EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006R1649

Verordening (EG) nr. 1649/2006 van de Commissie van 8 november 2006 met betrekking tot de toepassing van de laagste restitutievoet bij uitvoer van bepaalde producten van de sector eieren en de sector slachtpluimvee (Gecodificeerde versie)

PB L 309 van 9.11.2006, p. 6–8 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 348M van 24.12.2008, p. 820–824 (MT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2006/1649/oj

9.11.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/6


VERORDENING (EG) Nr. 1649/2006 VAN DE COMMISSIE

van 8 november 2006

met betrekking tot de toepassing van de laagste restitutievoet bij uitvoer van bepaalde producten van de sector eieren en de sector slachtpluimvee

(Gecodificeerde versie)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2771/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector eieren (1), en met name op artikel 9, lid 3,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2777/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee (2), en met name op artikel 9, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EEG) nr. 109/80 van de Commissie van 18 januari 1980 met betrekking tot de toepassing van de laagste restitutievoet bij uitvoer van bepaalde producten van de sector eieren en de sector slachtpluimvee (3) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (4). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan.

(2)

Voor naar bestemming gedifferentieerde restituties is in artikel 18, lid 1, van Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie van 15 april 1999 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen van het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwproducten (5) bepaald dat het gedeelte van de restitutie dat is berekend op grondslag van de laagste restitutievoet die van toepassing is op de dag waarop de douaneformaliteiten bij uitvoer worden vervuld, wordt betaald zodra het bewijs wordt geleverd dat het product het douanegebied van de Gemeenschap heeft verlaten.

(3)

Op grond van artikel 4, leden 1 en 7, en artikel 5, leden 1 en 3, van Verordening (EEG) nr. 565/80 van de Raad van 4 maart 1980 betreffende de vooruitbetaling van de uitvoerrestituties voor landbouwproducten (6) kan het gedeelte van de restitutie dat overeenkomt met de laagste voet worden betaald zodra het product onder het bij die verordening ingestelde bijzondere stelsel is gebracht.

(4)

In het kader van bijzondere regelingen met bepaalde derde landen kan de restitutievoet die geldt voor de uitvoer van bepaalde producten van de sector eieren en de sector slachtpluimvee naar deze landen, soms in belangrijke mate lager zijn dan het niveau van de normaal toegepaste restitutie. Het kan eveneens voorkomen dat geen restitutie wordt vastgesteld.

(5)

De laagste restitutievoet vloeit eveneens voort uit het feit dat geen restitutie wordt vastgesteld.

(6)

In de gevallen waarin voor uitvoer geen restitutie wordt vastgesteld, wordt door de in de Verenigde Staten getroffen maatregelen gegarandeerd dat de producten waarvoor voor andere bestemmingen een restitutie werd betaald, niet in dat land kunnen worden ingevoerd. Voorts is het dienstig een uitzondering te maken voor de vaststelling van de laagste restitutievoet voor uitvoer naar de Verenigde Staten. Uit de ervaring is gebleken dat voor de betrokken producten deze uitzondering niet alleen kan worden gemaakt voor de toepassing van artikel 18, lid 2, van Verordening (EG) nr. 800/1999, maar eveneens voor de toepassing van artikel 4, leden 1 en 7, en artikel 5, leden 1 en 3, van Verordening (EEG) nr. 565/80.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor eieren en slachtpluimvee,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het feit dat geen restitutie is vastgesteld voor de producten van de GN-codes 0105 11, 0105 12 , 0105 19, 0207 (met uitzondering van de GN-codes 0207 34, 0207 13 91, 0207 14 91, 0207 26 91, 0207 27 91, 0207 35 91, 0207 36 81, 0207 36 85 en 0207 36 89), 0407, 0408, 1602 32 en die naar de Verenigde Staten worden uitgevoerd, wordt niet in aanmerking genomen:

voor de vaststelling van de laagste restitutievoet in de zin van artikel 18, lid 2, van Verordening (EG) nr. 800/1999,

voor de toepassing van artikel 4, lid 7, en artikel 5, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 565/80.

Artikel 2

Verordening (EEG) nr. 109/80 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 november 2006.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 49. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 679/2006 (PB L 119 van 4.5.2006, blz. 1).

(2)  PB L 282 du 1.11.1975, p. 77. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 679/2006.

(3)  PB L 14 van 19.1.1980, blz. 30. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2916/95 (PB L 305 van 19.12.1995, blz. 49).

(4)  Zie bijlage I.

(5)  PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 671/2004 (PB L 105 van 14.4.2004, blz. 5).

(6)  PB L 62 van 7.3.1980, blz. 5. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 444/2003 van de Commissie (PB L 67 van 12.3.2003, blz. 3).


BIJLAGE I

INGETROKKEN VERORDENING MET DE ACHTEREENVOLGENDE WIJZIGINGEN ERVAN

Verordening (EEG) nr. 109/80 van de Commissie

(PB L 14 van 19.1.1980, blz. 30)

 

Verordening (EEG) nr. 1475/80

(PB L 147 van 13.6.1980, blz. 15)

Uitsluitend artikel 1, lid 3, tweede streepje

Verordening (EEG) nr. 3987/87

(PB L 376 van 31.12.1987, blz. 20)

Uitsluitend artikel 4

Verordening (EEG) nr. 1737/90

(PB L 161 van 27.6.1990, blz. 25)

 

Verordening (EEG) nr. 3779/90

(PB L 364 van 28.12.1990, blz. 9)

Uitsluitend artikel 2

Verordening (EG) nr. 2916/95

(PB L 305 van 19.12.1995, blz. 49)

Uitsluitend artikel 1, lid 1, tweede streepje, en artikel 1, lid 2, eerste streepje


BIJLAGE II

CONCORDANTIETABEL

Verordening (EEG) nr. 109/80

De onderhavige verordening

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 2

Artikel 3

Bijlage I

Bijlage II


Top