Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31985R3828

Verordening (EEG) nr. 3828/85 van de Raad van 20 december 1985 inzake een specifiek programma voor de ontwikkeling van de landbouw in Portugal

PB L 372 van 31.12.1985, p. 5–11 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1995

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1985/3828/oj

31985R3828

Verordening (EEG) nr. 3828/85 van de Raad van 20 december 1985 inzake een specifiek programma voor de ontwikkeling van de landbouw in Portugal

Publicatieblad Nr. L 372 van 31/12/1985 blz. 0005 - 0011
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 40 blz. 0097
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 40 blz. 0097


VERORDENING (EEG) Nr. 3828/85 VAN DE RAAD van 20 december 1985 inzake een specifiek programma voor de ontwikkeling van de landbouw in Portugal

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal, inzonderheid op artikel 253, artikel 258, lid 2, en artikel 263, lid 2, en het daaraan gehechte Protocol nr. 24, Gezien het voorstel van de Commissie, Overwegende dat in Protocol nr. 24 van de Toetredingsakte is bepaald dat vanaf de datum van toetreding en in overeenstemming met de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid een gemeenschappelijke actie ten uitvoer zal worden gelegd die een specifiek ontwikkelingsprogramma omvat dat is aangepast aan de bijzondere stucturele verhoudingen en aan de specifieke behoeften van de Portugese landbouw; Overwegende dat deze gemeenschappelijke actie gericht moet zijn op aanzienlijke verbeteringen bij de produktie en de afzet, alsmede op een verbetering van de structurele situatie van de Portugese landbouwsector in zijn geheel; dat, om dit doel te bereiken, naast de bestaande communautaire maatregelen op sociaal-structureel gebied, gedurende een periode van tien jaar bijzondere inspanningen van de Gemeenschap nodig zijn; Overwegende dat invoering van een doeltreffende organisatie voor de landbouwvoorlichting en verhoging van het opleidingsniveau van de landbouwers onontbeerlijk zijn om tot een verbetering van de structurele situatie van de Portugese landbouw te komen; dat voor uitvoering van de daarop betrekking hebbende maatregelen ook de voorzieningen voor landbouwopleiding en landbouwonderzoek moeten worden verbeterd; Overwegende dat specifieke maatregelen voor verbetering van de doeltreffendheid van de landbouwstructuur die een aanvulling vormen op de maatregelen vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 797/85 van de Raad van 12 maart 1985 betreffende de verbetering van de doeltreffendheid van de landbouwstructuur (1) en die met name gericht zijn op verbetering van de veestapel, met inbegrip van bepaalde veterinaire maatregelen, op de produktie van gecertificeerd kwaliteitszaaizaad en op de herstructurering van de olijventeelt, kunnen bijdragen tot een beter gebruik van het beschikbare landbouwpotentieel; Overwegende dat verbetering van de landinrichting een essentiële voorwaarde is om tot een verbetering van de structuur van de landbouwsector te komen; dat daarom stimulering van herverkaveling van versnipperde bedrijven en vergroting van niet-levensvatbare bedrijven en bodemverbetering nodig zijn; Overwegende dat in diezelfde context maatregelen moeten worden genomen om de onevenwichtige leeftijdsopbouw van de landbouwbevolking te corrigeren via stimulering van de bedrijfsbeëindiging door bejaarde landbouwers; Overwegende dat verbetering van de waterhuishouding, zowel bestaande in maatregelen inzake collectieve irrigatie en aanleg van kleine irrigatienetten, als in draineringsmaatregelen, een belangrijke voorwaarde is voor de verbetering van de landbouwstructuur; Overwegende dat verbetering van de infrastructuur die momenteel ontoereikend is, meer in het bijzonder voor wat betreft openbare voorzieningen zoals elektriciteit, drinkwater, bedrijfs- en verbindingswegen, nodig is; Overwegende dat een bijzondere inspanning moet worden gedaan om de afzet en verwerking van landbouwprodukten te verbeteren; Overwegende dat sommige landbouwgronden door erosie zijn aangetast, zodat bodembescherming en behoud van de natuurlijke watervoorraden bijzonder noodzakelijk zijn en dat bebossing en verbetering van gedegradeerde bossen, met inbegrip van maatregelen ter bescherming en instandhouding van de bossen, adequate middelen zijn om de landbouwgrond te beschermen; Overwegende dat de maatregelen moeten worden uitgevoerd in het kader van één of meer programma's waarin met name rekening wordt gehouden met de specifieke behoeften van de onderscheiden gebieden in Portugal; Overwegende dat de Commissie na advies van het Permanent Comité voor de landbouwstructuur dient te beslissen over de goedkeuring van deze programma's, alsmede over de aard en de omvang van de communautaire middelen die voor de uitvoering daarvan beschikbaar worden gesteld; Overwegende dat uit het bovenstaande volgt dat voornoemde maatregelen een gemeenschappelijke actie vormen in de zin van artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 870/85 (3), HEEFT DE VOLGENDE VERORDENINGVASTGESTELD: TITEL I Vaststelling, goedkeuring en uitvoering van het programma

