This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 22003A0307(01)
Agreement between the European Community and the Turkish Republic on precursors and chemical substances frequently used in the illicit manufacture of narcotic drugs or psychotropic substances
Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Turkse Republiek betreffende precursoren en chemische stoffen die veelvuldig bij de illegale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen worden gebruikt
Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Turkse Republiek betreffende precursoren en chemische stoffen die veelvuldig bij de illegale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen worden gebruikt
PB L 64 van 7.3.2003, p. 30–35
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)
In force
ELI: http://data.europa.eu/eli/agree_internation/2003/155/oj
Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Turkse Republiek betreffende precursoren en chemische stoffen die veelvuldig bij de illegale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen worden gebruikt
Publicatieblad Nr. L 064 van 07/03/2003 blz. 0030 - 0035
Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Turkse Republiek betreffende precursoren en chemische stoffen die veelvuldig bij de illegale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen worden gebruikt DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna "Gemeenschap" te noemen, enerzijds, en DE REPUBLIEK TURKIJE, hierna "Turkije" te noemen, anderzijds, hierna de "overeenkomstsluitende partijen" te noemen, BINNEN HET KADER VAN het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen, dat op 20 december 1988 in Wenen ondertekend werd, hierna "het Verdrag van 1988" te noemen; VASTBESLOTEN om de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen te voorkomen en te bestrijden door misbruik tegen te gaan van precursoren en chemische stoffen die veelvuldig te dien einde worden gebruikt; AKTE NEMEND van artikel 12 van het Verdrag van 1988; AKTE NEMEND VAN het door de G-7 op de economische topconferentie in Londen op 15 juli 1991 goedgekeurde eindverslag van de Chemical Action Task Force, en zich scharend achter de aanbeveling om de internationale samenwerking te versterken door de sluiting van bilaterale overeenkomsten tussen regio's en landen die betrokken zijn bij de uitvoer, invoer en doorvoer van die chemische stoffen; OVERTUIGD VAN HET FEIT dat de internationale handel een rol kan spelen bij het misbruik van die chemische stoffen en dat brede samenwerkingsovereenkomsten moeten worden gesloten en uitgevoerd tussen de betrokken regio's, waarbij met name in- en uitvoercontroles aan elkaar gekoppeld worden; hun gemeenschappelijke verbintenis BEVESTIGEND om bijstands- en samenwerkingsmechanismen tot stand te brengen tussen Turkije en de Gemeenschap, met name gezien het besluit van Helsinki, waarbij Turkije als kandidaat-lidstaat erkend wordt, ter bestrijding van het misbruik van geregistreerde stoffen voor illegale doeleinden, overeenkomstig de op internationaal niveau aangenomen richtsnoeren en acties; ERKENNENDE DAT chemische stoffen ook hoofdzakelijk en op grote schaal worden gebruikt voor legale doeleinden en dat de internationale handel niet mag worden belemmerd door buitensporige toezichtsprocedures; HEBBEN BESLOTEN de onderstaande overeenkomst betreffende het voorkomen van misbruik van precursoren en chemische stoffen die veelvuldig worden gebruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen, te sluiten, en hebben te dien einde als hun gevolmachtigden aangewezen: DE EUROPESE GEMEENSCHAP: DE REPUBLIEK TURKIJE: DIE, na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten, ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN: Artikel 1 Toepassingsgebied van de overeenkomst 1. In deze overeenkomst worden maatregelen vastgesteld ter versterking van de administratieve samenwerking tussen de overeenkomstsluitende partijen, teneinde misbruik te voorkomen van stoffen die veelvuldig worden gebruikt bij de illegale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen. Daarbij mogen de rechtmatige belangen van handel en industrie evenwel niet worden geschaad. 