EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52017BP1691

Resolutie (EU) 2017/1691 van het Europees Parlement van 27 april 2017 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging voor het begrotingsjaar 2015

PB L 252 van 29.9.2017, p. 268–270 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

ELI: http://data.europa.eu/eli/res/2017/1691/oj

29.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 252/268


RESOLUTIE (EU) 2017/1691 VAN HET EUROPEES PARLEMENT

van 27 april 2017

met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging voor het begrotingsjaar 2015

HET EUROPEES PARLEMENT,

gezien zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging voor het begrotingsjaar 2015,

gezien artikel 94 en bijlage IV van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A8-0115/2017),

A.

overwegende dat volgens zijn financiële staten de definitieve begroting van het Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging (het „Agentschap”) voor het begrotingsjaar 2015 in totaal 10 064 274 EUR bedroeg, hetgeen een verhoging van 3,37 % ten opzichte van 2014 betekent;

B.

overwegende dat de bijdrage van de Unie aan de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2015 neerkwam op 9 155 661 EUR, hetgeen een toename van 3,8 % ten opzichte van 2014 betekent;

C.

overwegende dat de Rekenkamer in haar verslag over de jaarrekening van het Agentschap betreffende het begrotingsjaar 2015 („het verslag van de Rekenkamer”) verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben gekregen dat de jaarrekening van de het Agentschap betrouwbaar is en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

D.

overwegende dat het Parlement, in het kader van de kwijtingsprocedure, sterk de nadruk legt op het belang van het verder versterken van de democratische legitimiteit van de instellingen van de Unie door de transparantie en de verantwoordingsplicht te vergroten, het concept van resultaatgericht begroten ten uitvoer te leggen, en een goed personeelsbeheer te verzekeren;

Follow-up van de kwijting voor 2014

1.

wijst erop dat het Agentschap:

in zijn jaarverslag voor 2016 een standaardhoofdstuk zal opnemen over transparantie, verantwoordingsplicht en integriteit;

als follow-up van de kwijtingen voor 2013 en 2014, de betalingen van de huur voor de kantoren in Athene door de Griekse autoriteiten nog steeds met aanzienlijke vertraging uitvoert, wat op zijn beurt de betalingen aan de eigenaars in Athene en Heraklion vertraagt;

2.

wijst erop dat het Agentschap aanzienlijke inspanningen heeft geleverd via contacten met de Griekse autoriteiten om de situatie te corrigeren, aangezien momenteel geen andere oplossing mogelijk lijkt en de Commissie, het Agentschap en de Griekse autoriteiten een oplossing voor dit probleem moeten vinden om de risico's waaraan het Agentschap wordt blootgesteld aanzienlijk te verminderen;

Financieel en begrotingsbeheer

3.

stelt vast dat de inspanningen op het gebied van begrotingstoezicht gedurende het begrotingsjaar 2015 hebben geresulteerd in een hoog uitvoeringspercentage van de begroting van 100 % en dat het uitvoeringspercentage van de betalingskredieten 92,89 % bedroeg, wat overeenkomt met een stijging met 7,28 % ten opzichte van 2014;

Vastleggingen en overdrachten

4.

stelt vast de overdrachten van vastleggingskredieten voor titel II (administratieve uitgaven) 150 000 EUR (22 %) bedroegen, hetgeen lager is in vergelijking met de 600 000 EUR (49 %) van 2014; stelt bovendien vast dat de overdrachten vooral betrekking hadden op investeringen in IT-infrastructuur waar eind 2015 volgens plan opdracht toe was gegeven; wijst erop dat het globale niveau van de kredieten die werden overgedragen is gedaald van 15 % in 2014 tot 7 % in 2015;

5.

merkt op dat overdrachten vaak gedeeltelijk of geheel kunnen worden gerechtvaardigd als gevolg van het meerjarige karakter van de operationele programma's van de agentschappen, niet noodzakelijkerwijs op zwakke punten wijzen in de planning en tenuitvoerlegging van de begroting en niet altijd haaks staan op het begrotingsbeginsel van jaarperiodiciteit, vooral niet als ze van tevoren zijn gepland door het Agentschap en zijn meegedeeld aan de Rekenkamer;

Aanbestedings- en aanwervingsprocedures

6.

stelt vast dat het Agentschap aan het eind van 2015 69 personeelsleden in dienst had; stelt bovendien vast dat in 2015 vier personeelsleden het Agentschap hebben verlaten en dat zeventien nieuwe personeelsleden werden aangeworven;

7.

merkt op dat het moeilijk is voor het Agentschap om geschikt opgeleid personeel aan te werven, aan te trekken en vast te houden, hoofdzakelijk als gevolg van het soort functies dat wordt aangeboden (arbeidscontractanten) en de lage coëfficiënt die van toepassing is op de salarissen van de werknemers van het Agentschap in Griekenland; verzoekt het Agentschap en de Commissie verslag uit te brengen aan de kwijtingsautoriteit over de mogelijke oplossingen voor het probleem;

