Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32018R0034

    Uitvoeringsverordening (EU) 2018/34 van de Commissie van 28 september 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen betreffende het gestandaardiseerde presentatieformat van het informatiedocument betreffende de vergoedingen en het desbetreffende gemeenschappelijke symbool, overeenkomstig Richtlijn 2014/92/EU van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst. )

    C/2017/6456

    PB L 6 van 11.1.2018, p. 37–44 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 11/01/2018

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2018/34/oj

    11.1.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 6/37


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/34 VAN DE COMMISSIE

    van 28 september 2017

    tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen betreffende het gestandaardiseerde presentatieformat van het informatiedocument betreffende de vergoedingen en het desbetreffende gemeenschappelijke symbool, overeenkomstig Richtlijn 2014/92/EU van het Europees Parlement en de Raad

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Richtlijn 2014/92/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de vergelijkbaarheid van de in verband met betaalrekeningen aangerekende vergoedingen, het overstappen naar een andere betaalrekening en de toegang tot betaalrekeningen met basisfuncties (1), en met name artikel 4, lid 6, derde alinea,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Volgens Richtlijn 2014/92/EU moeten de lidstaten ervoor zorgen dat betalingsdienstaanbieders de consument op papier of op een andere duurzame drager een informatiedocument betreffende de vergoedingen verstrekken, dat de gestandaardiseerde termen in de definitieve lijst van de meest representatieve aan een betaalrekening gekoppelde diensten bevat, alsmede, indien deze diensten door een betalingsdienstaanbieder worden aangeboden, de overeenkomstige vergoedingen voor elke dienst. De definitieve lijsten moeten door de lidstaten worden bekendgemaakt, en in deze lijsten moet de gestandaardiseerde Unieterminologie worden gebruikt van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/32 van de Commissie (2).

    (2)

    Om ervoor te zorgen dat het informatiedocument betreffende de vergoedingen de doelstellingen van Richtlijn 2014/92/EU bereikt en tegelijkertijd de consument zodanig alle relevante informatie verstrekt dat gegevens beter kunnen worden vergeleken en de transparantie wordt vergroot, moeten betalingsdienstaanbieders een gestandaardiseerd model voor het informatiedocument betreffende de vergoedingen gebruiken, evenals duidelijke instructies over hoe het informatiedocument betreffende de vergoedingen moet worden ingevuld.

    (3)

    Aangezien het informatiedocument betreffende de vergoedingen bedoeld is om de consument te informeren voordat hij een overeenkomst inzake een betaalrekening aangaat, zodat die consument de aanbiedingen betreffende betaalrekeningen kan vergelijken, moet een betalingsdienstaanbieder het gestandaardiseerde model gebruiken zodat er voor elk van de aan de consument aangeboden betaalrekeningen een informatiedocument betreffende de vergoedingen voorhanden is.

    (4)

    Om de consument in staat te stellen de rekening te kiezen die het best aan zijn behoeften voldoet en tegelijkertijd toch een grote mate van standaardisering te garanderen, moet het mogelijk zijn een passende combinatie van pakketten voor te stellen; de betalingsdienstaanbieder moet voor die betaalrekening dus meer dan één informatiedocument betreffende de vergoedingen kunnen laten zien, op voorwaarde dat in ieder document ten minste één pakket is opgenomen.

    (5)

    Om het voor de consument makkelijker te maken om de inhoud van de verschillende typen pakketten en de desbetreffende vergoedingen te begrijpen, moeten de pakketten apart worden vermeld in het informatiedocument betreffende de vergoedingen.

    (6)

    Als diensten boven het aantal dat door het pakket wordt gedekt niet in de nationale definitieve lijst van de meest representatieve diensten zijn opgenomen en daarom niet in het informatiedocument betreffende de vergoedingen voorkomen, moeten die in een afzonderlijke tabel worden vermeld en niet in combinatie met informatie over de inhoud van de pakketten, om de consument een duidelijk overzicht van het pakket te geven.

    (7)

    Aangezien de inhoud van ieder aan de consument verstrekt informatiedocument betreffende de vergoedingen afhangt van het dienstenaanbod van de individuele betalingsdienstaanbieder en van de definitieve lijst van de meest representatieve aan een betaalrekening gekoppelde diensten van iedere lidstaat, moet het model voor het informatiedocument betreffende de vergoedingen bepaalde titels bevatten waaronder de verschillende diensten kunnen worden gegroepeerd om te garanderen dat de op de eengemaakte markt aangeboden betaaldiensten vergelijkbaar zijn.

