Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31976L0117

    Richtlijn 76/117/EEG van de Raad van 18 december 1975 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende elektrisch materieel, bestemd voor gebruik in "explosieve omgeving"

    PB L 24 van 30.1.1976, p. 45–48 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/06/2003; opgeheven door 31994L0009 ;

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1976/117/oj

    31976L0117

    Richtlijn 76/117/EEG van de Raad van 18 december 1975 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende elektrisch materieel, bestemd voor gebruik in "explosieve omgeving"

    Publicatieblad Nr. L 024 van 30/01/1976 blz. 0045 - 0048
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 4 blz. 0217
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 13 Deel 3 blz. 0188
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 4 blz. 0217
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 13 Deel 4 blz. 0228
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 13 Deel 4 blz. 0228


    ++++

    RICHTLIJN VAN DE RAAD

    van 18 december 1975

    inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende elektrisch materieel , bestemd voor gebruik in " explosieve omgeving "

    ( 76/117/EEG )

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 100 ,

    Gezien het voorstel van de Commissie ,

    Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,

    Overwegende dat de nationale wetgeving inzake de veiligheid van elektrisch materieel , bestemd voor gebruik in " explosieve omgeving " , van Lid-Staat tot Lid-Staat verschilt , hetgeen tot handelsbelemmeringen aanleiding geeft ;

    Overwegende dat deze verschillen kunnen worden opgeheven door te eisen dat elektrisch materieel bestemd voor gebruik in " explosieve omgeving " in overeenstemming is met geharmoniseerde technische normen ;

    Overwegende dat evenwel tevens rekening moet worden gehouden met het feit dat het kan gebeuren dat bepaald materieel een veiligheidsniveau biedt dat gelijk is aan het door de geharmoniseerde normen gewaarborgde veiligheidsniveau zonder dat deze worden nageleefd ;

    Overwegende dat moet worden bepaald dat een erkende instantie nagaat of dit materieel overeenstemt met de geharmoniseerde normen of een veiligheidsniveau biedt dat ten minste gelijk is aan het door de geharmoniseerde normen gewaarborgde veiligheidsniveau ; dat dit onderzoek niet alleen betrekking moet hebben op de documenten waarin het materieel is beschreven , maar ook op de constructie en de montage van dit materieel ;

    Overwegende dat de positieve uitslag van dit onderzoek moet worden bevestigd door certificaten en merktekens die in alle Lid-Staten worden erkend ;

    Overwegende dat om rekening te houden met de technische vooruitgang een snelle aanpassing noodzakelijk is van de technische voorschriften die zijn omschreven in de richtlijnen inzake elektrisch materieel bestemd voor gebruik in " explosieve omgeving " ; dat , om de tenuitvoerlegging van de daarvoor noodzakelijke maatregelen te vergemakkelijken , moet worden voorzien in een procedure waarbij tussen de Lid-Staten en de Commissie een nauwe samenwerking tot stand wordt gebracht in een Comité voor de aanpassing aan de technische vooruitgang van de richtlijnen tot opheffing van de technische belemmeringen voor het intracommunautaire handelsverkeer op het gebied van elektrisch materieel bestemd voor gebruik in " explosieve omgeving " ;

    Overwegende dat het risico bestaat dat elektrisch materieel bestemd voor gebruik in " explosieve omgeving " , hoewel voorzien van een certificaat en een merkteken waardoor het tot het vrije verkeer mag worden toegelaten , gevaar oplevert voor de veiligheid ; dat dus een procedure moet worden vastgesteld om dit te verhelpen ,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

    Artikel 1

    Deze richtlijn heeft betrekking op elektrisch materieel , bestemd voor gebruik in " explosieve omgeving " , met uitzondering van materieel dat is bestemd om te worden geïnstalleerd in ondergrondse werken van mijnen met mijngasgevaar alsmede van elektrisch materieel voor medische doeleinden .

