Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004D0117

    2004/117/EG: Beschikking van de Commissie van 19 januari 2004 tot wijziging van de Beschikkingen 92/260/EEG, 93/197/EEG en 97/10/EG ten aanzien van de tijdelijke toelating tot en de invoer in de Europese Unie van geregistreerde paarden uit Zuid-Afrika (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 50)

    PB L 36 van 7.2.2004, p. 20–33 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/09/2018; stilzwijgende opheffing door 32018R0659

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2004/117(1)/oj

    32004D0117

    2004/117/EG: Beschikking van de Commissie van 19 januari 2004 tot wijziging van de Beschikkingen 92/260/EEG, 93/197/EEG en 97/10/EG ten aanzien van de tijdelijke toelating tot en de invoer in de Europese Unie van geregistreerde paarden uit Zuid-Afrika (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 50)

    Publicatieblad Nr. L 036 van 07/02/2004 blz. 0020 - 0033


    Beschikking van de Commissie

    van 19 januari 2004

    tot wijziging van de Beschikkingen 92/260/EEG, 93/197/EEG en 97/10/EG ten aanzien van de tijdelijke toelating tot en de invoer in de Europese Unie van geregistreerde paarden uit Zuid-Afrika

    (kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 50)

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2004/117/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 90/426/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen(1), en met name op artikel 12, lid 2, artikel 13, lid 2, de artikelen 14, 15 en 16, en artikel 19, onder i),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Bij Beschikking 92/260/EEG van de Commissie(2) zijn de veterinairrechtelijke voorschriften en de voorschriften inzake veterinaire certificering vastgesteld voor de tijdelijke toelating van geregistreerde paarden.

    (2) Bij Beschikking 93/197/EEG van de Commissie(3) zijn de veterinairrechtelijke voorschriften en de voorschriften inzake veterinaire certificering vastgesteld voor de invoer van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen.

    (3) In bijlage I bij Beschikking 97/10/EG van de Commissie van 12 december 1996 tot wijziging van Beschikking 79/542/EEG van de Raad en de Beschikkingen 92/160/EEG, 92/260/EEG en 93/197/EEG van de Commissie ten aanzien van de tijdelijke toelating tot en de invoer in de Gemeenschap van geregistreerde paarden uit Zuid-Afrika(4) zijn aanvullende garanties vastgesteld die in verband met de regionalisatie van Zuid-Afrika van toepassing zijn op de invoer van geregistreerde paarden in de Europese Gemeenschap.

    (4) Die aanvullende garanties verbieden vaccinatie tegen paardenpest binnen het paardenpestvrije gebied. Bijgevolg kan de vaccinatiestatus van geregistreerde paarden die meer dan 24 maanden in het paardenpestvrije gebied hebben verbleven, onder de huidige invoervoorwaarden niet langer worden gecertificeerd.

    (5) Daarnaast moet het vervoer van geregistreerde paarden naar het ziektevrije gebied aan een vergunning onderworpen worden wanneer die paarden niet zijn ingeënt of wanneer een dergelijke vaccinatie om veterinaire redenen niet volgens alle instructies van de fabrikant is uitgevoerd.

    (6) De aanvullende garanties in verband met de regionalisatie van Zuid-Afrika voor de invoer van geregistreerde paarden in de Gemeenschap moeten worden aangepast in het licht van de diergezondheidssituatie in dat land en om rekening te houden met de wijzigingen in de veterinairrechtelijke voorschriften en de voorschriften inzake veterinaire certificering die op die invoer van toepassing zijn.

    (7) De Beschikkingen 92/260/EEG, 93/197/EEG en 97/10/EG moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (8) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    In bijlage II bij Beschikking 92/260/EEG wordt het diergezondheidscertificaat F vervangen door de tekst in bijlage I bij de onderhavige beschikking.

    Artikel 2

    In bijlage II bij Beschikking 93/197/EEG wordt het diergezondheidscertificaat F vervangen door de tekst in bijlage II bij de onderhavige beschikking.

    Artikel 3

    Bijlage I bij Beschikking 97/10/EG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij de onderhavige beschikking.

    Artikel 4

    Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 19 januari 2004.

    Voor de Commissie

    David Byrne

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 42. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

    (2) PB L 130 van 15.5.1992, blz. 67. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2003/541/EG (PB L 185 van 24.7.2003, blz. 41).