2. Daartoe verlenen de overeenkomstsluitende partijen elkaar conform deze overeenkomst bijstand, door met name: - toezicht uit te oefenen op hun onderlinge handel in de onder lid 3 genoemde stoffen, met als doel misbruik ervan voor illegale doeleinden te voorkomen; - administratieve bijstand te verlenen, zodat de relevante wetgeving inzake de controle op de handel in die stoffen correct kan worden toegepast. 3. Onverminderd eventuele wijzigingen die kunnen worden aangenomen in het kader van de bevoegdheden van de in artikel 9 ingestelde Gemengde Follow-up-groep is deze overeenkomst van toepassing op de chemische stoffen die zijn vermeld in de bijlage bij het Verdrag van 1988 zoals gewijzigd, hierna "gecontroleerde stoffen" te noemen. Artikel 2 Toezicht op de handel 1. De overeenkomstsluitende partijen plegen overleg en informeren elkaar uit eigen beweging wanneer zij redelijke vermoedens hebben van misbruik van gecontroleerde stoffen voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, met name wanneer bij een zending sprake is van ongebruikelijke hoeveelheden of omstandigheden. 2. Wat betreft gecontroleerde stoffen van bijlage A bij deze overeenkomst, zendt de bevoegde autoriteit van de exporterende overeenkomstsluitende partij bij de afgifte van de uitvoervergunning en vóór het vertrek van de zending een afschrift van de uitvoervergunning naar de bevoegde autoriteit van de importerende overeenkomstsluitende partij. Wanneer de exporteur in het land van uitvoer beschikt over een open individuele vergunning voor verscheidene uitvoerverrichtingen, wordt daarvan in het bijzonder melding gemaakt. 3. Wat betreft gecontroleerde stoffen van bijlage B bij deze overeenkomst, zendt de bevoegde autoriteit van de exporterende overeenkomstsluitende partij een afschrift van de uitvoervergunning naar de bevoegde autoriteit van de importerende overeenkomstsluitende partij en wordt de uitvoer slechts toegestaan indien de importerende overeenkomstsluitende partij daarmee heeft ingestemd. 4. De overeenkomstsluitende partijen verbinden zich ertoe op basis van wederkerigheid en zo snel mogelijk te reageren op de op basis van dit artikel verschafte gegevens of gevraagde maatregelen. 5. Bij toepassing van de bovengenoemde toezichtmaatregelen worden de rechtmatige belangen van de handel naar behoren in overweging genomen. In het bijzonder in de gevallen vallende onder lid 3 moet de importerende overeenkomstsluitende partij antwoorden binnen 15 werkdagen na de datum van ontvangst van de kennisgeving door de exporterende overeenkomstsluitende partij. Wordt binnen die termijn niet geantwoord, dan geldt dat als toestemming tot invoer. De weigering om een invoervergunning te verstrekken moet binnen die termijn schriftelijk aan de exporterende overeenkomstsluitende partij worden gemeld en met redenen zijn omkleed. Artikel 3 Opschorting van zendingen 1. Onverminderd de eventuele toepassing van maatregelen van strafrechtelijke aard worden de zendingen opgeschort wanneer er volgens een van de overeenkomstsluitende partijen redelijke vermoedens bestaan dat gecontroleerde stoffen zullen worden misbruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen, dan wel wanneer - in de onder artikel 2, lid 3, vallende gevallen - de importerende overeenkomstsluitende partij daarom verzoekt. 2. De overeenkomstsluitende partijen werken samen om elkaar informatie over de vermoedelijke gevallen van misbruik te verstrekken. Artikel 4 Wederzijdse administratieve bijstand 1. De overeenkomstsluitende partijen verstrekken elkaar uit eigen beweging of op verzoek alle informatie om misbruik van gecontroleerde stoffen voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen te voorkomen en om onderzoek te doen naar de gevallen van vermoed misbruik. Zo nodig nemen zij de passende conservatoire maatregelen om misbruik te voorkomen. 2. Verzoeken om informatie of om conservatoire maatregelen worden zo spoedig mogelijk ingewilligd. 3. Verzoeken om administratieve bijstand worden behandeld overeenkomstig de wetten, regels, bepalingen en andere rechtsinstrumenten van de aangezochte overeenkomstsluitende partij. 