This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32005D0375
2005/375/EC: Commission Decision of 11 May 2005 amending Decision 90/255/EEC as regards the entry of male sheep and goats into an annex to the flock-book (notified under document number C(2005) 1409) (Text with EEA relevance)
2005/375/EG: Beschikking van de Commissie van 11 mei 2005 tot wijziging van Beschikking 90/255/EEG wat betreft de inschrijving van mannelijke schapen en geiten in een aanvullende afdeling van het stamboek (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 1409) (Voor de EER relevante tekst)
2005/375/EG: Beschikking van de Commissie van 11 mei 2005 tot wijziging van Beschikking 90/255/EEG wat betreft de inschrijving van mannelijke schapen en geiten in een aanvullende afdeling van het stamboek (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 1409) (Voor de EER relevante tekst)
PB L 121 van 13.5.2005, p. 87–89
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(BG, RO, HR)
PB L 349M van 12.12.2006, p. 4–6
(MT)
No longer in force, Date of end of validity: 03/07/2020; stilzwijgende opheffing door 32020R0602
13.5.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 121/87 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 11 mei 2005
tot wijziging van Beschikking 90/255/EEG wat betreft de inschrijving van mannelijke schapen en geiten in een aanvullende afdeling van het stamboek
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 1409)
(Voor de EER relevante tekst)
(2005/375/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 89/361/EEG van de Raad van 30 mei 1989 betreffende raszuivere fokschapen en -geiten (1), en met name op artikel 4, tweede streepje,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Beschikking 90/255/EEG van de Commissie van 10 mei 1990 tot vaststelling van de criteria voor de inschrijving van raszuivere fokschapen en -geiten in de stamboeken (2) stelt dat organisaties of verenigingen van fokkers mogen beslissen dat mannelijke dieren van bepaalde rassen, die in een uitputtende lijst zijn gespecificeerd, in een aanvullende afdeling van het stamboek kunnen worden ingeschreven. |
(2) |
Deze lijst bleek onpraktisch en inflexibel te zijn en dient te worden vervangen door een flexibele procedure waarbij organisaties van fokkers kunnen kiezen voor het gebruik van de noodzakelijke genetische hulpbronnen in het kader van een duidelijk omschreven en gecontroleerd fokprogramma. |
(3) |
In het belang van de bescherming van dierlijke genetische hulpbronnen moeten goedgekeurde organisaties of verenigingen van fokkers in voorkomend geval aanvullende afdelingen van hun stamboeken kunnen opstellen voor mannelijke dieren die niet aan de criteria voldoen om in de hoofdafdeling te worden ingeschreven, maar wel belangrijk zijn voor de instandhouding van het ras. |
(4) |
De regels voor de inschrijving van bepaalde mannelijke dieren in een aanvullende afdeling van het stamboek en de mogelijke inschrijving van hun nakomelingen in de hoofdafdeling van het stamboek moeten streng genoeg en niet-discriminerend zijn en moeten derhalve ter goedkeuring worden voorgelegd aan de bevoegde autoriteiten zoals bedoeld in Beschikking 90/254/EEG van de Commissie van 10 mei 1990 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van organisaties en verenigingen van fokkers die stamboeken voor raszuivere fokschapen en -geiten bijhouden of instellen (3). |
(5) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Zoötechnisch Comité, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De bijlage bij Beschikking 90/255/EEG wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze beschikking.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 11 mei 2005.
Voor de Commissie
Markos KYPRIANOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 153 van 6.6.1989, blz. 30.
(2) PB L 145 van 8.6.1990, blz. 32.
(3) PB L 145 van 8.6.1990, blz. 30.
BIJLAGE
„BIJLAGE
Voorwaarden zoals bedoeld in artikel 4, vierde streepje
1. |
Het stamboek moet verwijzen naar een landras dat in beginsel niet bestemd is voor intensieve productie. De vereniging of organisatie van fokkers moet hebben aangetoond dat er in de hoofdafdeling van het stamboek onvoldoende mannelijke dieren staan ingeschreven die beschikbaar zijn voor het fokken overeenkomstig het fokprogramma. |
2. |
De vereniging of organisatie van fokkers moet de noodzaak voor een aanvullende afdeling van het stamboek voor mannelijke dieren hebben gerechtvaardigd in het kader van het fokprogramma. |
3. |
De voorwaarden waaronder nakomelingen van de in een aanvullende afdeling van het stamboek ingeschreven mannelijke dieren in de hoofdafdeling van het stamboek kunnen worden ingeschreven, moeten worden vastgesteld en minstens even streng zijn als die welke voor de respectieve vrouwelijke dieren gelden. Te dien einde moet de vereniging of organisatie van fokkers voorafgaande toestemming voor deze voorwaarden verkrijgen bij de bevoegde autoriteit die deze organisatie erkent overeenkomstig Beschikking 90/254/EEG.” |