This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document JOL_2005_094_R_0001_01
Council Regulation (EC) No 555/2005 of 17 February 2005 on the conclusion of the Protocol defining for the period 1 January 2004 to 31 December 2006 the tuna fishing opportunities and the financial contribution provided for in the Agreement between the European Economic Community and the Democratic Republic of Madagascar on fishing off Madagascar#Agreement in the form of an exchange of letters concerning the provisional application of the Protocol defining for the period 1 January 2004 to 31 December 2006 the Tuna fishing opportunities and the financial contribution provided for in the agreement between the European Economic Community and the Democratic Republic of Madagascar on fishing off Madagascar#Protocol defining for the period 1 January 2004 to 31 December 2006 the Tuna fishing opportunities and the financial contribution provided for in the agreement between the European Economic Community and the Democratic Republic of Madagascar on fishing off Madagascar
Verordening (EG) nr. 555/2005 van de Raad van 17 februari 2005 betreffende de sluiting van een Protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2006, van de vangstmogelijkheden voor de tonijnvisserij en de financiële tegenprestatie, zoals bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar
Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de voorlopige toepassing van het Protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2006, van de vangstmogelijkheden voor de tonijnvisserij en de financiële tegenprestatie, zoals bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar
Protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2006, van de vangstmogelijkheden voor de tonijnvisserij en de financiële tegenprestatie, zoals bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar
Verordening (EG) nr. 555/2005 van de Raad van 17 februari 2005 betreffende de sluiting van een Protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2006, van de vangstmogelijkheden voor de tonijnvisserij en de financiële tegenprestatie, zoals bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar
Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de voorlopige toepassing van het Protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2006, van de vangstmogelijkheden voor de tonijnvisserij en de financiële tegenprestatie, zoals bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar
Protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2006, van de vangstmogelijkheden voor de tonijnvisserij en de financiële tegenprestatie, zoals bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar
PB L 94 van 13.4.2005, p. 1–18
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 159M van 13.6.2006, p. 328–345
(MT)
13.4.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 94/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 555/2005 VAN DE RAAD
van 17 februari 2005
betreffende de sluiting van een Protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2006, van de vangstmogelijkheden voor de tonijnvisserij en de financiële tegenprestatie, zoals bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37 juncto artikel 300, lid 2 en lid 3, eerste alinea,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar (2), hebben de Gemeenschap en Madagaskar onderhandeld om te bepalen welke wijzigingen of aanvullingen aan het einde van de periode van toepassing van het aan de overeenkomst gehechte protocol in voornoemde overeenkomst dienen te worden aangebracht. |
(2) |
Na afloop van deze onderhandelingen is op 8 september 2003 een nieuw protocol geparafeerd tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2006, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in vorengenoemde overeenkomst. |
(3) |
Het is in het belang van de Gemeenschap het nieuwe protocol goed te keuren. |
(4) |
De vangstmogelijkheden moeten over de lidstaten worden verdeeld uitgaande van de traditionele verdeling van de vangstmogelijkheden in het kader van de visserijovereenkomst, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Het Protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2006, van de vangstmogelijkheden voor de tonijnvisserij en de financiële tegenprestatie, zoals bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.
De tekst van het protocol is bij deze verordening gevoegd.
Artikel 2
De in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden als volgt over de lidstaten verdeeld:
a) |
vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen:
|
b) |
vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug:
|
Indien met de door deze lidstaten ingediende vergunningaanvragen niet alle in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden benut, kan de Commissie vergunningaanvragen van andere lidstaten in aanmerking nemen.
Artikel 3
De lidstaten waarvan de vaartuigen in het kader van dit protocol vissen, dienen de hoeveelheden van elk bestand die in de visserijzone van Madagaskar worden gevangen, aan de Commissie te melden overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 500/2001 van de Commissie van 14 maart 2001 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad wat betreft de controle op de vangsten van de vissersvaartuigen van de Gemeenschap in de wateren van derde landen en in volle zee (3).
Artikel 4
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn om het protocol te ondertekenen teneinde daardoor de Gemeenschap te binden.
Artikel 5
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 februari 2005.
Voor de Raad
De voorzitter
J.-C. JUNCKER
(1) Advies van het Europees Parlement van 15 september 2004 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).
(2) PB L 73 van 18.3.1986, blz. 26.
(3) PB L 73 van 15.3.2001, blz. 8.
OVEREENKOMST
in de vorm van een briefwisseling inzake de voorlopige toepassing van het Protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2006, van de vangstmogelijkheden voor de tonijnvisserij en de financiële tegenprestatie, zoals bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar
Excellentie,
Onder verwijzing naar het op 8 september 2003 te Antananarivo geparafeerde Protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2006, van de vangstmogelijkheden voor de tonijnvisserij en de financiële tegenprestatie heb ik de eer u mede te delen dat de regering van de Republiek Madagaskar bereid is dit protocol met ingang van 1 januari 2004 voorlopig toe te passen in afwachting van de inwerkingtreding overeenkomstig artikel 7 van genoemd protocol, op voorwaarde dat de Gemeenschap bereid is hetzelfde te doen.
In dit laatste geval dient de financiële compensatie, zoals vastgesteld in artikel 2 van het protocol, te worden betaald vóór 30 september 2004.
Ik moge u verzoeken mij te bevestigen dat de Gemeenschap instemt met een dergelijke voorlopige toepassing.