Artikel 1

1. Om bij te dragen tot de ontwikkeling van de landbouw in de diverse gebieden van Portugal, wordt een gemeenschappelijke actie in de zin van artikel 6, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 729/70 vastgesteld, die moet worden uitgevoerd door de Portugese Republiek en die tot doel heeft om, zonder aantasting van de natuurlijke hulpbronnen voor de landbouw, de landbouwstructuur en de produktiemogelijkheden aanzienlijk te verbeteren. 2. De Gemeenschap kan, overeenkomstig de artikelen 2 tot en met 21, in het kader van de gemeenschappelijke actie bijstand uit het Europese Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Oriëntatie, hierna ,,het Fonds'' te noemen, verlenen voor maatregelen die met name betreffen:a) uitbreiding van de voorlichting en de beroepsopleiding, alsmede verbetering van de voorzieningen voor de beroepsopleiding in de landbouw, met inbegrip van het landbouwonderzoek;b)verbetering van de produktiestructuur, inclusief veterinaire maatregelen;c)verbetering van de landinrichting, met inbegrip van maatregelen ter bevordering van de bedrijfsbeëindiging in de landbouw;d)materiële verbetering, zoals: - collectieve irrigatie, inclusief vernieuwing van collectieve irrigatienetten, -aanleg van drainering, -uitbreiding van rechtstreeks met de landbouw verband houdende infrastructuur;e)grondverbetering en heroriëntatie van de produktie;f)verbetering van de valorisatie van landbouwprodukten;g)verbetering van de bosbouw.

Artikel 2

1. De in artikel 1 bedoelde maatregelen moeten worden uitgevoerd in het kader van een of meer specifieke programma's die betrekking kunnen hebben op een of meer van deze maatregelen en een of meer geografische gebieden en die moeten worden opgesteld door de Portugese Regering of door andere daartoe aangewezen instanties. 2. De Commissie wordt door de Portugese Republiek op de hoogte gehouden van de voorbereiding van de verschillende specifieke programma's. 3. De Commissie verleent, indien de Portugese Republiek dit wenst, de nodige technische bijstand op het dienstig geachte niveau. De aard van de bijstand en de wijze waarop die wordt verleend, worden in overleg tussen de Portugese Republiek en de Commissie vastgesteld. Deze bijstand kan ook een bijdrage van het Fonds omvatten voor studies die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van deze gemeenschappelijke actie.

