This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32006R2038
Regulation (EC) No 1891/2006 of the European Parliament and of the Council of 18 December 2006 on multiannual funding for the action of the European Maritime Safety Agency in the field of response to pollution caused by ships and amending Regulation (EC) No 1406/2002 (Text with EEA relevance)
Verordening (EG) nr. 1891/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 over meerjarenfinanciering voor de acties van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid op het gebied van de bestrijding van door schepen veroorzaakte verontreiniging en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1406/2002 (Voor de EER relevante tekst)
Verordening (EG) nr. 1891/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 over meerjarenfinanciering voor de acties van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid op het gebied van de bestrijding van door schepen veroorzaakte verontreiniging en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1406/2002 (Voor de EER relevante tekst)
PB L 394 van 30.12.2006, p. 1–4
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(BG, RO, HR)
In force
30.12.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 394/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 1891/2006 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 18 december 2006
over meerjarenfinanciering voor de acties van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid op het gebied van de bestrijding van door schepen veroorzaakte verontreiniging en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1406/2002
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 80, lid 2,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Na raadpleging van het Comité van de Regio's,
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Sommige bilaterale en regionale overeenkomsten tussen kuststaten, zoals de Overeenkomst van Helsinki uit 1992 en die van Barcelona uit 1976, voorzien in onderlinge bijstand in het geval van ongevallen die verontreiniging van de zee tot gevolg hebben. |
(2) |
Bij Verordening (EG) nr. 1406/2002 (3) wordt een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid opgericht (hierna: „het Agentschap”) om een hoog, uniform en efficiënt niveau van veiligheid op zee en van voorkoming van verontreiniging door schepen te waarborgen. |
(3) |
Naar aanleiding van recente ongevallen in de communautaire wateren, met name die met de olietankers „Erika” en „Prestige”, is het Agentschap bij Verordening (EG) nr. 724/2004, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1406/2002, belast met nieuwe taken op het gebied van de voorkoming en bestrijding van door schepen veroorzaakte verontreiniging. |
(4) |
Om deze nieuwe taken te kunnen uitvoeren heeft de Raad van Bestuur van het Agentschap op 22 oktober 2004 een Actieplan inzake de paraatheid voor en bestrijding van verontreiniging (hierna: „het Actieplan”) goedgekeurd, waarin de activiteiten van het Agentschap op het gebied van oliebestrijding zijn vastgelegd; in dit Actieplan wordt ernaar gestreefd optimaal gebruik te maken van de financiële middelen waarover het Agentschap beschikt. |
(5) |
De in het Actieplan gedefinieerde verontreinigingsbestrijdingsactiviteiten van het Agentschap hebben betrekking op activiteiten op het gebied van informatie, samenwerking en coördinatie en, met name, operationele bijstand aan de lidstaten door op verzoek aanvullende verontreinigingsbestrijdingsvaartuigen ter beschikking te stellen voor het bestrijden van olieverontreiniging en andere vormen van verontreiniging, zoals die welke wordt veroorzaakt door gevaarlijke en schadelijke stoffen. Het Agentschap dient in het bijzonder aandacht te besteden aan die gebieden die als het meest kwetsbaar zijn geïdentificeerd, zonder enig ander gebied dat aandacht verdient te verwaarlozen. |
(6) |
De werkzaamheden van het Agentschap ontslaan de kuststaten niet van hun verantwoordelijkheid om zich van doeltreffende bestrijdingsmethoden tegen vervuiling te voorzien, en dienen de bestaande samenwerkingsregelingen tussen de lidstaten of groepen lidstaten in acht te nemen. Bij een voorval met verontreiniging van de zee dient het Agentschap de getroffen lidstaat/lidstaten bij te staan, die de leiding van de opruimingsoperaties op zich neemt/nemen. |
(7) |
Het Agentschap dient overeenkomstig het Actieplan een actieve rol te spelen bij de ontwikkeling van een gecentraliseerde satellietbeeldvormingsdienst ten behoeve van de bewaking, de vroegtijdige opsporing van verontreiniging en de identificatie van de hiervoor verantwoordelijke schepen. Met dit nieuwe systeem zullen er meer gegevens beschikbaar zijn en zal de bestrijding van door schepen veroorzaakte verontreiniging efficiënter kunnen gebeuren. |
(8) |
