Wählen Sie die experimentellen Funktionen, die Sie testen möchten.

Dieses Dokument ist ein Auszug aus dem EUR-Lex-Portal.

Dokument 31993D0424

    93/424/EEG: Besluit van de Raad van 22 juli 1993 tot vaststelling van een Actieplan voor de invoering van geavanceerde televisiediensten in Europa

    PB L 196 van 5.8.1993, S. 48–54 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Rechtlicher Status des Dokuments Nicht mehr in Kraft, Datum des Endes der Gültigkeit: 30/06/1997

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1993/424/oj

    31993D0424

    93/424/EEG: Besluit van de Raad van 22 juli 1993 tot vaststelling van een Actieplan voor de invoering van geavanceerde televisiediensten in Europa

    Publicatieblad Nr. L 196 van 05/08/1993 blz. 0048 - 0054


    BESLUIT VAN DE RAAD van 22 juli 1993 tot vaststelling van een Actieplan voor de invoering van geavanceerde televisiediensten in Europa

    (93/424/EEG)DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

    Gezien het voorstel van de Commissie (1),

    Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

    Overwegende dat de Gemeenschap bij Besluit 89/337/EEG (4) en Besluit 89/630/EEG (5) het strategisch belang van hoge-definitietelevisie (HDTV) voor de Europese consumentenelektronica-industrie en voor de Europese televisie- en filmindustrie heeft onderkend en het strategische raamwerk voor de invoering van Europese HDTV heeft bepaald;

    Overwegende dat de doelstellingen van de strategie voor de invoering van HDTV in Europa een integrerend deel van het communautaire audiovisuele beleid zijn en dat daarbij rekening moet worden gehouden met andere doelstellingen van dit beleid ten aanzien van de ontwikkeling van de Europese audiovisuele capaciteit, waaronder structurele doelstellingen, zoals de ontwikkeling van de onafhankelijke produktiesector en de ontwikkeling van de produktie in landen of regio's met een meer beperkte audiovisuele capaciteit;

    Overwegende dat door middel van het Actieplan gewaarborgd moet worden dat het gehele grondgebied van de Gemeenschap op bevredigende wijze door geavanceerde diensten bestreken wordt;

    Overwegende dat er in eerste instantie financiële stimulansen dienen te worden gegeven om de ontwikkeling van de markt voor geavanceerde televisiediensten overeenkomstig de hierboven bedoelde strategie te bespoedigen door bij te dragen tot het beperken van de extra aanloopkosten;

    Overwegende dat het Actieplan uitsluitend gericht moet zijn op de bevordering van het 16: 9 formaat (625 of 1 250 lijnen), ongeacht de gebruikte Europese televisienorm en het zendsysteem (terrestrisch, satelliet of kabel);

    Overwegende dat het Actieplan de invoering moet vergemakkelijken van alle typen technologieën, met inbegrip van volledig digitale technologie;

    Overwegende dat het wenselijk is oogmerken vast te leggen voor het effect van de communautaire financiering van het beginstadium van de ontwikkeling van de markt voor geavanceerde televisiediensten;

    Overwegende dat een programma met een looptijd van vier jaar noodzakelijk is;

    Overwegende dat voor het bereiken van het doel van het Actieplan een bedrag van 405 miljoen ecu noodzakelijk wordt geacht;

    Overwegende dat dit bedrag gefourneerd moet worden uit communautaire middelen en uit andere bronnen, waarbij de communautaire bijdrage 228 miljoen ecu zal belopen;

    Overwegende dat aan de bedrijven die het Actieplan mede financieren passende inspraak dient te worden geboden in communautaire O & O- en normalisatiewerkzaamheden, zulks steeds in overeenstemming met de algemene regels voor deelneming aan deze activiteiten;

    Overwegende dat het met betrekking tot de communautaire financiering noodzakelijk is een bedrag van 68 miljoen ecu in reserve te houden voor de markten die niet volledig bediend worden in de eerste fasen van de tenuitvoerlegging van het Actieplan;

    Overwegende dat het dienstig is bepaalde basisprincipes voor de tenuitvoerlegging van het Actieplan, met inbegrip van criteria voor de selectie van projecten, nader aan te geven;

    Overwegende dat het Verdrag voor de betrokken actie niet voorziet in andere bevoegdheden dan de bevoegdheden uit hoofde van artikel 235,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    Hierbij wordt voor een periode die begint op de datum waarop dit besluit wordt aangenomen en afloopt op 30 juni 1997 een Actieplan vastgesteld om de ontwikkeling van de markt voor geavanceerde televisiediensten in het 16: 9-formaat met 625 of 1 250 beeldlijnen te bespoedigen.