Artikel 3

In de in artikel 2 bedoelde specifieke programma's moeten voor de toekenning van de in deze verordening bedoelde bijstand van het Fonds en naar gelang van de aard van de uit te voeren maatregelen worden gegeven:- het geografische gebied waarop de maatregelen betrekking hebben;-een beschrijving van de structurele situatie in dat gebied en van de te bereiken sociaal-economische doelstellingen;-een beschrijving van de te verrichten actie of acties waarbij rekening wordt gehouden met de huidige situatie en hulpbronnen in het betrokken gebied, met de mogelijke ontwikkelingen daarvan en de samenhang met de programma's voor regionale ontwikkeling omschreven in Verordening (EEG) nr. 1787/84 van de Raad van 19 juni 1984 inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (1); - een beschrijving van de vastgestelde steunmaatregelen en van de voorwaarden voor steunverlening;-de wettelijke of bestuursrechtelijke maatregelen die zijn of zullen worden vastgesteld voor de uitvoering van de geplande maatregelen;-de jaarlijkse voor de uitvoering van de maatregelen uit te trekken budgettaire middelen;-een raming van het aantal hectare en/of het aantal landbouwbedrijven waarvoor de maatregelen zullen worden toegepast;-een beschrijving van de uit te voeren werkzaamheden en een tijdschema aangaande die uitvoering;-de verklaring dat de voorgestelde maatregelen verenigbaar zijn met de bescherming van het milieu;-alle andere gegevens die door de Commissie in verband met de goedkeuring van de programma's nodig worden geacht.

Artikel 4

1. De Commissie onderzoekt de specifieke programma's om:- vast te stellen of zij in overeenstemming zijn met deze verordening;-vast te stellen voor welke acties financiële bijstand van het Fonds zal worden verleend;-de maxima te bepalen voor de kosten of uitgaven per eenheid die in aanmerking worden genomen voor toekenning van bijstand uit het Fonds;-materiële grenzen voor bepaalde maatregelen vast te stellen;-de omvang en de vorm van de financiële bijstand uit het Fonds te bepalen. 2. De Commissie beslist over de goedkeuring van de programma's en over de in lid 1 bedoelde punten volgens de procedure van artikel 25 van Verordening (EEG) nr. 797/85. TITEL II Voorlichting, beroepsopleiding en onderzoek op landbouwgebied

Artikel 5

De in artikel 1, lid 2, sub a), bedoelde maatregelen inzake de uitbreiding van de landbouwvoorlichting omvatten:a) de oprichting en het functioneren van centra voor de opleiding van landbouwvoorlichters;b)de speciale opleiding van onderwijzend personeel;c)de opleiding van voorlichters, inclusief de bijscholing van reeds aangestelde voorlichters;d)de aanstelling van voorlichters.

Artikel 6

1. De werkelijke uitgaven van de Portugese Republiek voor de uitvoering van de in artikel 5 bedoelde maatregelen worden voor 75 % vergoed.Het Fonds vergoedt bovendien de werkelijke uitgaven van de Portugese Republiek voor de uitvoering van de voorlichtingsmaatregelen waarmee is begonnen in het kader van het programma ter voorbereiding van de toetreding, voor zover die uitgaven niet vallen onder dat programma en de in dit artikel aangegeven grenzen niet worden overschreden. 2. Voor de uitgaven voor salarissen van nieuw aangestelde landbouwvoorlichters die direct of indirect worden betaald door de overheid, wordt door de Gemeenschap bijstand verleend gedurende zes jaar.Met het oog op degressiviteit in het per voorlichter vergoede bedrag, worden de volgende coëfficiënten toegepast: 1,25 voor het eerste jaar, 1,15 voor het tweede, 1,05 voor het derde, 0,95 voor het vierde, 0,85 voor het vijfde en 0,75 voor het zesde jaar.

Artikel 7

1. De in artikel 1, lid 2, sub a), bedoelde maatregelen voor de verbetering van de beroepsopleiding in de landbouw bestaan in een ruimere toepassing van de maatregelen bedoeld in artikel 21 van Verordening (EEG) nr. 797/85, met uitzondering van die genoemd in lid 2, sub c), van dat artikel. 2. De financiële bijstand voor de in lid 1 bedoelde maatregelen kan in het kader van deze verordening worden gebracht op 50 %.