Hoogachtend,
Voor de regering van de Republiek Madagaskar
Excellentie,
Ik heb de eer u de ontvangst te bevestigen van uw brief van heden, die luidt als volgt:
„Onder verwijzing naar het op 8 september 2003 te Antananarivo geparafeerde Protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2006, van de vangstmogelijkheden voor de tonijnvisserij en de financiële tegenprestatie heb ik de eer u mede te delen dat de regering van de Republiek Madagaskar bereid is dit protocol met ingang van 1 januari 2004 voorlopig toe te passen in afwachting van de inwerkingtreding overeenkomstig artikel 7 van genoemd protocol, op voorwaarde dat de Gemeenschap bereid is hetzelfde te doen.
In dit laatste geval dient de financiële compensatie, zoals vastgesteld in artikel 2 van het protocol, te worden betaald vóór 30 september 2004.
Ik moge u verzoeken mij te bevestigen dat de Gemeenschap instemt met een dergelijke voorlopige toepassing.”.
Ik heb de eer u te bevestigen dat de Gemeenschap instemt met een dergelijke voorlopige toepassing.
Hoogachtend,
Namens de Raad van de Europese Unie
PROTOCOL
tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2006, van de vangstmogelijkheden voor de tonijnvisserij en de financiële tegenprestatie, zoals bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar
Artikel 1
1. Op grond van artikel 2 van de overeenkomst en voor een periode van drie jaar ingaande op 1 januari 2004 worden vergunningen voor uitoefening van de visserij in de visserijzone van Madagaskar verleend voor 40 vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen en 40 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug.
Bovendien kunnen op verzoek van de Gemeenschap, onder bepaalde voorwaarden die in de bij artikel 9 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie zullen worden vastgesteld, vergunningen worden verleend voor andere categorieën vissersvaartuigen.
2. Vaartuigen die de vlag van een lidstaat van de Europese Gemeenschap voeren, mogen slechts visserijactiviteiten beoefenen in de visserijzone van Madagaskar indien daarvoor in het kader van dit protocol en overeenkomstig de bepalingen in de bijlage een vergunning is verleend.
Artikel 2
1. De in artikel 7 van de overeenkomst bedoelde financiële tegenprestatie wordt vastgesteld op 825 000 EUR per jaar (waarvan 320 000 EUR als financiële compensatie, het eerste jaar uiterlijk op 30 september en het tweede en derde jaar uiterlijk op 30 april te betalen, en 505 000 EUR voor de in artikel 3 van dit protocol bedoelde acties).
De voor het eerste jaar van toepassing van het protocol te betalen financiële compensatie (van 1 januari tot en met 31 december 2004) bedraagt, na aftrek van het met de periode van 1 januari tot en met 20 mei 2004 overeenkomende bedrag, dat reeds is betaald in het kader van het voorgaande protocol, evenwel 196 385 EUR.
2. De financiële tegenprestatie geldt voor een hoeveelheid van 11 000 t in de wateren van Madagaskar gevangen tonijnachtigen per jaar; als de vaartuigen van de Gemeenschap in de visserijzone van Madagaskar meer tonijn vangen, wordt bovengenoemd bedrag evenredig verhoogd. Het totaalbedrag van de door de Gemeenschap betaalde financiële tegenprestatie mag evenwel niet meer bedragen dan het dubbele van het in lid 1 genoemde bedrag.
3. De financiële compensatie van de Gemeenschap wordt gestort op een bij de Schatkist geopende rekening die door de autoriteiten van Madagaskar wordt aangewezen.
Artikel 3
1. Om te zorgen voor de ontwikkeling van een duurzame en verantwoorde visserij zullen beide partijen, in hun beider belang, een partnerschap aanmoedigen dat vooral is gericht op de bevordering van een betere kennis van de visserij- en andere biologische hulpbronnen, visserijtoezicht, ontwikkeling van de ambachtelijke visserij, visserijgemeenschappen en opleiding.
2. Van de in artikel 2, lid 1, genoemde financiële tegenprestatie gaat jaarlijks een bedrag van 505 000 EUR naar de financiering van de volgende acties, volgens de onderstaande verdeling:
a) |
wetenschappelijke programma's van Madagaskar ter verbetering van de kennis van de visbestanden met het oog op een duurzaam beheer: 90 000 EUR. Deze bijdrage kan, op verzoek van de regering van Madagaskar, bestaan in een bijdrage in de kosten van internationale bijeenkomsten om die kennis te vergroten en het beheer van de visbestanden te verbeteren; |
b) |
steun voor een systeem van toezicht, controle en bewaking van de visserij: 267 000 EUR; |
c) |
studiebeurzen en opleidingsstages, steun voor de opleiding van zeelieden: 60 000 EUR; |
d) |
bijstand voor de ontwikkeling van de traditionele visserij: 68 000 EUR; |
e) |
steun voor het management van waarnemers: 20 000 EUR. |
3. De in lid 2, onder a), b), d) en e), bedoelde bedragen worden het eerste jaar uiterlijk op 30 september 2004 en het tweede en derde jaar uiterlijk op 30 april aan het voor visserij bevoegde ministerie betaald en overgemaakt op de bankrekeningen van de bevoegde autoriteiten van Madagaskar nadat een gedetailleerde jaarlijkse programmering met een tijdschema en de doelstellingen voor elke doelgerichte actie bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen is ingediend. De jaarlijkse programmering moet het eerste jaar uiterlijk op 31 juli 2004 en de daaropvolgende jaren uiterlijk op 28 februari bij de diensten van de Commissie zijn ingediend. Voor het eerste jaar hoeft de programmering evenwel slechts betrekking te hebben op de periode van 21 mei tot en met 31 december 2004.
De Commissie van de Europese Gemeenschappen behoudt zich het recht voor het voor visserij bevoegde ministerie te verzoeken alle aanvullende inlichtingen die zij nodig acht, te verstrekken.