    Het Actieplan strekt tot de verwezenlijking in de bovengenoemde periode van de volgende oogmerken:

    i) de geavanceerde televisiediensten in het 16: 9-formaat dienen een kritische massa te hebben bereikt;

    ii) een voldoende en toenemend aantal programma's dient in het 16: 9-formaat met een hoge technische beeld- en geluidskwaliteit te worden aangeboden. Deze programma's dienen van dien aard te zijn dat een optimalisering van de kijkcijfers wordt vergemakkelijkt en dienen via de bovengenoemde diensten te worden uitgezonden.

    De financiële middelen van de Gemeenschap zullen, samen met middelen uit andere bronnen, worden aangewend om deze doelstellingen te realiseren door middel van financiële stimulansen welke een deel van de extra kosten dekken waarmee omroeporganisaties en programmamakers te maken krijgen in verband met de levering van de bovengenoemde diensten.

    De procedures voor de tenuitvoerlegging van het Actieplan worden beschreven in de bijlage, die een integrerend onderdeel van dit besluit vormt.

    Het Actieplan dient bij te dragen tot de marktpenetratie van ontvangstapparatuur in het 16: 9-formaat. Er worden echter geen middelen beschikbaar gesteld voor de ondersteuning van fabrikanten van voor de consument bestemde ontvangstapparatuur.

    Artikel 2

    1. Het programma heeft betrekking op het tijdvak tussen de datum waarop dit besluit wordt aangenomen en 30 juni 1997.

    2. De voor het bereiken van de oogmerken van het Actieplan noodzakelijk geachte middelen bedragen 405 miljoen ecu.

    3. Dit bedrag wordt gefourneerd uit communautaire middelen en uit middelen uit andere bronnen. De communautaire bijdrage beloopt 228 miljoen ecu.

    4. Met betrekking tot de communautaire middelen stelt de Begrotingsautoriteit de kredieten vast welke voor elk begrotingsjaar beschikbaar zijn, met inachtneming van de beginselen van goed financieel beheer als genoemd in artikel 2 van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen.

    5. Van het in lid 3 genoemde bedrag aan communautaire middelen wordt een bedrag van 68 miljoen ecu in reserve gehouden, dat niet mag worden toegewezen vóór 1 januari 1995. Dit bedrag is bestemd voor de uitvoering van de bepalingen van de punten 5.2, onder ii), en 5.4 van de bijlage.

    6. Er worden slechts communautaire middelen voor een project toegewezen wanneer de ingevolge de punten 5.1, onder i), 5.3 en 5.4 van de bijlage vereiste financiering uit andere bronnen voor dat project is toegezegd.

    7. Er worden middelen beschikbaar gesteld om de invoering te vergemakkelijken van alle in punt 5.1, onder iv), van de bijlage vermelde technologieën, met inbegrip van volledig digitale technologie.

    Artikel 3

    1. De Commissie is verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van het Actieplan. Zij wordt bijgestaan door een comité van raadgevende aard, bestaande uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

    2. De vertegenwoordiger van de Commisise legt het Comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het Comité brengt binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie advies uit over dit onderwerp, zo nodig door middel van een stemming.

    3. Het advies wordt in de notulen opgenomen. Voorts heeft iedere Lid-Staat het recht te verzoeken dat zijn standpunt in de notulen wordt opgenomen.

    4. De Commissie houdt zoveel mogelijk rekening met het door het Comité uitgebrachte advies. Zij brengt het Comité op de hoogte van de wijze waarop zij rekening heeft gehouden met zijn advies.

    Artikel 4

    1. Onverminderd artikel 3 is voor de tenuitvoerlegging van de punten van de bijlage die betrekking hebben op de uitsplitsing van de relevante begrotingsuitgaven en de evaluatie van in de bijlage vermelde projecten en acties waarvan de totale kosten meer dan 1 mijoen ecu bedragen, met uitzondering van de acties die onder artikel 5 vallen, de onderstaande procedure van kracht.