    Artikel 2

    Onder elektrisch materieel worden in de zin van deze richtlijn verstaan , alle samenstellende delen van elektrische installaties of alle andere inrichtingen die de opwekking en het gebruik van elektriciteit medebrengen .

    Artikel 3

    Een " explosieve omgeving " bestaat in ruimten waarin zich gevaarlijke hoeveelheden ontvlambare stoffen in de vorm van gas , damp , nevel of stof kunnen bevinden , die in combinatie met lucht explosieve mengsels kunnen vormen .

    Artikel 4

    1 . De Lid-Staten kunnen niet om veiligheidsredenen met betrekking tot de constructie voor gebruik in explosieve omgeving , een verbod uitvaardigen tegen de verkoop of het vrije verkeer , of het gebruik volgens de bestemming ervan , van het in de artikelen 1 en 2 bedoelde elektrisch materieel :

    - indien de overeenstemming hiervan met de geharmoniseerde normen is aangetoond door de afgifte van het in artikel 8 bedoelde certificaat van overeenstemming en het aanbrengen van het in artikel 10 bedoelde merkteken ;

    - dat afwijkt van geharmoniseerde normen en waarvan , op grond van een speciaal onderzoek van de constructie , kan worden vastgesteld dat het een veiligheid biedt die ten minste gelijkwaardig is aan die van bovengenoemde normen , hetgeen moet zijn aangetoond door de afgifte van een controlecertificaat , zoals bedoeld in artikel 9 , en het aanbrengen van het in artikel 10 bedoelde merkteken .

    2 . Met gebruik volgens bestemming in de zin van dit artikel wordt bedoeld het gebruik van het materieel in ruimten waar gassen , dampen , nevel of stof in combinatie met lucht explosieve mengsels kunnen vormen , waarin de geharmoniseerde constructienormen voorzien en zoals het in de certificaten van overeenstemming of controlecertificaten is vermeld .

    Voor wat de installatievoorwaarden betreft , mogen de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen niet leiden tot discriminaties in het gebruik van het in andere Lid-Staten vervaardigde elektrische materieel dat onder deze richtlijn valt .

    3 . Voor zover de installatievoorwaarden niet onderworpen zijn aan andere communautaire bepalingen , blijven zij onderworpen aan de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van het land van bestemming .

    4 . Met geharmoniseerde normen worden in deze richtlijn de normen bedoeld waarnaar later in bijzondere richtlijnen van de Raad zal worden verwezen .

    5 . De in lid 4 bedoelde bijzondere richtlijnen kunnen voor bepaald materieel met een vereenvoudigde beveiligingsconstructie dat uitsluitend bestemd is voor gebruik in ruimten waar het gevaar beperkt is , bepalen dat de overeenstemming met de desbetreffende geharmoniseerde normen , wordt aangetoond in een eenvoudiger procedure die kan gaan tot een door de fabrikant af te geven verklaring van overeenstemming .

    Artikel 5

    1 . De wijzigingen die nodig zijn om de bepalingen van de bijzondere richtlijnen die uitdrukkelijk zullen worden aangeduid in elk van deze richtlijnen , aan te passen aan de technische vooruitgang , worden vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 7 .

    2 . In het kader van deze procedure kan tevens elke kwestie worden behandeld die verband houdt met de in artikel 4 , lid 1 , tweede streepje , bedoelde en overeenkomstig artikel 9 afgegeven controlecertificaten .

    Artikel 6

    1 . Er wordt een Comité opgericht voor de aanpassing aan de technische vooruitgang van de richtlijnen die ten doel hebben de technische handelsbelemmeringen weg te nemen in de sector elektrisch materieel , bestemd voor gebruik in explosieve omgeving , hierna " Comité " genoemd , dat is samengesteld uit Vertegenwoordigers van de Lid-Staten en onder voorzitterschap staat van een Vertegenwoordiger van de Commissie .

    2 . Het Comité stelt zijn Reglement van Orde vast .

