EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31999R0175

Verordening (EG) nr. 175/1999 van de Commissie van 26 januari 1999 houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 3942/92, (EG) nr. 86/94, (EG) nr. 1082/96 en (EG) nr. 1459/98 tot vaststelling van referentiemethoden voor de bepaling van verklikstoffen in boter, butteroil of room

PB L 20 van 27.1.1999, p. 22–25 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 13/02/2001

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1999/175/oj

31999R0175

Verordening (EG) nr. 175/1999 van de Commissie van 26 januari 1999 houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 3942/92, (EG) nr. 86/94, (EG) nr. 1082/96 en (EG) nr. 1459/98 tot vaststelling van referentiemethoden voor de bepaling van verklikstoffen in boter, butteroil of room

Publicatieblad Nr. L 020 van 27/01/1999 blz. 0022 - 0025


VERORDENING (EG) Nr. 175/1999 VAN DE COMMISSIE van 26 januari 1999 houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 3942/92, (EG) nr. 86/94, (EG) nr. 1082/96 en (EG) nr. 1459/98 tot vaststelling van referentiemethoden voor de bepaling van verklikstoffen in boter, butteroil of room

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1587/96 (2), en met name op artikel 6, lid 6, artikel 7a, lid 3, en artikel 12, lid 3,

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 3942/92 van de Commissie (3), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2539/93 (4), en Verordening (EG) nr. 86/94 van de Commissie (5) referentiemethoden voor de bepaling van stigmasterol en sitosterol in butteroil en in boter zijn vastgesteld; dat bij Verordening (EG) nr. 1082/96 van de Commissie (6) een referentiemethode voor de bepaling van de ethylester van bèta-apo-8'-caroteenzuur in boterconcentraat en boter is vastgesteld en dat bij Verordening (EG) nr. 1459/98 van de Commissie (7) een referentiemethode voor de bepaling van het vanillinegehalte in boterconcentraat, boter of room is vastgesteld;

Overwegende dat bovengenoemde referentiemethoden zijn ingevoerd om na te gaan of de bepalingen voor het gebruik van verklikstoffen in boter, butteroil en room in het kader van bepaalde subsidieregelingen voor deze producten zijn nageleefd; dat bij Verordening (EG) nr. 2571/97 van de Commissie van 15 september 1997 betreffende de verkoop van boter tegen verlaagde prijs en de toekenning van steun voor room, boter en boterconcentraat voor de vervaardiging van banketbakkerswerk, consumptie-ijs en andere voedingsmiddelen (8), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1982/98 (9), tot intrekking en vervanging van Verordening (EEG) nr. 570/88 van de Commissie (10), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 531/96 (11), de eerder geldende tolerantiegrenzen voor de bijmenging van verklikstoffen zijn gewijzigd;

Overwegende dat de tolerantiegrenzen voor de bijmenging van verklikstoffen ook zijn aangepast bij Verordening (EEG) nr. 3143/85 van de Commissie (12), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 101/1999 (13), en bij Verordening (EEG) nr. 429/90 van de Commissie (14), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 124/1999 (15);

Overwegende voorts dat uit ervaring is gebleken dat duidelijkheid moet worden verschaft over het gebruik van de controleresultaten om het gehalte aan en de zuiverheid en de homogene verdeling van de bijgemengde verklikstoffen te verifiëren.

Overwegende dat de verordeningen tot vaststelling van de bovenbedoelde referentiemethoden bijgevolg moeten worden gewijzigd;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 3942/92 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 1 wordt "Verordening (EEG) nr. 570/88" vervangen door "Verordening (EG) nr. 2571/97".

2. De bijlage wordt als volgt gewijzigd:

a) Punt 8.1 wordt vervangen door:

"8.1. Om na te gaan of de toevoeging van verklikstoffen aan het product op correcte wijze is gebeurd, moeten van dit product drie monsters worden genomen.".

b) De punten 8.2.2 en 8.2.3 worden vervangen door:

"8.2.2. De uit analyse van het product verkregen resultaten van de drie monsters worden gebruikt om het gehalte aan en de homogene bijmenging van de verklikstof te verifiëren, en het laagste resultaat wordt vergeleken met de volgende waarden (kritisch verschil bij een waarschijnlijkheid van 95 % (CrD95)):

- 120,0 mg/kg (95 % van het minimum-bijmengingsgehalte voor 95 % zuiver stigmasterol);

- 122,0 mg/kg (95 % van het minimum-bijmengingsgehalte voor 85 % zuiver stigmasterol);

- 84,0 mg/kg (70 % van het minimum-bijmengingsgehalte voor 95 % zuiver stigmasterol);

- 86,0 mg/kg (70 % van het minimum-bijmengingsgehalte voor 85 % zuiver stigmasterol).

