Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008D0318

    2008/318/EG: Beschikking van de Raad van 7 april 2008 waarbij Italië wordt gemachtigd om in bepaalde geografische gebieden een verlaagd belastingtarief toe te passen op gasolie en lpg voor verwarmingsdoeleinden in overeenstemming met artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG

    PB L 109 van 19.4.2008, p. 27–29 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2012

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2008/318/oj

    19.4.2008   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 109/27


    BESCHIKKING VAN DE RAAD

    van 7 april 2008

    waarbij Italië wordt gemachtigd om in bepaalde geografische gebieden een verlaagd belastingtarief toe te passen op gasolie en lpg voor verwarmingsdoeleinden in overeenstemming met artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG

    (Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek)

    (2008/318/EG)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (1), en met name op artikel 19, lid 1,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij artikel 18, lid 1, van Richtlijn 2003/96/EG in samenhang met bijlage II bij die richtlijn was Italië gemachtigd om in bepaalde „bijzonder benadeelde gebieden” een verlaagd accijnstarief toe te passen op huisbrandolie en lpg voor verwarmingsdoeleinden. Deze derogatie gold tot 31 december 2006.

    (2)

    Bij brief van 17 oktober 2006 hebben de Italiaanse autoriteiten op grond van artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG verzocht om in diezelfde gebieden een verlaagd belastingtarief te mogen toepassen op gasolie en lpg voor verwarmingsdoeleinden. Italië wenst ook na 31 december 2006 de regeling die het op grond van voornoemde derogatie mocht toepassen, voort te zetten. De machtiging waarom thans wordt verzocht, loopt van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2012.

    (3)

    Het Italiaanse grondgebied wordt gekenmerkt door zeer uiteenlopende klimatologische en geografische omstandigheden. In 1999 heeft Italië het normale accijnsniveau verhoogd in het kader van een hervorming van het belastingstelsel. Rekening houdende met de specifieke kenmerken van zijn grondgebied heeft Italië tegelijkertijd een verlaagd tarief voor gasolie en lpg vastgesteld om overdreven stookkosten bij de bewoners van bepaalde geografische gebieden ten dele te compenseren.

    (4)

    De belastingdifferentiatie moet zorgen voor meer gelijkheid tussen de bevolking van de betrokken gebieden en de rest van Italië door overdreven stookkosten te drukken. Om te bepalen welke gebieden voor de vermindering in aanmerking komen, heeft Italië zich gebaseerd op objectieve criteria die betrekking hebben op de klimatologische omstandigheden in het betrokken gebied en de toegang tot het aardgasnet. Laatstgenoemd criterium is een maatstaf voor de mate waarin de bevolking van het betrokken gebied uit verschillende brandstoffen kan kiezen.

    (5)

    De belastingvermindering geldt derhalve in de geografische gebieden (gemeenten) die aan de volgende voorwaarden voldoen: i) gemeenten die vallen in klimaatzone F als omschreven in presidentieel besluit nr. 412 van 1993 (2), dat wil zeggen gemeenten met meer dan 3 000„daggraden”; ii) gemeenten die vallen in klimaatzone E als omschreven in presidentieel besluit nr. 412 van 1993, dat wil zeggen gemeenten met 2 100 tot 3 000„daggraden” (3); iii) Sardinië en kleine eilanden (alle Italiaanse eilanden behalve Sicilië). Aangezien de aansluiting op het aardgasnet de extra stookkosten sterk zou verlagen en met name het aanbod van brandstoffen waaruit de consument kan kiezen, zou uitbreiden, zal de vermindering niet meer gelden voor de gemeenten van de bovengenoemde categorieën 2 en 3 zodra de aanleg van het aardgasnet er is voltooid.

    (6)

    De gemeenschappelijke factor van de betrokken gemeenten zijn de extra stookkosten ten opzichte van de rest van Italië. Voor de klimaatzones E en F komt de belastingvermindering overeen met gemiddeld 11 tot 12 % van de prijs van gasolie en lpg voor verwarmingsdoeleinden. Als gevolg van de klimatologische omstandigheden liggen de gemiddelde stookkosten in klimaatzone E 90 % en in klimaatzone F 170 % hoger dan het nationale gemiddelde. Voor de eilanden zijn de extra stookkosten in vergelijking met het Italiaanse vasteland te wijten aan hun geografische gesteldheid, de beperkte brandstofbevoorrading en extra transportkosten, hetgeen dus tot hogere brandstofprijzen leidt in vergelijking met het Italiaanse vasteland.

