Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document JOL_2012_350_R_0076_01

    2012/800/EU: Besluit van het Europees Parlement van 23 oktober 2012 over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2010
    Resolutie van het Europees Parlement van 23 oktober 2012 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2010

    PB L 350 van 20.12.2012, p. 76–80 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    20.12.2012   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 350/76


    BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

    van 23 oktober 2012

    over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2010

    (2012/800/EU)

    HET EUROPEES PARLEMENT,

    gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2010,

    gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de Autoriteit (1),

    gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 — C7-0051/2012),

    gezien zijn besluit van 10 mei 2012 (2) om het besluit tot verlening van kwijting met betrekking tot de uitvoering van de begroting van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2010 uit te stellen, de bijbehorende resolutie en de antwoorden van de uitvoerend directeur van de Autoriteit,

    gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (3), en met name artikel 185,

    gezien Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (4), en met name artikel 44,

    gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5), en met name artikel 94,

    gezien de gezamenlijke verklaring over de gedecentraliseerde agentschappen en de daarbij gevoegde gemeenschappelijke aanpak, die in juni 2012 door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie werden overeengekomen ingevolge het werk van de in maart 2009 opgerichte interinstitutionele werkgroep gedecentraliseerde agentschappen, en met name gezien de delen over bestuur, activiteiten, programmering, verantwoordingsplicht en transparantie van de gemeenschappelijke aanpak,

    gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

    gezien het tweede verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0299/2012),

    1.

    verleent de uitvoerend directeur van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Autoriteit voor het begrotingsjaar 2010;

    2.

    formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie;

    3.

    verzoekt zijn voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt, te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

    De voorzitter

    Martin SCHULZ

    De secretaris-generaal

    Klaus WELLE


    (1)  PB C 366 van 15.12.2011, blz. 106.

    (2)  PB L 286 van 17.10.2012, blz. 367.

    (3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

    (4)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.

    (5)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.


    RESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

    van 23 oktober 2012

    met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2010

    HET EUROPEES PARLEMENT,

    gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2010,

    gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de Autoriteit (1),

    gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 — C7-0051/2012),

    gezien zijn besluit van 10 mei 2012 (2) om het besluit tot verlening van kwijting met betrekking tot de uitvoering van de begroting van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2010 uit te stellen, de bijbehorende resolutie en de antwoorden van de uitvoerend directeur van de Autoriteit,

    gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (3), en met name artikel 185,

    gezien Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (4) tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid, en met name artikel 44,

    gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5), en met name artikel 94,

    gezien de gezamenlijke verklaring over de gedecentraliseerde agentschappen en de daarbij gevoegde gemeenschappelijke aanpak, die in juni 2012 door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie werden overeengekomen ingevolge het werk van de in maart 2009 opgerichte interinstitutionele werkgroep gedecentraliseerde agentschappen, en met name gezien de delen over bestuur, activiteiten, programmering, verantwoordingsplicht en transparantie van de gemeenschappelijke aanpak,

    gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

    gezien het tweede verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0299/2012),

    A.

    overwegende dat het Europees Parlement op 10 mei 2012 zijn besluit over de kwijting en de afsluiting van de rekeningen van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (de Autoriteit) voor het begrotingsjaar 2010 heeft uitgesteld;

    B.

    overwegende dat de Autoriteit de begrotingautoriteit bij schrijven van 29 juni 2012 en 20 augustus 2012 uitgebreid heeft geantwoord;

    C.

    overwegende dat het verlenen van kwijting voor het Europees Parlement in dit verband een geldig instrument is, waarbij dit besluit op basis van feitelijke en inhoudelijke argumenten genomen moet worden; in dit verband wijzend op de bestaande regels, met name het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Unie, het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, de oprichtingsverordening van de Autoriteit en specifieke door de Autoriteit opgestelde beleidslijnen en procedures;

    Begrotings- en financieel beheer

    1.

    neemt nota van de verklaring van de Autoriteit dat er passende maatregelen zijn getroffen om het financiële beheer te verbeteren en dat het percentage van begrotingsuitvoering wat betreft vastleggingen nagenoeg 100 % bedroeg in 2011;

    2.

    verwelkomt de ontvangen informatie over de aanzienlijke beperkingen van de vergaderkosten van de raad van bestuur, die in 2010 neerkwamen om 6 175 EUR per lid; prijst in het bijzonder de verlaging van de uitgaven met 66 % vergeleken met 2010, dankzij de overstap op audiostreaming op verzoek, het gebruik van het Engels als enige taal bij vergaderingen van de raad van bestuur en het organiseren van alle vergaderingen in het gebouw van de Autoriteit in Parma;

    Het proces van contractbeheer

    3.