4. De in lid 2, onder c), bedoelde bedragen worden betaald aan het voor visserij bevoegde ministerie en op de door dit ministerie aangewezen bankrekeningen gestort naarmate er uitgaven worden gedaan.
5. De bevoegde autoriteiten van Madagaskar doen de Commissie van de Europese Gemeenschappen jaarlijks uiterlijk op 31 maart van het volgende jaar een verslag toekomen over de aanwending van de financiële middelen die voor de in lid 2 bedoelde acties worden verleend, over de uitvoering van die acties en over de bereikte resultaten. De Commissie behoudt zich het recht voor het voor visserij bevoegde ministerie te verzoeken alle aanvullende inlichtingen te verstrekken. In het licht van de daadwerkelijke uitvoering van de acties en na overleg met de bevoegde autoriteiten van Madagaskar in een vergadering van de gemengde commissie zoals bedoeld in artikel 9 van de overeenkomst, kan de Commissie de betrokken bedragen herzien.
Artikel 4
Indien de Europese Gemeenschap zou verzuimen de in de artikelen 2 en 3 bedoelde betalingen te verrichten, kan Madagaskar de toepassing van dit protocol schorsen.
Artikel 5
Indien de uitoefening van de visserijactiviteiten in de visserijzone van Madagaskar als gevolg van ernstige omstandigheden, natuurverschijnselen daaronder niet begrepen, onmogelijk is, kan de Europese Gemeenschap na overleg met de andere partij de betaling van de financiële tegenprestatie schorsen.
De betaling van de financiële tegenprestatie wordt hervat zodra de toestand opnieuw normaal is en nadat beide partijen na overleg hebben bevestigd dat de situatie hervatting van de visserijactiviteiten weer toelaat.
De geldigheidsduur van de op grond van artikel 4 van de overeenkomst aan de vaartuigen van de Gemeenschap verleende vergunningen wordt verlengd voor een periode gelijk aan de duur van de opschorting van de visserijactiviteiten.
Artikel 6
De bijlage bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar wordt ingetrokken en vervangen door de bijlage bij dit protocol.
Artikel 7
Dit protocol treedt in werking op de datum van ondertekening.
Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2004.
BIJLAGE
VOORWAARDEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE TONIJNVISSERIJ DOOR VAARTUIGEN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP IN DE VISSERIJZONE VAN MADAGASKAR
1. PROCEDURE VOOR HET AANVRAGEN EN DE AFGIFTE VAN VERGUNNINGEN
Het aanvragen en de afgifte van vergunningen op grond waarvan vaartuigen van de Europese Gemeenschap in de wateren van Madagaskar mogen vissen, geschieden als volgt:
a) |
Via haar vertegenwoordiger in Madagaskar dient de Commissie van de Europese Gemeenschappen tegelijk bij de autoriteiten van Madagaskar in:
De vergunningaanvraag moet worden ingediend op het daartoe door Madagaskar vastgestelde formulier, waarvan het model is opgenomen in aanhangsel 1, en vergezeld gaan van het bewijs van betaling van het voorschot door de reder. |
b) |
De vergunning wordt afgegeven op naam van een bepaald vaartuig en is niet overdraagbaar. Op verzoek van de Commissie van de Europese Gemeenschappen kan de vergunning van een bepaald vaartuig in geval van overmacht evenwel worden vervangen door een nieuwe vergunning op naam van een ander vaartuig met soortgelijke kenmerken als het te vervangen vaartuig. De reder van het te vervangen vaartuig zendt de geannuleerde vergunning via de delegatie van de Commissie naar het voor visserij bevoegde ministerie van Madagaskar. Op de nieuwe vergunning worden vermeld:
Voor de nog resterende looptijd van de vergunning die wordt vervangen, is geen visrecht zoals bedoeld in artikel 5 van de overeenkomst verschuldigd. |
c) |
De vergunning wordt door de autoriteiten van Madagaskar afgegeven aan de vertegenwoordiger van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Madagaskar. |
d) |
De vergunning moet steeds aan boord zijn; vanaf de ontvangst van de kennisgeving van de Commissie van de Europese Gemeenschappen aan de autoriteiten van Madagaskar dat het voorschot is betaald, wordt het vaartuig evenwel opgenomen op een lijst van visgerechtigde vaartuigen die aan de met de visserijcontrole belaste autoriteiten van Madagaskar wordt meegedeeld. Een afschrift van de betreffende vergunning, verzonden per fax, kan worden verkregen in afwachting van de ontvangst van de eigenlijke vergunning; dit afschrift wordt aan boord bewaard. |
e) |
De tonijnreders zijn verplicht zich in Madagaskar door een gemachtigde te laten vertegenwoordigen. |
f) |
De autoriteiten van Madagaskar delen vóór de inwerkingtreding van het protocol de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Madagaskar alle gegevens mee over de voor de betaling van de visrechten en de voorschotten te gebruiken bankrekeningen. |
2. GELDIGHEIDSDUUR EN BETALING VAN DE VERGUNNINGEN
a) |
In afwijking van het bepaalde in artikel 4, lid 4, van de overeenkomst, bedraagt de geldigheidsduur van de vergunningen één kalenderjaar, dat loopt van 1 januari tot en met 31 december. Zij kunnen worden verlengd. Voor het eerste jaar van toepassing van het protocol (van 1 januari tot en met 31 december 2004) is voor vaartuigen die op 1 januari 2004 beschikken over een vergunning die is verleend op grond van het voorgaande protocol dat op 20 mei 2004 afloopt, deze vergunning evenwel geldig tot en met die datum. |
b) |