    (8)

    Het model voor het informatiedocument betreffende de vergoedingen moet een aparte tabel bevatten die moet worden gebruikt door de betalingsdienstaanbieders die ook een globale kostenindicator moeten verstrekken.

    (9)

    Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen die de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit — EBA) aan de Commissie heeft voorgelegd.

    (10)

    De EBA heeft openbare raadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen waarop deze verordening gebaseerd is, de mogelijke kosten en baten geanalyseerd en het advies van de overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (3) opgerichte Stakeholdergroep bankwezen ingewonnen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Model voor het informatiedocument betreffende de vergoedingen en het desbetreffende gemeenschappelijke symbool

    1.   Betalingsdienstaanbieders gebruiken het model zoals opgenomen in de bijlage en vullen het in overeenkomstig de artikelen 2 tot en met 13.

    2.   Betalingsdienstaanbieders wijzigen het model voor het informatiedocument betreffende de vergoedingen bij het invullen niet op een andere wijze dan in deze verordening is toegelaten. Betalingsdienstaanbieders volgen met name de volgorde van de in het model opgenomen informatie, titels en ondertitels. Het informatiedocument betreffende de vergoedingen:

    a)

    wordt opgemaakt in staand A4-formaat;

    b)

    bevat de titel „Informatiedocument betreffende de vergoedingen” bovenaan op de eerste bladzijde, waarbij die titel gecentreerd is en tussen het logo van de betalingsdienstaanbieder in de linkerbovenhoek van het document en het gemeenschappelijke symbool in de rechterbovenhoek van het document staat;

    c)

    bevat het gemeenschappelijke symbool, dat 2,5 cm × 2,5 cm meet en is weergegeven zoals in het model in de bijlage;

    d)

    wordt opgemaakt in het lettertype Arial of een ander, op Arial gelijkend, lettertype en in lettergrootte 11, met uitzondering van de titel „Informatiedocument betreffende de vergoedingen”, die vetgedrukt in lettergrootte 16 wordt weergegeven, de titels, die vetgedrukt in lettergrootte 14 worden weergegeven, en de ondertitels, die vetgedrukt in lettergrootte 12 worden weergegeven, tenzij een grotere lettergrootte of brailleschrift voor personen met een visuele beperking bij nationale wet is voorgeschreven of is overeengekomen tussen de consument en de betalingsdienstaanbieder;

    e)

    wordt opgemaakt in zwart-wit, met uitzondering van het logo van de betalingsdienstaanbieder en het gemeenschappelijke symbool die, zoals bepaald in artikel 2, in kleur mogen worden weergegeven;

    f)

    bevat de titels in halfdonkergrijs in het kleurpatroon met referentienummer 166,166,166 van het RGB-kleurenmodel en de ondertitels in lichtgrijs in het kleurpatroon met referentienummer 191,191,191 van het RGB-kleurenmodel;

    g)

    heeft genummerde bladzijden.

    3.   Een betalingsdienstaanbieder verstrekt een afzonderlijk informatiedocument betreffende de vergoedingen voor iedere betaalrekening die hij aan de consument aanbiedt.

    4.   Ongeacht de beschikbaarheid van een betaalrekening met basisfuncties zoals bedoeld in hoofdstuk IV van Richtlijn 2014/92/EU, mag een betalingsdienstaanbieder, wanneer deze slechts één betaalrekening aan de consument aanbiedt die met verschillende dienstenpakketten kan worden gecombineerd zoals bedoeld in artikel 4, lid 3, van Richtlijn 2014/92/EU, voor die rekening meer dan één informatiedocument betreffende de vergoedingen opstellen, op voorwaarde dat in ieder informatiedocument betreffende de vergoedingen ten minste één pakket is opgenomen.

    Artikel 2

    Gemeenschappelijk symbool en logo van de betalingsdienstaanbieder

    1.   Wanneer het gemeenschappelijke symbool in kleur is weergegeven, wordt het kleurpatroon met referentienummer 0/51/153 (hexadecimaal: 003399) van het RGB-kleurenmodel gebruikt voor de achtergrond en het kleurpatroon 255/204/0 (hexadecimaal: FFCC00) van het RGB-kleurenmodel voor het symbool.

    2.   De afmetingen van het logo van de betalingsdienstaanbieder zijn gelijk aan de afmetingen van het gemeenschappelijke symbool.