    2. De vertegenwoordiger van de Commissie legt het Comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het Comité brengt advies uit over dit ontwerp binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie. Het Comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij stemming in het Comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.

    3. De Commissie stelt de beoogde maatregelen vast wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het Comité.

    4. Wanneer de beoogde maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het Comité of indien geen advies is uitgebracht, dient de Commissie onverwijld bij de Raad een voorstel in betreffende de te nemen maatregelen. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

    Indien de Raad na verloop van een termijn van drie maanden na de indiening van het voorstel bij de Raad geen besluit heeft genomen, worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld.

    Artikel 5

    1. Onverminderd de artikelen 3 en 4 is voor de evaluatie en eventuele herziening van de cijfers in de tabellen I en II van punt 4, onder vi), van de bijlage de onderstaande procedure van toepassing.

    2. De vertegenwoordiger van de Commissie legt het Comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het Comité brengt advies uit over dit ontwerp binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie. Het Comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij stemming in het Comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.

    3. De Commissie stelt de beoogde maatregelen vast wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het Comité.

    4. Wanneer de beoogde maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het Comité of indien geen advies is uitgebracht, dient de Commissie onverwijld bij de Raad een voorstel in betreffende de te nemen maatregelen. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

    Indien de Raad na verloop van een termijn van drie maanden na de indiening van het voorstel bij de Raad geen besluit heeft genomen, worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld, behalve wanneer de Raad zich met gewone meerderheid van stemmen tegen genoemde maatregelen heeft uitgesproken.

    Artikel 6

    De Commissie brengt jaarlijks aan het Europees Parlement, de Raad en het Economisch en Sociaal Comité verslag uit over de stand van tenuitvoerlegging van het Actieplan en de toewijzing van financiële middelen van de Gemeenschap.

    Bij de beëindiging van het Actieplan wordt aan de hierboven genoemde Instellingen in dezelfde lijn een eindverslag voorgelegd.

    Artikel 7

    In het licht van de snelle ontwikkeling van de televisietechnologieën en de markten voor televisiediensten, volgt de Commissie deze ontwikkelingen en de daarmee verband houdende veranderingen van de markt op de voet, en dient zij waar nodig, bij de Raad voorstellen in voor de nodige wijzigingen met betrekking tot de tenuitvoerlegging van het Actieplan.

    Gedaan te Brussel, 22 juli 1993.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    M. OFFECIERS-VAN DE WIELE

    (1) PB nr. C 139 van 2. 6. 1992, blz. 4.

    (2) PB nr. C 337 van 21. 12. 1992, blz. 93.

    (3) PB nr. C 332 van 16. 12. 1992, blz. 39.

    (4) PB nr. L 142 van 25. 5. 1989, blz. 1.

    (5) PB nr. L 363 van 13. 12. 1989, blz. 30.

    BIJLAGE

    PROCEDURES VOOR DE TENUITVOERLEGGING VAN HET ACTIEPLAN 1. DOEL

    Doel van het Actieplan is te zorgen voor een versnelde ontwikkeling van de markt voor geavanceerde televisiediensten in het 16: 9-formaat met 625 of 1 250 beeldlijnen in Europa ten einde bij te dragen tot de marktpenetratie van ontvangstapparatuur in het 16: 9-formaat.

    2. GEVOLGDE BENADERING

    Een snelle ontwikkeling van de markt voor geavanceerde televisiediensten veronderstelt dat alle vereiste elementen om deze diensten in de huiskamer van de consumenten of kijkers te krijgen, aanwezig zijn. Televisie is een complex medium, waarbij tal van met elkaar verweven technische en creatieve functies zijn betrokken, met zowel culturele als commerciële aspecten. De werking van deze functies hangt af van verschillende sectoren binnen de audiovisuele, telecommunicatie- en elektronica-industrie. De geleverde inspanningen vormen een keten van diensten die zich uitstrekt van de bedenker van programma's tot de ontvanger ervan in de huiskamer.

    De aanpak om de ontwikkeling van de markt voor geavanceerde televisiediensten te bespoedigen moet dan ook worden toegespitst op de levering van diensten.