Het visrecht wordt vastgesteld op 25 EUR per ton die in de wateren onder jurisdictie van Madagaskar wordt gevangen. De vergunningen worden afgegeven nadat aan de Schatkist van Madagaskar een voorschot is betaald van 2 800 EUR per jaar voor elk vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen, van 1 750 EUR per jaar voor elk vaartuig voor de visserij met de drijvende beug van meer dan 150 brt en van 1 200 EUR per jaar voor elk vaartuig voor de visserij met de drijvende beug van 150 brt of minder. Deze voorschotten komen overeen met de rechten voor respectievelijk 112 t, 70 t en 48 t op jaarbasis in de visserijzone van Madagaskar gevangen vis. Voor het eerste jaar van toepassing van het protocol (van 1 januari tot en met 31 december 2004) voor vaartuigen die op 1 januari 2004 beschikken over een vergunning die is verleend op grond van het vorige protocol dat op 20 mei 2004 afloopt, bedragen de voorschotten voor de resterende periode van het eerste jaar (van 21 mei tot en met 31 december 2004) evenwel:
|
3. VANGSTAANGIFTE EN EINDAFREKENING VAN DE VERSCHULDIGDE RECHTEN
a) |
De vaartuigen die op grond van de overeenkomst in de visserijzone van Madagaskar mogen vissen, moeten hun vangstgegevens via de delegatie van de van de Europese Gemeenschappen in Madagaskar aan het Centrum voor visserijtoezicht (Centre de surveillance des pêches) van Madagaskar meedelen; zij gaan hierbij als volgt te werk:
|
b) |
De afrekening van de voor een kalenderjaar verschuldigde visrechten wordt uiterlijk op 30 juni van het jaar volgende op dat waarvoor de vergunningen golden, vastgesteld door de Commissie van de Europese Gemeenschappen na aftrek van de in punt 2, onder b), vastgestelde voorschotten en visrechten. Deze afrekening van de visrechten wordt opgemaakt aan de hand van de afrekening van de vangsten, die wordt gebaseerd op de vangstaangiften van de reders. De afrekening van de vangsten moet worden bevestigd door wetenschappelijke instituten die bevoegd zijn om de vangstgegevens in de lidstaten van de Europese Gemeenschap te verifiëren, zoals het Institut de recherche pour le développement (IRD), het Institut français de recherche et d’exploitation de la mer (IFREMER), het Spaanse Oceanografisch Instituut (IEO) en het Instituto Português de Investigação Marítima (IPIMAR), alsmede het bevoegde instituut van Madagaskar, de Unité statistique thonière d'Antsiranana (USTA). De door de Commissie van de Europese Gemeenschappen vastgestelde afrekening van de verschuldigde rechten wordt voor bevestiging toegezonden aan het Centrum voor visserijtoezicht van Madagaskar. Deze instantie beschikt over een termijn van 30 dagen om haar eventuele opmerkingen kenbaar te maken. Na afloop van deze termijn wordt de afrekening van de verschuldigde rechten aan de reders toegezonden. Bij betwistingen plegen de partijen overleg in de gemengde commissie zoals bedoeld in artikel 9 van de overeenkomst, om de afrekening van de verschuldigde rechten definitief vast te stellen, waarna deze aan de reders wordt meegedeeld. Eventuele aanvullende bedragen moeten door de reders aan de voor visserij bevoegde autoriteiten van Madagaskar worden betaald binnen 30 dagen na de kennisgeving van de definitieve afrekening van de verschuldigde rechten. Wanneer het bedrag van de afrekening van de visrechten kleiner is dan het in punt 2, onder b), bedoelde voorschot, kan het verschil niet door de reder worden teruggevorderd. |
4. COMMUNICATIE
De kapitein meldt het Centrum voor visserijtoezicht van Madagaskar per radio (duplexfrequentie 8 755 Tx 8 231 Rx USB), per telefax (261-20) 22 49014) of per e-mail (csp-mprh@dts.mg) met ontvangstbevestiging, ten minste drie uur van tevoren dat hij voornemens is met zijn vaartuig de visserijzone van Madagaskar binnen te varen dan wel te verlaten.
Wanneer hij voornemens is de betrokken zone binnen te varen, meldt hij de geschatte gevangen hoeveelheden aan boord of meldt hij dat er geen vangsten aan boord zijn.
Tegelijk met het voornemen om de visserijzone van Madagaskar te verlaten, meldt hij ten slotte de hoeveelheden die naar schatting tijdens het verblijf in de betrokken zone zijn gevangen.
De radiomeldingen moeten plaatsvinden op werkdagen en tijdens de kantooruren van Madagaskar.
Deze voorschriften gelden ook voor vissersvaartuigen uit de Gemeenschap die van plan zijn hun vangsten in een haven van Madagaskar aan te landen.
5. WAARNEMERS
Op verzoek van het voor visserij bevoegde ministerie wordt op de vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en de drijvende beug een waarnemer aan boord genomen, die wordt behandeld als een officier. Hoelang de waarnemer aan boord dient te blijven, wordt vastgesteld door het voor visserij bevoegde ministerie, maar in het algemeen zal dit niet langer zijn dan nodig is voor de uitvoering van zijn taak. De werkzaamheden van de waarnemers worden nader omschreven in aanhangsel 3.
De voorwaarden van het verblijf aan boord worden vastgesteld door het voor visserij bevoegde ministerie, vertegenwoordigd door het Centrum voor visserijtoezicht van Madagaskar.
Met het oog op het aan boord nemen van waarnemers stelt de reder of zijn gemachtigde het Centrum voor visserijtoezicht van Madagaskar ten minste twee dagen van tevoren in kennis van de aankomst van het vaartuig in een haven van Madagaskar.