    Artikel 7

    1 . In de gevallen waarin wordt verwezen naar de in dit artikel omschreven procedure , wordt deze bij het Comité ingeleid door de Voorzitter , hetzij op diens initiatief , hetzij op verzoek van de Vertegenwoordiger van een Lid-Staat .

    2 . De Vertegenwoordiger van de Commissie legt aan het Comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen . Het Comité brengt over dit ontwerp advies uit binnen een termijn die de Voorzitter kan bepalen naar gelang van de urgentie der betrokken aangelegenheid . Het Comité spreekt zich uit met een meerderheid van eenenveertig stemmen , waarbij de stemmen van de Lid-Staten worden gewogen overeenkomstig het bepaalde in artikel 148 , lid 2 , van het Verdrag . De Voorzitter neemt niet deel aan de stemming .

    3 . a ) De Commissie stelt de beoogde maatregelen vast , wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het Comité .

    b ) Wanneer de beoogde maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het Comité of bij gebreke van een advies , doet de Commissie onverwijld een voorstel aan de Raad betreffende de vast te stellen maatregelen . De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen .

    c ) Indien de Raad na een termijn van drie maanden , te rekenen vanaf de indiening van het voorstel , geen besluit heeft genomen , worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld .

    Artikel 8

    1 . Het in artikel 4 , lid 1 , eerste streepje , bedoelde certificaat van overeenstemming wordt afgegeven door een van de in artikel 14 bedoelde erkende instanties . Het dient tot bewijs dat het type van het materieel in overeenstemming is met de geharmoniseerde normen .

    Een afschrift van de voornaamste gegevens van het certificaat van overeenstemming wordt binnen een maand na afgifte van het certificaat aan de Lid-Staten toegezonden .

    De erkende instantie die het onderzoek van het materieel verricht , stelt een verslag op dat ter beschikking van de Lid-Staten wordt gehouden .

    2 . De erkende instantie die het certificaat van overeenstemming heeft afgegeven kan dit certificaat intrekken indien zij constateert dat dit niet had mogen worden afgegeven of dat niet binnen een redelijke vastgestelde termijn aan door de erkende instantie gestelde voorwaarden is voldaan . Bovendien kan zij dit certificaat intrekken wanneer de fabrikant elektrisch materieel op de markt brengt dat niet met het erkende prototype in overeenstemming is .

    Artikel 9

    1 . Het in artikel 4 , lid 1 , tweede streepje , vermelde controlecertificaat wordt afgegeven door een van de in artikel 14 bedoelde erkende instanties . Het dient tot bewijs dat het type van het materieel een veiligheid biedt die ten minste gelijkwaardig is aan die van de geharmoniseerde normen .

    2 . Alvorens dit controlecertificaat af te geven , zendt de erkende instantie die het onderzoek verricht , de documenten waarin het materieel wordt beschreven , de verslagen van het onderzoek en de ontwerpcontrolecertificaten naar de andere Lid-Staten en/of naar hun erkende keuringsinstanties , die binnen vier maanden , te rekenen vanaf deze informatie , opmerkingen kunnen maken , een aanvullend onderzoek kunnen aanvragen en eventueel het Comité overeenkomstig artikel 7 kunnen inschakelen . Deze correspondentie is vertrouwelijk .

    3 . Indien voor het verstrijken van de vastgestelde termijn geen enkele Lid-Staat om inschakeling van het Comité heeft verzocht , geeft de erkende instantie , na rekening te hebben gehouden met de overeenkomstig de procedure van lid 2 gemaakte opmerkingen , het controlecertificaat af indien het resultaat van het eventuele aanvullende onderzoek bevredigend is .

    4 . Indien het Comité wordt ingeschakeld volgens de procedure van artikel 7 en indien het advies van het Comité gunstig is , geeft de erkende instantie het certificaat af .

    5 . Een afschrift van de voornaamste gegevens van het controlecertificaat wordt binnen een maand na afgifte van dat certificaat aan de Lid-Staten toegezonden .