    3. TE VERWEZENLIJKEN OOGMERKEN

    Uitgaande van het in punt 1 genoemde doel moeten er indicatieve oogmerken worden vastgesteld met betrekking tot het effect van de communautaire middelen die beschikbaar worden gesteld om de marktontwikkeling te bespoedigen.

    Dienovereenkomstig moet gedurende de looptijd van het Actieplan het volgende zijn gerealiseerd:

    i) de geavanceerde televisiediensten in het 16: 9-formaat dienen een kritische massa te hebben bereikt;

    ii) een voldoende en toenemend aantal programma's dient in het 16: 9-formaat met hoge technische beeld- en geluidskwaliteit te worden aangeboden. Deze programma's dienen van dien aard te zijn dat een optimalisering van de kijkcijfers wordt vergemakkelijkt en dienen via de bovengenoemde diensten te worden uitgezonden.

    4. TE VOLGEN AANPAK BIJ DE STEUNVERLENING

    i) In het kader van het Actieplan wordt steun verleend voor een deel van de extra kosten voor de invoering van breedbeeldtelevisiediensten. Voor de daartoe benodigde financiële middelen zal een beroep worden gedaan op communautaire middelen en andere bronnen, waaronder eigen middelen, nationale middelen, vervaardigers van apparatuur, satellietondernemingen en anderen met een belang ter zake.

    Een project komt slechts in aanmerking voor de toewijzing van communautaire middelen indien er reeds een vaste toezegging van middelen uit een of meer van de andere bovengenoemde bronnen is gedaan. Deze voorafgaande toezegging van middelen wordt beschouwd als een essentiële bevestiging van de waarde van het project. Met dit systeem van gecombineerde steunverlening worden zowel een marktgeoriënteerde aanpak als een communtautaire dimensie gegarandeerd.

    ii) De steun wordt verleend aan omroeporganisaties die breedbeeldtelevisiediensten aanbieden en voldoen aan de in punt 5.1 genoemde criteria, alsmede aan producenten die programma's voor dergelijke diensten vervaardigen overeenkomstig de criteria van punt 5.3.

    iii) Naar gelang van de omstandigheden kunnen de extra kosten die het aanbieden van een 16: 9-dienst voor een omroeporganisatie met zich brengt ten opzichte van een 4: 3-dienst, verband houden met uiteenlopende oorzaken, zoals de kapitaalinvestering voor de modernisering van de studio's (van 4: 3 naar 16: 9), de kapitaalinvestering in verband met het uitzenden in 16: 9-formaat in plaats van in 4: 3-formaat, de kosten van het vervaardigen van aparte 16: 9-programma's naast die voor het vervaardigen van 4: 3-programma's.

    iv) Ongeacht de oorsprong van de extra kosten voor de omroeporganisaties zal bij de berekening van de bijdrage uit de communautaire middelen voor omroeporganisaties die breedbeelddiensten aanbieden, worden uitgegaan van het aantal uren per jaar dat deze omroeporganisaties in het 16: 9-formaat uitzenden.

    v) De communautaire bijdrage per uur voor deze diensten bestaat uit twee componenten: enerzijds een bijdrage in de kosten van het uitzenden en anderzijds een bijdrage in de produktiekosten van de programma's.

    De omroeporganisaties ontvangen een forfaitaire bijdrage in de uitzendkosten voor elk uur waarin zij uitzenden in 16: 9/625-lijnen of 1 250-lijnen HDTV, overeenkomstig tabel I van punt vi). Voor het maken van programma's verstrekt de Gemeenschap tevens een forfaitaire bijdrage in de produktiekosten van de programma's. Het bedrag varieert naar gelang van het soort programma, overeenkomstig tabel II van punt vi). Zowel omroeporganisaties als onafhankelijke producenten komen in aanmerking voor een bijdrage in de produktiekosten van programma's, afhankelijk van de bron van het programma in kwestie.

    vi) De cijfers in de tabellen I en II worden gebruikt voor de eerste oproep om voorstellen zoals bedoeld in punt 5. Zij worden geëvalueerd en zo nodig in het licht van de opgedane ervaring herzien door de Commissie, volgens de procedure van artikel 5 van dit besluit, met inbegrip van de wenselijkheid van steun aan videostudioprodukties in het 16: 9-formaat door middel van een bijdrage in de kapitaalinvestering.