Deze aanvullende middelen moeten door het Agentschap ter beschikking van de lidstaten worden gesteld via het communautair mechanisme ter vergemakkelijking van versterkte samenwerking bij bijstandsinterventies in het kader van civiele bescherming, waaronder gevallen van accidentele zeeverontreiniging, vastgesteld bij Beschikking 2001/792/EG, Euratom van de Raad (4). |
(9) |
Om te garanderen dat het Actieplan nauwgezet wordt uitgevoerd en om de voorkoming en bestrijding van door schepen veroorzaakte verontreiniging te versterken door de actuele activiteiten ter bestrijding van verontreiniging uit te breiden, moet worden voorzien in een uitvoerbaar en rendabel systeem waarmee het Agentschap met name zijn operationele bijstand aan de lidstaten kan financieren. |
(10) |
Daarom moeten, op basis van een meerjarige verbintenis, financiële garanties worden gegeven voor de uitvoering van de taken waarmee het Agentschap is belast op het gebied van de bestrijding van verontreiniging en andere aanverwante acties. De jaarlijkse bedragen van de communautaire bijdrage moeten overeenkomstig de geldende procedures worden vastgesteld. |
(11) |
De bedragen die worden toegekend voor de financiering van verontreinigingsbestrijding moeten betrekking hebben op de periode 2007-2013, overeenkomstig de nieuwe financiële vooruitzichten. |
(12) |
Voor diezelfde periode moet worden voorzien in financiële middelen voor de uitvoering van het Actieplan. |
(13) |
De financiële middelen dienen als minimum te worden beschouwd dat voor de uitvoering van de taken van het Agentschap bij het bestrijden van door schepen veroorzaakte verontreiniging noodzakelijk is. |
(14) |
Om de financiële toewijzing te optimaliseren en te kunnen inspelen op veranderingen in de activiteiten van het bestrijden van door schepen veroorzaakte verontreiniging, moet de specifieke behoefte aan actie permanent worden gevolgd zodat de jaarlijkse financiële verbintenissen kunnen worden aangepast. |
(15) |
De raad van bestuur van het Agentschap moet de budgettaire verbintenissen derhalve herzien op basis van een verslag van de uitvoerend directeur, zodat de begroting van het Agentschap waar nodig kan worden bijgesteld. Verordening (EG) nr. 1406/2002 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Doel
In deze verordening zijn nauwkeurig de regelingen voor de financiële bijdrage van de Gemeenschap tot de begroting van het Europees Agentschap voor de maritieme veiligheid vastgesteld, met name voor de uitvoering van de taken waarmee het Agentschap is belast op het gebied van de bestrijding van door schepen veroorzaakte verontreiniging en aanverwante activiteiten, overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1406/2002.
Artikel 2
Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
(a) |
„het Agentschap”: het Europees Agentschap voor de maritieme veiligheid, opgericht bij Verordening (EG) nr. 1406/2002; |
(b) |
„regionale overeenkomsten”: bilaterale en regionale overeenkomsten die zijn gesloten tussen kuststaten met het oog op wederzijdse bijstand in het geval van ongevallen die verontreiniging van de zee tot gevolg hebben; |
(c) |
„olie”: petroleum in enige vorm, met inbegrip van ruwe olie, stookolie, bezinksel, olieafval en geraffineerde producten, zoals bedoeld in het Internationaal Verdrag inzake de voorbereiding op, de bestrijding van en de samenwerking bij olieverontreiniging, 1990; |
(d) |
„gevaarlijke en schadelijke stoffen”: elke stof andere dan olie waarbij, indien deze in zee terechtkomt, het risico bestaat dat deze gevaren voor de menselijke gezondheid oplevert, levende hulpbronnen en zeeorganismen aantast, faciliteiten beschadigt of een belemmering vormt voor andere vormen van legitiem gebruik van de zee, zoals bedoeld in het Protocol inzake de voorbereiding op, de bestrijding van en de samenwerking bij verontreiniging door gevaarlijke en schadelijke stoffen, 2000. |
Artikel 3
Toepassingsgebied
De in artikel 1 vermelde financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt aan het Agentschap verstrekt om acties zoals die genoemd in het Actieplan en op de volgende gebieden te financieren:
(a) |
informatie en het verzamelen, analyseren en verspreiden van beste praktijken, technieken en innovaties, zoals apparatuur voor toezicht op het leegmaken van tanks, op het vlak van de bestrijding van door schepen veroorzaakte verontreiniging; |
(b) |
samenwerking en coördinatie en het verstrekken van technische en wetenschappelijke bijstand aan de lidstaten en de Commissie in het kader van de activiteiten van de relevante regionale overeenkomsten; |
(c) |
operationele bijstand en het op verzoek aanvullende middelen verstrekken ter ondersteuning van de acties van de lidstaten ter bestrijding van opzettelijke of accidentele verontreiniging door schepen. |
Artikel 4
Communautaire financiering
Voor de uitvoering van de in artikel 3 vermelde taken tussen 1 januari 2007 en 31 december 2013 verstrekt de Gemeenschap een referentiebedrag van 154 000 000 EUR.