Artikel 8

1. De in artikel 1, lid 2, sub a), bedoelde verbetering van de voorzieningen voor de beroepsopleiding in de landbouw omvat:- de bouw en inrichting van opleidingscentra, met name voor de organisatie van cursussen als omschreven in artikel 21 van Verordening (EEG) nr. 797/85;-de bouw en inrichting van een centrum voor landbouwonderzoek en van proefstations, alsmede de verbetering van bestaande centra en stations, met het oog op - grondige en permanente bestudering van de problemen waaraan de Portugese landbouwbevolking het hoofd moet bieden, -de uitvoering van proefprojecten om produktiemethoden en produktie-experimenten te testen, te verbeteren en aan te passen, -de evaluatie van de economische doeltreffendheid van de maatregelen die zijn vastgesteld in de in artikel 2 bedoelde programma's;-de uitbreiding en inrichting van modelbedrijven om de landbouwers de reële mogelijkheden van produktiesystemen, -methoden en -technieken te demonstreren. 2. Het Fonds vergoedt de Portugese Republiek maximaal 75 % van de kosten van de in lid 1, eerste en tweede streepje, bedoelde maatregelen.Behoudens bovengenoemde grens, kan de bijstand van het Fonds worden verleend in de vorm van rechtstreekse bijstand overeenkomstig artikel 25. 3. Het Fonds vergoedt de Portugese Republiek maximaal 50 % van de uitgaven voor de in lid 1, derde streepje, bedoelde maatregel. TITEL III Verbetering van de landbouwstructuur

Artikel 9

De in artikel 1, lid 2, sub b), bedoelde maatregelen voor verbetering van de landbouwstructuur kunnen bestaan in:a) specifieke maatregelen voor de ontwikkeling van de rundvee-, schapen- en geitenhouderij, inclusief veterinaire maatregelen; b)specifieke maatregelen voor herstructurering in de olijventeelt;c)specifieke maatregelen voor de produktie van en de controle op gecertificeerd kwaliteitszaad;d)specifieke maatregelen voor het autonome gebied Madeira.

Artikel 10

1. De specifieke maatregelen voor de ontwikkeling van de veehouderij omvatten:- voor de rundveehouderij:- intensivering van de prestatiecontrole van stieren, met het oog op een eerste selectie van stieren met kenmerken voor een efficiënte produktie; -intensivering van het afstammelingenonderzoek van stieren, met het oog op een definitieve selectie van stieren van bevredigende genetische kwaliteit, waardoor de kwaliteit van de produktie in de rundveehouderij kan worden verhoogd; -steun voor de bevordering van kunstmatige inseminatie;-voor de rundvee-, schapen- en geitenhouderij:-steun voor de aankoop van mannelijke fokdieren van een goedgekeurde kwaliteit, voor zover een dergelijke aankoop economisch verantwoord is en voor zover het, wat de rundveehouderij betreft, gaat om fokdieren van inheemse rassen; -aanloopsteun voor groeperingen voor verbetering van de dierziektesituatie in de veehouderij, als bijdrage in de kosten voor het beheer in de eerste vijf jaar en in de kosten voor eerste uitrusting; -de aankoop van de uitrusting die nodig is voor de regionale centra voor voorlichting en onderzoek. 2. Het Fonds vergoedt de Portugese Republiek maximaal 75 % van de uitgaven voor de in lid 1 bedoelde maatregelen.Voor de in lid 1, laatste streepje, bedoelde maatregel kan, behoudens bovengenoemde grens, de bijdrage van het Fonds worden verleend in de vorm van rechtstreekse bijstand overeenkomstig artikel 25.

Artikel 11

1. De specifieke maatregelen voor herstructurering in de olijventeelt omvatten:- herstructurering, met inbegrip van vernieuwing, van olijfgaarden voor de produktie van olie, zonder dat evenwel de totale produktie meer mag bedragen dan kan worden geproduceerd op het olijfboomareaal in produktie op 1 januari 1984;-omschakeling van olijfgaarden voor de produktie van olie op andere boomteelten of op de teelt van andere meerjarige gewassen. De maatregelen kunnen bestaan in:-een premie per hectare, als bijdrage in de kosten voor de vereiste werkzaamheden;-een speciale degressieve vergoeding die gedurende ten hoogste vijf jaar aan de producenten wordt uitgekeerd in verband met de inkomensverliezen als gevolg van de herstructurering of omschakeling. 2. Het Fonds vergoedt de Portugese Republiek maximaal 50 % van de uitgaven voor de in lid 1 bedoelde maatregelen.