    3.   Het logo mag alleen in kleur worden weergegeven als het gemeenschappelijke symbool ook in kleur wordt weergegeven. Wanneer het in zwart-wit is afgedrukt, is het gemeenschappelijke symbool duidelijk leesbaar.

    Artikel 3

    Naam van de rekeningaanbieder

    De naam van de betalingsdienstaanbieder die de rekening aanbiedt, wordt vetgedrukt en links uitgelijnd vermeld.

    Artikel 4

    Naam van de rekening

    De naam van de rekening wordt vetgedrukt, links uitgelijnd en onder de naam van de rekeningaanbieder vermeld.

    Artikel 5

    Datum

    Onder de naam van de rekening wordt de datum vermeld waarop de betalingsdienstaanbieder voor het laatst het informatiedocument betreffende de vergoedingen heeft bijgewerkt, links uitgelijnd en in het lettertype dat is voorgeschreven in artikel 1, lid 2, onder d).

    Artikel 6

    Inleiding

    1.   De tekst van de in het model opgenomen inleiding wordt overgenomen in het informatiedocument betreffende de vergoedingen, met regelafstand 1,15 met 0 pt voor en 10 pt na de tekst.

    2.   Betalingsdienstaanbieders vervangen de vierkante haken door de namen van de desbetreffende precontractuele en contractuele documenten.

    Artikel 7

    Tabel „Diensten en vergoedingen”

    1.   Betalingsdienstaanbieders vermelden in de tabel met diensten en vergoedingen de diensten die zijn opgenomen in de nationale definitieve lijst van de meest representatieve aan een betaalrekening gekoppelde diensten zoals bedoeld in artikel 3, lid 5, van Richtlijn 2014/92/EU, indien de betalingsdienstaanbieder dergelijke diensten aanbiedt, en de overeenkomstige vergoedingen, en doen dit als volgt:

    a)

    de diensten worden links uitgelijnd en vetgedrukt in de kolom „Dienst” ingevuld;

    b)

    iedere dienst wordt slechts één keer vermeld en wordt onder de desbetreffende ondertitel van de tabel opgegeven; het aanhouden of beheren van de rekening wordt onder de ondertitel „Algemene rekeningdiensten” vermeld;

    c)

    de vergoedingen die bij de diensten horen, worden rechts uitgelijnd in de kolom „Vergoeding” vermeld;

    d)

    wanneer de vergoeding niet per keer, maar met een regelmatige frequentie in rekening wordt gebracht, wordt de frequentie links uitgelijnd in de kolom „Vergoeding” vermeld, gevolgd door de vergoeding die bij die periode hoort, rechts uitgelijnd; de totale jaarlijkse vergoeding wordt vetgedrukt en links uitgelijnd vermeld op de regel direct onder de frequentie, met daarbij de woorden „Totale jaarlijkse vergoeding” met de bijbehorende vergoeding rechts uitgelijnd;

    e)

    de regelafstand is enkel, met 0 pt voor en 0 pt na iedere dienst en vergoeding.

    2.   Wanneer geen van de met een ondertitel overeenstemmende diensten die door een betalingsdienstaanbieder worden aangeboden in de nationale definitieve lijst van de meest representatieve aan een betaalrekening gekoppelde diensten is opgenomen, wordt de volledige rij die op die ondertitel betrekking heeft, inclusief de ondertitel zelf, geschrapt.

    3.   Indien de betalingsdienstaanbieders niet een of meer diensten aanbieden van de nationale definitieve lijst van de meest representatieve diensten zoals bedoeld in artikel 3, lid 5, van Richtlijn 2014/92/EU of indien de dienst niet met de rekening beschikbaar wordt gesteld, worden de woorden „dienst niet beschikbaar” gebruikt.

    4.   Wanneer afzonderlijke vergoedingen op één of meer van de volgende wijzen in rekening worden gebracht, geven de betalingsdienstaanbieders in de kolom „Vergoeding” van die dienst op een afzonderlijke regel een beschrijving van ieder stadium, ieder kanaal of iedere voorwaarde waarvoor een vergoeding in rekening wordt gebracht („Typen vergoedingen”):

    a)

    voor verschillende stadia van de verlening van dezelfde dienst waarvoor een vergoeding in rekening wordt gebracht, zoals een vergoeding voor het openen van een rekening en daaropvolgende vergoedingen voor de uitvoering van de dienst;

    b)

    voor verschillende kanalen via welke dezelfde dienst wordt aangevraagd, gebruikt of verstrekt, zoals de telefoon, een kantoor of online;

    c)

    naargelang voor dezelfde dienst aan een specifieke voorwaarde wordt voldaan, zoals de inachtneming van een minimaal of maximaal drempelbedrag voor overmakingen of opnamen van contanten.