4. Ambtenaren van een overeenkomstsluitende partij kunnen, met instemming van de andere overeenkomstsluitende partij en op de door deze gestelde voorwaarden, aanwezig zijn bij onderzoek dat op het grondgebied van laatstgenoemde wordt verricht. 5. De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar bijstand om het leveren van bewijsmateriaal te vergemakkelijken. 6. Deze administratieve bijstand doet geen afbreuk aan de regels betreffende de wederzijdse bijstand in strafzaken en geldt niet voor informatie die is verkregen krachtens bevoegdheden die op verzoek van de rechterlijke autoriteiten worden uitgeoefend, tenzij deze autoriteiten hiermee instemmen. 7. Informatie kan worden gevraagd over chemische stoffen die veelvuldig worden gebruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen, doch niet onder het toepassingsgebied van deze overeenkomst vallen. Artikel 5 Uitwisseling van informatie en geheimhouding 1. Alle informatie die ter uitvoering van deze overeenkomst in welke vorm dan ook wordt verstrekt, heeft een vertrouwelijk karakter, overeenkomstig de regelgeving van elk van de overeenkomstsluitende partijen. Zij valt onder de geheimhoudingsplicht en geniet de bescherming die de desbetreffende wet- en regelgeving van de overeenkomstsluitende partij die ze heeft ontvangen aan dergelijke gegevens biedt en van de desbetreffende bepalingen die op de instellingen van de Gemeenschap van toepassing zijn. 2. Persoonsgegevens, waarmee bedoeld wordt alle gegevens betreffende een natuurlijke persoon van wie de identiteit bekend is of kan worden vastgesteld, mogen uitsluitend worden doorgegeven indien de overeenkomstsluitende partij die deze ontvangt zich ertoe verbindt deze op een wijze te beschermen die ten minste gelijkwaardig is aan de wijze waarop de overeenkomstsluitende partij die deze gegevens verstrekt deze beschermt. Te dien einde stellen de overeenkomstsluitende partijen elkaar in kennis van hun terzake geldende voorschriften, met inbegrip van, in voorkomend geval, de rechtsvoorschriften van de lidstaten van de Gemeenschap. 3. Het gebruik van op grond van deze overeenkomst verkregen informatie in gerechtelijke en administratieve procedures in verband met overtredingen van de wetgeving inzake gecontroleerde stoffen zoals bedoeld in artikel 3 wordt geacht voor de doeleinden van deze overeenkomst te geschieden. De overeenkomstsluitende partijen kunnen derhalve in hun bewijsvoeringen, verslagen en getuigenissen en bij procedures die bij rechtbanken aanhangig worden gemaakt, gebruikmaken van krachtens deze overeenkomst verkregen informatie en geraadpleegde documenten. De bevoegde autoriteit die de informatie heeft verstrekt of inzage heeft gegeven tot deze documenten wordt van dergelijk gebruik in kennis gesteld. 4. De verkregen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de in deze overeenkomst omschreven doeleinden. Indien een van de overeenkomstsluitende partijen dergelijke informatie voor andere doeleinden wenst te gebruiken, dient zij vooraf om de schriftelijke toestemming te verzoeken van de autoriteit die de informatie heeft verstrekt. Dergelijke informatie mag uitsluitend op de door deze autoriteit vastgestelde voorwaarden worden gebruikt. Artikel 6 Gevallen waarin geen bijstand behoeft te worden verleend 1. Bijstand kan worden geweigerd of er kunnen voorwaarden of eisen aan worden verbonden, wanneer een overeenkomstsluitende partij van oordeel is dat bijstand op grond van dit protocol: a) de soevereiniteit zou kunnen aantasten van Turkije of van de lidstaat van de Gemeenschap die om bijstand in het kader van deze overeenkomst is verzocht; of b) de openbare orde, de veiligheid of andere wezenlijke belangen in gevaar zou kunnen brengen, in het bijzonder in de in artikel 5, lid 2, bedoelde gevallen; of c) de schending inhoudt van een industrieel geheim, een handelsgeheim of een beroepsgeheim. 2. De aangezochte autoriteit kan de bijstand uitstellen indien deze een lopend onderzoek, een lopende strafvervolging of procedure zou verstoren. In dat geval pleegt de aangezochte autoriteit overleg met de verzoekende autoriteit om na te gaan of de bijstand kan worden verleend op door de aangezochte autoriteit te stellen voorwaarden. 