EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32012R1261

Verordening (EU) nr. 1261/2012 van de Raad van 20 december 2012 tot vaststelling, voor 2013, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Zwarte Zee van toepassing zijn

PB L 356 van 22.12.2012, p. 19–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2012/1261/oj

22.12.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 356/19


VERORDENING (EU) Nr. 1261/2012 VAN DE RAAD

van 20 december 2012

tot vaststelling, voor 2013, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Zwarte Zee van toepassing zijn

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 43, lid 3, van het Verdrag is bepaald dat de Raad op voorstel van de Commissie de maatregelen vaststelt voor de vaststelling en toewijzing van de vangstmogelijkheden.

(2)

Krachtens Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (1) moeten, met inachtneming van de beschikbare wetenschappelijke adviezen en met name van het verslag van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV), maatregelen worden vastgesteld inzake de toegang tot wateren en hulpbronnen en de duurzame uitoefening van visserijactiviteiten.

(3)

De Raad moet maatregelen voor de vaststelling en verdeling van de vangstmogelijkheden vaststellen per visserijtak of groep visserijtakken, inclusief bepaalde voorwaarden die er functioneel verband mee houden. De vangstmogelijkheden moeten zo over de lidstaten worden verdeeld dat elke lidstaat een relatieve stabiliteit van de visserijactiviteiten voor elk bestand of elke visserijtak geniet, mede met inachtneming van de in Verordening (EG) nr. 2371/2002 vastgestelde doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

(4)

De totaal toegestane vangsten (TAC’s) dienen te worden vastgesteld op basis van de beschikbare wetenschappelijke adviezen, met inachtneming van de biologische en sociaaleconomische aspecten, waarbij een gelijke behandeling van de visserijsectoren moet worden gegarandeerd, en in het licht van de standpunten die tijdens de raadpleging van de belanghebbende partijen naar voren zijn gebracht.

(5)

De in de onderhavige verordening vastgestelde vangstmogelijkheden moeten worden gebruikt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid (2) moet garanderen, en met name de artikelen 33 en 34 daarvan betreffende, respectievelijk, de registratie van de vangsten en de visserijinspanning en de melding van gegevens over de uitputting van de vangstmogelijkheden. Derhalve dient te worden gepreciseerd welke codes de lidstaten moeten gebruiken wanneer zij gegevens met betrekking tot de aanlandingen van onder de onderhavige verordening vallende bestanden aan de Commissie doen toekomen.

(6)

Op grond van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 847/96 van de Raad van 6 mei 1996 tot invoering van aanvullende voorwaarden voor het meerjarenbeheer van de TAC’s en quota (3) moet worden bepaald voor welke bestanden de verschillende, in die verordening bedoelde maatregelen worden toegepast.

(7)

Teneinde een onderbreking in de uitoefening van de visserij te vermijden en het inkomen van de vissers in de Unie veilig te stellen, is het belangrijk dat deze visserijtakken op 1 januari 2013 met hun activiteiten van start kunnen gaan. Gezien de urgentie dient deze verordening onmiddellijk na de bekendmaking ervan in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

Artikel 1

Onderwerp

Bij deze verordening worden voor het jaar 2013 de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden in de Zwarte Zee vastgesteld.

Artikel 2

Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op in de Zwarte Zee vissende EU-vaartuigen.

Artikel 3

Definities

Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities:

a)   „GFCM”: de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee;

b)   „Zwarte Zee”: het geografische subgebied 29, zoals afgebakend en in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1343/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 tot vaststelling van een aantal bepalingen voor de visserij in het GFCM-overeenkomstgebied (General Fisheries Commission for the Mediterranean — Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee) (4) en bij resolutie GFCM/33/2009/2;

c)   „EU-vaartuig”: een vissersvaartuigen dat de vlag van een lidstaat voert en in de Unie is geregistreerd;

d)   „totaal toegestane vangsten (TAC’s)”: de hoeveelheid die per bestand per jaar mag worden gevangen;

e)   „quotum”: een vast aandeel van de aan de Unie, een lidstaat of een derde land toegewezen TAC.

HOOFDSTUK II

VANGSTMOGELIJKHEDEN

Artikel 4

TAC’s en toewijzingen

De TAC’s, de toewijzing van deze TAC’s aan de lidstaten en de voorwaarden die er functioneel verband mee houden, worden vastgesteld in de bijlage.

Artikel 5

Bijzondere bepalingen inzake de toewijzingen

De vangstmogelijkheden worden overeenkomstig de onderhavige verordening aan de lidstaten toegewezen onverminderd:

a)

het ruilen van vangstmogelijkheden op grond van artikel 20, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2371/2002;

b)

kortingen en nieuwe toewijzingen op grond van artikel 37 van Verordening (EG) nr. 1224/2009;

c)

het aanlanden van extra hoeveelheden op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96;

d)

het overdragen van hoeveelheden op grond van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96;

e)

kortingen op grond van de artikelen 105 en 107 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

Artikel 6

Voorwaarden voor de aanlanding van vangsten en bijvangsten

Vis van bestanden waarvoor bij deze verordening vangstmogelijkheden worden vastgesteld, mag slechts aan boord worden gehouden of aangeland mits:

a)

die vis is gevangen met vaartuigen van een lidstaat die een quotum heeft, en dat quotum nog niet is opgebruikt; of

b)

die vis deel uitmaakt van een quotum van de Unie dat niet in de vorm van quota over de lidstaten is verdeeld, en dat quotum van de Unie nog niet is opgebruikt.

HOOFDSTUK III

SLOTBEPALINGEN

Artikel 7

Gegevensverstrekking

Wanneer de lidstaten overeenkomstig de artikelen 33 en 34 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 gegevens met betrekking tot de aanlanding van hoeveelheden gevangen vis aan de Commissie doen toekomen, gebruiken zij daarvoor de in de bijlage bij deze verordening vermelde bestandscodes.

Artikel 8

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2013.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 december 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

A. D. MAVROYIANNIS


(1)  PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.

(2)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

(3)  PB L 115 van 9.5.1996, blz. 3.

(4)  PB L 347 van 30.12.2011, blz. 44.


BIJLAGE

Naar soort en gebied uitgesplitste TAC’s voor EU-vaartuigen in gebieden waar TAC’s gelden

Onderstaande tabellen bevatten de TAC’s en quota (in ton levend gewicht, tenzij anders vermeld) per bestand, en in voorkomend geval de voorwaarden die daar functioneel verband mee houden.

De visbestanden zijn telkens vermeld in alfabetische volgorde op de Latijnse naam van de soort. Hieronder volgt een vergelijkende overzichtstabel met naast de in deze verordening gebruikte wetenschappelijke namen de gewone namen:

Wetenschappelijke naam

Drielettercode

Gewone naam

Psetta maxima

TUR

Tarbot

Sprattus sprattus

SPR

Sprot


Soort

:

Tarbot

Psetta maxima

Gebied

:

EU-wateren in de Zwarte Zee

TUR/F37.4.2.C

Bulgarije

43,2

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Roemenië

43,2

Unie

86,4 (1)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Sprot

Sprattus sprattus

Gebied

:

EU-wateren in de Zwarte Zee

SPR/F37.4.2.C

Bulgarije

8 032,5

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Roemenië

3 442,5

Unie

11 475

TAC

Niet relevant


(1)  Van 15 april tot en met 15 juni 2013 mag niet worden gevist, noch vis worden overgeladen, aan boord genomen, aangeland of voor eerste verkoop aangeboden.


Top