    De beschrijving wordt links uitgelijnd en de vergoeding wordt rechts uitgelijnd.

    5.   Wanneer vergoedingen in rekening worden gebracht op basis van een combinatie van verschillende typen vergoedingen, zoals vergoedingen via een verschillend kanaal, en vervolgens worden onderverdeeld naargelang al dan niet een drempelbedrag wordt bereikt, passen de betalingsdienstaanbieders lid 4 toe en wordt de beschrijving van ieder bijkomend type vergoeding rechts uitgelijnd.

    Artikel 8

    Presentatie van pakketten met diensten die als onderdeel van vergoedingen in rekening zijn gebracht onder de ondertitel „Algemene rekeningdiensten”

    1.   Wanneer een pakket met aan een betaalrekening gekoppelde diensten in rekening wordt gebracht als onderdeel van de vergoedingen onder de ondertitel „Algemene rekeningdiensten”, worden alle diensten in het pakket, ongeacht of ze in de nationale definitieve lijst van de meest representatieve aan een betaalrekening gekoppelde diensten zoals bedoeld in artikel 3, lid 5, van Richtlijn 2014/92/EU zijn opgenomen, vermeld in het deel van de tabel over algemene rekeningdiensten, in de rij over dienstenpakketten.

    2.   Betalingsdienstaanbieders nemen informatie op over de bijkomende vergoeding voor diensten boven het aantal dat door het dienstenpakket wordt gedekt zoals beschreven in artikel 10.

    3.   Indien het aantal diensten dat onder het dienstenpakket valt niet beperkt is, schrappen de betalingsdienstaanbieders de woorden „Diensten boven deze aantallen worden afzonderlijk in rekening gebracht” onderaan de rij.

    4.   De volledige rij over dienstenpakketten wordt geschrapt als er geen dienstenpakket bij de rekening wordt aangeboden en als het dienstenpakket afzonderlijk in rekening wordt gebracht naast vergoedingen voor algemene rekeningdiensten.

    Artikel 9

    Presentatie van pakketten met diensten die afzonderlijk in rekening zijn gebracht naast vergoedingen onder de ondertitel „Algemene rekeningdiensten”

    1.   Wanneer betalingsdienstaanbieders een pakket met aan een betaalrekening gekoppelde diensten bij de rekening aanbieden en dat pakket naast de vergoedingen onder de ondertitel „Algemene rekeningdiensten” zoals vermeld in de tabel met diensten en vergoedingen, in rekening wordt gebracht, nemen de betalingsdienstaanbieders de volgende informatie in de tabel over het dienstenpakket op:

    a)

    een lijst van alle diensten in het pakket, ongeacht of ze in de nationale definitieve lijst van de meest representatieve aan een betaalrekening gekoppelde diensten zoals bedoeld in artikel 3, lid 5, van Richtlijn 2014/92/EU zijn opgenomen;

    b)

    het aantal van iedere dienst dat door de pakketvergoeding wordt gedekt; dit kan een cijfer zijn of een aanduiding dat het aantal diensten niet beperkt is;

    c)

    de pakketvergoeding, in de kolom „Vergoeding”, rechts uitgelijnd.

    2.   Wanneer het pakket met een regelmatige frequentie in rekening wordt gebracht, wordt de frequentie links uitgelijnd in de kolom „Vergoeding” vermeld, waarbij de totale jaarlijkse vergoeding vetgedrukt op de regel direct onder de frequentie wordt vermeld met daarbij de woorden „Totale jaarlijkse vergoeding”.

    3.   Betalingsdienstaanbieders nemen informatie op over de bijkomende vergoeding voor diensten boven het aantal dat door het dienstenpakket wordt gedekt zoals beschreven in artikel 10.

    4.   Indien het aantal diensten in het pakket niet beperkt is, schrappen de betalingsdienstaanbieders de woorden „Diensten boven deze aantallen worden afzonderlijk in rekening gebracht” onderaan de tabel.

    5.   Wanneer meer dan één pakket zoals bedoeld in lid 1 in het informatiedocument betreffende de vergoedingen is opgenomen, verstrekken de betalingsdienstaanbieders de in dit artikel bedoelde informatie voor ieder pakket in een afzonderlijke tabel, waarbij ze, indien van toepassing, de merknaam van het dienstenpakket vermelden.