De jaarlijkse kredieten moeten binnen de grenzen van het financieel kader door de begrotingsautoriteit worden vastgesteld, waarbij de noodzakelijke financiering van de operationele bijstand aan de lidstaten overeenkomstig artikel 3, onder c) gewaarborgd moet zijn.
Artikel 5
Inventaris
Om de behoefte aan operationele bijstand, zoals aanvullende vaartuigen voor verontreinigingsbestrijding, van het Agentschap aan de lidstaten te kunnen vaststellen, is het belangrijk dat het Agentschap regelmatig een inventaris opmaakt van de mechanismen voor verontreinigingsbestrijding — zowel commercieel als van overheidswege — in de verschillende gebieden van de Europese Unie, alsmede van hun bestrijdingscapaciteit.
Artikel 6
Bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap
1. De Commissie en het Agentschap zien erop toe dat bij de tenuitvoerlegging van uit hoofde van deze verordening gefinancierde acties de financiële belangen van de Gemeenschap worden gevrijwaard door de toepassing van maatregelen ter voorkoming van fraude, corruptie en andere illegale handelingen, zulks door de uitvoering van doeltreffende controles en de terugvordering van de ten onrechte uitbetaalde bedragen en, indien onregelmatigheden worden vastgesteld, door doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties, overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad (5), Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad (6) en Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad (7).
2. Voor de uit hoofde van deze verordening gefinancierde communautaire maatregelen wordt onder onregelmatigheid in de zin van artikel 1, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 verstaan elke schending van een bepaling van het Gemeenschapsrecht of niet-nakoming van een contractuele verplichting als gevolg van een handelen of nalaten van de contractant die een nadelig effect heeft of zou hebben op de algemene begroting van de Europese Unie of op de Unie beheerde budgetten door een ongerechtvaardigde uitgave.
3. De Commissie en het Agentschap zorgen er in het kader van hun respectieve bevoegdheden voor dat bij de financiering van communautaire acties krachtens deze verordening een optimale kosteneffectiviteit wordt bereikt.
Artikel 7
Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1406/2002
Verordening (EG) nr. 1406/2002 wordt als volgt gewijzigd:
(a) |
Aan artikel 10, lid 2, wordt het volgende punt toegevoegd:
|
(b) |
Aan artikel 15, lid 2, wordt het volgende punt toegevoegd:
|
Artikel 8
Evaluatie na halve looptijd
Uiterlijk 31 december 2010 dient de Commissie, op basis van de door het Agentschap verstrekte informatie, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de uitvoering van deze verordening. In het verslag, dat wordt opgesteld onverminderd de rol van de raad van bestuur van het Agentschap, wordt uiteengezet welke resultaten zijn bereikt met de in artikel 4 vermelde communautaire bijdrage en worden meer bepaald de verbintenissen en uitgaven voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2009 vermeld.
Op basis van dit verslag stelt de Commissie, indien nodig, relevante wijzigingen aan deze verordening voor om rekening te houden met de wetenschappelijke vooruitgang op het vlak van bestrijding van verontreiniging door schepen, met inbegrip van verontreiniging veroorzaakt door olie of gevaarlijke en schadelijke stoffen.
Artikel 9
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 18 december 2006.
Voor het Europees Parlement
De Voorzitter
J. BORRELL FONTELLES
Voor de Raad
De Voorzitter
J.-E ENESTAM
(1) PB C 28 van 3.2.2006, blz. 16.
(2) Standpunt van het Europees Parlement van 5 september 2006, (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en Besluit van de Raad van 18 december 2006.
(3) PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 724/2004 (PB L 129 van 29.4.2004, blz. 1).
(4) PB L 297 van 15.11.2001, blz. 7.
(5) Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1).
(6) Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).
(7) Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1).
(8) PB L 394, 30.12.2006, p. 1;”