    (3) PB L 86 van 6.4.1993, blz. 16. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2003/541/EG.

    (4) PB L 3 van 7.1.1997, blz. 9. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2003/541/EG.

    BIJLAGE I

    >PIC FILE= "L_2004036NL.002202.TIF">

    >PIC FILE= "L_2004036NL.002301.TIF">

    >PIC FILE= "L_2004036NL.002401.TIF">

    >PIC FILE= "L_2004036NL.002501.TIF">

    >PIC FILE= "L_2004036NL.002601.TIF">

    >PIC FILE= "L_2004036NL.002701.TIF">

    BIJLAGE II

    >PIC FILE= "L_2004036NL.002802.TIF">

    >PIC FILE= "L_2004036NL.002901.TIF">

    >PIC FILE= "L_2004036NL.003001.TIF">

    >PIC FILE= "L_2004036NL.003101.TIF">

    >PIC FILE= "L_2004036NL.003201.TIF">

    BIJLAGE III

    Bijlage I bij Beschikking 97/10/EG wordt als volgt gewijzigd:

    1. Punt 5.5.1.4 wordt vervangen door:

    "5.5.1.4. In het certificaat wordt vermeld dat het paard:

    - in de laatste 48 uur vóór de verzending klinisch is onderzocht en geen klinische ziekteverschijnselen vertoonde, en

    - in de laatste 15 dagen, voorzover dit kan worden nagegaan, niet in contact is geweest met andere paardachtigen die aan een besmettelijke ziekte leden, en

    - niet uit een gebied komt waarvoor in verband met op paardachtigen overdraagbare ziekten beperkende maatregelen gelden, en niet afkomstig is van een bedrijf waarvoor om veterinairrechtelijke redenen verbodsmaatregelen gelden, en

    - niet afkomstig is van een bedrijf waar zich in de laatste 60 dagen een geval van paardenpest heeft voorgedaan, en

    - als het afkomstig is uit een gebied buiten het toezichtsgebied,

    i) ten minste 60 dagen en ten hoogste 24 maanden voordat het in het paardenpestvrije gebied wordt binnengebracht, door een dierenarts tegen paardenpest is ingeënt met een geregistreerd polyvalent vaccin volgens de voorschriften van de fabrikant van het vaccin, of

    ii) werd ingevoerd vanaf het grondgebied van een land of het overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Richtlijn 90/426/EEG geregionaliseerde gedeelte van het grondgebied dat volgens de EG-wetgeving als vrij van paardenpest wordt beschouwd, en tijdens het vervoer per vliegtuig van de luchthaven van Johannesburg naar het paardenpestvrije gebied tegen vectoren was beschermd.".

    2. Aan punt 5.5.1 wordt het volgende punt toegevoegd:

    "5.5.1.5. In afwijking van het bepaalde in punt 5.5.1.4, vijfde streepje, kunnen de bevoegde autoriteiten in uitzonderlijke gevallen als omschreven in de nationale of lokale wetgeving van het land van uitvoer, uitdrukkelijk toestemming geven voor het vervoer van een geregistreerd paard uit het besmette, beschermde of toezichtsgebied naar het ziektevrije gebied onder de volgende voorwaarden:

    - het paard wordt rechtstreeks naar het voor dat doel erkende quarantainestation in het ziektevrije gebied vervoerd;

    - het paard wordt tijdens het vervoer tegen vectoren beschermd, rekening houdend met risicobeperkende factoren als het vectorvrije seizoen of tijdstip van de dag, de behandeling met insectenwerende middelen, het afdekken van het dier en geforceerde ventilatie aan boord van het vervoermiddel;

    - het paard wordt ten minste 40 dagen in het tegen vectoren beschermde quarantainestation geïsoleerd;

    - het paard ondergaat tijdens de isolatieperiode tweemaal een test op paardenpest volgens bijlage D bij Richtlijn 90/426/EEG aan de hand van bloedmonsters die met een tussenpoos van 21 tot 30 dagen zijn genomen en waarvan het tweede monster is genomen in de laatste tien dagen vóór het dier het quarantainestation verlaat, met negatief resultaat wanneer het dier niet was ingeënt, of zonder toeneming van het gehalte aan antilichamen wanneer het dier was ingeënt.".

    Top