EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32007D0707

2007/707/EG: Beschikking van de Commissie van 30 oktober 2007 betreffende de toewijzing aan Duitsland van drie extra zeedagen in het kader van een programma voor versterkt toezicht door waarnemers overeenkomstig bijlage IIA bij Verordening (EG) nr. 41/2007 van de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 5221)

PB L 287 van 1.11.2007, p. 23–24 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2007/707/oj

1.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 287/23


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 30 oktober 2007

betreffende de toewijzing aan Duitsland van drie extra zeedagen in het kader van een programma voor versterkt toezicht door waarnemers overeenkomstig bijlage IIA bij Verordening (EG) nr. 41/2007 van de Raad

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 5221)

(Alleen de tekst in de Duitse taal is authentiek)

(2007/707/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 41/2007 van de Raad van 21 december 2006 tot vaststelling, voor 2007, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften (1), en met name op de punten 11.1 en 11.3 van bijlage IIA,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 41/2007 zijn voor het jaar 2007 de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden, alsmede de voorschriften voor de benutting van die vangstmogelijkheden vastgesteld.

(2)

In bijlage IIA bij Verordening (EG) nr. 41/2007 is het maximum aantal dagen per jaar vastgesteld waarop een vissersvaartuig van de Gemeenschap dat vistuig als bedoeld in punt 4.1 van die bijlage aan boord heeft, zich in een van de in punt 2.1 van die bijlage omschreven geografische gebieden mag bevinden.

(3)

Op grond van bijlage IIA kan de Commissie, op basis van een programma voor versterkt toezicht door waarnemers in het kader van een partnerschap tussen de wetenschap en de visserijsector, drie extra zeedagen in die gebieden toewijzen voor vaartuigen die vistuig aan boord hebben als bedoeld in punt 4.1 van die bijlage.

(4)

Op 1 maart 2007 heeft Duitsland bij de Commissie een programma voor versterkt toezicht door waarnemers in het kader van een partnerschap tussen de wetenschap en de visserijsector ingediend.

(5)

Het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij heeft, nadat het overeenkomstig punt 11.3 van bijlage IIA bij Verordening (EG) nr. 41/2007 werd geraadpleegd, het belang bevestigd van dit programma, dat een aanvulling vormt op wat vereist is bij Verordening (EG) nr. 1543/2000 van de Raad van 29 juni 2000 tot instelling van een communautair kader voor het verzamelen en beheren van gegevens die essentieel zijn voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (2).

(6)

Gezien het op 1 maart 2007 ingediende programma moeten aan Duitsland voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 januari 2008 drie extra zeedagen worden toegekend voor vaartuigen die betrokken zijn bij het ingediende programma voor versterkt toezicht door waarnemers.

(7)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de visserij en de aquacultuur,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Voor de vaartuigen die de vlag van Duitsland voeren en betrokken zijn bij het programma voor versterkt toezicht door waarnemers dat op 1 maart 2007 bij de Commissie is ingediend, wordt het in tabel I van bijlage IIA bij Verordening (EG) nr. 41/2007 vastgestelde maximum aantal dagen waarop die vaartuigen zich in een van de in punt 2.1 van die bijlage omschreven geografische gebieden mogen bevinden, verhoogd met drie extra dagen voor vaartuigen die vistuig aan boord hebben als bedoeld in punt 4.1 van die bijlage.

Artikel 2

1.   Zeven dagen na de bekendmaking van deze beschikking in het Publicatieblad van de Europese Unie dient Duitsland bij de Commissie een volledige lijst in van de vaartuigen die geselecteerd zijn voor de bemonsteringsplannen in verband met het in artikel 1 bedoelde programma voor versterkt toezicht door waarnemers.

2.   Alleen vaartuigen die voor die bemonsteringsplannen geselecteerd zijn en daaraan deelnemen tot het einde van het in artikel 1 bedoelde programma voor versterkt toezicht door waarnemers, komen in aanmerking voor de toewijzing van drie extra dagen waarin dat artikel voorziet.

Artikel 3

Twee maanden na afloop van het in artikel 1 bedoelde programma voor versterkt toezicht door waarnemers dient Duitsland bij de Commissie een verslag in over de resultaten van dat programma voor de soorten en de gebieden waarop dat programma betrekking had.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland.

Gedaan te Brussel, 30 oktober 2007.

Voor de Commissie

Joe BORG

Lid van de Commissie


(1)  PB L 15 van 20.1.2007, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 898/2007 van de Commissie (PB L 196 van 28.7.2007, blz. 22).

(2)  PB L 176 van 15.7.2000, blz. 1.


Top