    (7)

    De belastingvermindering blijft in alle gevallen onder het bedrag van de extra stookkosten van de betrokken bevolking, waardoor overcompensatie wordt vermeden. De Italiaanse autoriteiten hebben met name verklaard dat de belastingvermindering niet verder gaat dan de extra kosten die in de zones E en F ontstaan als gevolg van het koudere klimaat. Wat de eilanden betreft, hebben zij verklaard dat de belastingvermindering de prijs van de brandstoffen in kwestie niet laat dalen onder het prijsniveau van diezelfde brandstoffen op het vasteland.

    (8)

    Het verlaagde belastingtarief blijft voor zowel gasolie als lpg hoger dan de in Richtlijn 2003/96/EG vastgestelde communautaire minimumbelastingniveaus.

    (9)

    De maatregel geldt alleen voor de verwarming van ruimten (zowel voor particulieren als bedrijven), met uitsluiting van iedere andere vorm van zakelijk gebruik van de genoemde producten.

    (10)

    De maatregel blijkt de mededinging niet te verstoren noch de werking van de interne markt te belemmeren, en hij wordt niet onverenigbaar geacht met het communautaire beleid op het gebied van milieu, energie en vervoer.

    (11)

    Overeenkomstig artikel 19, lid 2, van Richtlijn 2003/96/EG dient Italië derhalve te worden gemachtigd om in bepaalde geografische gebieden met hoge stookkosten, die in de bijlage bij deze beschikking nader zijn genoemd, tot en met 31 december 2012 een verlaagd belastingtarief toe te passen op gasolie en lpg voor verwarmingsdoeleinden.

    (12)

    Er moet voor worden gezorgd dat Italië de in deze beschikking bedoelde specifieke vermindering naadloos kan laten aansluiten op de regeling die werd toegepast voor 1 januari 2007 op grond van artikel 18 van Richtlijn 2003/96/EG in samenhang met bijlage II bij die richtlijn. De gevraagde machtiging moet daarom worden verleend met ingang van 1 januari 2007,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Italië wordt gemachtigd om een verlaagd belastingtarief toe te passen op gasolie en lpg, gebruikt voor het verwarmen van ruimten, in bepaalde geografische gebieden met hoge stookkosten, die in de bijlage bij deze beschikking nader zijn genoemd.

    Teneinde overcompensatie te vermijden, mag de vermindering niet hoger zijn dan de extra stookkosten in de betrokken gebieden.

    Het verlaagde tarief moet in overeenstemming zijn met de verplichtingen van Richtlijn 2003/96/EG van de Raad en met name de in artikel 9 van die richtlijn vastgestelde minimumbelastingniveaus.

    Artikel 2

    Het verbruik in de gemeenten die zijn gelegen in de onder punt 2 en punt 3 van de bijlage bij deze beschikking genoemde gebieden, komt slechts in aanmerking zolang de gemeente niet op het aardgasnet is aangesloten.

    Artikel 3

    Deze beschikking is van toepassing van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2012.

    Artikel 4

    Deze beschikking is gericht tot de Italiaanse Republiek.

    Gedaan te Luxemburg, 7 april 2008.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    R. ŽERJAV


    (1)  PB L 283 van 31.10.2003, blz. 51. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2004/75/EG (PB L 157 van 30.4.2004, blz. 100).

    (2)  Dit besluit verdeelt het Italiaanse grondgebied in zes klimaatzones (A tot en met F). De indeling is gebaseerd op de meeteenheid „daggraden”, waarbij voor het traditionele stookseizoen de som wordt gemaakt van de gemiddelde dagtemperaturen die verschillen van de optimale temperatuur van 20 °C. Hoe hoger het cijfer dat een gemeente behaalt, des te lager is de gemiddelde buitentemperatuur gedurende het stookseizoen.

    (3)  De „daggraden” van de overige klimaatzones zijn als volgt vastgesteld: zone A (minder dan 600), zone B (meer dan 600, maar niet meer dan 900), zone C (meer dan 900, maar niet meer dan 1 400) en zone D (meer dan 1 400, maar niet meer dan 2 100).


    BIJLAGE

    Overzicht van de geografische gebieden waarop deze beschikking betrekking heeft:

    gemeenten die vallen in klimaatzone F als omschreven in presidentieel besluit nr. 412 van 26 augustus 1993;

    gemeenten die vallen in klimaatzone E als omschreven in presidentieel besluit nr. 412 van 26 augustus 1993;

    gemeenten op Sardinië en kleine eilanden (alle Italiaanse eilanden behalve Sicilië).


    Top