De reder betaalt via zijn gemachtigde aan de regering van Madagaskar (Centrum voor visserijtoezicht van Madagaskar) 20 EUR voor iedere dag die een waarnemer aan boord van een vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen of de drijvende beug doorbrengt.
De loodskosten in de haven van aanlanding in Madagaskar zijn voor rekening van de regering van Madagaskar. De kosten van inscheping en ontscheping van de waarnemer buiten het grondgebied van Madagaskar zijn ten laste van de reder. Het aantal aan boord genomen waarnemers kan tot 30 % van het aantal vaartuigen van de Gemeenschap dat op een gegeven tijdstip in de visserijzone van Madagaskar actief is, bedragen. De verblijfsduur van de waarnemer aan boord van een vaartuig is afhankelijk van de duur van de visreis van het vaartuig in de betrokken zone. Wanneer een vissersvaartuig van de Gemeenschap geen haven in Madagaskar aandoet om een waarnemer aan boord te nemen, wordt deze aan boord gebracht door een patrouillevaartuig van het Centrum voor visserijtoezicht van Madagaskar.
De plaats en de met het aan boord komen van de waarnemer samenhangende vervoerskosten worden in onderling overleg tussen het Centrum voor visserijtoezicht van Madagaskar en de betrokken reder vastgesteld; de kosten komen voor rekening van de reder.
Het overstappen op zee van een waarnemer op een ander vaartuig vindt plaats in onderling overleg tussen de kapitein en het Centrum voor visserijtoezicht van Madagaskar.
Indien de waarnemer zich binnen twaalf uur na het afgesproken tijdstip nog niet op de afgesproken plaats heeft gemeld, is de reder automatisch ontheven van de verplichting hem aan boord te nemen. Indien de afvaart van het vaartuig wordt vertraagd, zijn de verblijf- en maaltijdkosten van de waarnemer tot de effectieve inscheping ten laste van de reder.
6. AANMONSTERING VAN ZEELIEDEN
a) |
Voor de hele vloot van vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en de drijvende beug worden voor de hele duur van de campagne in de visserijzone van Madagaskar ten minste 40 zeelieden uit Madagaskar aangemonsterd. Het loon van deze zeelieden wordt vastgesteld in onderling overleg tussen de gemachtigden van de reders en de betrokkenen. Het omvat een socialezekerheidsregeling. De aanmonsteringsovereenkomsten worden gesloten tussen de gemachtigden en de betrokken zeelieden. Uiterlijk op 31 januari van het jaar volgende op dat waarvoor de vergunning gold, moet een gedetailleerde lijst van de zeelieden uit Madagaskar (met hun naam, duur van de aanmonstering, loon, enz.) aan het voor visserij bevoegde ministerie worden toegezonden. Indien dit aantal van 40 zeelieden voor de hele vloot van vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en de drijvende beug niet wordt bereikt, dienen de reders die geen zeelieden hebben aangemonsterd, voor deze niet-aangemonsterde zeelieden een compensatie te betalen die door de bij artikel 9 van de overeenkomst ingestelde gemengde commissie wordt vastgesteld en in verhouding staat tot de duur van de viscampagne in de visserijzone van Madagaskar. Dit bedrag — over te maken naar een rekening waarvan het nummer, met een afschrift aan de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Madagaskar, aan de gemachtigden wordt meegedeeld — zal worden gebruikt voor de opleiding van vissers uit Madagaskar. |
b) |
De verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op de arbeidsplaats is van rechtswege van toepassing op zeelieden die zijn aangemonsterd op vaartuigen van de Gemeenschap. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging en de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling, alsmede de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep. De arbeidsovereenkomsten van de lokale zeelieden, waarvan de ondertekenende partijen een exemplaar ontvangen, worden gesloten tussen de vertegenwoordiger(s) van de reders en de zeelieden en/of hun vakverenigingen of vertegenwoordigers, in samenwerking met de bevoegde plaatselijke autoriteiten. Die overeenkomsten garanderen de zeelieden de aansluiting bij de socialezekerheidsregeling die op hen van toepassing is, met inbegrip van een overlijdens-, ziekte- en ongevallenverzekering. De bezoldiging van de plaatselijke zeelieden mag niet lager zijn dan die welke wordt toegepast voor de bemanningen uit Madagaskar, en mag in geen geval lager zijn dan de normen waarin de IAO voorziet. Wanneer de werkgever een plaatselijke onderneming is, moet de arbeidsovereenkomst de naam van de reder en de vlaggenstaat vermelden. Voorts garandeert de reder iedere aangemonsterde plaatselijke zeeman levens- en werkomstandigheden aan boord die vergelijkbaar zijn met die van de zeelieden uit de Gemeenschap. |
7. VISSERIJZONES
De vaartuigen uit de Gemeenschap mogen vissen in alle wateren van Madagaskar buiten 12 zeemijl vanaf de basislijn.
Als het voor visserij bevoegde ministerie besluit experimentele visconcentratie-installaties te plaatsen, stelt het de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de gemachtigden van de betrokken reders daarvan in kennis, met vermelding van de coördinaten van deze installaties.
Vanaf de dertigste dag na deze kennisgeving mogen vaartuigen zich niet ophouden op minder dan 1,5 zeemijl van deze installaties. Alle afbraak van deze installaties dient onverwijld aan dezelfde partijen te worden gemeld.
8. INSPECTIE VAN EN TOEZICHT OP DE VISSERIJACTIVITEITEN
De vaartuigen met een vergunning laten de ambtenaren van Madagaskar aan wie de inspectie en de controle op de visserijactiviteiten is opgedragen, aan boord komen; zij helpen hen bij het aan boord komen en vergemakkelijken hun de uitoefening van hun taak.
