EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document JOL_1999_020_R_0038_013

Besluit van de Raad van 14 december 1998 houdende goedkeuring namens de Europese Gemeenschap, voor de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de resultaten van de onderhandelingen van de Wereldhandelsorganisatie over financiële diensten

PB L 20 van 27.1.1999, p. 38–53 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

31999D0061

1999/61/EG: Besluit van de Raad van 14 december 1998 houdende goedkeuring namens de Europese Gemeenschap, voor de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de resultaten van de onderhandelingen van de Wereldhandelsorganisatie over financiële diensten

Publicatieblad Nr. L 020 van 27/01/1999 blz. 0038 - 0039


BESLUIT VAN DE RAAD van 14 december 1998 houdende goedkeuring namens de Europese Gemeenschap, voor de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de resultaten van de onderhandelingen van de Wereldhandelsorganisatie over financiële diensten (1999/61/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 54, 57, 63, 66, 73 B tot en met 73 F, 99, 100, 100 A en 113, juncto artikel 228, lid 2, tweede zin, en artikel 228, lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat de Overeenkomst van Marrakech tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en de daarmee verband houdende overeenkomsten evenals de ministeriële besluiten en verklaringen en het Memorandum van overeenstemming inzake verbintenissen betreffende financiële diensten op 22 december 1994 werden goedgekeurd bij Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten (4);

Overwegende dat het globale pakket van verbintenissen betreffende financiële diensten waarover de Commissie namens de Europese Gemeenschap en haar lidstaten heeft onderhandeld, een bevredigend en evenwichtig onderhandelingsresultaat vormt;

Overwegende dat de Raad op 12 december 1997, behoudens definitieve goedkeuring na voltooiing van de interne procedures, zijn goedkeuring heeft gehecht aan de definitieve lijst van verbintenissen van de Europese Gemeenschap en haar lidstaten (GATS/SC/31/Suppl. 4) en de Commissie heeft gemachtigd deze lijst namens de Europese Gemeenschap en haar lidstaten aan de WTO voor te leggen;

Overwegende dat de Raad de Commissie op die datum heeft gemachtigd namens de Europese Gemeenschap en haar lidstaten haar goedkeuring te hechten aan de definitieve resultaten van de onderhandelingen zoals deze zijn neergelegd in het vijfde protocol bij de GATS (S/L/45), het besluit tot goedkeuring van dat protocol (S/L/44) en het besluit inzake verbintenissen betreffende financiële diensten (S/L/50);

Overwegende dat een bepaling in het Verdrag de Gemeenschap uitdrukkelijk de bevoegdheid toekent internationale overeenkomsten te sluiten; dat de Gemeenschap deze bevoegdheid echter ook ontleent aan andere bepalingen van het Verdrag en aan andere door de communautaire instellingen op basis van deze bepalingen genomen besluiten;

Overwegende dat wanneer de Gemeenschap regels heeft vastgesteld om de doelstellingen van het Verdrag te verwezenlijken, het de lidstaten niet is toegestaan buiten het kader van de gemeenschappelijke instellingen verbintenissen aan te gaan die deze regels in het gedrang kunnen brengen of de strekking daarvan kunnen wijzigen;

Overwegende dat bepaalde verbintenissen ten aanzien van de financiële diensten krachtens artikel 113 van het Verdrag onder de bevoegdheid van de Gemeenschap vallen; dat bovendien andere verbintenissen ten aanzien van financiële diensten gevolgen hebben voor regels die door de Gemeenschap werden vastgesteld op basis van de artikelen 54, 57, 63, 66, 99, 100 en 100 A en dat dergelijke verbintenissen derhalve uitsluitend door de Gemeenschap kunnen worden aangegaan;

Overwegende in het bijzonder dat het gebruik van artikel 100 van het Verdrag als rechtsgrondslag van dit besluit gerechtvaardigd is voorzover de vorengenoemde verbintenissen betreffende financiële diensten gevolgen hebben voor Richtlijn 90/434/EEG van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende lidstaten (5) en Richtlijn 90/435/EEG van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten (6), die op artikel 100 van het Verdrag gebaseerd zijn;

Overwegende dat de Gemeenschap in het algemeen bevoegd is terzake van verbintenissen ten aanzien van kapitaalbewegingen die in de lijst van specifieke verbintenissen van de Gemeenschap en de lidstaten zijn opgenomen en waarop de wetgeving van de Gemeenschap in haar huidige vorm van toepassing is; dat de lidstaten evenwel de bevoegdheid behouden maatregelen te nemen binnen de grenzen die zijn vastgesteld bij artikel 73 C van het Verdrag;

Overwegende dat, gezien het karakter van de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie en de protocollen bij de Algemene Overeenkomst inzake de handel in diensten, voor de rechtbanken van de Gemeenschap of van de lidstaten vermoedelijk geen rechtstreeks beroep zal worden gedaan op deze overeenkomst en deze protocollen,

BESLUIT:

Enig artikel

1. Het deel van het vijfde protocol betreffende financiële diensten (S/L/45) bij de Algemene Overeenkomst inzake de handel in diensten dat onder de bevoegdheid van de Gemeenschap valt, wordt hierbij namens de Gemeenschap goedgekeurd.

2. De tekst van het vijfde protocol evenals de lijst van specifieke verbintenissen (GATS/SC/31/Suppl. 4) en de lijst van uitzonderingen op artikel II van de Algemene Overeenkomst inzake de handel in diensten (GATS/EL/31) van de Gemeenschap en de lidstaten betreffende financiële diensten zijn aan dit besluit gehecht, evenals de volgende besluiten:

- het besluit van het Comité voor de handel in financiële diensten houdende goedkeuring van het vijfde protocol bij de Algemene Overeenkomst inzake de handel in diensten (S/L/44),

- het besluit van de Raad voor de handel in diensten van december 1997 inzake verbintenissen betreffende financiële diensten (S/L/50).

3. De voorzitter van de Raad is gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is het vijfde protocol bij de Algemene Overeenkomst inzake de handel in diensten te ondertekenen teneinde daardoor de Europese Gemeenschap te binden voor het gedeelte van het protocol dat onder haar bevoegdheid valt.

Gedaan te Brussel, 14 december 1998.

Voor de Raad

De Voorzitter

W. MOLTERER

(1) PB C 400 van 22. 12. 1998, blz. 26.

(2) PB C 379 van 7. 12. 1998.

(3) PB C 407 van 28. 12. 1998, blz. 279.

(4) PB L 336 van 23. 12. 1994, blz. 1.

(5) PB L 225 van 20. 8. 1990, blz. 1.

(6) PB L 225 van 20. 8. 1990, blz. 6.

Top