De concentratie van de verklikstof in het monster dat het laagste resultaat oplevert, wordt gebruikt in combinatie met interpolatie tussen 120,0 mg/kg en 84,0 mg/kg, respectievelijk 122,0 mg/kg en 86,0 mg/kg.".

c) De punten 8.3.2 en 8.3.3 worden vervangen door:

"8.3.2. De uit analyse van het product verkregen resultaten van de drie monsters worden gebruikt om het gehalte aan en de homogene bijmenging van de verklikstof te verifierenverifiëren, en het laagste resultaat wordt vergeleken met de volgende waarden (kritisch verschil bij een waarschijnlijkheid van 95 % (CrD95)):

- 486,0 mg/kg (95 % van het minimum-bijmengingsgehalte voor 90 % zuiver sitosterol);

- 358,0 mg/kg (70 % van het minimum-bijmengingsgehalte voor 90 % zuiver sitosterol).

De concentratie van de verklikstof in het monster dat het laagste resultaat oplevert, wordt gebruikt in combinatie met interpolatie tussen 486,0 mg/kg en 358,0 mg/kg.".

Artikel 2

Verordening (EG) nr. 86/94 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 1 wordt "Verordening (EEG) nr. 570/88" vervangen door "Verordening (EG) nr. 2571/97".

2. De bijlage wordt als volgt gewijzigd:

a) Punt 8.1 wordt vervangen door:

"8.1. Om na te gaan of de toevoeging van verklikstoffen aan het product op correcte wijze is gebeurd, moeten van dit product drie monsters worden genomen.".

b) De punten 8.2.2 en 8.2.3 worden vervangen door:

"8.2.2. De uit analyse van het product verkregen resultaten van de drie monsters worden gebruikt om het gehalte aan en de homogene bijmenging van de verklikstof te verifierenverifiëren, en het laagste resultaat wordt vergeleken met de volgende waarden (kritisch verschil bij een waarschijnlijkheid van 95 % (CrD95)):

- 116,0 mg/kg (95 % van het minimum-bijmengingsgehalte voor 95 % zuiver stigmasterol);

- 118,0 mg/kg (95 % van het minimum-bijmengingsgehalte voor 85 % zuiver stigmasterol);

- 81,0 mg/kg (70 % van het minimum-bijmengingsgehalte voor 95 % zuiver stigmasterol);

- 82,0 mg/kg (70 % van het minimum-bijmengingsgehalte voor 85 % zuiver stigmasterol).

De concentratie van de verklikstof in het monster dat het laagste resultaat oplevert, wordt gebruikt in combinatie met interpolatie tussen 116,0 mg/kg en 81,0 mg/kg, respectievelijk 118,0 mg/kg en 82,0 mg/kg.".

c) De punten 8.3.2 en 8.3.3 worden vervangen door:

"8.3.2. De uit analyse van het product verkregen resultaten van de drie monsters worden gebruikt om het gehalte aan en de homogene bijmenging van de verklikstof te verifierenverifiëren, en het laagste resultaat wordt vergeleken met de volgende waarden (kritisch verschil bij een waarschijnlijkheid van 95 % (CrD95)):

- 486,0 mg/kg (95 % van het minimum-bijmengingsgehalte voor 90 % zuiver sitosterol);

- 358,0 mg/kg (70 % van het minimum-bijmengingsgehalte voor 90 % zuiver sitosterol).

De concentratie van de verklikstof in het monster dat het laagste resultaat oplevert, wordt gebruikt in combinatie met interpolatie tussen 486,0 mg/kg en 358,0 mg/kg.".

Artikel 3

Verordening (EG) nr. 1082/96 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 1 wordt "Verordening (EEG) nr. 570/88" vervangen door "Verordening (EG) nr. 2571/97".

2. De bijlage wordt als volgt gewijzigd:

a) Punt 8.1 wordt vervangen door:

"8.1. Om na te gaan of de toevoeging van verklikstoffen aan het product op correcte wijze is gebeurd, moeten van dit product drie monsters worden genomen.".

b) De punten 8.2.2 en 8.2.3 worden vervangen door:

"8.2.2. De uit analyse van het product verkregen resultaten van de drie monsters worden gebruikt om het gehalte aan en de homogene bijmenging van de verklikstof te verifierenverifiëren, en het laagste resultaat wordt vergeleken met de volgende waarden (kritisch verschil bij een waarschijnlijkheid van 95 % (CrD95)):

- 18,0 mg/kg (95 % van het minimum-bijmengingsgehalte);

- 13,0 mg/kg (70 % van het minimum-bijmengingsgehalte).