3. Wanneer de verzoekende autoriteit om een vorm van bijstand verzoekt die zij desgevraagd zelf niet zou kunnen verlenen, vermeldt zij dit in haar verzoek. De aangezochte autoriteit is vrij te bepalen hoe zij op een dergelijk verzoek reageert. 4. Indien bijstand wordt geweigerd, dient het besluit daartoe en de redenen daarvoor terstond aan de verzoekende autoriteit te worden medegedeeld. Artikel 7 Technische en wetenschappelijke samenwerking De overeenkomstsluitende partijen werken samen bij het opsporen van nieuwe methoden van misbruik en het nemen van passende tegenmaatregelen, onder meer via technische samenwerking ter versterking van de administratieve en repressieve structuren die in dat verband bestaan en ter bevordering van de samenwerking met handel en industrie. De technische samenwerking kan met name betrekking hebben op opleiding en uitwisselingsprogramma's voor de betrokken ambtenaren. Artikel 8 Uitvoeringsmaatregelen 1. Elke overeenkomstsluitende partij wijst een of meer bevoegde autoriteit(en) aan om de uitvoering van deze overeenkomst te coördineren. Voor de toepassing van deze overeenkomst onderhouden deze autoriteiten rechtstreeks contact met elkaar. 2. De overeenkomstsluitende partijen raadplegen elkaar en stellen elkaar in kennis van alle uitvoeringsbepalingen die op grond van deze overeenkomst worden vastgesteld. Artikel 9 Gemengde Follow-up-groep 1. Er wordt een Gemengde Follow-up-groep voor het toezicht op precursoren en chemische stoffen ingesteld, hierna "Gemengde Follow-up-groep" te noemen, waarin elke partij is vertegenwoordigd. 2. De Gemengde Follow-up-groep handelt in onderlinge overeenstemming. Hij stelt zijn huishoudelijk reglement op. 3. De Gemengde Follow-up-groep komt normaliter eenmaal per jaar bijeen; datum, plaats en programma worden in onderlinge overeenstemming vastgesteld. Met instemming van de overeenkomstsluitende partijen kunnen buitengewone vergaderingen worden belegd. Artikel 10 Rol van de Gemengde Follow-up-groep 1. De Gemengde Follow-up-groep voert het beheer over deze overeenkomst en ziet toe op de correcte toepassing ervan. Daartoe: - houdt zij zich bezig met het bestuderen en uitwerken van praktische regels voor de goede werking van de overeenkomst; - wordt zij regelmatig door de overeenkomstsluitende partijen in kennis gesteld van hun ervaringen met de toepassing van de overeenkomst; - neemt zij in de in lid 2 bedoelde gevallen besluiten; - doet zij in de in lid 3 bedoelde gevallen aanbevelingen; - houdt zij zich bezig met het bestuderen en uitwerken van de in artikel 7 beoogde technische samenwerkingsmaatregelen; - houdt zij zich bezig met het bestuderen en ontwikkelen van eventuele andere vormen van samenwerking op het gebied van precursoren en chemische stoffen. 2. De Gemengde Follow-up-groep neemt in onderlinge overeenstemming besluiten over wijzigingen in de bijlagen A en B. De besluiten worden door de overeenkomstsluitende partijen conform hun eigen wetgeving ten uitvoer gelegd. Indien een vertegenwoordiger van een overeenkomstsluitende partij in de Gemengde Follow-up-groep een besluit heeft aanvaard onder het voorbehoud dat de daartoe noodzakelijke procedures zijn gevolgd, treedt dit besluit - indien het geen datum bevat - in werking op de eerste dag van de tweede maand nadat kennis is gegeven dat aan deze vereisten is voldaan. 3. De Gemengde Follow-up-groep doet de overeenkomstsluitende partijen aanbevelingen voor: a) wijzigingen in deze overeenkomst; b) andere maatregelen die voor de toepassing van de overeenkomst vereist zijn. Artikel 11 Verplichtingen uit hoofde van andere overeenkomsten 1. Rekening houdend met de respectieve bevoegdheden van de Gemeenschap en van haar lidstaten, geldt voor de bepalingen van deze overeenkomst dat zij: - geen gevolgen hebben voor de verplichtingen van de overeenkomstsluitende partijen op grond van andere internationale overeenkomsten of verdragen; - zij worden geacht een aanvulling te vormen op overeenkomsten betreffende gecontroleerde stoffen die zijn of kunnen worden gesloten tussen afzonderlijke lidstaten en Turkije; - geen gevolgen hebben voor de communautaire bepalingen betreffende de uitwisseling, tussen de bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de relevante diensten van de lidstaten, van gegevens die op grond van deze overeenkomst zijn verkregen en die van belang kunnen zijn voor de Gemeenschap. 