9. SATELLIETVOLGSYSTEEM
Gelet op het feit, enerzijds, dat Madagaskar een satellietvolgsysteem (VMS) heeft ingevoerd voor haar nationale vloot en voornemens is de toepassing ervan op niet-discriminerende wijze uit te breiden tot alle vaartuigen die in haar visserijzone vissen en, anderzijds, dat de vissersvaartuigen uit de Gemeenschap overeenkomstig de Gemeenschapswetgeving sedert 1 januari 2000 overal waar zij actief zijn via satelliet worden gevolgd, is het aan te bevelen dat de bevoegde nationale instanties van de vlaggenstaten en van Madagaskar de vaartuigen die vissen in het kader van de overeenkomst, via satelliet volgen, rekening houdende met hetgeen volgt:
1) |
Met het oog op de positiebepaling via satelliet hebben de autoriteiten van Madagaskar de coördinaten (lengte- en breedtegraden) van de visserijzone van Madagaskar aan de Gemeenschap meegedeeld (zie tabel I). De bij de tabel behorende kaart is weergegeven in aanhangsel 4. De autoriteiten van Madagaskar verstrekken deze gegevens in elektronische vorm, uitgedrukt in decimale graden, in het systeem WGS-84-datum. |
2) |
De partijen zullen gegevens uitwisselen inzake de X.25-adressen en de parameters voor de elektronische communicatie tussen hun controlecentra, volgens de voorwaarden die in de punten 4 en 6 worden vastgesteld. Deze gegevens omvatten, voorzover mogelijk, de namen, telefoon-, telex- en faxnummers en de elektronische adressen (IP of X.400) die kunnen worden gebruikt voor de algemene communicatie tussen de controlecentra. |
3) |
De positie van vaartuigen dient te worden bepaald met een foutenmarge van 500 m of minder en een betrouwbaarheidsinterval van 99 %. |
4) |
Wanneer een in het kader van de overeenkomst vissend vaartuig dat overeenkomstig de geldende Gemeenschapswetgeving via satelliet wordt gevolgd, de visserijzone van Madagaskar binnenvaart, meldt het controlecentrum van de vlaggenstaat van dat vaartuig de positie ervan met een interval van maximaal één uur aan het Centrum voor visserijtoezicht van Madagaskar (lengte- en breedtegraad, koers en snelheid). De berichten worden geïdentificeerd met de vermelding „Positierapport”. |
5) |
De in punt 4 bedoelde berichten worden langs elektronische weg in X.25-formaat verstuurd. De transmissie gebeurt in real time en in het formaat dat in tabel II wordt gedefinieerd. |
6) |
Indien de aan boord van een vissersvaartuig aanwezige satellietapparatuur voor permanente positiebepaling onklaar is, deelt de kapitein van het vaartuig zelf te gelegener tijd de in punt 4 bedoelde gegevens aan het controlecentrum van de vlaggenstaat mee. In dat geval dient, zolang het vaartuig in de visserijzone van Madagaskar verblijft, om 6.00 uur, om 12.00 uur en om 18.00 uur (lokale tijd in Madagaskar) een volledig positierapport te worden doorgeseind. Dit volledige positierapport bevat de elk uur overeenkomstig punt 4 door de kapitein van het vaartuig geregistreerde positierapporten. Het controlecentrum van de vlaggenstaat of het vissersvaartuig zelf doet deze rapporten onverwijld aan het Centrum voor visserijtoezicht toekomen. De onklaar geraakte apparatuur wordt hersteld of vervangen zodra het vaartuig zijn visreis heeft beëindigd of uiterlijk binnen één maand. Na deze termijn mag het betrokken vaartuig geen nieuwe visreis ondernemen zolang de apparatuur niet hersteld of vervangen is. |
7) |
De controlecentra van de vlaggenstaten controleren de bewegingen van hun vaartuigen in de wateren van Madagaskar om de twee uur. Indien de vaartuigen niet volgens de vastgestelde voorwaarden kunnen worden gevolgd, wordt het Centrum voor visserijtoezicht daarvan onmiddellijk in kennis gesteld en wordt de procedure van punt 6 van toepassing. |
8) |
Indien het Centrum voor visserijtoezicht vaststelt dat de vlaggenstaat de bij punt 4 voorgeschreven gegevens niet verstrekt, wordt de andere partij daarvan onmiddellijk in kennis gesteld. |
9) |
De overeenkomstig deze bepalingen aan de andere partij meegedeelde inlichtingen dienen uitsluitend om de bevoegde instanties van Madagaskar in staat te stellen vaartuigen van de Gemeenschap die in het kader van de visserijovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Madagaskar vissen, te controleren en te bewaken. Deze gegevens mogen onder geen beding aan derden worden meegedeeld. |
10) |
De partijen komen overeen alles in het werk te stellen om zo spoedig mogelijk, en uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van deze bepalingen, aan de in de punten 4 en 6 gestelde eisen inzake communicatie te voldoen. |
11) |
