EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22001A1229(01)

Memorandum van overeenstemming tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan inzake overgangsregelingen op het gebied van de markttoegang voor textiel- en kledingproducten op 15 oktober 2001 te Brussel geparafeerd

PB L 345 van 29.12.2001, p. 81–90 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/memorandum_underst/2001/935/oj

Related Council decision

22001A1229(01)

Memorandum van overeenstemming tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan inzake overgangsregelingen op het gebied van de markttoegang voor textiel- en kledingproducten op 15 oktober 2001 te Brussel geparafeerd

Publicatieblad Nr. L 345 van 29/12/2001 blz. 0081 - 0090


Memorandum van overeenstemming

tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan inzake overgangsregelingen op het gebied van de markttoegang voor textiel- en kledingproducten op 15 oktober 2001 te Brussel geparafeerd

1. Delegaties van de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan kwamen in maart 2001 en opnieuw op 15 oktober 2001 in Brussel bijeen om verbeteringen in de toegang tot de respectieve markten van beide partijen voor textiel- en kledingproducten te bespreken. De partijen waren van mening dat, onverminderd eventuele verdere onderlinge besprekingen, zij overeenstemming konden bereiken over een kader voor betere markttoegang voor de textiel- en kledingsector. Zij legden deze overeenstemming in de volgende termen vast.

2. De Islamitische Republiek Pakistan stemt in met het volgende:

2.1. De Islamitische Republiek Pakistan consolideert zijn tarieven voor textiel en kleding op het niveau van kolom 1 van de bijlage, dat van toepassing is met ingang van de dag van kennisgeving, en op het niveau van kolom 2 van de bijlage, dat uiterlijk 1 juli 2002 van toepassing is, door een passende kennisgeving van deze strekking aan de Wereldhandelsorganisatie (WTO) te doen. Alvorens de kennisgeving te doen, zal Pakistan met de Europese Gemeenschap overleg voeren.

2.2. Indien Pakistan rechten toepast die lager zijn dan de rechten die zijn opgenomen in punt 2.1, verbindt Pakistan zich ertoe geen hogere rechten toe te passen dan de rechten die momenteel worden toegepast op de invoer van dergelijke producten uit de Europese Gemeenschap.

2.3. Onverminderd punt 2.2 zal Pakistan de toegepaste rechten verlagen tot het niveau van de geconsolideerde rechten die zijn opgenomen in de bijlage en deze blijven toepassen totdat ze verder worden verlaagd door eventuele daaropvolgende kennisgevingen van Pakistan.

3. De Europese Gemeenschap stemt ermee in om, na bevestiging door Pakistan dat de in punt 2.1 bedoelde kennisgeving is verricht en dat de tarieven van kolom 1 van de bijlage voor 2001 worden toegepast, de contingenten die momenteel gelden voor het jaar 2001 met 15 % te verhogen, na welke verhoging het niveau van de contingenten voor de jaren 2002 tot 2004 zullen worden berekend op grond van dit nieuwe basisniveau voor 2001.

4. De partijen komen overeen geen niet-tarifaire maatregelen vast te stellen die de handel in textiel- en kledingproducten kunnen belemmeren.

5.1. De partijen zijn het erover eens dat met het oog op het evenwichtig functioneren van dit Memorandum van overeenstemming, dat bestaat uit een pakket wederzijdse concessies die de partijen elkaar vrijelijk toestaan, alle bepalingen van dit Memorandum van overeenstemming volledig en getrouw moeten worden uitgevoerd. De partijen komen dan ook overeen periodiek overleg te plegen om ervoor te zorgen dat dit Memorandum van overeenstemming correct ten uitvoer wordt gelegd. Daarnaast komen de partijen overeen overleg te voeren op verzoek van een van de partijen met betrekking tot een aspect van dit Memorandum van overeenstemming.

5.2. Indien de Europese Gemeenschap het in punt 6 omschreven recht wil uitoefenen, zal zij Pakistan schriftelijk gegevens verstrekken omtrent de vermeende schending. Binnen 30 dagen na een dergelijk schriftelijke mededeling wordt overleg gevoerd om deze schending ongedaan te maken, tenzij de partijen anders overeenkomen. Indien de partijen niet binnen 30 dagen na de aanvang van het overleg een passende oplossing vinden, heeft de Europese Gemeenschap het recht maatregelen krachtens punt 6 te nemen.

6. De partijen komen overeen dat de Europese Gemeenschap het recht behoudt de contingentregeling opnieuw toe te passen op het niveau dat voordien van toepassing was, indien Pakistan niet voldoet aan een van de verplichtingen die zijn opgenomen in de punten 2 en 4.

7. De partijen komen overeen volledig samen te werken met betrekking tot alle kennisgevingen die eventueel aan de Wereldhandelsorganisatie of een van de organen ervan gedaan moeten worden. Deze kennisgevingen zullen gezamenlijk worden gedaan door de partijen, tenzij zij anders overeenkomen.

