Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005R0515

    Verordening (EG) nr. 515/2005 van de Commissie van 31 maart 2005 houdende vaststelling van de restituties die worden toegepast voor bepaalde producten van de sector granen en de sector rijst, uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I bij het Verdrag vermelde goederen

    PB L 83 van 1.4.2005, p. 40–43 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2005/515/oj

    1.4.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 83/40


    VERORDENING (EG) Nr. 515/2005 VAN DE COMMISSIE

    van 31 maart 2005

    houdende vaststelling van de restituties die worden toegepast voor bepaalde producten van de sector granen en de sector rijst, uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I bij het Verdrag vermelde goederen

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (2), en met name op artikel 14, lid 3,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Overeenkomstig artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 en artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1785/2003 kan het verschil tussen de noteringen of de prijzen op de wereldmarkt voor de in artikel 1 van deze beide verordeningen bedoelde producten enerzijds en de prijzen in de Gemeenschap anderzijds door een restitutie bij de uitvoer worden overbrugd.

    (2)

    In Verordening (EG) nr. 1520/2000 van de Commissie van 13 juli 2000 tot vaststelling van de gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen voor de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen (3), is omschreven voor welke van die producten een restitutie dient te worden vastgesteld bij uitvoer in de vorm van goederen, bedoeld naar gelang van het geval in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1784/2003 of bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1785/2003.

    (3)

    Overeenkomstig artikel 4, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1520/2000 moet de restitutie per 100 kg van elk van de betrokken basisproducten voor iedere maand worden vastgesteld.

    (4)

    De naleving van de verplichtingen die zijn aangegaan met betrekking tot de restitutie die kan worden toegekend bij uitvoer van landbouwproducten die zijn verwerkt in niet onder bijlage I bij het Verdrag vallende goederen, kan in het gedrang komen door de vaststelling vooraf van hoge restituties. In deze situatie moeten derhalve vrijwaringsmaatregelen worden genomen zonder dat daardoor de sluiting van langetermijncontracten wordt verhinderd. De vaststelling van een specifieke restitutie voor de voorfixatie van restituties is een maatregel die aan deze verschillende doelstellingen beantwoordt.

    (5)

    Rekening houdend met de regeling tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika met betrekking tot de uitvoer van deegwaren uit de Gemeenschap naar de Verenigde Staten, goedgekeurd bij Besluit 87/482/EEG van de Raad (4), dient de restitutie voor goederen van de GN-codes 1902 11 00 en 1902 19 naar gelang van de bestemming te worden gedifferentieerd.

    (6)

    Overeenkomstig artikel 4, leden 3 en 5, van Verordening (EG) nr. 1520/2000, moet een verlaagde restitutievoet worden vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met het bedrag van de restitutie bij de productie, dat krachtens Verordening (EEG) nr. 1722/93 van de Commissie (5) van toepassing is op het verwerkte basisproduct, en dat geldig is tijdens de veronderstelde periode van de vervaardiging van de goederen.

    (7)

    Alcoholhoudende dranken worden geacht minder gevoelig te zijn voor de prijs van de granen die voor de vervaardiging ervan worden gebruikt. In Protocol 19 van het Verdrag betreffende de toetreding van het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken wordt evenwel bepaald dat de noodzakelijke maatregelen moeten worden vastgesteld om het gebruik van granen uit de Gemeenschap voor de vervaardiging van alcoholhoudende dranken uit granen te vergemakkelijken. Daarom moet de restitutie die wordt toegepast op granen die in de vorm van alcoholhoudende dranken worden uitgevoerd, worden aangepast.

    (8)

    Het Comité van beheer voor granen heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De restituties die worden toegepast voor de in bijlage A bij Verordening (EG) nr. 1520/2000 genoemde basisproducten die tevens zijn bedoeld in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 of artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1785/2003 en die worden uitgevoerd in de vorm van goederen vermeld in bijlage III van Verordening (EG) nr. 1784/2003, respectievelijk bijlage IV van Verordening (EG) nr. 1785/2003, worden vastgesteld zoals in de bijlage bij deze verordening is aangegeven.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op 1 april 2005.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 31 maart 2005.

