This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62022CN0653
Case C-653/22: Request for a preliminary ruling from the Fővárosi Törvényszék (Hungary) lodged on 18 October 2022 — J. P. Mali Kerékpárgyártó és Forgalmazó Kft. v Nemzeti Adó- és Vámhivatal Fellebbviteli Igazgatósága
Zaak C-653/22: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Fővárosi Törvényszék (Hongarije) op 18 oktober 2022 — J. P. Mali Kerékpárgyártó és Forgalmazó Kft. / Nemzeti Adó — és Vámhivatal Fellebbviteli Igazgatósága
Zaak C-653/22: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Fővárosi Törvényszék (Hongarije) op 18 oktober 2022 — J. P. Mali Kerékpárgyártó és Forgalmazó Kft. / Nemzeti Adó — és Vámhivatal Fellebbviteli Igazgatósága
PB C 45 van 6.2.2023, pp. 5–6
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
|
6.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 45/5 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Fővárosi Törvényszék (Hongarije) op 18 oktober 2022 — J. P. Mali Kerékpárgyártó és Forgalmazó Kft. / Nemzeti Adó — és Vámhivatal Fellebbviteli Igazgatósága
(Zaak C-653/22)
(2023/C 45/10)
Procestaal: Hongaars
Verwijzende rechter
Fővárosi Törvényszék
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: J. P. Mali Kerékpárgyártó és Forgalmazó Kft.
Verwerende partij: Nemzeti Adó- és Vámhivatal Fellebbviteli Igazgatósága
Prejudiciële vraag
Moet verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (1) (hierna: “douanewetboek”) aldus worden uitgelegd dat aan het in artikel 42, lid 1, van het douanewetboek neergelegde proportionaliteitsvereiste is voldaan door artikel 84, lid 8, van de az uniós vámjog végrehajtásáról szóló 2017. évi CLII. törvény (wet CLII van 2017 inzake de uitvoering van de douanewetgeving van de Unie; hierna: “douanewet”), op grond waarvan de douaneautoriteiten met betrekking tot de bestuurlijke douaneboete die verplicht moet worden opgelegd wanneer er douanekosten openstaan naar aanleiding van een overtreding die verband houdt met de juistheid van de gegevens in de douaneaangifte, het geheel van de omstandigheden van het geval en de gedragingen die toe te rekenen zijn aan de marktdeelnemer die de douaneaangifte heeft ingediend, niet mogen beoordelen, maar verplicht zijn om een bestuurlijke douaneboete op te leggen die gelijk is aan 50 % van de vastgestelde openstaande douanekosten, ongeacht de ernst van de gepleegde inbreuk en het onderzoek en de vaststelling van de aan die marktdeelnemer toe te rekenen aansprakelijkheid?