Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009E0129

Gemeenschappelijk Optreden 2009/129/GBVB van de Raad van 16 februari 2009 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

PB L 46 van 17.2.2009, p. 40–42 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/03/2010

ELI: http://data.europa.eu/eli/joint_action/2009/129/oj

17.2.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 46/40


GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN 2009/129/GBVB VAN DE RAAD

van 16 februari 2009

houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14, artikel 18, lid 5, en artikel 23, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 17 oktober 2005 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2005/724/GBVB (1) vastgesteld houdende benoeming van de heer Erwan FOUÉRÉ tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

(2)

Op 18 februari 2008 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2008/129/GBVB (2) vastgesteld houdende verlenging van het mandaat van de SVEU tot en met 28 februari 2009.

(3)

Uit een evaluatie van Gemeenschappelijk Optreden 2008/129/GBVB blijkt dat het mandaat van de SVEU moet worden verlengd tot en met 30 september 2009,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:

Artikel 1

Speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie

Het mandaat van de heer Erwan FOUÉRÉ als speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië wordt verlengd tot en met 30 september 2009.

Artikel 2

Beleidsdoelstelling

Het mandaat van de SVEU is gebaseerd op de beleidsdoelstelling van de Europese Unie in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, namelijk bij te dragen tot de consolidatie van het vreedzame politieke proces en de volledige uitvoering van de kaderovereenkomst van Ohrid, en aldus nieuwe vooruitgang in de richting van Europese integratie door middel van het stabilisatie- en associatieproces te bevorderen.

De SVEU steunt het werk van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger (SG/HV) in het gebied.

Artikel 3

Mandaat

Ter verwezenlijking van deze beleidsdoelstelling krijgt de SVEU het mandaat om:

a)

nauwe contacten te onderhouden met de regering van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de andere partijen die bij het politieke proces betrokken zijn;

b)

advies en bevorderingsmaatregelen van de Europese Unie voor het politieke proces aan te bieden;

c)

de inspanningen van de internationale gemeenschap, ter ondersteuning van de uitvoering en instandhouding van de bepalingen van de kaderovereenkomst van 13 augustus 2001, zoals vastgelegd in de overeenkomst en de bijlagen daarbij, te coördineren;

d)

veiligheids- en etnische aangelegenheden nauwlettend te volgen en daarover verslag uit te brengen, en hiertoe in verbinding te treden met alle betrokken organen;

e)

bij te dragen tot de ontwikkeling en de consolidatie van de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, in overeenstemming met het mensenrechtenbeleid en de richtsnoeren van de Europese Unie voor de mensenrechten.

Artikel 4

Uitvoering van het mandaat

1.   De SVEU is onder het gezag en de operationele leiding van de SG/HV verantwoordelijk voor de uitvoering van het mandaat.

2.   Het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) onderhoudt een bevoorrechte relatie met de SVEU en vormt het eerste contactpunt met de Raad. Het PVC zorgt binnen het kader van het mandaat voor strategische richtsnoeren en politieke aansturing ten behoeve van de SVEU.

Artikel 5

Financiering

1.   Het financieel referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met het mandaat van de SVEU voor de periode van 1 maart 2009 tot en met 30 september 2009 bedraagt 305 000 EUR.

2.   Uitgaven die uit het in lid 1 genoemde bedrag worden gefinancierd, komen voor financiering in aanmerking vanaf 1 maart 2009. De uitgaven worden beheerd volgens de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.

3.   Voor het uitgavenbeheer wordt een overeenkomst gesloten tussen de SVEU en de Commissie. De SVEU legt van alle uitgaven verantwoording af aan de Commissie.

Artikel 6

Vorming en samenstelling van het team

1.   Binnen de grenzen van zijn mandaat en de daartoe vrijgemaakte financiële middelen is de SVEU verantwoordelijk voor het samenstellen van zijn team, in overleg met het voorzitterschap, bijgestaan door de SG/HV, en in volledige samenspraak met de Commissie. In het team dient de door het mandaat vereiste deskundigheid inzake specifieke beleidsvraagstukken aanwezig te zijn. De SVEU houdt de SG/HV, het voorzitterschap en de Commissie op de hoogte van de samenstelling van zijn team.

2.   De lidstaten en de instellingen van de Europese Unie kunnen voorstellen personeel te detacheren bij de SVEU. De bezoldiging van het personeel dat door een lidstaat of een instelling van de Europese Unie bij de SVEU wordt gedetacheerd, komt ten laste van de betrokken lidstaat of instelling van de Europese Unie. Door de lidstaten bij het secretariaat-generaal van de Raad gedetacheerde deskundigen kunnen ook ter beschikking van de SVEU worden gesteld. Internationaal aangeworven personeel moet de nationaliteit van een EU-lidstaat hebben.

3.   Al het gedetacheerde personeel blijft onder het administratieve gezag van de detacherende lidstaat of EU-instelling en voert zijn taken uit en handelt in het belang van de missie van de SVEU.