Preventie van en omgang met belangenconflicten en transparantie

8.

merkt op dat het Agentschap tijdens het eerste kwartaal van 2017 van plan is om interne regels vast te stellen over klokkenluiders; roept het Agentschap op een intern beleid inzake klokkenluiders vast te stellen om een cultuur van transparantie en controleerbaarheid op de werkvloer te bevorderen, werknemers regelmatig te informeren over en te trainen op het gebied van hun rechten en plichten met betrekking tot dat beleid, klokkenluiders te beschermen tegen represailles, tijdig follow-up te geven aan de inhoud van de meldingen van klokkenluiders en een kanaal voor anonieme interne verslaglegging op te zetten; roept het Agentschap op om jaarverslagen te publiceren over het aantal klokkenluiderszaken en de follow-up die hieraan is gegeven en deze verslagen bij de kwijtingsautoriteit in te dienen; vraagt het Agentschap om verslag uit te brengen aan de kwijtingsautoriteit wanneer zijn klokkenluidersregels zijn vastgesteld en uitgevoerd;

9.

stelt met bezorgdheid vast dat de cv's en belangenverklaringen van de leden van de raad van bestuur van het Agentschap en van zijn directie niet zijn gepubliceerd op de website, behalve het cv van de voorzitter van de raad van bestuur; stelt met bezorgdheid vast dat het Agentschap geen maatregelen heeft getroffen om de belangenverklaringen te controleren of bij te werken; verzoekt het Agentschap deze situatie recht te zetten en die documenten zonder verder uitstel te publiceren, zodat het nodige openbare toezicht en de nodige openbare controle op het beheer van de Autoriteit worden gewaarborgd; verzoekt het Agentschap te waarborgen dat deze verklaringen geregeld worden gecontroleerd en geactualiseerd;

10.

stelt met bezorgdheid vast dat het Agentschap geen specifieke initiatieven heeft genomen om de transparantie over de contacten met lobbyisten en belanghebbenden te verbeteren; verzoekt het Agentschap om een proactief beleid inzake de transparantie van lobbyactiviteiten te voeren;

Interne audit

11.

merkt op dat het Agentschap een openstaande aanbeveling had van de dienst Interne Audit (DIA) van de Commissie die in januari 2015 werd afgehandeld; merkt bovendien op dat de DIA in 2016 een risicobeoordeling van het Agentschap moest uitvoeren; kijkt uit naar het jaarverslag van het Agentschap voor 2016 en meer informatie over de uitgevoerde risicobeoordeling;

Interne controles

12.

merkt op dat, volgens het Agentschap, de uitgebreide controle achteraf van het begrotingsjaar 2014, overeenkomstig internecontrolenorm nr. 8 „processen en procedures”, heeft geleid tot een aantal aanbevelingen die in 2015 allemaal werden behandeld; wijst er bovendien op dat 174 financiële transacties, goed voor 70,99 % van de begroting 2014 van het Agentschap, werden gecontroleerd, hetgeen heeft geleid tot één aanbeveling over vertraging bij het uitvoeren van betalingen; wijst erop dat de vertraging niet heeft geleid tot het moeten betalen van intresten;

Overige opmerkingen

13.

wijst erop dat de preambule van Verordening (EU) nr. 526/2013 bepaalt dat het personeel dat hoofdzakelijk in de administratie van het Agentschap werkzaam is, gevestigd moet zijn in Heraklion; wijst op het feit dat, overeenkomstig vaste rechtspraak, het Agentschap de preambule van Verordening (EU) nr. 526/2013 niet als een beperkende factor in zijn verhuizing beschouwde;

14.

wijst erop dat het Agentschap in zijn communicatie met de plaatselijke autoriteiten en de Commissie de nadruk is blijven leggen op de voordelen van een verhuizing van het Agentschap naar het kantoor in Athene; merkt bovendien op dat de geschatte kosten van de verhuizing van de resterende veertien personeelsleden in Heraklion en van alle meubelen ongeveer 360 000 EUR bedraagt; moedigt de Griekse autoriteiten, de Commissie en het Agentschap aan om zo snel mogelijk een oplossing te vinden voor het probleem van de twee locaties van het Agentschap, om zo een veel efficiënter gebruik van EU-middelen te kunnen waarborgen;

15.

merkt op dat 68 personeelsleden in 2015 hebben deelgenomen aan een buitendag met een kostprijs van 9 585 EUR (141 EUR per persoon);

16.

verwijst voor andere opmerkingen van horizontale aard bij het kwijtingsbesluit naar zijn resolutie van 27 april 2017 (1) over het functioneren en het financiële beheer van en de controle op de agentschappen.


(1)  Aangenomen teksten, P8_TA(2017)0155 (zie bladzijde 372 van dit Publicatieblad).


Top