Artikel 12

1. De specifieke maatregelen voor de produktie van en de controle op kwaliteitszaad kunnen bestaan in:- de oprichting en uitbreiding van erkende bedrijven voor de produktie en vermeerdering van gecertificeerd kwaliteitszaad van granen en voedergewassen;-de aankoop van controleapparatuur. 2. Het Fonds vergoedt de Portugese Republiek maximaal 50 % van de uitgaven voor de in lid 1 bedoelde maatregelen.

Artikel 13

1. De specifieke maatregelen voor het autonome gebied Madeira betreffen de omschakeling van de bananenteelt op de teelt van exotische bloemen en van subtropisch fruit. De maatregelen omvatten een premie per hectare als bijdrage in de kosten van de vereiste werkzaamheden. 2. Het Fonds vergoedt de Portugese Republiek maximaal 50 % van de uitgaven voor de in lid 1 bedoelde maatregelen. TITEL IV Verbetering van de landinrichting

Artikel 14

De maatregelen voor structuurverbetering kunnen bestaan in:- herverkaveling,-maatregelen om de bedrijfsbeëindiging in de landbouw te stimuleren.

Artikel 15

1. De financiële bijstand van het Fonds voor herverkavelingen wordt verleend voor bijbehorende werkzaamheden zoals nivellering, aanleg van taluds, sloten, landbouwwegen en andere grondwerkzaamheden die door herverkaveling nodig zijn geworden. 2. De bijstand uit het Fonds wordt verleend op voorwaarde dat:- de herverkaveling ertoe leidt dat het aantal kavels per bedrijf in het algemeen vermindert in een verhouding van ten minste 3 : 1;-de herverkaveling bijdraagt tot een duurzame structuurverbetering van de landbouwbedrijven;-de ruilverkaveling voor de begunstigden de verplichting meebrengt om niet opnieuw tot splitsing over te gaan. 3. Het Fonds vergoedt de Portugese Republiek maximaal 75 % van de uitgaven voor de in lid 1 bedoelde werkzaamheden.Behoudens bovengenoemde grens kan de bijstand van het Fonds worden verleend in de vorm van rechtstreekse bijstand overeenkomstig artikel 25.

Artikel 16

1. De maatregel om de beëindiging van de bedrijfsactiviteit in de landbouw te stimuleren, omvat:a) de toekenning van een jaarlijkse uitkering gedurende ten hoogste 10 jaar aan bedrijfshoofden met hoofdberoep landbouw in de zin van artikel 2, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 797/85 die tussen 55 en 65 jaar oud zijn en die hun bedrijfsactiviteit in de landbouw opgeven, terwijl- de vrijgemaakte grond wordt bestemd voor één of meer landbouwbedrijven die worden geëxploiteerd door bedrijfshoofden met de landbouw als hoofdberoep, of-het opgegeven bedrijf een bedrijfshoofd met hoofdberoep landbouw krijgt die een verwant in de derde graad van erfopvolging mag zijn en waarbij dan bovendien - het opgegeven bedrijf een arbeidsbehoefte moet hebben van ten minste 1 VAK, -de opvolger nog geen 40 jaar oud mag zijn, of-de vrijgemaakte grond wordt toegewezen aan een dienst voor landbouwgrond, ten einde de overdracht van de grond aan één of meer bedrijven te vergemakkelijken; b)de toekenning van een premie per hectare aan landbouwers die niet aan bovenstaande voorwaarden voldoen, voor zover zij hun bedrijfsactiviteit in de landbouw beëindigen in het kader van een herverkaveling en de landbouwgrond wordt gebruikt overeenkomstig het bepaalde onder a), eerste of derde streepje. 2. Het Fonds vergoedt de Portugese Republiek maximaal 75 % van de uitgaven voor de in lid 1 bedoelde maatregel. TITEL V Materiële verbeteringen