    neemt er nota van dat de Autoriteit een „subsidie- en aanbestedingsinstrument” heeft ontwikkeld om het toezicht op het aanbestedingsproces, het contractbeheer en de capaciteit voor betalingsprognoses te verbeteren; wijst erop dat de nieuwe databank voor aanbestedingen en subsidies op 28 juni 2012 in gebruik werd genomen;

    Belangenconflicten en transparantie

    4.

    wijst erop dat de voornaamste taak van de Autoriteit erin bestaat om onafhankelijk en transparant wetenschappelijk advies te verstrekken over aangelegenheden met rechtstreekse of onrechtstreekse gevolgen voor de voedselveiligheid en de veiligheid van diervoeders;

    5.

    wijst op de noodzaak maatregelen te nemen waardoor de Autoriteit haar geloofwaardigheid kan behouden;

    6.

    is ingenomen met de organisatie van een verplichte sessie over ethiek en integriteit voor alle leden van de raad van bestuur in oktober 2012 maar verzoekt de raad van bestuur om zijn gedragscode effectief te handhaven en bepalingen aan te nemen om „draaideurgevallen” in de toekomst te voorkomen en te bestraffen, om situaties zoals die met een van de voormalige voorzitters in 2010 in de toekomst te vermijden;

    7.

    heeft al bepaalde tekortkomingen aangekaart in verband met belangenvermenging, belangenverklaring en transparantie; benadrukt dat de vorige voorzitter van de raad van bestuur in 2010 heeft nagelaten melding te maken van haar lidmaatschap van het bestuur van het International Life Sciences Institute (ILSI), terwijl het ILSI wordt gefinancierd door ondernemingen uit de voedings-, chemische en farmaceutische sector; wijst erop dat de leden van de raad van bestuur van de Autoriteit niet door de uitvoerend directeur worden benoemd en dus ook niet door deze ontslagen kunnen worden;

    8.

    is ingenomen met de belofte van de Autoriteit om aan de raad van bestuur voor te stellen om de voorzitter te kiezen per open stemming; is van mening dat een transparante procedure de verantwoordingsplicht van de raad van bestuur zal versterken;

    9.

    neemt goede nota van alle nieuwe beleidslijnen, regels, uitvoeringsvoorschriften en acties die sinds 2007 zijn opgesteld om belangenvermenging tussen wetenschappelijke deskundigen en personeel te voorkomen; is ingenomen met de gedragscode van de raad van bestuur van de Autoriteit en met zijn actieve aanpak om de belangenverklaringen van zijn leden te beoordelen, alsook met de in juli 2012 ingevoerde nieuwe regels om na te gaan of er sprake is van belangenconflicten, die reeds proactief werden gebruikt bij de nieuwe samenstelling van de wetenschappelijke panels; is vast van plan de gevolgen van deze acties te controleren; blijft de uitvoerend directeur op regelmatige basis uitnodigen voor een gedachtewisseling om de uitwisseling van informatie te bevorderen, ook via de onder zijn leden aangestelde contactpersoon en via een bezoek aan de Autoriteit om de twee jaar; herinnert eraan dat het laatste bezoek plaatsvond in mei 2012;

    10.

    neemt er nota van dat het nieuwe beleid van de Autoriteit inzake „onafhankelijkheid en wetenschappelijke besluitvormingsprocessen” en de uitvoeringsbepalingen daarvan die in juli 2012 van kracht zijn geworden en dat de nieuwe definitie van belangenconflicten van de Autoriteit verenigbaar is met de OESO-richtsnoeren; verneemt van de Autoriteit dat haar praktische aanpak indien een deskundige de regels van het onafhankelijkheidsbeleid schendt, een uitsluiting voor een periode van 5 jaar omvat; stelt voor om een definitieve reeks evenredige sancties op te nemen in de uitvoeringsbepalingen van het onafhankelijkheidsbeleid;

    11.

    wijst erop dat de Autoriteit een evaluatie van haar onafhankelijkheidsbeleid heeft gepland tegen het einde van 2013 en zich ertoe heeft verbonden om onder meer te overwegen om de resultaten van de vertrouwensbreukprocedures te publiceren, met inbegrip van de resultaten van de procedure ter controle van de wetenschappelijke integriteit, om het mandaat van haar comité voor belangenconflicten te verruimen en te versterken, bijvoorbeeld via een soortgelijk mandaat voor het comité voor ethische normen en preventie van belangenconflicten van het Franse agentschap voor voedsel, milieu en veiligheid en gezondheid op het werk (ANSES); verwacht van de Autoriteit dat zij de kwijtingsautoriteit hiervan in kennis stelt voor aanvang van de volgende kwijtingprocedure;

    12.

    moedigt de Autoriteit aan om haar onafhankelijkheidsbeleid verder te versterken en om te overwegen voorschriften vast te stellen, waaronder sancties en het publiceren van het curriculum vitae en de belangenverklaringen van de interne deskundigen en wetenschappers;