2. Onverminderd lid 1 hebben de bepalingen van deze overeenkomst voorrang op de bepalingen van bilaterale overeenkomsten betreffende gecontroleerde stoffen die tussen afzonderlijke lidstaten en Turkije zijn of kunnen worden gesloten, indien de bepalingen van laatstgenoemde overeenkomsten met die van deze overeenkomst strijdig zijn. 3. De overeenkomstsluitende partijen zullen elkaar raadplegen over kwesties in verband met de toepasselijkheid van deze overeenkomst en zullen deze in het kader van de Gemengde Follow-up-groep trachten op te lossen. 4. De overeenkomstsluitende partijen stellen elkaar ook in kennis van alle maatregelen die zij met andere landen op het gebied van gecontroleerde stoffen hebben getroffen. Artikel 12 Inwerkingtreding Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de laatste akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring is nedergelegd, volgens de regels die van toepassing zijn voor elke overeenkomstsluitende partij. Artikel 13 Geldigheidsduur en opzegging van de overeenkomst 1. Deze overeenkomst wordt gesloten voor een periode van vijf jaar en wordt daarna stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende perioden van dezelfde duur. De overeenkomst verliest haar geldigheid op het moment dat Turkije toetreedt tot de Europese Unie. 2. Deze overeenkomst kan in onderlinge overeenstemming van de overeenkomstsluitende partijen worden gewijzigd. 3. Elke overeenkomstsluitende partij kan deze overeenkomst opzeggen, mits zij de andere overeenkomstsluitende partij daarvan twaalf maanden van te voren schriftelijk in kennis stelt. Artikel 14 Authentieke teksten Deze overeenkomst, die is opgesteld in twee exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse en de Turkse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, zal worden nedergelegd in het archief van het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie, dat een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan toezendt aan elke overeenkomstsluitende partij. Hecho en Bruselas, el veintiséis de febrero de dos mil tres./Udfærdiget i Bruxelles den seksogtyvende februar to tusind og tre./Geschehen zu Brüssel am sechsundzwanzigsten Februar zweitausendunddrei./Έγινε στις Βρυξέλλες, στις είκοσι έξι Φεβρουαρίου δύο χιλιάδες τρία./Done at Brussels on the twenty-sixth day of February in the year two thousand and three./Fait à Bruxelles, le vingt-six février deux mille trois./Fatto a Bruxelles, addì ventisei febbraio duemilatre./Gedaan te Brussel, de zesentwintigste februari tweeduizenddrie./Feito em Bruxelas, em vinte e seis de Fevereiro de dois mil e três./Tehty Brysselissä kahdentenakymmenentenäkuudentena päivänä helmikuuta vuonna kaksituhattakolme./Som skedde i Bryssel den tjugosjätte februari tjugohundratre./26 Subat 2003 tarihinde Brüksel'de akdedilmistir. Por la Comunidad Europea/For Det Europæiske Fællesskab/Für die Europäische Gemeinschaft/Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα/For the European Community/Pour la Communauté européenne/Per la Comunità europea/Voor de Europese Gemeenschap/Pela Comunidade Europeia/Euroopan yhteisön puolesta/På Europeiska gemenskapens vägnar >PIC FILE= "L_2003064NL.003401.TIF"> Türkiye Cumhuriyeti adna >PIC FILE= "L_2003064NL.003402.TIF"> BIJLAGE A Aan de in artikel 2, lid 2, bedoelde maatregelen onderworpen stoffen Aceton Antranilzuur Ethylether Zoutzuur Methylethylketon Fenylazijnzuur Piperidine Zwavelzuur Tolueen BIJLAGE B Aan de in artikel 2, lid 3, bedoelde maatregelen onderworpen stoffen N-acetylantranilzuur Azijnzuuranhydride Efedrine Ergometrine Ergotamine Isosafrool Lyserginezuur 3,4-(Methyleendioxy)fenylpropaan-2-on Norefedrine Fenylpropaan-2-on Piperonal Kaliumpermanganaat Pseudo-efedrine Safrool NB: De lijst van stoffen moet waar nodig altijd verwijzingen naar de overeenkomstige zouten omvatten.