Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32017R1907

    Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1907 van de Commissie van 18 oktober 2017 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Lactobacillus plantarum (KKP/593/p en KKP/788/p) en Lactobacillus buchneri (KKP/907/p) als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor runderen en schapen (Voor de EER relevante tekst. )

    C/2017/6945

    PB L 269 van 19.10.2017, p. 36–38 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2017/1907/oj

    19.10.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 269/36


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1907 VAN DE COMMISSIE

    van 18 oktober 2017

    tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Lactobacillus plantarum (KKP/593/p en KKP/788/p) en Lactobacillus buchneri (KKP/907/p) als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor runderen en schapen

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de vergunningsgronden en -procedures, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003.

    (2)

    Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag ingediend voor een vergunning voor een preparaat van twee stammen van Lactobacillus plantarum (KKP/593/p en KKP/788/p) en van Lactobacillus buchneri (KKP/907/p). De krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste nadere gegevens en documenten waren bij de aanvraag gevoegd.

    (3)

    De aanvraag betreft de verlening van een vergunning voor het preparaat van Lactobacillus plantarum (KKP/593/p en KKP/788/p) en Lactobacillus buchneri (KKP/907/p) als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor runderen en schapen, in te delen in de categorie „technologische toevoegingsmiddelen”.

    (4)

    De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 4 december 2013 (2) geconcludeerd dat het preparaat van Lactobacillus plantarum (KKP/593/p en KKP/788/p) en Lactobacillus buchneri (KKP/907/p) onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden geen ongunstige gevolgen heeft voor de diergezondheid, de menselijke gezondheid of het milieu. De EFSA heeft tevens geconcludeerd dat het betrokken preparaat het potentieel heeft om de productie van kuilvoer met gemakkelijk, middelmatig moeilijk en moeilijk in te kuilen voedermateriaal te verbeteren. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen acht de EFSA niet nodig. De EFSA heeft ook het verslag over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend.

    (5)

    Uit de beoordeling van het preparaat van Lactobacillus plantarum (KKP/593/p en KKP/788/p) en Lactobacillus buchneri (KKP/907/p) blijkt dat aan de voorwaarden voor vergunningverlening van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is voldaan. Het gebruik van dat preparaat zoals omschreven in de bijlage bij deze verordening moet daarom worden toegestaan.

    (6)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Voor het in de bijlage beschreven preparaat, dat behoort tot de categorie „technologische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep „inkuiltoevoegingsmiddelen”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 18 oktober 2017.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

    (2)  EFSA Journal 2014; 12(1):3529.


    BIJLAGE

    Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

    Toevoegingsmiddel

    Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

    Diersoort of -categorie

    Maximumleeftijd

    Minimumgehalte

    Maximumgehalte

    Andere bepalingen

    Einde van de vergunningsperiode

    CFU toevoegingsmiddel/kg vers materiaal

    Technologische toevoegingsmiddelen: inkuiltoevoegingsmiddelen

    1k20754

    Lactobacillus plantarum KKP/593/p

    Lactobacillus plantarum KKP/788/p

    Lactobacillus buchneri KKP/907/p

    Samenstelling van het toevoegingsmiddel

    Preparaat van Lactobacillus plantarum KKP/593/p, Lactobacillus plantarum KKP/788/p en Lactobacillus buchneri KKP/907/p met ten minste 1 × 109 CFU/g toevoegingsmiddel, in een verhouding van 4:4:1 (Lactobacillus plantarum KKP/593/p: Lactobacillus plantarum KKP/788/p: Lactobacillus buchneri KKP/907/p).

    Karakterisering van de werkzame stof

    Levensvatbare cellen van Lactobacillus plantarum KKP/593/p, Lactobacillus plantarum KKP/788/p en Lactobacillus buchneri KKP/907p.

    Analysemethode  (1)

    Kwantificering in het toevoegingsmiddel voor diervoeding: spreidplaatmethode met gebruikmaking van MRS-agar (EN 15787).

    Identificatie van het toevoegingsmiddel voor diervoeding: pulsed-field-gelelektroforese (PFGE).

    Runderen

    Schapen

    1.

    In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslagvoorwaarden worden aangegeven.

    2.

    Minimumgehalte van het toevoegingsmiddel indien niet gecombineerd met andere micro-organismen als inkuiltoevoegingsmiddel: 1 × 108 CFU/kg vers materiaal.

    3.

    Voor gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de exploitanten van diervoederbedrijven operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen om met mogelijke risico's bij gebruik om te gaan. Indien die risico's met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden uitgebannen of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, worden bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt, waaronder ademhalingsbescherming.

    8 november 2027


    (1)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn te vinden op de website van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports


    Top