De partijen komen overeen elkaar op verzoek de gegevens betreffende de gebruikte satellietvolgapparatuur mee te delen, om na te gaan of alle apparatuur compatibel is met de in het kader van deze bepalingen aan de partijen gestelde eisen. |
12) |
De partijen plegen met elkaar overleg over geschillen die zouden rijzen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze bepalingen; dit overleg vindt plaats in de gemengde commissie die is ingesteld bij artikel 9 van de overeenkomst. |
Tabel I
Coördinaten (lengte- en breedtegraden) van de visserijzone van Madagaskar
(zie ook de bij aanhangsel 4 gevoegde geografische kaart)
|
Coördinaten in decimale graden |
Coördinaten in graden en minuten |
||
Referentie |
X |
Y |
X |
Y |
A |
49,40 |
– 10,3 |
49°24′ OL |
10°18′ ZB |
B |
51 |
– 11,8 |
51°0′ OL |
11°48′ ZB |
C |
53,3 |
– 12,7 |
53°18′ OL |
12°42′ ZB |
D |
52,2 |
– 16,3 |
52°12′ OL |
16°18′ ZB |
E |
52,8 |
– 18,8 |
52°48′ OL |
18°48′ ZB |
F |
52 |
– 20,4 |
52°0′ OL |
20°24′ ZB |
G |
51,8 |
– 21,9 |
51°48′ OL |
21°54′ ZB |
H |
50,4 |
– 26,2 |
50°24′ OL |
26°12′ ZB |
I |
48,3 |
– 28,2 |
48°18′ OL |
28°12′ ZB |
J |
45,4 |
– 28,7 |
45°24′ OL |
28°42′ ZB |
K |
41,9 |
– 27,8 |
41°54′ E |
27°48′ ZB |
OL |
40,6 |
– 26 |
40°36′ OL |
26°0′ ZB |
M |
41,8 |
– 24,3 |
41°48′ OL |
24°18′ ZB |
N |
41,6 |
– 20,8 |
41°36′ OL |
20°48′ ZB |
O |
41,4 |
– 19,3 |
41°24′ OL |
19°18′ ZB |
P |
43,2 |
– 17,8 |
43°12′ OL |
17°48′ ZB |
Q |
43,4 |
– 16,9 |
43°24′ OL |
16°54′ ZB |
R |
42,55 |
– 15,6 |
42°33′ OL |
15°36′ ZB |
S |
43,15 |
– 14,35 |
43°9′ OL |
14°21′ ZB |
T |
45 |
– 14,5 |
45°0′ OL |
14°30′ ZB |
U |
46,8 |
– 13,4 |
46°48′ OL |
13°24′ ZB |
V |
48,4 |
– 11,2 |
48°24′ OL |
11°12′ ZB |
Tabel II
Mededeling van VMS-berichten aan Madagaskar
Positierapport
Gegevens |
Code |
Verplicht/ Facultatief |
Opmerkingen |
Header |
SR |
V |
Systeeminformatie — geeft het begin van de record aan |
Geadresseerde |
AD |
V |
Berichtinformatie — geadresseerde. ISO-alfa-3-landcode |
Afzender |
FR |
V |
Berichtinformatie — afzender. ISO-alfa-3-landcode |
Vlaggenstaat |
FS |
F |
|
Berichttype |
TM |
V |
Berichtinformatie — berichttype „POS” |
Radioroepnaam |
RC |
V |
Vaartuiginformatie — internationale radioroepnaam van het vaartuig |
Intern referentienummer van de overeenkomst-sluitende partij |
IR |
F |
Vaartuiginformatie — uniek volgnummer toegekend door de overeenkomstsluitende partij (ISO-3-code van de vlaggenstaat, gevolgd door een nummer) |
Extern registratienummer |
XR |
F |
Vaartuiginformatie — kenteken aangebracht op de romp van het vaartuig |
Breedtegraad |
LA |
V |
Positie-informatie — positie in graden en minuten N/Z GGMM (WGS-84) |
Lengtegraad |
LO |
V |
Positie-informatie — positie in graden en minuten O/W GGMM (WGS-84) |
Koers |
CO |
V |
Koers van het vaartuig op een schaal van 360° |
Snelheid |
SP |
V |
Snelheid van het vaartuig in tienden van een knoop |
Datum |
DA |
V |
Positie-informatie — datum van registratie van de positie in UTC (JJJJMMDD) |
Tijdstip |
TI |
V |
Positie-informatie — tijdstip van registratie van de positie in UTC (UUMM) |
Tailer |
ER |
V |
Systeeminformatie — geeft het einde van de record aan |
Tekenset: ISO 8859.1.
De structuur van de gegevenstransmissie is als volgt:
— |
een dubbele schuine streep (//) en een code geven het begin van de transmissie aan, |
— |
een enkele schuine streep (/) fungeert als separator tussen code en data. |
De facultatieve gegevens moeten worden opgenomen tussen de header en de tailer.
10. OVERLADING
In geval van overlading dragen vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen de vis die zij zelf niet houden, over aan een bedrijf dat of een instantie die is aangewezen door de voor visserij bevoegde autoriteiten van Madagaskar.
11. DIENSTPRESTATIES
De reders uit de Gemeenschap die in de visserijzone van Madagaskar actief zijn, doen voor de diensten die zij nodig hebben (herstel en onderhoud, goederenbehandeling, bunkeren, ontvangst) bij voorkeur een beroep op verstrekkers uit Madagaskar.
De autoriteiten van Madagaskar bepalen samen met de reders die gebruikmaken van de overeenkomst, onder welke voorwaarden de haveninstallaties worden gebruikt.
12. SANCTIES
Overtredingen van de bepalingen van dit protocol en van de wetgeving van Madagaskar worden bestraft overeenkomstig de in Madagaskar geldende wet- en regelgeving.
De Commissie van de Europese Gemeenschappen moet binnen 48 uur schriftelijk in kennis worden gesteld van sancties die zijn opgelegd aan vaartuigen van de Gemeenschap en van alle dienstige inlichtingen daaromtrent.