8. De partijen komen overeen dat dit Memorandum van overeenstemming geen afbreuk doet aan de mogelijkheid van wederzijdse concessies met betrekking tot markttoegang door andere handelspartners in de sector.

9. De partijen komen overeen dat dit Memorandum van overeenstemming geen afbreuk doet aan hun recht om een beroep te doen op het WTO-Memorandum van overeenstemming inzake de beslechting van geschillen.

10. Alle aan dit Memorandum van overeenstemming gehechte processen-verbaal van overeenstemming en verklaringen maken er integraal deel van uit.

11. De partijen komen overeen dat deze overeenkomst in de vorm van een Memorandum van overeenstemming in werking treedt op de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis hebben gesteld dat de daartoe benodigde interne procedures zijn voltooid. In afwachting daarvan wordt zij vanaf 1 december 2001 voorlopig toegepast, op voorwaarde van wederkerigheid.

Voor de Europese Gemeenschap

Voor de Islamitische Republiek Pakistan

BIJLAGE

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

PROCES-VERBAAL VAN OVEREENSTEMMING

In het kader van de op 15 oktober 2001 in Brussel geparafeerde overeenkomst in de vorm van een Memorandum van overeenstemming inzake overgangsregelingen op het gebied van de markttoegang voor textiel- en kledingproducten tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan en meer in het bijzonder in verband met punt 4, hebben de partijen laten vastleggen dat zij het erover eens zijn dat onder niet-tarifaire belemmeringen wordt verstaan alle vormen van belemmering van de handel in de sector; niet-tarifaire belemmeringen hebben onder meer betrekking op, doch zijn niet beperkt tot:

- aanvullende rechten op de invoer of verkoop van producten van oorsprong uit de EU die hoger zijn dan de douanerechten die zijn opgenomen in de overeenkomst, of andere heffingen van gelijke werking, die hoger zijn dan dergelijke rechten of heffingen die worden geheven op de productie of verkoop van equivalente binnenlandse goederen;

- technische voorschriften of normen, of regels, procedures of praktijken betreffende conformiteitsbeoordeling of certificering die verder gaan dan de doeleinden waarvoor zij vereist zijn;

- formele of informele minimuminvoerprijzen, of andere regels, procedures of praktijken betreffende de vaststelling van de douanewaarde die tot handelsbelemmeringen leiden;

- regels, procedures of praktijken betreffende inspectie vóór verzending die discriminatoir, niet-transparant, excessief lang zijn of douanecontroles voor de inklaring van goederen voor verzendingen die reeds onderworpen zijn aan inspectie vóór verzending;

- regels, procedures of praktijken betreffende de certificering van de oorsprong van producten die excessief zwaar, kostbaar of arbitrair zijn, of directe verzending van goederen van het land van oorsprong naar het land van bestemming vereisen;

- niet-automatische of discretionaire eisen voor vergunningen, of automatische vergunningsregels, -procedures of -praktijken die een onevenredige last leggen op de invoer of daarop een beperkende werking hebben;

- eisen of praktijken betreffende markering, etikettering, beschrijving of samenstelling van het product of de beschrijving van de vervaardiging van producten, die in hun formulering of in hun toepassing in welke vorm dan ook discriminerend zijn in vergelijking met de regeling voor binnenlandse producten;

- onnodig lange termijnen voor douane-inklaring of excessief zware, onevenredige of kostbare douaneprocedures, met inbegrip van inspectie-eisen, die een onnodige beperkende werking op de invoer hebben;

- subsidies die schade toebrengen aan de textiel- en kledingindustrie van de EU.

Voor de Europese Gemeenschap

Voor de Islamitische Republiek Pakistan

VERKLARING

In het kader van de op 15 oktober 2001 te Brussel geparafeerde Overeenkomst in de vorm van een Memorandum van overeenstemming tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan inzake overgangsregelingen op het gebied van de markttoegang voor textiel- en kledingproducten en het Proces-verbaal van overeenstemming daarbij, verklaren de partijen dat de aangegane verbintenissen betreffende niet-tarifaire belemmeringen bilaterale verbintenissen zijn die de partijen onafhankelijk van eveneens op de partijen van toepassing zijnde multilaterale verbintenissen zijn aangegaan. De partijen komen dan ook overeen dat de toepassing van deze bepalingen van puur bilaterale aard is. Voorts komen de partijen overeen dat het niet de bedoeling is dat deze bilaterale verbintenissen verder gaan dan het niveau van de verbintenissen die zij in een multilaterale context zijn aangegaan, en dat ze hun geen hogere normen of verplichtingen opleggen.

Voor de Europese Gemeenschap

Voor de Islamitische Republiek Pakistan

Top