    TABEL I (*) Uitzendkosten

    /* Tabellen: zie PB */

    TABEL II (*) Kosten van het maken van programma's

    /* Tabellen: zie PB */

    gelang van het aantal uren en van de programmacategorie als aangegeven in tabel II van punt vi).

    viii) Wat het maken van programma's in 1 250 lijnen betreft, worden met oog op de tenuitvoerlegging van het Actieplan de faciliteiten beschikbaar gesteld van het EESV Vision 1250, dat in de eerste jaren van zijn bestaan veel ervaring heeft opgedaan met het assisteren van omroeporganisaties bij het produceren in 1250/50. Bovendien mogen ook andere soortgelijke faciliteiten door omroeporganisaties en producenten gebruikt worden.

    5. BEGINSELEN EN CRITERIA VOOR DE TENUITVOERLEGGING

    Het Actieplan wordt uitgevoerd door de Commissie, door middel van jaarlijkse oproepen voor het indienen van voorstellen voor projecten voor diensten. Deze oproepen worden in eerste instantie georganiseerd op basis van een gecombineerde oproep voor uitzending (overeenkomstig de criteria van de punten 5.1 en 5.2) en produktie van de programma's (overeenkomstig de criteria van de punten 5.2 en 5.3), naderhand tijdens dezelfde periode van twaalf maanden gevolgd door twee verdere oproepen die uitsluitend de produktie van programma's betreffen. Bij wijze van indicatief cijfer zal minstens 50 % van de middelen worden voorbehouden voor de produktie van programma's. Deze oproepen voor voorstellen worden naar gelang van het geval verricht en geëvalueerd volgens de procedure van artikel 3 dan wel van artikel 4 van besluit.

    De voorkeur gaat uit naar projecten waarvoor het financieringssaldo beschikbaar wordt gesteld door het bedrijfsleven.

    5.1. Criteria ten aanzien van de kwaliteit van het project

    Elk project moet aan de volgende criteria voldoen:

    i) vooraleer aanspraak kan worden gemaakt op communautaire middelen moet er van tevoren een vaste toezegging voor middelen uit andere bronnen zijn gedaan ten belope van 50 % van de kosten die binnen het toepassingsgebied van het Actieplan vallen. Ten minste 50 % van de niet-communautaire middelen moet van het bedrijfsleven komen. Wanneer aan deze vereisten is voldaan, komt het project in aanmerking voor communautaire steun voor het resterende gedeelte van de kosten;

    ii) het project moet zijn ingediend door een erkende dienstaanbieder met een goede staat van dienst op het gebied van televisiediensten en die beschikt over de financiële draagkracht die nodig is voor het nieuwe project, dan wel door een groep van organisaties onder leiding van een dergelijke dienstaanbieder;

    iii) het aanbod moet betrekking hebben op een dienst die jaarlijks ten minste 50 uur uitzending in het 16: 9-formaat met 625 of 1 250 beeldlijnen omvat;

    iv) het project moet gebaseerd zijn op uitzendsystemen van hoge kwaliteit in het 16: 9-formaat, waarbij onder andere gebruik moet worden gemaakt van MAC/HDMAC, verdere ontwikkelingen van bestaande Europese televisienormen zoals PalPlus en door de passende Europese normalisatie-instellingen gestandaardiseerde volledig digitale technologie;

    v) de voorgestelde dienst moet gericht zijn op een markt die groot genoeg is om te kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van een ruimere markt voor geavanceerde televisiediensten;

    vi) het project moet in overeenstemming zijn met de communautaire mededingingsregels.

    Voorts geldt ten gunste van een project dat dit aan de volgende - ofschoon niet essentiële - criteria voldoet:

    vii) het project heeft betrekking op grensoverschrijdende en/of meertalige diensten;

    viii) het vergemakkelijkt de optimalisering van de kijkcijfers.