13. PROCEDURE BIJ AANHOUDING
1) Kennisgeving
Het voor visserij bevoegde ministerie van Madagaskar stelt de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de vlaggenstaat binnen ten hoogste 48 uur schriftelijk ervan in kennis wanneer een vaartuig uit de Gemeenschap dat in het kader van de overeenkomst opereert, in de visserijzone van Madagaskar is aangehouden en verstrekt een beknopt verslag over de omstandigheden van en de redenen voor de aanhouding. De delegatie van de Commissie en de vlaggenstaat worden tevens op de hoogte gehouden van het verloop van de ingeleide procedures en van de getroffen sancties.
2) Afwikkeling van de aanhouding
Overeenkomstig de visserijwetgeving kan de overtreding worden geregeld:
a) |
ofwel via een schikking; het bedrag van de toegepaste geldboete wordt in dat geval bepaald met inachtneming van de in de wetgeving van Madagaskar vastgestelde minimum- en maximumwaarden; |
b) |
ofwel langs gerechtelijke weg, indien de zaak niet via een schikking kan worden geregeld, overeenkomstig de wetgeving van Madagaskar. |
3) Het vaartuig wordt vrijgegeven en de bemanning gemachtigd om de haven te verlaten zodra:
a) |
bij een schikking, aan de desbetreffende verplichtingen is voldaan, hetgeen moet blijken uit de overlegging van een bewijs van betaling; |
b) |
ofwel bij een gerechtelijke procedure, in afwachting van de voltooiing ervan een bankwaarborg is verstrekt, hetgeen moet blijken uit de overlegging van een bewijs van borgstelling. |
14. MILIEUBESCHERMING
Ter bescherming van het milieu verbinden de partijen zich ertoe de volgende maatregelen te treffen:
— |
een verbod op het lozen van koolwaterstof en derivaten daarvan door vaartuigen in de visserijzone van Madagaskar en op het in zee gooien van plastic materialen en huishoudelijk afval; |
— |
bevordering binnen de Indian Ocean Tuna Commission van een verantwoorde visserij en de garantie van een rationeel beheer en de instandhouding van de tonijnbestanden; |
— |
een verbod op het vangen van beschermde en verboden soorten zoals walvissen, dolfijnen, schildpadden en zeevogels. |
De Commissie van de Europese Gemeenschappen deelt iedere onregelmatigheid met betrekking tot het milieu door vaartuigen die in de visserijzone van Madagaskar vissen, mee aan het voor visserij bevoegde ministerie.
Aanhangsel 1
Aanhangsel 2
Aanhangsel 3
WAARNEMERSREGELING
Op vaartuigen voor de visserij op tonijn met de zegen en met de drijvende beug in de visserijzone van Madagaskar die over een vergunning beschikken, wordt een waarnemer van het Centrum voor visserijtoezicht van Madagaskar, in het bezit van een legitimatiebewijs en een zeevaartboekje, aan boord genomen. Hoelang de waarnemer aan boord dient te blijven, wordt vastgesteld door het Centrum voor visserijtoezicht van Madagaskar, maar in het algemeen zal dit niet langer zijn dan nodig is voor de uitvoering van zijn taak.
Tijdens zijn verblijf aan boord:
1. |
observeert en registreert de waarnemer de visserijactiviteiten van de vaartuigen in de visserijzone van Madagaskar en stelt hij hierover verslag op; |
2. |
controleert hij de positie van de vaartuigen die bij visserijactiviteiten betrokken zijn; |
3. |
verricht hij bemonsteringsactiviteiten voor biologische doeleinden in het kader van wetenschappelijke programma's; |
4. |
noteert hij welk vistuig wordt gebruikt; |
5. |
verzamelt hij vangstgegevens voor de betrokken visserijzone; |
6. |
zorgt hij ervoor dat zijn inscheping en zijn verblijf aan boord de visserijactiviteiten niet onderbreken of hinderen; |
7. |
gaat hij zorgvuldig om met de inventaris en de installaties van het vaartuig en bewaart hij geheimhouding over alle aan het vaartuig toebehorende documenten; |
8. |
stelt hij over de visreis een verslag op, dat wordt overgelegd aan het Centrum voor visserijtoezicht van Madagaskar en waarvan een afschrift wordt bezorgd aan de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen. |
De reder of de kapitein van het vaartuig:
1. |
staat toe dat de waarnemer aan boord komt om zijn werkzaamheden te verrichten en zo lang als in de aanvraag is vermeld aan boord blijft; |
2. |
zorgt voor een adequate werkruimte met onder andere een voldoende verlichte tafel; |
3. |
verstrekt alle gegevens waarover hij beschikt met betrekking tot de visserijactiviteiten in de visserijzone van Madagaskar; |
4. |
verstrekt de positie van het vaartuig (lengte- en breedtegraad); |
5. |
verzendt en ontvangt berichten, of staat toe dat deze worden verzonden of ontvangen, met gebruikmaking van de communicatieapparatuur van het vaartuig; |
6. |
geeft toegang tot alle delen van het vaartuig waar visserijactiviteiten plaatsvinden en waar vis wordt verwerkt of opgeslagen; |
7. |
staat toe dat monsters worden genomen; |
8. |
stelt adequate opslagvoorzieningen voor deze monsters ter beschikking, zonder dat dit ten koste gaat van de opslagcapaciteit van het vaartuig; |
9. |
verleent medewerking voor het onderzoeken en meten van het vistuig; |
10. |
staat toe dat monsters en documenten die tijdens het verblijf van de waarnemer aan boord zijn verkregen, worden meegenomen; |
11. |
zorgt, wanneer de waarnemer langer dan vier uur ononderbroken aan boord blijft, voor verblijf en maaltijden en behandelt hem als een officier. |
Aanhangsel 4
VISSERIJZONE VAN MADAGASKAR