    13.

    is er stellig van overtuigd dat de nodige maatregelen moeten worden genomen wanneer er zich gevallen van niet-naleving van de bestaande regels voordoen; vindt dat in deze gevallen de Autoriteit een actieplan moet opstellen, met een nauwkeurig tijdschema, om de tekortkomingen te verhelpen, dat de uitvoering ervan gecontroleerd moet worden door het Europees Parlement en dat deze problemen moeten aangepakt worden door de huidige regels en regelgeving te veranderen teneinde de mogelijke lacunes weg te werken;

    14.

    neemt nota van de verklaring van de Autoriteit dat zij op 4 juli 2012 een beleid heeft aangenomen inzake geschenken en officiële ontvangsten; looft dit initiatief en roept de Autoriteit op om het beleid te publiceren op haar website;

    15.

    wijst erop dat de Autoriteit, voorzien voor 1 oktober 2012, haar eerste beoordeling van een steekproef van belangenverklaringen zal starten om na te gaan of die overeenstemmen met haar pas vastgestelde onafhankelijkheidsbeleid en uitvoeringsbepalingen; verwacht van de Autoriteit dat zij de conclusies van die evaluatie uiterlijk op 1 maart 2013 deelt met de kwijtingsautoriteit zodat er rekening mee kan worden gehouden in de volgende kwijtingsprocedure;

    16.

    is de Autoriteit erkentelijk voor haar inzet om samen te werken met de Commissie om de bepalingen voor volledige openbare toegang tot niet-gepubliceerde onverwerkte gegevens vast te stellen;

    17.

    merkt op dat acht van de panels van de Autoriteit plus haar wetenschappelijk comité in juni 2012 opnieuw zijn samengesteld; is ingenomen met de publicatie van de belangenverklaringen van de nieuw aangestelde deskundigen op de website van de Autoriteit, maar stelt vast dat sommige cv’s nog niet beschikbaar zijn; roept de Autoriteit op om alle cv’s voor 1 januari 2013 te publiceren;

    18.

    merkt op dat 37 deskundigen van twee panels in 2011 zijn aangesteld, vóór de goedkeuring van het nieuwe beleid van de Autoriteit inzake onafhankelijkheid en wetenschappelijke besluitvormingsprocessen; stemt daarom in met het initiatief van de Autoriteit om hun belangenverklaringen vóór 31 oktober 2012 te toetsen aan het nieuwe beleid en de nieuwe uitvoeringsbepalingen; verzoekt de Autoriteit om de kwijtingsautoriteit voor aanvang van de nieuwe kwijtingprocedure in kennis te stellen van de resultaten van het screeningsproces;

    19.

    verzoekt de Autoriteit om in haar jaarlijkse activiteitenverslagen een specifiek onderdeel op te nemen waarin wordt beschreven welke maatregelen zijn genomen om belangenconflicten te voorkomen en te beheersen, waarin onder meer het volgende moet worden vermeld:

    het aantal geverifieerde vermoedelijke gevallen van belangenconflicten,

    het aantal „draaideurgevallen”,

    de maatregelen die voor elke categorie gevallen zijn genomen,

    het aantal vertrouwensbreukprocedures dat is opgestart en het resultaat daarvan,

    de opgelegde sancties;

    20.

    moedigt de Autoriteit aan om de openheid en transparantie van het risicobeoordelingsproces te verbeteren, meer rekening te houden met onafhankelijke, peer-reviewed wetenschappelijke literatuur en gedetailleerde motiveringen te geven wanneer zij afwijkende standpunten verwerpt; moedigt de Autoriteit aan om de dialoog en de samenwerking met externe deskundigen en nationale agentschappen te intensiveren, met name wanneer die er een ander standpunt op na houden met betrekking tot een specifiek risicobeoordelingsproces;

    21.

    is in het algemeen verheugd over de gezamenlijke verklaring en de daarbij gevoegde gemeenschappelijke aanpak over gedecentraliseerde agentschappen, die bepaalde elementen die voor de kwijtingsprocedure van belang zijn aanpakt en behandelt; en gelooft dat in de routekaart over de follow-up van de gemeenschappelijke aanpak, die door de Commissie tegen eind 2012 moet worden gepresenteerd, ten volle rekening zal worden gehouden met deze punten;

    22.

    verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingbesluit naar zijn resolutie van 10 mei 2012 (6) over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op de agentschappen.


    (1)  PB C 366 van 15.12.2011, blz. 106.

    (2)  PB L 286 van 17.10.2012, blz. 367.

    (3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

    (4)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.

    (5)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

    (6)  PB L 286 van 17.10.2012, blz. 388.


    Top