Artikel 7

Voorrechten en immuniteiten van de SVEU en zijn personeel

De voorrechten, immuniteiten en andere garanties die noodzakelijk zijn voor de uitvoering en het goede verloop van de missie van de SVEU en van zijn medewerkers, worden met de ontvangende partij(en) naargelang het geval overeengekomen. De lidstaten en de Commissie verlenen daartoe alle nodige steun.

Artikel 8

Beveiliging van gerubriceerde gegevens

De SVEU en de leden van zijn team leven de beveiligingsbeginselen en -minimumnormen na die zijn vastgelegd in Besluit 2001/264/EG van de Raad van 19 maart 2001 tot vaststelling van beveiligingsvoorschriften van de Raad (3), met name wanneer zij gerubriceerde EU-gegevens behandelen.

Artikel 9

Toegang tot informatie en logistieke steun

1.   De lidstaten, de Commissie en het secretariaat-generaal van de Raad zorgen ervoor dat de SVEU toegang krijgt tot alle relevante informatie.

2.   Het voorzitterschap, de Commissie en/of de lidstaten, naargelang het geval, verlenen logistieke steun in de regio.

Artikel 10

Veiligheid

Overeenkomstig het beleid van de Europese Unie inzake de veiligheid van personeel dat op grond van titel V van het Verdrag wordt ingezet in operaties buiten de Europese Unie, neemt de SVEU alle redelijkerwijs uitvoerbare maatregelen voor de beveiliging van het personeel dat rechtstreeks onder zijn gezag staat, in overeenstemming met zijn mandaat en de veiligheidssituatie in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is:

a)

hij stelt op basis van de richtsnoeren van het secretariaat-generaal van de Raad een missiespecifiek veiligheidsplan op, dat onder meer missiespecifieke fysieke, organisatorische en procedurele beveiligingsmaatregelen voor het beheer van personeelsbewegingen naar en binnen het missiegebied, het beheer van veiligheidsincidenten en een nood- en evacuatieplan van de missie behelst;

b)

hij zorgt ervoor dat alle buiten de Europese Unie ingezette personeelsleden gedekt zijn door een op de omstandigheden in het missiegebied afgestemde verzekering tegen grote risico’s;

c)

hij zorgt ervoor dat alle buiten de Europese Unie ingezette leden van zijn team, ook het ter plaatse aangeworven personeel, voor of bij aankomst in het missiegebied een passende beveiligingsopleiding hebben genoten waarvan de inhoud is bepaald op basis van de risicoklasse waarin het secretariaat-generaal van de Raad het missiegebied heeft ingedeeld;

d)

hij zorgt ervoor dat alle naar aanleiding van geregelde beveiligingsbeoordelingen overeengekomen aanbevelingen worden opgevolgd, en hij brengt schriftelijk verslag uit over de uitvoering daarvan en over andere veiligheidskwesties, zulks in het kader van zijn tussentijds verslag en zijn verslag over de uitvoering van het mandaat aan de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, de Raad en de Commissie.

Artikel 11

Rapportage

De SVEU brengt geregeld mondeling en schriftelijk verslag uit aan de SG/HV en aan het PVC. De SVEU brengt zo nodig ook verslag uit aan de groepen. De geregelde schriftelijke verslagen worden verspreid via het COREU-netwerk. Op aanbeveling van de SG/HV en het PVC kan de SVEU ook verslag uitbrengen aan de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen.

Artikel 12

Coördinatie

De SVEU bevordert de algehele politieke coördinatie van de Europese Unie. Hij helpt ervoor te zorgen dat alle EU-instrumenten ter plaatse op coherente wijze worden ingezet om de beleidsdoelstellingen van de Europese Unie te verwezenlijken. Daartoe worden de activiteiten van de SVEU gecoördineerd met die van het voorzitterschap en de Commissie, en in voorkomend geval met die van de andere SVEU’s die actief zijn in de regio. De SVEU brengt regelmatig verslag uit aan de missies van de lidstaten en de delegaties van de Commissie.

Ter plaatse worden nauwe contacten onderhouden met het voorzitterschap, de Commissie en de missiehoofden van de lidstaten, die alles doen wat in hun vermogen ligt om de SVEU bij te staan in de uitvoering van zijn mandaat. De SVEU onderhoudt eveneens contacten met andere internationale en regionale actoren ter plaatse.

Artikel 13

Herziening

De uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden en de samenhang ervan met andere bijdragen van de Europese Unie in de regio worden op gezette tijden getoetst. De SVEU legt de SG/HV, de Raad en de Commissie vóór eind juni 2009 een uitvoerig verslag over de uitvoering van het mandaat voor. Dit verslag vormt de basis voor de beoordeling van dit gemeenschappelijk optreden in de bevoegde groepen en door het PVC. In het kader van de algemene inzetprioriteiten doet de SG/HV aanbevelingen aan het PVC voor een beslissing van de Raad tot verlenging, wijziging of beëindiging van het mandaat.

Artikel 14

Inwerkingtreding

Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Artikel 15

Bekendmaking

Dit gemeenschappelijk optreden wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 16 februari 2009.

Voor de Raad

De voorzitter

O. LIŠKA


(1)  PB L 272 van 18.10.2005, blz. 26.

(2)  PB L 43 van 19.2.2008, blz. 19.

(3)  PB L 101 van 11.4.2001, blz. 1.


Top