Artikel 17

1. De bijstand van het Fonds voor de in artikel 1, lid 2, sub d), eerste streepje, bedoelde maatregelen wordt alleen voor collectieve irrigatie toegekend. 2. De in lid 1 bedoelde financiële bijdrage betreft de financiering van projecten voor de aanleg en vernieuwing van collectieve irrigatienetten vanaf spaarbekkens en hoofdkanalen, inclusief de bijbehorende draineringswerkzaamheden, alsmede het boren van putten en de aanleg van spaarbekkens. 3. Het Fonds vergoedt de Portugese Republiek maximaal 75 % van de uitgaven voor de in lid 2 bedoelde werkzaamheden.Behoudens bovengenoemde grens kan de bijstand van het Fonds worden verleend in de vorm van rechtstreekse bijstand overeenkomstig artikel 25.

Artikel 18

1. De bijstand van het Fonds voor de in artikel 1, lid 2, sub d), tweede streepje, bedoelde maatregelen betreft de financiering van projecten voor aanleg van hoofdkanalen voor drainering en voor perceelsdrainering. 2. Het Fonds vergoedt de Portugese Republiek maximaal 75 % van de uitgaven voor projecten voor aanleg van hoofdkanalen voor drainering en maximaal 50 % voor projecten voor perceelsdrainering.

Artikel 19

1. De bijstand van het Fonds voor de in artikel 1, lid 2, sub d), derde streepje, bedoelde maatregelen voor de ontwikkeling van de infrastructuur die rechtstreeks verband houdt met de landbouw betreft de financiering van projecten die betrekking kunnen hebben op:- aansluiting op het elektriciteitsnet en het drinkwaternet, van landbouwbedrijven en dorpen of delen van dorpen waarvan de inwoners hoofdzakelijk zijn aangewezen op de landbouw;-de aanleg en verbetering van bedrijfs- en verbindingswegen die worden gebruikt voor land- en bosbouw. 2. Het Fonds vergoedt de Portugese Republiek maximaal 75 % van de uitgaven voor de in lid 1 bedoelde werkzaamheden.Behoudens bovengenoemde grens kan de bijdrage van het Fonds worden verleend in de vorm van rechtstreekse bijstand overeenkomstig artikel 25. TITEL VI Grondverbetering

Artikel 20

1. De in artikel 1, lid 2, sub e), bedoelde maatregelen voor grondverbetering kunnen bestaan in werkzaamheden en maatregelen zoals:- gebruiksklaar maken van marginale en onproduktieve gronden door: - verwijdering van stenen en reiniging van de percelen, -versnippering van struikgewas, -ploegen;-verbetering van weiden en van grond voor de produktie van voedergewassen, inclusief de aanleg van infrastructuur;-steun voor de aankoop van geselecteerd zaaizaad voor de teelt van voedergewassen;-de plaatsing van afrasteringen;-maatregelen voor bescherming van de bodem tegen wind- en watererosie, inclusief de aanleg van dammetjes en afvoersloten;-de bouw van schuilplaatsen;-de aanleg van kleine irrigatienetten, inclusief de aanleg van kleine spaarbekkens en de uitvoering van bijbehorende draineringswerkzaamheden, voor een of meer bedrijven met een totale oppervlakte van ten hoogste 400 hectare, voor zover die bedrijven niet zijn aangesloten op collectieve irrigatienetten;-steun voor de aankoop van machines die nodig zijn in verband met de omschakeling naar de teelt van voedergewassen. 2. Het Fonds vergoedt de Portugese Republiek maximaal 50 % van de uitgaven voor de in lid 1 bedoelde maatregelen. TITEL VII Valorisatie van landbouwprodukten