    5.2. Criteria betreffende spreiding en evenwicht

    De in het kader van dit Actieplan gesteunde projecten moeten te zamen aan de volgende criteria voldoen:

    i) de projecten moeten in redelijke mate gespreid zijn over de ondernemingen ten einde te grote concentratie of het ontstaan van monopolies of kartels te voorkomen;

    ii) met het oog op de communautaire dimensie moeten zij een ruime mate van spreiding kennen over de markten van de Lid-Staten, waarbij rekening dient te worden gehouden met de specifieke situatie van Lid-Staten met een beperkte produktiecapaciteit of waarvan de taal een beperkt geografisch gebied bestrijkt;

    iii) zij moeten in een redelijke mate een beroep doen op producenten van programma's die onafhankelijk zijn van de bij het project betrokken omroeporganisaties.

    5.3. Criteria voor steunverlening aan programma's

    De criteria voor de selectie van projecten in het kader van deze procedure worden jaarlijks opnieuw bezien volgens de procedure van artikel 4 van dit besluit.

    De Commissie verschaft het Comité informatie over de in het kader van deze procedure geselecteerde projecten.

    Onder het Actieplan vallen zowel eigen produkties van omroepen als externe produkties.

    De steunverlening door de Gemeenschap voor de produktie en conversie van programma's is vooral gericht op de 16: 9-diensten, maar kan de gehele sector ten goede komen.

    Om in aanmerking te komen voor communautaire steun voor afzonderlijke programma's moeten de producenten van nieuwe programma's en de houders van de rechten op bepaalde bestaande programma's die in 16: 9 kunnen worden uitgezonden maar daartoe moeten worden geconverteerd, in het bezit zijn van een uitzendakkoord van ten minste één in de Gemeenschap gevestigde omroeporganisatie, die zich ertoe verbindt het programma in 16: 9 uit te zenden. De technische kwaliteit van deze programma's moet zodanig zijn dat zij op korte termijn en ook op middellange termijn in 16: 9-formaat (standaarddefinite) kunnen worden uitgezonden.

    Vooraleer een project voor communautaire steun in aanmerking komt moet er van tevoren een vaste toezegging voor middelen uit andere bron zijn gedaan van 50 % van de kosten die onder het Actieplan vallen. Ten minste 50 % van de niet-communautaire middelen moet van het bedrijfsleven komen. Projecten die aan deze vereisten voldoen komen vervolgens voor de resterende kosten in aanmerking voor communautaire steun.

    Bij het verlenen van de steun worden de in tabel II van punt 4, onder vi), vermelde maxima gehanteerd.

    i) Criteria voor steun voor de technische verbetering van nieuwe programma's met lange levensduur

    Om voor steun in aanmerking te komen moeten de nieuwe programma's van voldoende technische kwaliteit zijn en moet er een bestelling zijn geplaatst voor de daadwerkelijke uitzending ervan in 16: 9 door ten minste één in de Gemeenschap gevestigde omroep. De programma's moeten van Europese oorsprong zijn.

    Programma's die geproduceerd worden door producenten die onafhankelijk zijn van de omroeporganisaties genieten prioriteit.

    ii) Criteria voor steunverlening voor de conversie van bestaande programma's

    Basisvoorwaarde is dat de eerste uitzending in 16: 9-formaat geschiedt in het kader van een op grond van het Actieplan gesteunde diensten. Programma's van Europese oorsprong genieten prioriteit.

    iii) De Commissie kan bij het Comité, dat, naar gelang van het geval, advies uitbrengt volgens de procedure van artikel 3 van wel van artikel 4, voorstellen indienen voor een gemeenschappelijke meertalige conversieregeling.

    5.4. Overwegingen met betrekking tot het tijdschema

    Er worden voldoende communautaire middelen in reserve gehouden om ervoor te zorgen dat de markten van Lid-Staten, die in de eerste fasen van de tenuitvoerlegging van het Actieplan niet volledig worden bediend tegen het eind van de periode wel kunnen worden bediend.

    Ten behoeve van deze markten wordt een bedrag van 68 miljoen ecu in reserve gehouden, dat zal worden toegewezen na 1 januari 1995. Om in deze categorie in aanmerking te komen voor communautaire steun moeten omroeporganisaties en producenten van programma's eerst over een vaste toezegging voor middelen uit andere bron beschikken ten belope van 20 % van de steun die onder het toepassingsgebied van het Actieplan valt. De criteria in de punten 5.1 en 5.3 met betrekking tot de terbeschikkingstelling van 50 % van de niet-communautaire middelen uit andere bron door het bedrijfsleven, gelden in dit geval niet.

    nach oben