Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004R0544

    Verordening (EG) nr. 544/2004 van de Commissie van 24 maart 2004 tot vaststelling van overgangsmaatregelen met het oog op de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, wat de in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1520/2000 bedoelde reserve betreft

    PB L 87 van 25.3.2004, p. 10–11 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 16/10/2004

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2004/544/oj

    32004R0544

    Verordening (EG) nr. 544/2004 van de Commissie van 24 maart 2004 tot vaststelling van overgangsmaatregelen met het oog op de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, wat de in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1520/2000 bedoelde reserve betreft

    Publicatieblad Nr. L 087 van 25/03/2004 blz. 0010 - 0011


    Verordening (EG) nr. 544/2004 van de Commissie

    van 24 maart 2004

    tot vaststelling van overgangsmaatregelen met het oog op de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, wat de in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1520/2000 bedoelde reserve betreft

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op de Akte van toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, en met name op artikel 41, tweede alinea,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad van 6 december 1993 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2580/2000(2), en met name op artikel 8, lid 3, eerste alinea, en artikel 16,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) In Verordening (EG) nr. 1520/2000 van de Commissie van 13 juli 2000 tot vaststelling van de gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen voor de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 543/2004(4), wordt bepaald dat, afgezien van enkele uitzonderingen, de toekenning van restitutie voor de uitvoer van goederen afhankelijk is van de overlegging van een restitutiecertificaat. Deze restitutiecertificaten worden gedurende de begrotingsperiode in zes tranches ter beschikking van de marktdeelnemers gesteld, waarbij voor iedere tranche een termijn voor de aanvraag wordt vastgesteld. Restitutiecertificaten kunnen alleen worden afgegeven aan belanghebbenden die in de Europese Unie gevestigd zijn.

    (2) In verband met de komende toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije kunnen marktdeelnemers uit die nieuwe lidstaten tussen 1 mei 2004 en 7 mei 2004 restitutiecertificaten voor de vijfde tranche aanvragen, die geldig zijn voor gebruik vanaf 1 juni 2004. Deze marktdeelnemers hebben evenwel geen toegang tot restitutiecertificaten die voor eerdere tranches zijn uitgegeven, zodat ze niet beschikken over restitutiecertificaten die geldig zijn voor gebruik in de periode van 1 mei 2004 tot en met 31 mei 2004.

    (3) Omdat in de nieuwe lidstaten gevestigde marktdeelnemers geen toegang hebben tot restitutiecertificaten die geldig zijn voor de periode van 1 mei tot en met 31 mei 2004 is het dienstig speciale tijdelijke maatregelen te nemen waarbij deze marktdeelnemers worden vrijgesteld van de vereiste dat zij in de periode van 1 tot en met 31 mei 2004 restitutiecertificaten moeten overleggen.

    (4) Het is dan ook dienstig te voorzien in enkele afwijkingen van artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1520/2000, zodat marktdeelnemers uit de nieuwe lidstaten in de periode van 1 mei 2004 tot en met 31 mei 2004 in aanmerking kunnen komen voor de vrijstelling die in dat artikel is voorzien.

    (5) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor horizontale vraagstukken inzake verwerkte agrarische producten die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Voor artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1520/2000 geldt voor het begrotingsjaar dat eindigt op 15 oktober 2004 de volgende afwijking:

    1. De in lid 1, eerste alinea, bedoelde grens van de globale reserve wordt verhoogd tot 40 miljoen EUR.

    2. De in lid 2, eerste alinea, gespecificeerde limiet van 75000 EUR geldt niet voor aanvragen van marktdeelnemers die zijn gevestigd in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië of Slowakije voorzover het gaat om de uitvoer in de periode van 1 mei 2004 tot en met 31 mei 2004 van goederen die zijn vervaardigd of geassembleerd in de lidstaat waar de marktdeelnemer is gevestigd.

    3. Het in lid 3, tweede alinea, genoemde bedrag wordt verhoogd tot 30 miljoen EUR.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2004. Zij vervalt op 16 oktober 2004.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 24 maart 2004.

    Voor de Commissie

    Erkki Liikanen

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 318 van 20.12.1993, blz. 18.

    (2) PB L 298 van 25.11.2000, blz. 5.

    (3) PB L 177 van 15.7.2000, blz. 1.

    (4) Zie bladzijde 8 van dit Publicatieblad.

    Top