    Voor de Commissie

    Günter VERHEUGEN

    Vice-voorzitter


    (1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

    (2)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96.

    (3)  PB L 177 van 15.7.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 886/2004 (PB L 168 van 1.5.2004, blz. 14).

    (4)  PB L 275 van 29.9.1987, blz. 36.

    (5)  PB L 159 van 1.7.1993, blz. 112. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1548/2004 (PB L 280 van 31.8.2004, blz. 11).


    BIJLAGE

    Restituties die worden toegepast vanaf 1 april 2005 voor bepaalde producten van de sector granen en de sector rijst, uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I bij het Verdrag vermelde goederen (1)

    (EUR/100 kg)

    GN-code

    Omschrijving (2)

    Restitutievoet per 100 kg basisproduct

    Bij vaststelling vooraf van de restituties

    Overige gevallen

    1001 10 00

    Harde tarwe:

     

     

    – in geval van uitvoer van goederen van de GN-codes 1902 11 en 1902 19 naar de Verenigde Staten van Amerika

    – in andere gevallen

    1001 90 99

    Zachte tarwe en mengkoren:

     

     

    – in geval van uitvoer van goederen van de GN-codes 1902 11 en 1902 19 naar de Verenigde Staten van Amerika

    – in andere gevallen:

     

     

    – – in geval van toepassing van artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1520/2000 (3)

    – – in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

    – – in andere gevallen

    1002 00 00

    Rogge

    1003 00 90

    Gerst

     

     

    – in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

    – in andere gevallen

    1004 00 00

    Haver

    1005 90 00

    Maïs, gebruikt in de vorm van:

     

     

    – zetmeel:

     

     

    – – in geval van toepassing van artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1520/2000 (3)

    4,000

    4,000

    – – in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

    0,557

    0,557

    – – in andere gevallen

    4,000

    4,000

    – glucose, glucosestroop, maltodextrine, maltodextrinestroop van de GN-codes 1702 30 51, 1702 30 59, 1702 30 91, 1702 30 99, 1702 40 90, 1702 90 50, 1702 90 75, 1702 90 79, 2106 90 55 (5):

     

     

    – – in geval van toepassing van artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1520/2000 (3)

    3,000

    3,000

    – – in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

    0,418

    0,418

    – – in andere gevallen

    3,000

    3,000

    – in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

    0,557

    0,557

    – andere (als zodanig)

    4,000

    4,000

    Aardappelzetmeel van GN-code 1108 13 00 gelijkgesteld aan een verwerkingsproduct van maïs:

     

     

    – in geval van toepassing van artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1520/2000 (3)

    3,453

    3,453

    – in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

    0,557

    0,557

    – in andere gevallen

    4,000

    4,000

    ex 1006 30

    Volwitte rijst:

     

     

    – rondkorrelig

    – halflangkorrelig

    – langkorrelig

    1006 40 00

    Breukrijst

    1007 00 90

    Graansorgho m.u.v. hybriden van graansorgho, bestemd voor zaaidoeleinden


    (1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing op de uitvoer naar Bulgarije met ingang van 1 oktober 2004, noch op de goederen die zijn opgenomen in de tabellen I en II bij Protocol nr. 2 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972 en die met ingang van 1 februari 2005 naar de Zwitserse Bondsstaat of naar het Vorstendom Liechtenstein worden uitgevoerd.

    (2)  Voor de landbouwproducten verkregen door verwerking van het basisproduct en/of gelijkgesteld, moeten de coëfficiënten vermeld in bijlage E bij Verordening (EG) nr. 1520/2000 van de Commissie (PB L 177 van 15.7.2000, blz. 1), worden gebruikt.

    (3)  De betrokken goederen vallen onder GN-code 3505 10 50.

    (4)  Goederen opgenomen in bijlage III van Verordening (EG) nr. 1784/2003 of bedoeld in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 2825/93 (PB L 258 van 16.10.1993, blz. 6).

    (5)  Voor stropen van de GN-codes 1702 30 99, 1702 40 90 en 1702 60 90, verkregen door het mengen van glucose- en fructosestropen, geeft alleen glucosestroop recht op uitvoerrestitutie.


    Top