    6 . De erkende instantie die het controlecertificaat heeft afgegeven kan dit certificaat intrekken indien zij constateert dat dit certificaat niet had mogen worden afgegeven of dat niet binnen een redelijke vastgestelde termijn aan door de erkende instantie gestelde voorwaarden is voldaan . Bovendien kan zij dit certificaat intrekken wanneer de fabrikant elektrisch materieel op de markt brengt dat niet met het erkende prototype in overeenstemming is .

    Artikel 10

    1 . Het door de fabrikant op het materieel aangebrachte merkteken dient tot bewijs dat het materieel overeenstemt met het type dat het certificaat van overeenstemming of het controlecertificaat heeft gekregen , dat het de individuele proefnemingen heeft ondergaan waarin eventueel door de geharmoniseerde normen is voorzien en voldoet aan de in artikel 8 , lid 2 , en artikel 9 , lid 6 , bedoelde voorwaarden .

    De Lid-Staten nemen passende maatregelen om ervoor te zorgen dat het bovengenoemde merkteken slechts dan door de fabrikant wordt aangebracht , indien hij in het bezit is van het certificaat van overeenstemming of van het controlecertificaat .

    2 . Wanneer het certificaat van overeenstemming of het controlecertificaat zulks vereist , moet het materieel vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing waarin de bijzondere gebruiksvoorwaarden worden aangegeven .

    Artikel 11

    De Lid-Staten nemen alle maatregelen om voldoende toezicht te waarborgen op de vervaardiging van het materieel waarvoor de bepalingen van deze richtlijn gelden .

    Artikel 12

    1 . Indien een Lid-Staat op grond van een uitvoerige motivering constateert dat materieel , hoewel het voldoet aan de voorschriften van de desbetreffende richtlijnen , gevaar oplevert voor de veiligheid , kan deze Staat het op de markt brengen van dit materieel op zijn grondgebied voorlopig verbieden of aan bijzondere voorwaarden onderwerpen . Hij stelt hiervan onmiddellijk de overige Lid-Staten en de Commissie in kennis onder aanvoering van de motieven van zijn besluit .

    2 . Binnen een termijn van zes weken pleegt de Commissie overleg met de betrokken Lid-Staten ; zij brengt vervolgens onverwijld advies uit en treft de passende maatregelen .

    3 . Indien de Commissie van oordeel is dat er in deze richtlijn technische aanpassingen moeten worden aangebracht , worden deze aanpassingen door de Commissie of door de Raad vastgesteld volgens de procedure van artikel 7 ; in dat geval kan de Lid-Staat die de vrijwaringsmaatregelen heeft getroffen , deze handhaven totdat genoemde aanpassingen van kracht worden .

    Artikel 13

    De voorbeelden van de door de Lid-Staten gebruikte merktekens en certificaten worden ter informatie in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen bekendgemaakt .

    Artikel 14

    Elke Lid-Staat deelt aan de andere Lid-Staten en aan de Commissie de lijst mee van de erkende instanties voor het onderzoek van het materieel en/of de afgifte van certificaten van overeenstemming en controlecertificaten , alsmede de lijst van de geadresseerden van de in artikel 8 , lid 1 en in artikel 9 , leden 2 en 5 bedoelde correspondentie . Hij deelt eveneens elke wijziging van deze lijsten mee .

    Deze mededeling begint uiterlijk drie maanden na kennisgeving van deze richtlijn .

    Artikel 15

    De Lid-Staten nemen alle voorbereidende maatregelen welke nodig zijn om de bepalingen van deze richtlijn in werking te doen treden binnen een termijn van 18 maanden volgende op de kennisgeving van de eerste bijzondere richtlijn .

    Artikel 16

    Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

    Gedaan te Brussel , 18 december 1975 .

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    M . TOROS

    ( 1 ) PB nr . C 87 van 2 . 9 . 1971 , blz . 4 .

    ( 2 ) PB nr . C 41 van 29 . 4 . 1971 , blz . 6 .

    Top