Artikel 21

1. De in artikel 17, lid 2, sub a), van Verordening (EEG) nr. 355/77 van de Raad van 17 februari 1977 inzake een gemeenschappelijke actie ter verbetering van de voorwaarden inzake verwerking en afzet van landbouwprodukten en van visserijprodukten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1247/85 (2), bedoelde eigen bijdrage van de begunstigde wordt voor projecten voor landbouwprodukten verlaagd tot 20 %. 2. De in artikel 17, lid 2, sub c), van Verordening (EEG) nr. 355/77 bedoelde bijstand van het Fonds wordt in het kader van deze verordening voor projecten voor landbouwprodukten verhoogd tot 60 %. TITEL VIII Bosbouwmaatregelen

Artikel 22

1. De financiële bijstand van het Fonds voor de in artikel 1, lid 1, sub g), bedoelde bosbouwmaatregelen wordt verleend voor projecten die betrekking kunnen hebben op:- bebossing en verbetering van gedegradeerde bossen met het oog op verbetering van de situatie van de landbouw in een bepaald gebied door behoud van de bodem en van het water;-bijbehorende werkzaamheden, zoals terrassering, aanleg van boswegen en werkzaamheden aan bergbeken;-maatregelen voor preventie en bestrijding van bosbranden;-studies en specifieke proefnemingen die noodzakelijk zijn voor de voorbereiding van de projecten inzake bovenbedoelde werkzaamheden. 2. De bijdrage van de eigenaar voor de uitvoering van de in lid 1 bedoelde werkzaamheden dient ten minste 10 % te bedragen. Wanneer echter de opneming van de grond in een project van algemeen belang is en de eigenaar daaruit niet binnen een afzienbare toekomst voordeel kan verwachten, kan de bevoegde overheidsinstantie zijn bijdrage voor haar rekening nemen.3. Het Fonds vergoedt de Portugese Republiek maximaal 50 % van de uitgaven voor de in lid 1 bedoelde maatregelen.Behoudens bovengenoemde grens kan de bijstand van het Fonds worden verleend in de vorm van rechtstreekse bijstand overeenkomstig artikel 25. TITEL IX Algemene en financiële bepalingen

Artikel 23

1. De duur van de gemeenschappelijke actie mag niet meer bedragen dan tien jaar vanaf de datum van toetreding. 2. De ten laste van het Fonds komende kosten van de gemeenschappelijk actie worden geraamd op 700 miljoen Ecu. 3. Artikel 6, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 729/70 is van toepassing op deze verordening.

Artikel 24

1. De bepalingen inzake de vergoeding van de uitgaven van de Portugese Republiek door het Fonds worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 729/70. 2. De aanvragen om vergoeding moeten betrekking hebben op de uitgaven die door de Portugese Republiek in de loop van een kalenderjaar zijn gedaan, en moeten vóór 1 juli van het volgende jaar bij de Commissie worden ingediend. 3. Over de bijstand van het Fonds wordt besloten overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 729/70.

Artikel 25

Met het oog op gevallen waarin de bijstand van het Fonds wordt verleend in de vorm van rechtstreekse bijstand voor de uitvoering van de projecten, wordt als project aangemerkt ieder project voor investeringen van overheidsinstanties of semi-overheidsinstanties. Artikel 13, leden 3 en 5, artikel 14, artikel 19, leden 2, 3 en 5, en de artikelen 20, 21 en 22 van Verordening (EEG) nr. 355/77 zijn mutatis mutandis van toepassing.

Artikel 26

1. Het Fonds kan voorschotten verlenen naar gelang van de financieringsbepalingen die door de Portugese Republiek zijn vastgesteld en naar gelang de stand van uitvoering van het programma. 2. De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 729/70.

Artikel 27

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1986, onder voorbehoud van de inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de toetreding van Spanje en Portugal.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Brussel, 20 december 1985. Voor de Raad De Voorzitter R. STEICHEN

(1) PB nr. L 93 van 30. 3. 1985, blz. 1.

(2) PB nr. L 94 van 28. 4. 1970, blz. 13.

(3) PB nr. L 95 van 2. 4. 1985, blz. 1.

(1) PB nr. L 169 van 28. 6. 1984, blz. 1.

(1) PB nr. L 51 van 23. 3. 1977, blz. 1.

(2) PB nr. L 130 van 16. 5. 1985, blz. 1.

Top