Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016R0822

Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/822 van de Commissie van 21 april 2016 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 153/2013 wat betreft de tijdhorizons voor de liquidatieperiode voor de verschillende categorieën financiële instrumenten (Voor de EER relevante tekst)

C/2016/2302

PB L 137 van 26.5.2016, p. 1–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2016/822/oj

26.5.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 137/1


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2016/822 VAN DE COMMISSIE

van 21 april 2016

tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 153/2013 wat betreft de tijdhorizons voor de liquidatieperiode voor de verschillende categorieën financiële instrumenten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (1), en met name artikel 41, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 153/2013 (2) legt technische reguleringsnormen vast inzake vereisten voor centrale tegenpartijen (hierna „CTP's” genoemd) betreffende de tijdhorizons voor de liquidatieperiode voor de verschillende categorieën financiële instrumenten. Het is noodzakelijk om deze technische reguleringsnormen aan de relevante regelgevingsontwikkelingen aan te passen.

(2)

Met het oog op het berekenen van de nodige marginvereisten om de blootstelling van een CTP aan het marktrisico te dekken, moeten bepaalde rekeningstructuren die zijn gebaseerd op een op brutobasis berekende liquidatieperiode van ten minste één dag, CTP's voldoende dekking verschaffen, cliënten beter beschermen en systeemrisico's beperken. Deze liquidatieperiode van ten minste één dag moet daarom worden toegestaan voor de clearing van posities van cliënten in andere financiële instrumenten dan otc-derivaten wanneer aan bepaalde voorwaarden is voldaan.

(3)

Aangezien individuele aparte rekeningen cliënten een nog hoger beschermingsniveau bieden dan bruto-omnibusrekeningen, zou voor individuele aparte rekeningen een minimale liquidatieperiode voor het berekenen van margins met dezelfde lengte als bruto-omnibusrekeningen moeten gelden.

(4)

Voor CTP's die de transacties tijdens de dag niet aan elke klant toewijzen, zou het inkorten van de minimale liquidatieperiode van twee dagen tot één dag kunnen betekenen dat de CTP voor nieuwe tijdens de dag geclearde en niet aan individuele cliënten toegewezen transacties margins op een eendaagse nettobasis bepaalt. Dit kan de CTP aan aanzienlijke verliezen blootstellen in geval van prijsbewegingen binnen de handelsdag die niet leiden tot het bijstorten van margins binnen de handelsdag. Daarom moet een specifieke drempel worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat CTP's binnen de handelsdag margins bijstorten en voldoende beschermd blijven, zelfs in geval van een ingekorte liquidatieperiode.

(5)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 153/2013 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

Deze verordening is gebaseerd op ontwerpen van technische reguleringsnormen die de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) na raadpleging van de Europese Bankautoriteit en het Europees Stelsel van centrale banken aan de Commissie heeft voorgelegd.

(7)

In overeenstemming met artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (3) heeft ESMA openbare raadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, de mogelijke daaraan verbonden kosten en baten geanalyseerd en de overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 opgerichte Stakeholdergroep effecten en markten om advies verzocht,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 26 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 153/2013 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Leden 1 en 2 worden vervangen door:

„1.   Voor de toepassing van artikel 41 van Verordening (EU) nr. 648/2012 stelt een CTP de passende tijdhorizons voor de liquidatieperiode vast, rekening houdend met de kenmerken van het geclearde financieel instrument, de aard van de rekening waarop het financiële instrument wordt aangehouden, de markt waarop het financieel instrument wordt verhandeld en de volgende minimale tijdhorizons voor de liquidatieperiode:

a)

vijf werkdagen voor otc-derivaten;

b)

twee werkdagen voor andere financiële instrumenten dan otc-derivaten aangehouden op rekeningen die niet voldoen aan de voorwaarden onder c);

c)

één werkdag voor andere financiële instrumenten dan otc-derivaten aangehouden op omnibusrekeningen of individuele rekeningen van cliënten, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

i)

de CTP voert een gescheiden boekhouding van de posities van elke cliënt uiterlijk op het einde van elke dag, berekent de margins ten aanzien van iedere cliënt en int de som van de marginvereisten voor elke cliënt op brutobasis;

ii)

de identiteit van alle cliënten is bij de CTP bekend;

iii)

de op de rekening aangehouden posities zijn geen eigen posities van ondernemingen van dezelfde groep als het clearinglid;

iv)

de CTP meet de blootstellingen en berekent voor elke rekening gebruikmakend van bijgewerkte posities en prijzen vereisten voor de initiële margin en variatiemargin op bijna-realtimebasis en ten minste elk uur gedurende de dag;

v)

wanneer de CTP tijdens de dag niet aan elke klant nieuwe transacties toewijst, int de CTP de margins binnen één uur ingeval de overeenkomstig punt iv) berekende marginvereisten hoger zijn dan 110 % van de geactualiseerde beschikbare zekerheden krachtens hoofdstuk X, tenzij het bedrag van de aan de CTP te betalen margins binnen de handelsdag verwaarloosbaar is op basis van het door de CTP vooraf bepaalde en door de bevoegde autoriteit goedgekeurde bedrag, en voor zover voor eerder aan cliënten toegewezen transacties andere margins worden bepaald dan voor transacties die niet tijdens de dag worden toegewezen.

2.   Voor het bepalen van de passende tijdhorizons voor de liquidatieperiode schat de CTP in alle gevallen ten minste de volgende perioden en telt deze bij elkaar op:

a)

de langst mogelijke periode die kan verstrijken vanaf de laatste inning van margins totdat de CTP de wanbetalingsprocedure inroept of inleidt;

b)

de periode die vereist is om de strategie voor het beheer van de wanbetaling van een clearinglid op te zetten en uit te voeren overeenkomstig de bijzonderheden van elke klasse van financieel instrument, met inbegrip van het liquiditeitsniveau en de omvang en concentratie van de posities, en de markten die de CTP zal gebruiken om de positie van een clearinglid volledig te sluiten of af te dekken;

c)

in voorkomend geval, de periode die vereist is om het tegenpartijrisico waaraan de CTP blootstaat, te dekken.”.

2)

Lid 4, onder b), wordt vervangen door:

„b)

deze tijdhorizon ten minste twee werkdagen bedraagt, of één werkdag indien niet aan de voorwaarden van lid 1, onder c), is voldaan.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, op 21 april 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1.

(2)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 153/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen inzake vereisten voor centrale tegenpartijen (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 41).

(3)  Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).


Top