    6.   Betalingsdienstaanbieders schrappen de volledige tabel als het dienstenpakket niet bij de rekening wordt aangeboden of als het dienstenpakket als onderdeel van een vergoeding voor algemene rekeningdiensten in rekening wordt gebracht.

    Artikel 10

    Tabel over bijkomende vergoedingen voor diensten boven het aantal dat door pakketten met aan een betaalrekening gekoppelde diensten wordt gedekt

    1.   Betalingsdienstaanbieders nemen in deze tabel informatie op over bijkomende vergoedingen voor iedere dienst boven het aantal dat door een pakket wordt gedekt zoals bedoeld in de artikelen 8 en 9, als die informatie niet in de tabel met diensten en vergoedingen is opgenomen of als de vergoeding voor de dienst verschilt van de in de tabel vermelde vergoeding.

    2.   Wanneer betalingsdienstaanbieders meer dan één pakket aanbieden en de in lid 1 bedoelde bijkomende vergoedingen per pakket verschillen, vermelden de betalingsdienstaanbieders de verschillende vergoedingen afzonderlijk voor ieder pakket en gebruiken zij, indien van toepassing, de merknaam van het pakket.

    3.   Indien van toepassing volgen de betalingsdienstaanbieders bij het invullen van deze tabel dezelfde presentatie en structuur zoals beschreven in deze verordening.

    4.   Wanneer een informatiedocument betreffende de vergoedingen geen informatie over dienstenpakketten bevat, schrappen de betalingsdienstaanbieders de in lid 1 bedoelde tabel.

    Artikel 11

    Globale kostenindicator

    1.   Betalingsdienstaanbieders vermelden de globale kostenindicator, die een overzicht biedt van de totale jaarlijkse kosten van de betaalrekening, in een afzonderlijke tabel wanneer dat op grond van nationale bepalingen is vereist.

    2.   Betalingsdienstaanbieders schrappen de tabel over de globale kostenindicator als de nationale bepalingen niet vereisen dat betalingsdienstaanbieders de globale kostenindicator vermelden.

    Artikel 12

    Merknamen

    Wanneer een merknaam wordt gebruikt, volgt die merknaam onmiddellijk op de naam van de dienst, in het in artikel 1, lid 2, onder d), beschreven lettertype en tussen vierkante haken.

    Artikel 13

    Gebruik van elektronische middelen

    1.   Wanneer het informatiedocument betreffende de vergoedingen in elektronische vorm wordt verstrekt, mogen betalingsdienstaanbieders, op voorwaarde dat de consument tezelfdertijd een kopie krijgt van het informatiedocument betreffende de vergoedingen dat is opgesteld volgens het model in de bijlage en ingevuld zoals beschreven in de artikelen 2 tot en met 12, het model enkel op de volgende manieren wijzigen:

    a)

    in afwijking van artikel 1, lid 2, onder d), mag een groter lettertype worden gebruikt, op voorwaarde dat de verhouding van de lettergroottes zoals beschreven in artikel 1, lid 2, wordt gerespecteerd;

    b)

    indien de afmetingen van de elektronische toestellen ertoe leiden dat het gebruik van meerdere tabellen en kolommen het informatiedocument betreffende de vergoedingen moeilijk leesbaar maakt, mag één kolom of één tabel worden gebruikt, indien de volgorde van de informatie, de titels en de ondertitels wordt gerespecteerd;

    c)

    elektronische middelen zoals lagen en pop-ups mogen worden gebruikt, op voorwaarde dat de titel van het informatiedocument betreffende de vergoedingen, het gemeenschappelijke symbool, de inleiding, de titels en de ondertitels prominent worden weergegeven en de volgorde van de informatie wordt gerespecteerd.

    2.   De in lid 1, onder c), beschreven elektronische middelen mogen niet zo opdringerig worden gebruikt dat de consument daardoor van de informatie in het informatiedocument betreffende de vergoedingen kan worden afgeleid. De informatie die via lagen en pop-ups wordt verstrekt, is beperkt tot de in deze verordening genoemde informatie.

    Artikel 14

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 28 september 2017.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 257 van 28.8.2014, blz. 214.

    (2)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/32 van de Commissie van 28 september 2017 tot aanvulling van Richtlijn 2014/92/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor gestandaardiseerde Unieterminologie voor de meest representatieve aan een betaalrekening gekoppelde diensten (zie bladzijde 3 van dit Publicatieblad).

    (3)  Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).


    BIJLAGE

    Model informatiedocument betreffende de vergoedingen

    Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

    Top