EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004R1921

Verordening (EG) nr. 1921/2004 van de Raad van 25 oktober 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 499/96 betreffende de opening en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde visserijproducten en levende paarden van oorsprong uit IJsland

PB L 331 van 5.11.2004, p. 5–6 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 352M van 31.12.2008, p. 48–49 (MT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2004/1921/oj

5.11.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 331/5


VERORDENING (EG) Nr. 1921/2004 VAN DE RAAD

van 25 oktober 2004

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 499/96 betreffende de opening en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde visserijproducten en levende paarden van oorsprong uit IJsland

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 499/96 van de Raad van 19 maart 1996 betreffende de opening en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde visserijproducten en levende paarden van oorsprong uit IJsland (1), zijn voor dergelijke visserijproducten en levende paarden tariefcontingenten geopend.

(2)

Tot deelname van Cyprus, Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië (hierna „de toetredende landen”) aan de Europese Economische Ruimte is besloten bij de EER-uitbreidingsovereenkomst, die op 14 oktober 2003 is ondertekend door de Gemeenschap en haar lidstaten, IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, en de toetredende landen.

(3)

In afwachting van de afronding van de procedures die nodig zijn voor de goedkeuring van de EER-uitbreidingsovereenkomst, is een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling gesloten, waarin is voorzien in voorlopige toepassing van de EER-uitbreidingsovereenkomst. Die overeenkomst is goedgekeurd bij Besluit 2004/368/EG van de Raad (2).

(4)

Bij de EER-uitbreidingsovereenkomst is een aanvullend protocol bij de Vrijhandelsovereenkomst tussen de EG en IJsland van 1972 (hierna „het protocol”) vastgesteld, waarin is bepaald dat voor een bepaald visserijproduct een nieuw communautair tariefcontingent wordt geopend. Dat tariefcontingent moet worden geopend.

(5)

Het conventionele recht van het gemeenschappelijk douanetarief voor dat visserijproduct in de periode van 15 februari tot en met 15 juni van elk jaar is „vrij”, en in die periode is het gebruik van bovenstaand tariefcontingent dan ook niet nodig.

(6)

Verordening (EG) nr. 499/96 dient dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

(7)

Aangezien de EER-uitbreidingsovereenkomst sinds 1 mei 2004 van kracht is, moet deze verordening met ingang van diezelfde datum van toepassing zijn en onverwijld in werking treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 499/96 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 1 wordt het volgende lid toegevoegd:

„4.   Het tariefcontingent met volgnummer 09.0792 is niet van toepassing op goederen die in de periode van 15 februari tot en met 15 juni voor het vrije verkeer worden aangegeven.”.

2)

De bijlage wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Voor 2004 wordt de jaarlijkse hoeveelheid van het tariefcontingent met volgnummer 09.0792 verlaagd naar evenredigheid van het aandeel van de contingentperiode in hele weken die vóór de in artikel 3, tweede alinea, genoemde datum is verstreken.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 mei 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 25 oktober 2004.

Voor de Raad

De voorzitster

R. VERDONK


(1)  PB L 75 van 23.3.1996, blz. 8.

(2)  PB L 130 van 29.4.2004, blz. 1.


BIJLAGE

In de bijlage bij Verordening (EG) nr. 499/96 wordt het volgende ingevoegd:

„09.0792

ex 0303 50 00

0303500020

Haring van de soorten Clupea harengus en Clupea pallasii, bevroren, met uitzondering van levers, hom en kuit, bestemd voor industriële productie (1)  (2)

950

0


(1)  Voor indeling onder deze code gelden de voorwaarden die zijn vastgelegd in de betreffende communautaire bepalingen (zie de artikelen 291 tot en met 300 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1)).

(2)  Het tariefcontingent is niet van toepassing op goederen die in de periode van 15 februari tot en met 15 juni voor het vrije verkeer worden aangegeven.”


Top