 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/502 tot verlening van een vergunning voor het preparaat van Saccharomyces cerevisiae NCYC R404 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor melkkoeien (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

    (3)

    Uitvoeringsverordening (EU) 2019/221 van de Commissie van 6 februari 2019 tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 785/2007, (EG) nr. 379/2009, (EG) nr. 1087/2009, (EU) nr. 9/2010, (EU) nr. 337/2011 en de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 389/2011, (EU) nr. 528/2011, (EU) nr. 840/2012, (EU) nr. 1021/2012, (EU) 2016/899, (EU) 2016/997, (EU) 2017/440 en (EU) 2017/896 wat betreft de naam van de vergunninghouder en de vertegenwoordiger van de vergunninghouder voor bepaalde toevoegingsmiddelen voor diervoeding (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

    (4)

    Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake diervoeding. Wetgeving inzake diervoeding is niet van toepassing op Liechtenstein zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de sectorale aanpassingen bij bijlage I bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein.

    (5)

    Bijlage I bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Hoofdstuk II van bijlage I bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    In punt 1zz (Verordening (EG) nr. 1356/2004 van de Commissie), punt 1zzc (Verordening (EG) nr. 1464/2004 van de Commissie), punt 1zzzw (Verordening (EG) nr. 786/2007 van de Commissie), punt 1zzzzt (Verordening (EG) nr. 971/2008 van de Commissie), punt 2q (Verordening (EU) nr. 1118/2010 van de Commissie), punt 2zo (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 888/2011 van de Commissie) en punt 2zv (Verordening (EU) nr. 169/2011 van de Commissie) wordt het volgende streepje toegevoegd:

    “—

    32019 R 0138: Uitvoeringsverordening (EU) 2019/138 van de Commissie van 29 januari 2019 (PB L 26 van 30.1.2019, blz. 1).”.

    2)

    In punt 86 (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 667/2013 van de Commissie) wordt het volgende toegevoegd:

    “, gewijzigd bij:

    32019 R 0138: Uitvoeringsverordening (EU) 2019/138 van de Commissie van 29 januari 2019 (PB L 26 van 30.1.2019, blz. 1).”.

    3)

    In punt 1zzzv (Verordening (EG) nr. 785/2007 van de Commissie), punt 1zzzzz (Verordening (EG) nr. 379/2009 van de Commissie), punt 1zzzzzr (Verordening (EG) nr. 1087/2009 van de Commissie), punt 2y (Verordening (EU) nr. 337/2011 van de Commissie), punt 2zd (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 389/2011 van de Commissie), punt 2zh (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 528/2011 van de Commissie), punt 62 (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 840/2012 van de Commissie), punt 69 (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1021/2012 van de Commissie), punt 167 (Uitvoeringsverordening (EU) 2016/899 van de Commissie), punt 171 (Uitvoeringsverordening (EU) 2016/997 van de Commissie), punt 205 (Uitvoeringsverordening (EU) 2017/440 van de Commissie) en punt 211 (Uitvoeringsverordening (EU) 2017/896 van de Commissie) wordt het volgende toegevoegd:

    “, gewijzigd bij:

    32019 R 0221: Uitvoeringsverordening (EU) 2019/221 van de Commissie van 6 februari 2019 (PB L 35 van 7.2.2019, blz. 28).”.

    4)

    In punt 1zzzzzx (Verordening (EU) nr. 9/2010 van de Commissie) wordt het volgende streepje toegevoegd:

    “—

    32019 R 0221: Uitvoeringsverordening (EU) 2019/221 van de Commissie van 6 februari 2019 (PB L 35 van 7.2.2019, blz. 28).”.

    5)

    In punt 129 (Uitvoeringsverordening (EU) 2015/502 van de Commissie) wordt het volgende toegevoegd:

    “, gewijzigd bij:

    32019 R 0146: Uitvoeringsverordening (EU) 2019/146 van de Commissie van 30 januari 2019 (PB L 27 van 31.1.2019, blz. 12).”.

    Artikel 2

    De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2019/138, (EU) 2019/146 en (EU) 2019/221 zijn authentiek.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op 29 maart 2019, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1)

    Artikel 4

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 29 maart 2019.

    Voor het Gemengd Comité van de EER

    De voorzitter

    Claude MAERTEN


    (1)  PB L 26 van 30.1.2019, blz. 1.

    (2)  PB L 27 van 31.1.2019, blz. 12.

    (3)  PB L 35 van 7.2.2019, blz. 28.

    (*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


    Top