De concentratie van de verklikstof in het monster dat het laagste resultaat oplevert, wordt gebruikt in combinatie met interpolatie tussen 18,0 mg/kg en 13,0 mg/kg.".

c) De punten 8.3.2 en 8.3.3 worden vervangen door:

"8.3.2. De uit analyse van het product verkregen resultaten van de drie monsters worden gebruikt om het gehalte aan en de homogene bijmenging van de verklikstof te verifierenverifiëren, en het laagste resultaat wordt vergeleken met de volgende waarden (kritisch verschil bij een waarschijnlijkeid van 95 % (CrD95)):

- 20,0 mg/kg (95 % van het minimum-bijmengingsgehalte);

- 14,0 mg/kg (70 % van het minimum-bijmengingsgehalte).

De concentratie van de verklikstof in het monster dat het laagste resultaat oplevert, wordt gebruikt in combinatie met interpolatie tussen 20,0 mg/kg en 14,0 mg/kg.".

Artikel 4

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1459/98 wordt als volgt gewijzigd:

1. In punt 6 wordt "SM = massa van het testmonster in g (5.1.1, 5.1.2 of 5.1.3)" vervangen door "SM = massa van het testmonster in g (5.1.1, 5.1.2 of 5.1.3).

Bij analyse van vanilline in room wordt de concentratie van de verklikstof uitgedrukt in mg/verklikstof/kg melkvet. Hiertoe wordt C vermenigvuldigd met 100/f. f is het vetgehalte van de room in procenten (m/m).".

2. Punt 8 wordt als volgt gewijzigd:

a) Punt 8.2.1 wordt vervangen door:

"8.2.1. Het bijmengingsgehalte van 4-hydroxy-3-methoxybenzaldehyde bedraagt 250 gram per ton boterconcentraat of boter. Bij toevoeging van verklikstoffen aan room bedraagt het bijmengingsgehalte 250 gram per ton melkvet.".

b) De punten 8.2.2 en 8.2.3 worden vervangen door:

"8.2.2. De uit analyse van het product verkregen resultaten van de drie monsters worden gebruikt om het gehalte aan en de homogene toevoeging van de verklikstof te verifierenverifiëren, en het laagste resultaat wordt vergeleken met de volgende waarden (kritisch verschil bij een waarschijnlijkheid van 95 % (CrD95)):

- 221,0 mg/kg (95 % van het minimum-bijmengingsgehalte);

- 159,0 mg/kg (70 % van het minimum-bijmengingsgehalte).

De concentratie van de verklikstof in het monster dat het laagste resultaat oplevert, wordt gebruikt in combinatie met interpolatie tussen 221,0 mg/kg en 159,0 mg/kg.".

c) De punten 8.3.1, 8.3.2 en 8.3.3 worden vervangen door:

"8.3.1. Het bijmengingsgehalte van 4-hydroxy-3-methoxybenzaldehyde bedraagt 100 gram per ton boterconcentraat of boter. Bij toevoeging van verklikstoffen aan room bedraagt het bijmengingsgehalte 100 gram per ton melkvet.

8.3.2. De uit analyse van het product verkregen resultaten van de drie monsters worden gebruikt om het gehalte aan en de homogene bijmenging van de verklikstof te verifiëren, en het laagste resultaat wordt vergeleken met de volgende waarden (kritisch verschil bij een waarschijnlijkheid van 95 % (CrD95)):

- 79,0 mg/kg (95 % van het minimum-bijmengingsgehalte);

- 54,0 mg/kg (70 % van het minimum-bijmengingsgehalte).

De concentratie van de verklikstof in het monster dat het laagste resultaat oplevert, wordt gebruikt in combinatie met interpolatie tussen 79,0 mg/kg en 54,0 mg/kg.".

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 januari 1999.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB L 148 van 28. 6. 1968, blz. 13.

(2) PB L 206 van 16. 8. 1996, blz. 21.

(3) PB L 399 van 31. 12. 1992, blz. 29.

(4) PB L 233 van 16. 9. 1993, blz. 1.

(5) PB L 17 van 20. 1. 1994, blz. 7.

(6) PB L 142 van 15. 6. 1996, blz. 26.

(7) PB L 193 van 9. 7. 1998, blz. 16.

(8) PB L 350 van 20. 12. 1997, blz. 3.

(9) PB L 256 van 18. 9. 1998, blz. 9.

(10) PB L 55 van 1. 3. 1988, blz. 31.

(11) PB L 78 van 28. 3. 1996, blz. 13.

(12) PB L 298 van 12. 11. 1985, blz. 9.

(13) PB L 11 van 16. 1. 1999, blz. 14.

(14) PB L 45 van 21. 2. 1990, blz. 8.

(15) PB L 16 van 21. 1. 1999, blz. 19.

Top